Review: Denon AVC-A1H – Beestig goed

06 mei 2023 + 10 minuten 4 Reacties
Denon AVC-A1H
FWD award

Met de AVC-110 en de AVC-X8500HA presenteerde Denon de afgelopen jaren twee high performance AV-receivers. De AVC-A1H doet er echter een stevig schepje bovenop. Vijftien versterkte kanalen en een zeer uitgebreide functielijst maakt dit echt een vlaggenschip. Of, zoals ze intern bij Denon hem noemen, ‘The Beast’.

De AVC-A1H is dit jaar – en we vermoeden ook in 2024 – het absolute topmodel van Denon. Het is een echt monster van een geïntegreerde AV-receiver, 32 kg zwaar, met volledige ondersteuning voor HDMI 2.1 én voorzien van vijftien versterkte kanalen waarmee je een surroundopstelling tot 9.4.6 kunt opbouwen. Wie het landschap van de AV-receivers wat kent, zal snel doorhebben dat er bij Denon (maar ook niet bij de meeste concurrenten) iets gelijkaardig te vinden valt. Het Japanse merk mikt echt een niveau hoger dan met zijn voorgaande 13-kanaals AVC-X8500HA. Merk trouwens op dat Denon geen optie biedt om nog higher-end te gaan met een pre/power-combinatie. Dat kan wel bij zustermerk Marantz, waar de nieuwe AV10 en AMP10 samen ook 15.4-kanalen bieden. Maar dan ben je wel 14.000 euro kwijt…

Denon positioneert de AVC-A1H dus schaamteloos als een alles-in-één AV-receiver op eindbaasniveau. Dat merk je natuurlijk aan het prijskaartje van net geen zevenduizend euro. Dat ligt significant hoger dan het eerstvolgende lager Denon-model (de AVC-X4800H) én z’n voorgangers (de AVC-110 en de AVC-X8500HA). Je hebt natuurlijk rivalen die even veel of meer kosten, zoals de Arcam AVR31 of de McIntosh MHT300, maar die bieden niet zoveel kanalen. Waar je ook voor betaalt bij dit toestel, is het ‘Made in Japan’-label. De AVC-A1H wordt namelijk gebouwd en getuned in de fabriek in Shirakawa, waar de high-end Marantz-modellen ontstaan.

Wat 15-kanaals AV-receiver
Surroundformaten Dolby Atmos (en lager), DTS:X (en lager), Auro3D, MPEG-H
Streaming HEOS, AirPlay 2, Spotify Connect, Bluetooth, DLNA
Ingangen 7 x HDMI, 2 x optisch, 2 x coaxiaal, 4 x cinch, XLR, phono-in (MM)
Uitgangen alle kanalen pre-out, 4 x subout (SE of XLR)
Extra's Audyssey MultEQ XT32, Dirac (extra aankoop), submanagement, zone 2 en 3
Afmetingen 43,4 x 49,8 X 19,5 cm
Gewicht 32 kg

Monolithische aanpak

Er valt zeker over te discussiëren, maar dankzij zijn featureset en prijspunt kun je stellen dat de AVC-A1H zich op een grens tussen segmenten bevindt. Het lijkt ons dat het bedoeld is om overtuigde surroundliefhebbers thuis met een groot budget aan te spreken als professionals die voor een klant een echte thuisbioscoop bouwen. Al zal er in dat laatste scenario wellicht in de praktijk vaak de voorkeur worden gegeven aan een aparte voorversterker en aparte eindtrappen, eventueel in een rack. Dat is natuurlijk wél een duurdere optie dan een enkel apparaat, in het bijzonder als er effectief een uitgebreid 7.x.4- of 9.x.6-opstelling wordt gebouwd.

Tot het verschijnen van de AVC-A1H kon je voor zo’n uitgebreide surroundopstelling bijna niet anders dan met dergelijke voor- en eindtrappen werken. Zal dat nu anders worden en gaan pro’s nu voor een enkel toestel kiezen? We zijn benieuwd. De AVC-A1H kan dankzij volledige pre-outs trouwens in een gemengde opstelling passen, waarbij bijvoorbeeld de stereokanalen en de center toch apart versterkt worden.

