Aan de top van het tv-aanbod dingen twee technologieën naar de kroon: OLED en miniLED. Hoog tijd denken wij om die twee even te vergelijken zodat je een slimme keuze kunt maken wanneer je een nieuwe tv in huis haalt.
OLED vs miniLED: Technologie
OLED en miniled kunnen qua beeldkwaliteit allebei erg knappe beelden leveren. Maar om beter te begrijpen waar de verschillen vandaan komen is het goed om te weten hoe de twee technologieën juist verschillen van elkaar.
OLED is een “emissive” beeldtechnologie. Dat betekent dat het OLED-scherm, en meer bepaald elke pixel, zelf licht geeft. Elke pixel kan onafhankelijk van omliggende pixels aan of uitgeschakeld worden. Wanneer hij uit staat is een pixel bovendien perfect zwart. Lees ons uitgebreid achtergrondartikel over OLED-technologie als je meer wilt weten, bijvoorbeeld als je wilt weten waarom de huidige OLED-tv’s soms de term WOLED gebruiken.
MiniLED is op zich geen nieuwe schermtechnologie. Het is een verbetering van de bestaande LCD-tv’s. Hoe dan juist? LCD is een “transmissive” beeldtechnologie. Dat betekent dat het LCD-scherm niet zelf licht geeft, maar het licht van een achterliggende lichtbron (de achtergrondverlichting) doorlaat. Die achtergrondverlichting bestond lang geleden uit buislampen (de klassieke LCD-tv), en werd later vervangen door witte LEDs (vandaar de naam LED-tv). Die LEDs worden in miniLED-tv’s vervangen door zeer kleine LEDs. Dat heeft voordelen voor local dimming technologie, en voor het ontwerp. De piepkleine LEDs maken immers zeer dunne tv’s mogelijk.
Tot slot, verwar miniLED-technologie niet met microLED. Dat laatste is echt een nieuwe beeldtechniek, maar het zal nog verschillende jaren duren voor we die aan normale prijzen in de huiskamer zien verschijnen.
OLED vs miniLED: Contrast
Een van de belangrijkste verschillen tussen beide technologieën is het contrast, de verhouding tussen de helderste en donkerste waarde die het scherm kan weergeven. OLED-tv’s leveren een nagenoeg perfect contrast. Een OLED-pixel die uit staat is perfect zwart, zelfs als de pixel er naast nog licht geeft. Dat maakt dus intens contrast binnen het beeld mogelijk.
Dat is anders bij LCD-tv’s. Een LCD-pixel kan nooit perfect het licht van de achtergrondverlichting blokkeren en heeft daardoor een veel lager contrast (ongeveer van 3.000:1 voor een VA-paneel tot 1.000:1 op een IPS-paneel). Om dat te verbeteren kan men global dimming gebruiken, of beter nog local dimming (we leggen dat haarfijn uit in dit artikel over verschillende types achtergrondverlichting). Des te meer zones een achtergrondverlichting heeft, des te beter het resultaat. Dat is belangrijk voor verschillende dingen. Een klein lichtaccent zoals een ster op een pikzwarte achtergrond is een lastige opdracht voor local dimming. Dim je de relevante zone te sterk dan verliest de ster aan intensiteit. Dim je die zone niet genoeg, dan wordt het zwart donkergrijs. Of nog een voorbeeld, een relatief helder groot voorwerp tegen een donkere achtergrond verplicht een of meerdere zones vrij helder te zijn, terwijl omliggende zones donker blijven. Door dat verschil kan je dan mogelijk zonegrenzen zien in beeld. De oplossing is duidelijk: je wilt zo veel mogelijk zones om zo fijnmazig mogelijk te dimmen. Uiteraard ben je daarbij beperkt door het aantal LEDs in de achtergrondverlichting. En miniLED-tv’s gebruiken zo veel LEDs dat je erg veel zones kunt leveren. Waar dat bij klassieke LED-tv’s vaak beperkt was tot 100 zones, kunnen miniLED-tv’s 500 tot meer dan 1.000 of zelfs 2.000 zones leveren. Dat is een flinke stap vooruit en brengt het in sommige gevallen dicht bij OLED, al blijft OLED wel de onbetwiste leider voor contrast.
Contrast is belangrijk voor alles wat je kijkt, maar misschien net iets meer voor film en sommige games dan voor sport (dat overwegend heldere beelden heet). Ook het omgevingslicht speelt een belangrijke rol. Kijk je veel bij gedempt licht of verduistering dan is een goede zwartweergave erg belangrijk vermits je dan gemakkelijker het verschil ziet tussen diepzwart en donkergrijs. Bij veel omgevingslicht zijn je ogen daar minder gevoelig voor en is de weergave van diepzwart iets minder belangrijk.
OLED – alles dat je moet weten over OLED-TV’s en OLED-technieken
OLED vs miniLED: Helderheid
OLED levert dan wel perfect contrast, maar moet op vlak van helderheid toch de kroon aan miniLED laten. OLED-schermen kunnen tot ongeveer 600-700 nits bieden op een 10% venster. Op een volledig wit beeld valt dat terug naar ongeveer 140 nits. Een aantal modellen doen het wel beter. De LG G1, Sony A90J, Philips OLED936 en Panasonic JZW2004 gebruiken verbeterde panelen en halen daarmee 800-900 nits op een 10% venster en 160-170 nits op een volledig wit veld.
Maar dat is toch nog steeds substantieel minder dan een miniLED-tv. De Samsung QN95A bijvoorbeeld levert 1500-1600 nits op een 10% venster en 750 nits op een volledig wit veld.
