LG OLED55A16LA – specificaties
Op zoek naar een compleet overzicht van alle LG 2021 modellen met hun specificaties? Of je wil je even bladeren in alle andere tv line-ups voor 2021.
Bij zijn introductie was OLED een absoluut luxe-product. Die tijd is echter lang voorbij, sterker nog, met de A1-reeks heeft LG het duidelijk gemunt op de middenklasse. Je behoudt zo goed als alle voordelen van OLED-beeldkwaliteit, maar maakt een aantal concessies op vlak van connectiviteit en features. We testen de OLED55A1, LG’s goedkoopste OLED.
Op zoek naar een compleet overzicht van alle LG 2021 modellen met hun specificaties? Of je wil je even bladeren in alle andere tv line-ups voor 2021.
Wat | Ultra HD OLED-tv |
---|---|
Schermformaat | 55 inch (139 cm), vlak |
Aansluitingen | 3x HDMI (3x v2.0, ARC/eARC, ALLM), 1x optisch digitaal uit, 2x USB, 1x hoofdtelefoon, 2x antenne, Bluetooth 5.0, WiSA (2.1) |
Extra's | HDR10, HLG, Dolby Vision IQ, Dolby Atmos, WiFi (802.11ac) ingebouwd, WebOS 6.0, AirPlay 2, USB/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, CI+-slot, Alpha 7 Gen 4 processor |
Afmetingen | 1.228 x 767 x 271 mm (incl. voet) |
Gewicht | 18,7 kg (incl. voet) |
Verbruik | SDR 91 (G) / HDR 166 watt (G) |
Adviesprijs | 1.399 euro |
Een van de voordelen van OLED-technologie is dat je zelfs op een budget-model een spitstechnologie-look hebt, dankzij het superslanke scherm. Dat is nauwelijks enkele millimeters dik, en met de metalen rugplaat ziet het er erg knap uit.
Dat er hier en daar bespaard is merk je niet zo zeer aan de afwerking, maar wel aan de eenvoud van het ontwerp. De behuizing achteraan is in eenvoudig zwart plastiek uitgevoerd, en er zijn geen voorzieningen voor kabelmanagement.
De voeten is waar je de besparing het meest merkt. Die zijn ook van plastiek, en alhoewel ze de tv een stevige basis geven, wiebelt hij toch lichtjes. Een robuste set metalen voeten hadden we liever gezien.
De aansluitingen op de OLED55A16LA is een van de belangrijkste vlakken waar je duidelijk toegevingen doet. Geen vier , maar drie HDMI-aansluitingen en die zijn allemaal van het HDMI 2.0 type. Er is wel ondersteuning voor eARC en ALLM. Ondersteuning voor VRR ontbreekt.
Verder vind je twee USB-aansluitingen (een minder dan op de C1), twee antenne-aansluitingen, een optisch digitale audio-uitgang, een ethernet-aansluiting en een hoofdtelefoonuitgang. Een deel van de aansluitingen wijst naar de muur, dat kan wandmontage hinderen. Verder is de tv ook voorzien van WiFi en Bluetooth (voor een draadloze hoofdtelefoon).
Tot slot, LG biedt ook op de A1 WiSA (Wireless Speaker and Audio Association). Een handige oplossing als je uitgebreid geluid wilt zonder gedoe met kabels. Opgelet, de WiSA-optie op de A1 laat maximaal een 2.1-configuratie toe, geen volledige surroundopstelling dus.
WebOS 6.0 is het smart tv-systeem dat je ook vindt op de hogere modellen. Op dat vlak vinden we geen verschillen. Het nieuwe Home-scherm vult het volledig beeld, en leunt nu meer aan bij het principe van Android TV.