Op vlak van versterking probeert Denon alle registers open te trekken, onder meer met een monoblokaanpak. Zo kom je snel bij dat gewicht van 32 kg, deels op het conto van de behuizing te schrijven (met name het massieve voorpaneel) maar ook vanwege de immense ringkerntransformator. We hebben hem er niet uitgehaald om te wegen, maar volgens de specificaties zou dit onderdeel aftikken op 11,5 kg. Naast die moloch zijn er even verder nog twee potige condensatoren te spotten. Dit geheel wordt aan beide kanten geflankeerd door gigantische koelvinnen waarop de individuele eindtrappen netjes gemonteerd zijn (8 links, 7 rechts). Dit alles levert de gebruikelijke indrukwekkende maar niet altijd zo relevante cijfers op, waarbij 150 Watt per kanaal bij 8 Ohm speakers en twee kanalen over het volledige frequentiebereik aangedreven nog het meeste zegt over de prestaties van de AVC-A1H.

Vier subs, iemand?

Dat deze Denon lonkt naar pro’s blijkt nog het meest uit twee zaken: Dirac-ondersteuning en een subwoofer-luik met uitgebreide controls voor tot vier individueel aangestuurde subs. Voor thuis is dat laatste wellicht overkill, maar in een thuisbioscoop kunnen twee tot vier subs ingezet worden om akoestische problemen aan te pakken. Bovendien kun je met vier subwoofers ook een vorm van directionaliteit toevoegen aan de ervaring, door een bepaalde sub te koppelen aan bepaalde surroundkanalen. De subwoofer achteraan links ondersteunt dan naast LFE ook de surround links achter en de hoogtespeakers links achter bijvoorbeeld. Het is een indrukwekkende toevoeging, die we op locatie uitgebreid konden beluisteren op een 9.4.6-opstelling met Bowers & Wilkins 700 Serie-luidsprekers en vier DB3D-subwoofers. Onder meer bij een fragment uit de luchtaanval in ‘Top Gun: Maverick’ leverde dat een fraaie ervaring op met heel bewegelijke geluidseffecten en een echte omhulling. Bij een basale surroundopstelling krijg je wel eens een iets minder overtuigende omhulling achteraan; dat was hier allesbehalve het geval. Het was een echte gelijkmatige surroundbubbel (ook wel door het gebruik van vloerstaanders voor de achterste kanalen).

Uiteraard zullen weinig mensen die zelf een thuisbioscoop bouwen opteren om vier subwoofers in de ruimte te plaatsen. Maar het is wel een interessante toevoeging aan de al uitgebreide menukaart van een typische AV-receiver, en we kunnen ons inbeelden dat de fervente surroundenthousiastelingen die streven naar het allerbeste het gaan uitproberen. Bovendien kun je ook met twee stuks aan de slag, wat eveneens een verbetering zou moeten opleveren.

Pro en Enhanced

Denon pakt het bij deze AV-receiver maximalistisch aan – ook qua connectiviteit. Er zijn zeven HDMI 2.1-ingangen en drie HDMI-uitgangen (een daarvan is dus beperkt tot 4K). De nodige analoge en digitale ingangen zijn er ook, incluis een phono-input. Opvallend genoeg is er zelfs een gebalanceerde XLR-input waarmee je een hoogwaardige bron kunt aansluiten. Niet de enige XLR-poorten op de AVC-A1H, want ook bij de vier subwooferuitgangen kun je kiezen uit een klassieke sub-uit of een gebalanceerde aansluiting.

Alle versterkte kanalen hebben gespiegeld een pre-out, en via de menu’s kun je telkens kiezen of een bepaald kanaal versterkt dan wel via pre-out wordt gestuurd. Zoals eerder gezegd kun je dus vlot een hybride opstelling bouwen.

Ten opzichte van de lagere Denons doet de AVC-A1H er een schepje bovenop qua formatenondersteuning. Dolby Atmos en DTS:X kan het toestel uiteraard aan én Auro3D blijft erbij, maar het is eveneens DTS:X Pro- en IMAX Enhanced-klaar. Alle zeven inputs verwerken 4K/120 of 8K/60, twee van de drie outputs sturen het ook naar buiten.