Net zoals bij contrast is helderheid voor bijna alles belangrijk, maar toch net iets meer voor sport dan voor film en games (afhankelijk van je game weliswaar). Maar meer nog is ook hier het omgevingslicht erg belangrijk. Kijk je erg veel overdag of bij veel licht, dan is een goede helderheid belangrijk. Kijk je veel bij gedempt licht dan zal dat verschil minder belangrijk zijn.
OLED vs miniLED: Inbranden
Of we dat nu graag horen of niet, het blijft iets waar je bij OLED enigszins rekening moet houden. Recente modellen gebruiken heel wat technieken om inbranden tegen te gaan, en volgens fabrikanten is het bij normaal gebruik zeer zeldzaam, maar echt uitsluiten is onmogelijk. Wat je vooral moet vermijden is gedurende lange tijd statische beelden tonen. We denken dan aan een tv die continu op een nieuwszender staat die een vaste ticker-tape onderaan het scherm toont. Of games waarvan de HUD of interface niet verandert. Zet je tv ook nooit volledig uit (via het stopcontact of een schakelaar), maar laat hem in standby staan zodat hij in de achtergrond onderhoud kan uitvoeren. Wat de risico’s precies zijn lees je in ons artikel over inbranden.
MiniLED-tv’s (en alle andere LCD-tv’s) zijn ongevoelig voor inbranden. Kan je dus echt niet leven met het beperkte risico, dan kies je beter voor een miniLED-tv.
OLED vs miniLED: Kijkhoek
Wie niet perfect recht voor een LCD-tv zit, merkt vrijwel zeker dat het contrast sterk daalt (vaak omdat de zwartwaarde sterk stijgt), en dat de kleuren wat fletser zijn (door een dalende gammawaarde). Dat is een intrinsiek probleem bij LCD-technologie. Al kan het type van LCD-paneel wel een verschil uitmaken. VA-panelen hebben een erg goed contrast, maar zeer slechte kijkhoek. IPS-panelen moeten het stellen met minder goed contrast, maar hebben dan weer een betere kijkhoek.
OLED-tv’s hebben echter de beste kijkhoek. Die is niet perfect maar wel aanzienlijk beter dan alle LCD-modellen. Contrast blijft nagenoeg perfect bewaard, net als de gammawaarde. OLED-schermen kunnen een lichte kleurshift hebben, maar de impact is over het algemeen beperkt.
Of kijkhoek voor jou belangrijk is, hangt uiteraard af van de opstelling van de tv, en van waar je precies kijkt. Wie bijvoorbeeld een L-vormig zitmeubel heeft, heeft vrijwel zeker plaatsen die niet mooi recht voor het scherm zitten.
OLED vs miniLED: Kleur
Op dit vlak zijn de verschillen eerder klein, al zijn ze er wel. Voor SDR-content zijn beide in staat om een nagenoeg perfecte kleurweergave te leveren. Voor HDR-beelden is er wel een verschil, al ligt dat strikt genomen maar in beperkte mate aan de kleuren. MiniLED-tv’s gebruiken bijna allemaal quantum dot-technologie voor de kleurweergave. Daardoor halen zowel miniLED-tv’s als OLED-tv’s een kleurbereik dat ergens tussen 90-95% DCI-P3. Dat is ruim voldoende voor een knappe HDR-weergave. Maar omdat miniLED-tv’s een hogere helderheid kunnen halen, hebben ze een groter kleurvolume. Vooral in zeer heldere, kleurrijke beelden zijn miniLED-tv’s daarom wat beter.
OLED vs miniLED: Bewegingsscherpte
Dit is vooral van belang voor games en sport omdat je daar haarscherpe weergave van de actie wilt, ook als de camera snel over het beeld gaat of wanneer objecten of personen door het beeld zoeven. Bij film is het iets minder kritisch, veel mensen prefereren de wat zachtere look van 24fps. Bewegingsscherpte hangt af van de snelheid waarmee beelden ververst worden (refreshrate), maar ook van de reactietijd van elke pixel.
Bij OLED is die reactietijd minder dan 1 ms en de meeste OLED-tv’s hebben een 120Hz paneel. Die combinatie zorgt voor haarscherpe beelden. Opgelet, sommige instap-OLED’s zoals de LG A1 gebruiken een 60Hz paneel, en leveren dus wel wat bewegingsscherpte in.
Het LCD-paneel van een miniLED-tv heeft vaak een reactietijd van 10ms en zelfs bij 120Hz refreshrates zorgt dat voor een wat wazigere weergave. Zowel OLED als miniLED kunnen gebruik maken van Black Frame Insertion om het beeld nog scherper in beeld te brengen.
In de praktijk is het verschil tussen beide, zolang ze allebei een 120Hz paneel gebruiken, niet zo groot. Maar wie absoluut het scherpste beeld wilt, kiest best voor OLED.
FWD Live Webcast: televisies kalibreren (terugkijken)
De prijs en het schermformaat
OLED is nu niet alleen meer te verkrijgen in 55 en 65 inch formaten. Met de introductie van 48, 77 en 83 inch heb je binnen OLED nu ongeveer even veel keuze als binnen de miniLED modellen.
Het is geen uitgemaakte zaak meer dat OLED duurder is dan miniLED. Een snelle toer langs de winkelprijzen leert ons dat de LG OLED-modellen onder de prijs van de top miniLED modellen duiken. Maak dus zeker een goede prijsvergelijking en houd vooral kortingsacties in het oog, die kunnen vaak een substantiële korting betekenen.
Meer tips en adviezen
Wil je meer lezen over beeldtechnieken, belangrijke specificaties van televisies en waar je op moet letten als je een televisie koopt? Neem dan onze tips en advies-sectie door.
Reacties (3)