Omnidirectionele luidsprekers houden de gemoederen al decennialang bezig. De discussie heeft vooral te maken met de zogenaamde directivity van luidsprekers, oftewel het afstraalgedrag. De fundamentele vraag is namelijk bij welk afstraalgedrag we de meest natuurlijke weergave van muziek (de realiteit) ervaren.
In Hilversum resideert Nederlands meest spraakmakende high-end outlet, waar het bevattings-vermogen van muziekliefhebbers regelmatig op de proef wordt gesteld. Het snode plan bestond deze keer uit het laten komen van MBL’s 101 X-treme Omnidirectional loudspeaker. Daarnaast is er gesproken met Jürgen Reis, de ontwerper van het systeem. Vervolgens een korte luisterimpressie. De foto’s laten de opbouw van het systeem zien.
Illusie
Het Linkwitz Lab geeft min of meer aan dat tweekanalen stereo alleen bedoeld is om een illusie van de werkelijkheid in je hersenen te doen ontstaan. Die werkelijkheid kan onder andere niet ontstaan omdat de signalen, die je oren bereiken vanaf de luidsprekers, net zoals de aard van het microfoonsignaal, op geen enkele manier lijken op de representatie van een natuurlijk geluid of een natuurlijke manier van luisteren. Dat relativeert de inzet van omnidirectionele systemen een beetje. Uiteindelijk geldt dat argument ook voor ‘gewone’ luidsprekers, maar een omnidirectionele luidspreker kan misschien iets extra’s toevoegen.
Omnidirectionele bedenkingen
Het idee achter een omnidirectionele luidspreker is dat muziekinstrumenten en stemmen hun geluid in feite rondom uitstralen. In principe bolvormig. Dat zou een luidspreker dus ook moeten doen en dat komt dan realistischer over. In de praktijk doen luidsprekers dat ook, maar meestal alleen voor de lage tonen. Die stralen bolvormig en veroorzaken daarmee een groot aantal akoestische problemen. Het midden en hoog is daarentegen directief en doet dus theoretisch gezien af van de werkelijkheid. Er worden ook akoestische problemen door veroorzaakt, maar die zijn weer van een andere orde. Maar, de gedachte aan volledig bolvormige afstraling is dus niet heel verkeerd. Desalniettemin blijven er nog genoeg vragen over. Muziekinstrumenten hebben een bolvormige afstraling, maar de aard van het geluid is op elke positie van die denkbeeldige bol net even anders. Een gitaar klinkt aan de zijkant of ‘bovenkant’ anders dan aan de voorkant. Maar, bij een rondstralende driver is dat geluid over de volle 360 graden volledig identiek.
Een ander issue betreft de akoestiek. Vrijwel elke opname bevat ook akoestische informatie van de opnamelocatie. Afgespeeld in de huiskamer, mengt deze akoestische informatie zich met de akoestiek van die kamer. Je luistert dus naar een dubbele akoestiek en eigenlijk zou je dus een volledig droge opname moeten hebben. Theoretisch gezien geldt dit argument ook voor de weergave via directionele luidsprekers. Maar, Jürgen heeft een belangrijk tegenargument, dat aangeeft dat deze denkwijze ook niet helemaal waar is. Door de werking van omnidirectionele weergevers kan het geluid, dat rondom wordt verspreid, wellicht iets diffuser worden en minder direct. Dat is een ervaring die ondergetekende heeft met veel omnidirectionele systemen. Alsof je luistert op rij dertig in het Concertgebouw.
MBL 101 X-treme
Deze MBL omnidirectionele luidspreker bestaat uit vier torens die elk twee meter hoog zijn. Er zijn twee subwoofer towers, elk bestaande uit drie units. Elke unit heeft een tweetal 12-inch drivers. De middelste unit is actief (ingebouwde A/B-versterker) en stuurt de andere units aan. De bas/mid/high towers hebben elk twee tweeters, twee midranges en een tweetal basdrivers. Ook is er op de bovenplaat nog een kleine supertweeter. In de basis heeft het systeem dus een d’appolito opstelling met per kant zes zogenaamde radiahlstrahlers. Die zien er uit als een rugbybal en zijn, net als die bal, opgebouwd uit verticale segmenten van een aluminium/magnesium alloy voor de woofer. Voor elke bas/mid/high tower zijn twee monoblokken nodig. Het hele systeem bestaat uit tien afzonderlijke delen. Samen zo’n 1800 kg. De individuele delen kunnen een gewicht hebben tot 300 kg en vooral de d’appolito helften van elke bas/mid/high tower zijn erg zwaar.