Helderder dan ooit

De AVC-A1H heeft alle grote vernieuwingen die we eerder bij de AVC-X4800H zagen ook aan boord. We hebben het dan in de eerste plaats over de verbeterde tv-interface. Die toont nu in een hogere 1.080p-resolutie. Dat voldoende om scherp te tonen op een 4K-scherp. Zeker bij dit toestel is het aangenaam, want deze receiver gaat nog vaker dan zijn goedkopere broers aan een projector of een gigantisch tv-scherm hangen.

Los van de hogere resolutie is de kenmerkende Denon tv-interface iets strakker gemaakt. Maar in de basis blijft het ook in opgesmukte vorm wel heel vertrouwd ogen. Als je ooit eens een Denon instelde, zal je hier ook snel mee uit de voeten zijn. Op dit vlak verschilt de AVC-A1H niet van de goedkopere AV-receivers. Hoewel er wat meer opties zijn, schaalt de interface netjes mooi. Dit topmodel voelt daardoor niet echt zoveel complexer dan een goedkoper model aan.

Globaal genomen is de interface bij de AVC-A1H heel helder georganiseerd – en in het Nederlands beschikbaar. Het knappe is dat er veel opties zijn, maar dat het toch niet complex overkomt. Kijk je onder ‘Luidsprekers’ en dan ‘Handmatige setup’, dan vind je bijvoorbeeld onder Luidsprekeropstelling een grafisch voorstelling van je gewenste configuratie. Het is dan ook heel makkelijk om bijvoorbeeld vier hoogtespeakers in te stellen, met per paar het type (je hebt hier vijf keuzes, wat heel uitgebreid is). Ook bij de videoinstellingen zijn er veel opties te vinden, waaronder instelbare kleurruimtes per ingang. Elke ingang kun je apart configureren en benoemen.

Een beetje hulp kan nooit kwaad

Traditioneel is de Setup Assistant een grote troef van Denon. Of deze handige stappenplan om de AV-receiver in te stellen bij een high-end toestel als de AVC-A1H nodig is, is een andere vraag. Maar mocht je een beginner zijn op vlak van surround die zonder nadenken een toestel van 7.000 euro kocht, dan vind je hier een uitmuntende assistent die je zelfs vertelt hoe de verschillende speakers te bekabelen. Misschien dat zelfs kenners bij een 9.x.4 of .6-opstelling wel op dat vlak hulp kunnen gebruiken.

Naast het volledige menu waarin je kunt duiken, toont de Denon veel handige instellingen via een optiescherm dat over de video toont. Dit is heel handig om kanaalniveaus aan te passen of de spraakverbetering in te schakelen. Echt een detail, maar toch superhandig: je kunt de volume-indicator boven- of onderaan het scherm tonen. Bij de meeste receivers kan enkel onderaan, maar dat is lastig bij films met ondertitels.

Een nieuwigheid vanaf de toestellen dit jaar is een webinterface. Naast de bediening via de tv en (gedeeltelijke) bediening via de Denon AVR-app, kun je nu via een browser op een laptop instellingen aanpassen. Dat is wel handig en op de maat van pro’s, want zo kun je zaken alvast instellen zonder scherm of tijdens het bekijken van een film iets tweaken zonder het beeld te verliezen.

Een deel van de instellingen en opties kun je bovendien vlot aanpassen via de Denon AVR-app. Die draait al even mee, maar steekt wat ons betreft nog altijd goed in elkaar. In combinatie met de prima HDMI-CEC-ondersteuning kun je bijvoorbeeld je Blu-rayspeler via deze app aansturen, en het tweaken van levels gaat eveneens heel vlot. Ook niet te vergeten is dat je bij de AVC-A1H een remote krijgt. Zoals gebruikelijk bij Denon is het een immense afstandsbediening, al slankt het wel wat af. Het is niet langer op het formaat van een vliegdekschip maar eerder die van een fregat. Mooi, maar een vleugje meer luxe zou mogen.

