Modelspoorbanen in beweging – Van overzicht en bewegend detail tot meerijden

22 februari 2023 + 10 minuten 0 Reacties
Modelspoorbanen 7
FWD award

Modelspoorbanen zijn in Nederland weer heel populair. Zeker na het tv-programma ‘De Grote kleine treinen competitie’ met André van Duin als presentator. De bewegingen en het modelbouwlandschap vormen een intrigerend onderwerp voor video. Er beweegt van alles, er valt veel te zien en shots variëren van close-up en macro tot overzichten en het vogelperspectief. Ook kan de camera zelf meerijden. Maar hoe doe je dat nu eigenlijk als videohobbyist?

Door de grote populariteit van modelspoorbanen zijn zij op tal van plaatsen te vinden. Bij de mensen thuis op zolder, een speciale hobbykamer of in de tuin. De hobbyclubs steken veel tijd en creatieve energie in werkelijk grootse banen. En dan zijn er ook nog de hobbyspeciaalzaken, modelbouwbeurzen, exposities, musea, amusementsparken en zelfs als entourage in winkels. Ver hoef je het meestal niet te zoeken. Een punt is natuurlijk dat modelspoorbanen geen alledaags en een toch wel wat gecompliceerd onderwerp zijn. Er gebeurt vaak heel veel, het is allemaal klein en loopt snel uit beeld. Ook wil de videograaf graag dat de camera zelf met de trein meerijdt voor de belevingsshots. Vaak hebben de modelspoorbanen een bepaald thema dat goed in een filmisch verhaal te verwerken valt. Wij geven in dit artikel een aantal opnametips en materiaaladviezen.

Verschillende schalen

Eerst wat achtergrondinformatie over de verschillende schalen (dat wil zeggen de afmetingen en verhouding tot de werkelijkheid). Die variëren van miniatuur en klein tot behoorlijk groot en dat heeft belangrijke gevolgen voor de videografische opnamen. Het N-spoor heeft een verhouding van 1 op 160 en een spoorbreedte van 9 mm. In perspectief is een treintje van 5 cm in de werkelijkheid 8 meter lang. Vanwege de geringe hoeveelheid ruimte is N-spoor populair bij de kleinbehuisden of liefhebbers die grote banen op kleinere plekken willen bouwen. Bij video speelt dit kleine formaat een lastigere rol bij het goed in beeld krijgen en de scherpte houden plus weinig plaats voor meerijdende camera’s.

Spoor TT heeft een verhouding van 1 op 120 en een spoorbreedte van 12 mm. TT was minder populair maar is toch in opkomst. De locomotieven en wagons zijn groter als bij N en het oogt wat minder iel. Huisjes en accessoires voor TT zijn deels uitwisselbaar met H0. Bij video valt TT gemakkelijker op te nemen en meerijdende minicamera’s passen daar beter in.

De meest populaire schaal is H0, Half nul. De verhouding is standaard 1 op 87 en de spoorbreedte 16 mm. Dat is in de praktijk toch aardig wat aan trein met wagens plus bijbehorende huisjes. Relatief eenvoudig te videofilmen en makkelijker van meerijdende camera’s te voorzien. In de spoorwerkelijkheid heb je naast normaalspoor ook met de breedte smalspoor te maken. Onder andere bij bergbanen, lokaal- en industriespoor. De verhouding blijft 1 op 87 maar de spoorbreedten verschillen: H0e met 9 mm en H0m met 12 mm. Spoor 0 is in maatstaf tweemaal zo groot als H0, 1 op 43,5 tot 1 op 48. De spoorbreedte bedraagt 32 mm. Spoor 0 behoort tot de oudste modelspoorbanen. Daar zijn fraaie klassieke modelemplacementen van. Nog altijd is spoor 0 geliefd bij amateurs en valt in de praktijk eenvoudiger op te nemen dan H0. Hierna volgt het behoorlijk grote tuin (maar ook binnen-)spoor, spoor G of II. De schaal is 1 op 22,5 tot 1 op 25 en de spoorbreedte bedraagt 45 mm. Er zijn varianten voor smalspoor en iets groter. Spoor G geeft in de praktijk weinig problemen bij videopnamen. Lekker groot en makkelijk in beeld/scherp te houden. En een meerijdende Actioncam past er best in. Er zijn nog grotere hobbysporen. Zelfs waarop volwassenen en kinderen kunnen zitten. Een lust voor het video-oog maar minder wijdverbreid.

In vogelperspectief

De minste hoofdbrekens bij vooral kleinere schalen kost het opnemen in vogelperspectief. De baan in vogelvlucht van bovenaf. De scherpstelafstand en scherptediepte blijven constant hetzelfde en de camera kan in een vaste positie boven de baan blijven staan. Dat gaat doorgaans naar tevredenheid. Een doorsnee groothoekobjectief komt daarbij goed van pas. Natuurlijk kan je als modelbaanvogel nog een stapje verder gaan. Met een gimbal vloeiend over het modelemplacement zweven. Of een verplaatsbare opstelling met statief neerzetten. Bij de grotere banen binnenshuis kan je een kleine drone inzetten. Buiten zelfs een grote.

Dichtbij, macro en scherptediepte

Model betekent volgens de genoemde schaalgrootte ook een kleiner onderwerp. Dan zal de videofilmende systeemcamera of camcorder dichterbij moeten komen om alles lekker beeldvullend te maken. Inzoomen kan, maar heeft beperkingen qua minimale instelafstand en trillen bij de langere brandpunten. Standaard- en macro-objectieven zijn heel geschikt om zowel de locomotieven, wagens en complete treinen plus de fijne(re) details op te nemen. Zij bieden ook meer scherptediepte, van voor tot achter in beeld.