Het scherm bevat centraal een lint met alle toepassingen met daaronder een lijst van alle ingangen of externe apparaten zoals mediaservers. De volgorde van de apps kan je personaliseren. Onder de aansluitingen staan een aantal rijen aanbevelingen (Amazon Prime, Rakuten TV en YouTube), maar die kan je niet aanpassen. We vinden het nog steeds jammer dat WebOS nu het grootste deel van het scherm bedekt met nutteloze, of niet personaliseerbare zaken.
De vernieuwde menu’s kregen een flinke reorganisatie, en zijn nu beter gegroepeerd. Zo vind je bijvoorbeeld in de beeldmenu’s alle instellingen voor helderheid onder een eigen submenu. Die aanpak lijkt ons beter voor de doorsnee consument. Het snelmenu laat je toe om zaken aan te passen zonder de volledige menu’s te openen.
Voor meer info kan je terecht op ons overzichtsartikel over WebOS 6.0.
Of je nu een G1, C1 of A1 in huis haalt, voor de afstandsbediening maakt dat nauwelijks verschil. Qua uitzicht en layout zijn ze allemaal identiek, op de versie bij de OLED55A16LA ontbreekt enkel de NFC-tag.
De Magic Remote kreeg dit jaar een nieuwe vorm. Die is wat rechthoekiger dan de speels afgeronde vorm van de voorbije jaren. Hij ligt nog steeds goed in de hand, maar de toetsaanslag vereist veel druk en voelt onzuiver aan.
De layout is prima, sommige toetsen zijn van plaats gewisseld, maar dat heeft geen impact op het gebruiksgemak. Wel handig en nieuw zijn de grotere toetsen voor streamingdiensten. Het zijn er nu vier: Netflix, Prime Video, Rakuten TV, en nieuw dit jaar: Disney+. Je vindt nu ook drie toetsen voor stem-interactie: een algemene microfoon-toets, een voor Google Assistant en een voor Amazon Alexa. Dat is misschien van het goede wat teveel. We zijn niet ongelukkig over de nieuwe remote, maar bij een redesign hadden we toch iets meer en beter verwacht.
De OLED55A16LA is uitgerust met een enkelvoudige tv -tuner voor digitale tv (DVB-T2/C/S2) en CI+-slot. Kijken en tegelijk een ander kanaal opnemen is niet mogelijk. Voor iOS-gebruikers is er Apple Airplay 2 en voor Android-gebruikers is er Google Cast waarmee je YouTube / Netflix video’s naar de tv stuurt.
De mediaspeler is prima, hij ondersteunt ondertitels en HDR, maar de tv ondersteunt geen DTS. Daardoor kan hij ook geen DTS doorsturen via eARC, een lastig nevenverschijnsel. LG’s ThinQ AI zorgt voor een uitgebreide lijst stemcommando’s.
De Alpha7 gen4 processor staat in voor alle beeldverwerking op de OLED55A16LA (A1-serie). Die levert prestaties die nagenoeg perfect aansluiten bij die van de Alpha9 die je op de C1/G1 vindt. Uitstekende upscaling zorgt voor mooi scherpe beelden met veel detail. Hij heeft uitstekende deinterlacing, en herkent snel en betrouwbaar alle film- en videoframerates. De ruisonderdrukking werkt ruis goed weg, zelfs in de laagste stand. Voor compressieruis zoals blokvorming vonden we de ‘midden’ stand noodzakelijk om betrouwbare resultaten te krijgen. Opmerkelijk genoeg lijkt hij ons iets beter overweg te kunnen met lastige kleurbanden in zachte kleurgradiënten. Met ‘Soepele gradatie’ in de ‘midden’ stand konden we nagenoeg alle problemen uit onze lastigste testscène verwijderen. Je verliest wel een klein beetje scherpte, wie dat onaanvaardbaar vindt moet de ‘laag’ stand gebruiken, maar dan blijven er wel zichtbare kleurbanden over.