Keuzes, keuzes

Qua streaming blijft Denon bij het vertrouwde HEOS-platform, aangevuld met AirPlay 2, Spotify Connect, DLNA en Bluetooth. Er zijn dus wel wat manieren om je favoriete album af te spelen. Met een iPad heb je de meeste vrijheid, want dan kun je gewoon eender welke muziekdienst naar de AVC-A1H sturen. Ook via Bluetooth is dat mogelijk, maar qua geluidskwaliteit vinden we dat een minder optie. Spijtig trouwens dat de codec-ondersteuning beperkt blijft; van aptX of LDAC geen spoor. Dat zou bij een duur toestel wel mogen. De DLNA-ondersteuning opent de deur naar aansturing door Roon, via de RooExtend-extensie en een Raspberry Pi. Het zou wel fijn zijn als de dure Denons de stap naar volledig Roon Ready zouden maken, maar met de extensie werkt het ook.

Dé streamingoptie bij uitstek bij de AVC-A1H is HEOS. Ons heel bekend, want het is al jaren aanwezig op toestellen van Denon (en Marantz). HEOS kun je zien als een uitdager voor Sonos, met een paar uniekere troeven. Via de HEOS-app bedien je dus de AVC-A1H en elk ander HEOS-compatibel apparaat in huis. Zo zijn er ook Denon Home-speakers die de tegenhangers vormen voor toestellen als de Era 100 of Five van Sonos. In de app kun je muziek afspelen via een beperkt aantal diensten (Amazon, Napster, Deezer, Tidal, Soundcloud) of internetradio. Daarnaast – en dit is anders dan bij Sonos – kun je een aangesloten bron naar een ander HEOS-toestel sturen. Een plaat op een draaitafel die op een Marantz Model 30 in de woonkamer hangt kun je zo laten horen op de AVC-A1H. Eigen bestanden afspelen gaat heel vlot, zowel over het netwerk als vanaf USB-opslag. De ondersteuning voor hi-resbestanden is uitmuntend, incluis voor DSD-bestanden.

HEOS ziet er sober en ouderwets uit, maar werkt wel soepel. De voornaamste kritiek van ons kant is dat het wat meer diensten mocht ondersteunen en dat de presentatie van muziek wat rijker mocht zijn. Als je door een lijst van nieuwe release neust in Tidal via de HEOS-app, zie je niets extra informatie en enkel een opsomming met kleine albumhoezen. Een paar visuele tweaks zou de ervaring echt beter maken.

Dirac is een keuze

Vanaf dit jaar krijgen de AV-receivers van Denon en Marantz een nieuwe optie: Dirac. Het bijzondere is dat je hierdoor een extra, optionele kamerkalibratie hebt naast het Audyssey-systeem dat standaard aanwezig is. Je moet het dus niet gebruiken, maar als je wenst kun je de twee systemen zelfs naast elkaar gebruiken. De AVC-A1H heeft immers twee luidsprekerpresets; je kunt een gebruiken met een Audyssey-correctie, eentje met een filter gemaakt door Dirac. Om te vergelijken is dat wel handig. Met Dirac heb je bovendien drie slots, zodat je drie Dirac-correcties naast elkaar kunt uitproberen. Dat doe je onder meer via het optiescherm, waar na het gebruik van Dirac een nieuwe Dirac-opties verschijnt.

Maar waarom die twee opties? Wellicht heeft dat te maken met a) de hype rond Dirac, dat algemeen gezien wordt als de meest effectieve software om kamerproblemen aan te pakken en b) de vraag vanuit de professionele markt. Dirac is veel interessanter als je nog moet tweaken en tunen, omdat je in een uitgebreide applicatie op je laptop kunt werken en correcties kunt bewaren. Als je meer wil dan een standaard correctie bij Audyssey kun je wel de MultEQ-app aanschaffen voor een tablet. Dingen aanpassen en bewaren in de cloud kan dan wel, maar het echt nauwkeurig werken is toch wel uitdagend in deze app. (Er is voor Audyssey ook wel een professioneel pakket met betere software en een meetmicrofoon, maar is ook wel duur)

Dirac krijg je echter niet zomaar cadeau bij de AVC-A1H. Je moet een licentie aanschaffen en dat kost minstens 259 dollar (voor correcties tot 500 Hz). De volledige versie kost 349 dollar. Dat is wel wat, maar net zoals bij merken als NAD of Arcam koop je de software eigenlijk met een fikse korting. Als je Dirac apart koopt, ben je namelijk circa 800 dollar kwijt – al kun je die software dan wel op meerdere toestellen gebruiken.