Twee vragen aan Jürgen Reis
Bij weergave met een omnidirectionele luidspreker luister je naar de akoestiek in de opname en in hoge(re) mate naar de akoestiek van de luisterruimte. Je luistert dus naar een dubbele akoestiek. Kun je niet beter dan een droge opname hebben?
Nee. Het heeft twee aspecten. Namelijk in het frequentiedomein en het tijddomein. In het frequentiedomein heeft het directe geluid dat vanaf de luidspreker meteen naar je oren gaat dezelfde tonaliteit als de zogenaamde early reflections. De tonaliteit is ook gelijk aan die van de reverb-tail. Als deze drie geluiden op een homogene manier met elkaar gerelateerd zijn, is er sprake van een natuurlijke tonaliteit. Met een omnidirectionele luidspreker of een dipool is dit makkelijker om te bereiken. De room-sound is dus gelijk aan het totaal van het gereflecteerde geluid en het directe geluid.
En in het tijddomein?
Jürgen Reis komt met een uitgebreid antwoord. Daarom is de essentie hier kort samengevat. Het komt erop neer dat de geluiden die als eerste bij onze oren arriveren, het voor onze oren onmogelijk maken om later arriverend geluid, zoals reflecties en galm, afzonderlijk waar te nemen (Haas-effect). Die geluiden worden in onze hersenen opgeteld bij de als eerste arriverende geluiden. Het lijkt dan of alle geluid vanuit de luidsprekers komt. Het geluid van de luisterruimte wordt daarmee als bepalende factor grotendeels uitgeschakeld. Het speelt ook geen rol meer omdat een omnidirectionele luidspreker het geluid uniform over de ruimte verdeeld. Bij ‘normale’ luidsprekers wordt de ruimte selectief aangestraald en dat geeft specifieke akoestische problemen. Door deze effecten is het geluid van omnidirectionele luidsprekers opener en ruimtelijker omdat de hele luisterruimte zich mengt met de akoestiek van de opnamelocatie, aldus Jürgen.
Plaatsing
Idealiter staan er geen voorwerpen op 1.6 meter afstand van de torens en is de afstand tussen een toren en de zijwand net anders dan de afstand tussen de toren en de achterwand. Tussen de beide luidsprekers mag eigenlijk helemaal niets staan. Maar, dat geldt voor elke luidspreker. Audioracks horen aan de zijkant, maar dat is niet altijd even makkelijk om te realiseren.
Luisteren
Na de opbouw werd het systeem even beluisterd. Het klonk direct goed en de potentie was duidelijk. Maar tussen wat het op dat moment presteerde en wat een systeem met zo’n prijskaartje zou moeten doen zit natuurlijk nog een verschil. Dus tijd voor een stukje tunen. Ondergetekende heeft nagenoeg geen vooroordelen ten aanzien van apparatuur. Maar, het is grappig dat er in dit geval, zelfs ook bij Harry van Dalen van Rhapsody, enige vooringenomenheid was en twijfel over het omnidirectionele principe. Je weet natuurlijk donders goed dat je met vooroordelen meestal goed op je gezicht gaat en dat gebeurde dan ook, hoewel deze keer met mondkapje.
Op naar de tweede luistersessie dus. Los van de inherente kwaliteiten van het systeem is er natuurlijk een niet te onderschatten factor in de hoedanigheid van Harry. Nederlands top-tuner gaf aan nog tot ‘s morgens heel vroeg in de ochtend, voorafgaand aan het kritisch luisterende bezoek, bezig te zijn geweest met het systeem. De uit Parijs gekomen delegatie van MBL gaf dan ook aan het systeem nog nooit zo goed gehoord te hebben. Dus, geen diffuus geluid vanaf een denkbeeldige dertig meter afstand met ongecontroleerd en om zich heen slaand laag. De kwaliteit van het laag is ongekend goed en superieur geïntegreerd met de rest van het frequentiebereik. De definitie, detaillering en kwaliteit van dat laag is state-of-the-art. Maar, buitengewone kwaliteiten betreffen nagenoeg alle eigenschappen van dit systeem. De fabelachtige dynamiek, de magistrale drive over het hele frequentiegebied, het feit dat je alles hoort. Zo was meteen waarneembaar dat bij een bepaalde jazz-opname de drumkit in een andere akoestische omgeving was opgenomen. Je hoort ook overtuigend de specifieke akoestische sfeer van de Village Vanguard. Als je nooit systemen hebt gehoord die op dit niveau spelen, kun je je daar nauwelijks iets bij voorstellen. Of je moet enorm goed weten hoe livemuziek echt klinkt. Want dat is waarin dit systeem zeer overtuigend is. Het waanzinnige realisme waarmee muziek wordt weergegeven.