Waar de C1/G1 een 100 HZ-paneel heeft, moet de A1 het met een 50 Hz-paneel doen. Dat betekent dat snel bewegende voorwerpen een lichte wazige rand hebben. Je verliest in snel bewegende beelden dan ook behoorlijk wat detail. De A1-serie beschikt niet over Black Frame Insertion techniek (wat is BFI), dus daar kan je niet op rekenen om wat detail terug te winnen. Om judder weg te werken in films schakel je Trumotion naar de ‘Cinematografische Beweging’ stand. Persoonlijk vinden we ook de ‘Vloeiend’ stand erg goed, je krijgt iets vloeiendere bewegingen, zonder overmatig veel artefacten.
In ons artikel over het professioneel kalibreren van een tv lees je alles over de mogelijkheden om met een professional tot de beste beeldinstellingen te komen. Wil je zelf aan de slag gaan, neem dan onze tips en advies sectie door. Hier vind je een uitleg over de belangrijkste beeldinstellingen en tips voor het instellen van je tv.
Algemeen | Geavanceerde Instelling | Geavanceerde Instelling |
Beeldmodus: Bioscoop Instelling beeldverhouding: Origineel / Scannen: Aan Energiebesparing: Uit/auto |
Helderheid:
OLED Pixelhelderheid: 80 Kleur: Kleurdiepte: 50 |
Zuiverheid:
Scherpte: 10 |
De A1 is uitgerust met een OLED-paneel. De pixelstructuur is identiek aan wat we zagen op andere 55 inch-modellen dit jaar (zoals de Philips 55OLED806, Panasonic TX-55JZW984, of Hisense 55AG90). Het spectrum wijst niet in de richting van een ‘evo-paneel’.
Het scherm heeft een goede uniformiteit in heldere beelden, en toont in donkere beelden enkel aan de linker en rechterzijde onderaan een ietwat donkerdere rand. Dat is enkel zichtbaar op testbeelden. Opvallend was ook dat dit scherm geen dithering lijkt te gebruiken voor de donkerste tinten, iets dat wel het geval was op de C1/G1.
Uitstekende resultaten kan je halen in Filmmaker Mode. De donkere gammacurve en relatief laag ingestelde helderheid maakt die eigenlijk vooral geschikt voor kijken bij verduistering. Voor dagelijks gebruik prefereren we de Bioscoop beeldmode, die is wat helderder, en geeft iets meer zwartdetail, dankzij de 2.2 gammacurve. Laat de lichtsensor eventueel geactiveerd als je veel in wisselende omstandigheden kijkt.
Bijschrift: Hoe interpreteer ik deze metingen?
Bijschrift: Hoe interpreteer ik deze metingen?
Bijschrift: Hoe interpreteer ik deze metingen?
De kalibratie is in elk geval uitstekend. De grijsschaal heeft een klein roodoverschot, wat beelden een tikje warmer maakt, maar is verder mooi uniform. Het beeld toont heel zwartdetail, en correcte, rijke natuurlijke kleuren.
De LG ondersteunt HDR10, HLG en Dolby Vision IQ, alweer een punt waar er geen onderscheid is met de hogere modellen. Maar er is wel degelijk een duidelijk verschil: piekhelderheid.
De A1 haalt op een 10% venster maximaal 485 nits. Ter vergelijking, de top OLED-modellen van dit jaar scoren daar 800-900 nits, en de middenklassers halen nog steeds ruim 600-700 nits. Ook op een volledig wit veld ligt het maximum lager: 117 nits. (vergeleken bij 160-180 voor de toppers en 130-150 voor de middenklassers).
Bijschrift: Hoe interpreteer ik deze metingen?
Bijschrift: Hoe interpreteer ik deze metingen?
In het kleurbereik zien we geen noemenswaardig verschil. De OLED55A16LA (A1-serie) levert 96% DCI-P3 en 69% Rec2020. De HDR Bioscoop mode is bovendien bijzonder goed gekalibreerd.
Bijschrift: Hoe interpreteer ik deze metingen?