Bij de goedkopere Denons en Marantz’ begrijpen we wel dat je Dirac apart moet aanschaffen. Standaard zit Audyssey er al bij en je vindt voor dat systeem een meetmicrofoon en een kartonnen statief in de doos. Het is dus niet dat Denon je zonder kamerkalibratie laat zitten. Tegelijkertijd was het wel netjes geweest om bij het vlaggenschip minstens de Limited Bandwidth-versie van Dirac cadeau te geven.

Daarnaast moet je een geschikte meetmicrofoon aanschaffen (zoals een UMIK-1) en investeer je best in een microfoonstatief met een zwenkbare arm. Dat laatste is geen must, maar maakt het meten wat ons betreft veel makkelijker. Je moet immers vrij nauwkeurig de 9 of meer metingen uitvoeren, met gelijke afstanden tussen de meetpunten. Met een statief gaat dat net wat sneller. Hou er sowieso rekening mee dat Dirac zelfs in z’n nieuwste versie een hogere drempel heeft dan Audyssey. De software is ook complexer en het is makkelijk om je geluidservaring kapot te tweaken.

Maar: een hectische strijd in een shield wall tijdens ‘Vikings’ of de waanzinnige race in Ready Player One, bij beiden ervaren we met onze Dirac-meting een heel omhullend en super goed gedefineerd surroundbeeld. De prestaties van de AVC-A1H zijn uitmuntend, en het is ook verrassend qua driedimensionele beeldvorming wat het verschil is tussen onze Audyssey- en Dirac-meting. We merken bijvoorbeeld dat er veel meer uitgesproken positionering is in de rear-kanalen, onder meer bij de ‘Amaze’ demo van Dolby. De definitie bij de regenval en de donder in de verte is zeer goed.

Bij de lager gepositioneerde receivers kun je je afvragen of die extra investering in Dirac de moeite waard is. Bij de AVC-A1H vinden we van wel, al moeten we zeggen dat Audyssey ook geen onaardig resultaat oplevert. Waarom is er dat verschil? Daar moeten we wat over speculeren. Om te beginnen hanteren Dirac en Audyssey wellicht een andere doelcurve. De makers van de software hanteren dus een ander idee over wat een wenselijk geluid is. Dirac grijpt bovendien in op de impulsrespons van individuele drivers, wat naar ons gevoel significant wat strakheid en definitie toevoegt.

We zitten buiten

We sluiten de AVC-A1H op onze vaste surroundopstelling aan. Deze bestaat uit DALI Rubicon-speakers rondom en Alteco-hoogtespeakers, met een ELAC Sub 2050 als subwoofer van dienst. Door tijdsgebrek konden we niet dieper in multi-subopstellingen duiken, wat net een interessant aspect van deze receiver is, maar dat komt nog. Aan bronzijde hangen we de gebruikelijke toestellen aan de Denon: een Oppo UDP-203, een PlayStation 5 en een Apple TV 4K. Zoals gezegd hebben we zowel Audyssey als Dirac ingemeten; tijdens het testen hebben we vooral de Dirac-correctie gebruikt. Die was qua positionering beter dan wat we met Audyssey kregen.

Nog voor ‘Last of Us’ bewees dat je wél van een game een geslaagde verfilming kon maken, was er al ‘Arcane’ op Netflix. Omdat het animatie is, keken veel ‘serieuze’ filmliefhebbers er over. Maar deze reeks dat zich afspeelt in de wereld van ‘League of Legends’ is een klein meesterwerk, zowel visueel als qua soundtrack (dat onder meer door Imagine Dragons wordt verzorgd). De laatste twee afleveringen bevatten enkele geweldige actiescènes die op sterke wijze geluidseffecten en muziek inzetten om de flitsende actie op het scherm te ondersteunen. Het is niet helemaal op het niveau van een Hollywood-productie, maar wel representatief voor wat je krijgt als je naar Atmos-content kijkt via een streamingdienst als Netflix.

Auro3D staat niet echt hoog op het menu van surroundliefhebbers. Maar het blijft wel een interessante technologie, vooral om soundtracks in stereo naar surround te tillen. Dit werkt heel goed – misschien wel beter dan de alternatieven van Dolby en DTS. Toen we naar een oude dvd van de Britse comedyreeks ‘Green Wing’ keken, werd de stereosoundtrack zo nog wel overtuigend naar een vorm van surround getild. In een thuisbioscoop doe je dit misschien niet zo vaak, maar er is nu eenmaal veel bestaande content out there in stereo of 5.1. Ook om muziek te beluisteren in surround is deze optie echt interessant.