Natuurlijk geluid
Het systeem komt klankmatig uitermate natuurlijk over. Niet opgefokt, mooier dan de realiteit, vermoeiend of waar dan ook gehyped. Het laag staat niet te knallen, is niet overheersend, vormt geen ongecontroleerde walm, is exact in balans en zeer authentiek. Het middengebied is subliem. Luister maar naar stemmen. Er is rust, harmonische diepte, autoriteit, betrokkenheid en authenticiteit naar de opname toe. Tijdens deze luisterimpressie is er weer een nadruk op het bespreken van de geluidsmatige eigenschappen van dit MBL-systeem. Die focus geeft een manier van denken aan die in de hifi-journalistiek dominant is en eigenlijk ter discussie zou moeten staan. Het punt is, dat iedereen die in staat is om een goed systeem samen te stellen (matchen), vrijwel altijd iets krijgt waar alle geluidsmatige eigenschappen op niveau zijn. Maar, veel van die systemen zijn nauwelijks in staat om een dieper gaande emotionele response ten aanzien van de muziek op te wekken. Het zou veel beter zijn om in de journalistiek te focussen op de relatie tussen een systeem en wat het op emotioneel niveau bewerkstelligt. De essentie van dit MBL-systeem is namelijk dat het emotioneel gezien veel met je doet.
Epiloog
Een probleem met een aantal omnidirectionele systemen is dat die niet in de buurt komen van hoe livemuziek zich echt voordoet. Als je gewoon op een afstand van drie tot vijf meter staat van de Dutch Swing College Band, dan is dat een heel specifieke ervaring. Een echt goed systeem moet dat haast vergelijkbaar weer kunnen geven. Op rij 7-15 in het Concertgebouw hoor je, scherp gefocusseerd, haast iedere te late of te vroege inzet, elk veegje over de snaren, de kraakjes van de stoelen, of snaren goed zijn gestemd, de kleppen en luchtstromen van een piccolo en de ademhaling van muzikanten, tenzij overstemd door een fortissimo. Je hoort ook de snelheid, de drive, de klank en het symfonie-orkest vormt een fraaie en waarneembare stage. Het zijn de eigenschappen die je met deze MBL’s allemaal kunt waarnemen, uiteraard afhankelijk van de opname. Dat komt omdat MBL beschikt over echte rondstralende drivers. In die zin dat de lamellen ieder actief aangedreven worden en het geluid van zo’n lamel direct afgegeven wordt aan de omringende lucht. Er is dus een directe 360 graden rondom-koppeling van de actief aangedreven driver-membranen (lamellen) met de omgeving. Veel andere omnidirectionele systemen hebben een ingebouwde driver, die eerst reflecteert tegen een gebogen oppervlak en vervolgens gaat dat signaal dan rondom naar buiten. Je koppelt dan een al gereflecteerd signaal met de lucht. Technisch gesproken stoor je mijns inziens de early reflections, omdat de driver het geluid meteen tegen een reflecterend oppervlak aanblaast en dat met een afstand van minder dan 1.6 meter. Die vrijheid moet er rondom een omnidirectioneel systeem namelijk zijn. Het is wellicht de reden dat diverse omnidirectionele systemen een messcherpe focussering, plaatsing, detaillering en snelheid missen en een ruimtelijk te diffuus geluid produceren. Nog een andere reden voor de kwaliteit van dit systeem is de volledig fase-getrouwe afstraling door de specifieke plaatsing van de omnidirectionele drivers. Het is mooi om te sluiten met de opmerking dat het omnidirectionele principe hier de live-beleving van muziek niet in de weg staat, maar kennelijk draagt het juist daaraan bij. Dit systeem hoort derhalve bij de allerbeste systemen in de wereld en ondergetekende heeft deze MBL 101 X-treme Omnidirectional loudspeaker nog niet eerder zo perfect gehoord.
Rhapsody
www.rhapsody.nl
tel: 035-6284644
e-mail: info@rhapsody.nl
www.rhapsody.nl
MBL
www.mbl.de
Reacties (0)