Bijschrift: Hoe interpreteer ik deze metingen?
Bijschrift: Hoe interpreteer ik deze metingen?
Je zou terecht vermoeden dat die lagere piekhelderheid toch wel een sterk effect moet hebben. En ja, het is inderdaad zichtbaar, maar het effect is minder dramatisch dan verwacht. Daar zit natuurlijk de perfecte zwartweergave van OLED voor iets tussen. Die is immers niet veranderd, donkere delen van het beeld behouden dus hun diepte, en het dynamisch bereik van het beeld blijft erg groot. Er is ook heel veel zwartdetail zichtbaar.
Enkel in overwegend zeer heldere beelden, of in heldere beelden met intense lichtaccenten merk je het verschil. Daar kan de A1, letterlijk, iets minder schitteren. Maar hij maakt wel uitstekend gebruik van wat hij te bieden heeft. Het kleurbereik wordt zeer goed ingezet, waardoor kleuren, zelfs in heldere beelden, vrij sterk ogen. En dankzij ‘Dynamische Tonemapping’ kan de OLED55A16LA zelfs met zeer helder gemasterde beelden een knap resultaat tonen. Dat is onvermijdelijk donkerder dan het moet zijn, de processor moet immers de hoge helderheden comprimeren naar een lager bereik, maar je behoudt wel nagenoeg alle witdetail. Vind je het resultaat wat te donker, schakel het dan uit, je verliest dan wat witdetail indien je content heel helder is. In bovenstaand voorbeeld gebruiken we 4.000 nits gemasterde beelden om dat te illustreren.
De OLED55A16LA (A1-serie) heeft een uitstekende kijkhoek, maar het scherm heeft een lichtjes andere afwerking dan de C1/G1. In plaats van een glossy scherm heeft de A1 een eerder semi-gloss afwerking. Dat maakt reflecties iets waziger, maar wel wat groter.
Gamers moeten bijzonder goed opletten als ze voor de A1 willen kiezen. Via de HDMI 2.0-aansluitingen kan je immers geen 4K120 aanleveren, je bent beperkt tot 4K60 en ook VRR ontbreekt. Voor de bezitters van een nieuwe PS5 of Xbox Series X/S is dat belangrijk. Goed om weten, je kan een 2K120 signaal aanleveren, maar vermits de tv slechts een 60Hz-paneel heeft, laat hij vermoedelijk om het frame een frame vallen. Desondanks heeft de A1 een uitstekende input-lag van 10,6 ms.
In de Game Optimize settings kan je een special game menu activeren. Wanneer je de tandwieltoets indrukt zie je dan met een speciaal dashboard waarop staat aan hoeveel fps je speelt en of ALLM wel geactiveerd is. Je kan ook de beeldkwaliteit aanpassen op basis van het genre van je game of schaduwdetail verbeteren.
Op papier lijkt het 2x 10 Watt systeem nogal gewoontjes, maar de audioprestaties van de A1 vallen bijzonder goed mee. De klank is warm, er is net voldoende bas en zelfs bij een redelijk hoog volume gaat het systeem niet uit de bocht. Je blijft best weg van de AI-mode, die maakt het allemaal wat te scherp. De standaard, bioscoop en muziek geluidsmodes zijn prima.
De A1 ondersteunt Dolby Atmos, maar alhoewel het geluid wel degelijk wat ruimtelijkheid heeft, is het absoluut geen echte Dolby Atmos-ervaring. Met behulp van AI Acoustic Tuning pas je de klank aan op basis van de kamerakoestiek.
Voor de lag-meting gebruiken we een Leo Bodnar Display lag meter. Voor alle andere metingen vertrouwen we op een Portrait Displays C6 HDR2000 Colorimeter, Xrite i1 Pro spectrophotometer, een VideoForge Pro patroongenerator, en de Portrait Displays Calman for Business software. Om eventuele HDR-problemen te analyseren gebruiken we een HDFury Vertex. Onze projectiescherm is een Projecta Tensioned Elpro Concept met HD Progressive 1.1 doek. Meer info over onze meetapparatuur vind je hier.