We stoppen de schijf van ‘Dune’ in de Oppo-speler om een surroundervaring op Hollywood-niveau te beleven. Het is een bevreemdende soundtrack, met uitgekiende geluidseffecten (check op YouTube de video over hoe de SFX-afdeling ze creëerden) en futuristische muziek van Hans Zimmer. Er zijn veel scènes om van te snoepen in deze film, zoals wanneer Paul Atreides probeert te ontsnappen door in een zandstorm te duiken met zijn ornithopter. Maar eerst is er de grote invasie, waarbij de troepen van de hertog zich proberen te verdedigen tegen een achtergrond van ontploffende ruimteschepen. Het is allemaal heel chaotisch – want zo zijn veldslagen – maar de definitie en helderheid is uitstekend. De doedelzakken in de rear-kanalen, de strijdkreten van de soldaten die zich in handgevechten storten, de Saurdakar die niet te stoppen zijn … het wordt zeer intens overgebracht. Wat we hier horen is zeker niet enkel het vermogen om dynamische pieken te verwerken, maar vooral veel finesse. Geweldig om te horen, vooral in de vele duistere, snelle scènes waarbij je ogen niet altijd kunnen ontwaren wat er gebeurt. Het intense geluid zet je dan wel in het midden van de actie, wat het gevoel van verwarring en bevreemding perfect overbrengt. Dit is waar surround om draait.

Als James Bond en zijn love interest plus dochter in Noorwegen worden achternagezeten, eindigt het allemaal in een mistig bos. Het is momenteel een van onze favoriete Dolby Atmos-filmfragmenten voor tests. Het demonstreert heel goed dat Atmos waanzinnig veel kan doen om met subtiliteit een authentieke sfeer op te wekken. De mist hoor je bijna, in de vorm van geluiden als geweerschoten en motorfietsen die weergalmen in de verte. Je krijgt het vanzelf wat koud van. De Denon handelt dit perfect af, zowel door het scheppen van een grote geluidsbubbel als met een prima aansturing van de hoogtekanalen. Het einddoel wordt bereikt: we zitten niet in een kamer, maar qua beleving in de buitenlucht. De grootschaligheid is er echt, met geluidseffecten die je volledig in de waan laten. Zo’n pistoolschot bijvoorbeeld, dooft echt heel realistisch uit.

Minder subtiel is dan weer de audio die hoort bij ‘Call of Duty: Black Ops Cold War’, die we spelen via de PlayStation 5. Het is geen nieuwe titel, maar wel een game dat je helemaal dropt in de koude oorlog ten tijde van Reagan – die ook virtueel meedoet, weliswaar zonder eigen vuurwapen. Bij grote actiefilms zoals de John Wick-reeks of de eindeloze Marvel-afleveringen, maar ook bij een game als dit speelt deze Denon thuis. Het is allemaal heel moeiteloos, dankzij brede krachtreserves: de receiver reageert kwiek bij snelle, bewegelijke effecten (als je bij een game bijvoorbeeld snel omdraait om die dekselse terrorist achter je af te knallen), dynamisch schiet het nooit tekort en bovendien bezit de AVC-A1H een geslaagde tuning op het scherp van het snee tussen bombastisch en te verfijnd.

Hifi of home theatre?

Muziek beluisteren kun je altijd wel op een surroundopstelling, en met de opkomst van het Dolby Atmos-aanbod op Apple Music heb je meer keuze dan ooit. We grijpen wel eerst naar een Blu-ray van het LSO, met de eerste symfonie van Rachmaninov in DTS-HD MA 5.1. De Denon-receiver stelt niet teleur: vanaf de eerste tonen van ‘I.Grave – Allegro non troppo’ wordt dit dynamisch orkestraal werk heel subtiel en verfijnd neergezet. De knallende pauken en cymbalen hebben een duidelijk omschreven karakter, terwijl fluiten en strijkers verfijnd hun ding doen in een grote luisterruimte. Qua definitie zit misschien net niet op het niveau van pakweg de Hegel H590 die ook in de luisterruimte staat, maar wat we horen staat echt wel op een hoog niveau – aanzienlijk hoger dan een doorsnee AV-receiver. Ook wel fijn bij dit is dat die surroundweergave klassieke orkestmuziek zoals dit pakkender en realistischer maakt dan via stereo. Onze opstelling met twee Rubicon LCR’s is ook wel meer gericht op surround bij films dan muziek zoals dit, natuurlijk. Met die extra kanalen van de AVC-A1H kun je misschien denken aan het bi-ampen van een paar moeilijkere vloerstaanders. ‘72 Seasons’ van Metallica mocht er trouwens ook zijn in het Dolby Atmos-formaat, al maakte de mix niet zoveel gebruik van de rear-kanalen. Dan is de Dolby Atmos-remaster van De La Soul’s ‘3 Feet High and Rising’ net meer omhullend en boeiender om naar te luisteren. Hoe dan ook, het Denon-vlaggenschip toont zich ook voor muziekweergave als een high-endtoestel dat kan wedijveren met hifi-toestellen.

Conclusie

Laten we eerlijk zijn: de AVC-A1H is gebouwd om indruk te maken. Even met de spierballen rollen, dat moet het motto van het designteam zijn geweest. Met dit toestel wil Denon duidelijk iedereen overtroeven met een maximum aan kanalen, features en vermogen. ‘Meer van hetzelfde’, zou je kunnen denken. Ja, maar wel héél veel meer. En dat alles in één gigantische receiver, wat meer dan een beetje onconventioneel is. Als je echt een thuisbioscoop met zoveel kanalen wil, dan opteer je snel voor aparte toestellen. Het prijskaartje moet je ook in die context zien. Zevenduizend euro? Veel geld. Maar als je streeft naar iets als 7.x.6 of meer spreek je sowieso over grotere investering.

Net z’n mix van power en features maakt de AVC-A1H een aantrekkelijk toestel voor een bepaald groep liefhebbers. Misschien niet altijd de pro’s waar Denon op hoopt, maar misschien wel de overtuigende surroundliefhebbers die dromen van zelf een ultieme homecinema te bouwen. Mik je lager, dan spaar je beter geld uit door een lager gepositioneerd toestel aan te schaffen. Mik je wel op de top, dan zullen de eindbaasprestaties van deze beestige Denon in elk geval niet teleurstellen.

9.0
Denon AVC-A1H – product2
FWD award

Beoordeling
Denon AVC-A1H

Pluspunten
  • Dirac-ondersteuning
  • Bijzonder krachtig én soepel
  • Veel flexibiliteit qua speakeropstellingen
  • Sub-management
  • Veel instel- en bedieningsoptie
  • Meeslepende tuning
Minpunten
  • Dirac is extra aankoop
  • Hogere prijsklasse
  • Alles-in-één op dit niveau zal niet iedereen aanspreken

Beoordeling Denon AVC-A1H

Laten we eerlijk zijn: de AVC-A1H is gebouwd om indruk te maken. Even met de spierballen rollen, dat moet het motto van het designteam zijn geweest. Met dit toestel wil Denon duidelijk iedereen overtroeven met een maximum aan kanalen, features en vermogen. ‘Meer van hetzelfde’, zou je kunnen denken. Ja, maar wel héél veel meer. En dat alles in één gigantische receiver, wat meer dan een beetje onconventioneel is. Als je echt een thuisbioscoop met zoveel kanalen wil, dan opteer je snel voor aparte toestellen. Het prijskaartje moet je ook in die context zien. Zevenduizend euro? Veel geld. Maar als je streeft naar iets als 7.x.6 of meer spreek je sowieso over grotere investering.

Net z’n mix van power en features maakt de AVC-A1H een aantrekkelijk toestel voor een bepaald groep liefhebbers. Misschien niet altijd de pro’s waar Denon op hoopt, maar misschien wel de overtuigende surroundliefhebbers die dromen van zelf een ultieme homecinema te bouwen. Mik je lager, dan spaar je beter geld uit door een lager gepositioneerd toestel aan te schaffen. Mik je wel op de top, dan zullen de eindbaasprestaties van deze beestige Denon in elk geval niet teleurstellen.

Reacties (4)