Met de A1-serie duikt LG resoluut de middenklasse in met zijn OLED-toestellen. Met die prijs wordt OLED aantrekkelijk voor een breder publiek. Uiteraard moet er nog een reden zijn om voor de C1 te kiezen, en dus zijn er wel degelijk duidelijke verschillen. Wie de A1 kiest, moet tevreden zijn met een lagere piekhelderheid. Heb je gaming op het oog, weet dan dat dit toestel geen HDMI 2.1-aansluitingen heeft, én geen VRR biedt. En de A1 gebruikt een 50 Hz-paneel waardoor je wat bewegingsscherpte verliest.
Maar die minpunten maken de OLED55A16LA zeker niet nutteloos. Ben je geen gamer en kijk je vooral gewoon tv, dan geniet je van uitstekende OLED-beeldkwaliteit. Het diepe zwart, met veel schaduwnuances geeft het beeld nog steeds veel diepte. De beeldverwerking is top, en brengt uit de alle bronnen het beste naar boven. En zelfs voor je HDR-kijkplezier levert de A1 echt wel goede prestaties. Dankzij Dolby Vision IQ, en LG’s eigen tonemapping voor HDR10 haalt het toestel uit zijn beperkte piekhelderheid nog erg mooie resultaten.
Rest er nog een woordje over de prijs. De richtprijs van de OLED55A16LA is op dit moment relatief hoog vinden we. Hij zit op het zelfde niveau als de Hisense 55A90G. Die laatste biedt betere piekhelderheid, VRR, een 100Hz-paneel en beter geluid, maar moet de duimen leggen op vlak van beeldverwerking en input-lag, gebruiksgemak en uitrusting. Het grote verschil is echter dat we de 55A1 online al voor minder dan 1.000 euro vinden, zelfs bij grote online-shops. We geven deze dan ook een Kooptip!
Met de A1 duikt LG resoluut de middenklasse in met zijn OLED-toestellen. Met die prijs wordt OLED aantrekkelijk voor een breder publiek. Uiteraard moet er nog een reden zijn om voor de C1 te kiezen, en dus zijn er wel degelijk duidelijke verschillen. Wie de A1 kiest, moet tevreden zijn met een lagere piekhelderheid. Heb je gaming op het oog, weet dan dat dit toestel geen HDMI 2.1-aansluitingen heeft, én geen VRR biedt. En de A1 gebruikt een 50 Hz-paneel waardoor je wat bewegingsscherpte verliest.
Maar die minpunten maken de A1 zeker niet nutteloos. Ben je geen gamer en kijk je vooral gewoon tv, dan geniet je van uitstekende OLED-beeldkwaliteit. Het diepe zwart, met veel schaduwnuances geeft het beeld nog steeds veel diepte. De beeldverwerking is top, en brengt uit de alle bronnen het beste naar boven. En zelfs voor je HDR-kijkplezier levert de A1 echt wel goede prestaties. Dankzij Dolby Vision IQ, en LG’s eigen tonemapping voor HDR10 haalt het toestel uit zijn beperkte piekhelderheid nog erg mooie resultaten.
Rest er nog een woordje over de prijs. De richtprijs van de A1 is op dit moment relatief hoog vinden we. Hij zit op het zelfde niveau als de Hisense 55A90G. Die laatste biedt betere piekhelderheid, VRR, een 100Hz-paneel en beter geluid, maar moet de duimen leggen op vlak van beeldverwerking en input-lag, gebruiksgemak en uitrusting. Het grote verschil is echter dat we de 55A1 online al voor minder dan 1.000 euro vinden, zelfs bij grote online-shops. We geven deze dan ook een Kooptip!
Reacties (17)