De trein tracken

Een rijdende modeltrein verdwijnt uit beeld indien deze wegrijdt. Dat wordt de trein volgen, tracken. Een leuke woordspeling daar spoor in het Engels ook track is. Het volgen van de modeltrein of andere rijdende objecten op de modelbaan kan op meerdere manieren. Als eerste het pannen, horizontaal volgen, liefst vanaf statief. De camera draait dan mee met de rijdende trein. Je kunt ook meelopen. Zorg dan wel voor een goede beeldstabilisatie anders wordt het beeld schokkerig. Ook een gimbal kan hierbij helpen.

Interessant is of de AutoFocus de rijdende trein in het scherptegebied kan houden. Focustracking wordt steeds intelligenter maar het modeltreinen tracken is nog niet zo simpel. Kunstmatige Intelligentie (AI) kan in bepaalde gevallen de trein herkennen en blijven volgen. Met de hand vooraf scherpstellen heeft veelal de voorkeur.

Met meerdere camera’s

Een tweede belangrijke methode om modeltreinen te volgen vormt het inzetten van meerdere camera’s op verschillende baanlocaties. De trein rijdt dan van de ene camera naar de andere.

Elke opgestelde camera heeft een bepaalde positie en standpunt. Dit om zowel het af te leggen traject te kunnen volgen als het afwisselen tussen scenes en beelduitsneden. Bijvoorbeeld tussen overzichten en close-ups. Of tussen de rijdende trein en wachtende reizigers op het station. Je kan de mogelijkheden van multicam nog verder uitbreiden met een switcher/mengpaneel. Die schakelt bij het rijden van de modeltrein(en) tussen de verschillende opnemende camera’s. Er is keuze tussen harde beeldovergangen, de cut werkt prima, of met transitions (video-effecten).

De meerijdende camera

Helemaal leuk pakt de videofilm uit als er ook een camera met de trein meerijdt. De toeschouwer kijkt dan echt mee met de trein op het te volgen traject. Een dergelijke camera plaats je in een goederenwagen, treinstel of op de locomotief. Op YouTube zijn diverse filmpjes te vinden over hoe dat in zijn werk gaat. Een belangrijke keuze is tussen camera’s die al rijdend de beelden op een geheugenkaart opnemen en die ze draadloos doorsturen. In het eerste geval ziet de cameraman/vrouw niet wat er precies wordt opgenomen en kan de geheugenkaart voortijdig vol raken. Dan de meerijdede camera zelf. Dat kan je in de praktijk zo eenvoudig of gek duur maken als je zelf wilt. En videograaf zit uiteraard vast aan de afmetingen die op de desbetreffende modelschaal passen. Er is van alles mogelijk. Ook in de uiteindelijke beeldkwaliteit, opnamehoek en beeldstabilisatie. Op een tuin- of groter spoor past een actioncam of een kleinere systeemcamera. Bij de kleinere schalen heb je een miniatuur- of endoscopische camera nodig. Wij namen enkele proeven op de som. Voor minder dan 15 euro koop je al een Mini DV camera voor 1280 x 720 of 1920 x 1080 pixels. Ons testmodel de SQ11 past met gemak in een openwagentje voor schaal HO, TT en ook met wat proppen in N. De SQ11 neemt in principe alles van voor tot achter scherp op. Het opslagmedium is mini-SD. De beeldkwaliteit is alleszins redelijk doch zeker geen top. Ook is er geen beeldstabilisatie maar dat behoeft geen probleem te zijn. De opnametijd op de mini-SD-kaart vormt een beperking bij langere ritten. Deze hangt af van de ingestelde beeldkwaliteit.

De RailCam live van 4Cam voorziet in draadloze beelden met tot circa 1,5 uur aan opnametijd. Het rond de 200 euro kostende model past in 0 en H0-voertuigen. Je kunt zelfs tot vier camera’s tegelijk laten opnemen en combineren. Er is een aparte versie voor videoshots in tunnels. De kwaliteit in HD is al goed. Voor info www.4kam.com.

De DJI Osmo Pocket 2 camera is duurder maar biedt wel een goede beeldkwaliteit en 3-assige beeldstabilisatie. Ook het geluid is van redelijk goede kwaliteit. Je kunt de camera vanaf H0 in de een wagen van de modeltrein kwijt. De on board tracking is voor personen en niet echt bruikbaar voor modelspoor. Maximaal 4K op 60 fps. Een van de beste opties voor de meerijdende camera.

Licht en verlichting

De modelbaan staat meestal vol met sfeervolle en smaakmakende verlichting. Bijvoorbeeld lantaarnpalen, verlichte gebouwen ook met spotlights, wagons voorzien van interieurverlichting, draaiende attracties en seinen. Laat deze originele verlichting eerst haar werk doen. Dan komt zij het beste uit de videoverf. Hetzelfde geldt voor het aanwezige bestaande omgevingslicht. Is er meer licht nodig kies dan voor egaal zacht lamplicht. Dat onthult de details en voorkomt ongewenste schaduwen. Regelbare videoverlichting, zowel qua sterkte als kleur, is hier geschikt voor.

Ook met geluid

De fabrikanten van modelspoorlocomotieven steken veel soundcape gehoor en techniek in hun modellen. Het is vaak verrassend om te horen wat er allemaal aan heel realistisch en natuurlijk geluid uit een kleine locomotief kan komen. We noemen het sissen van stoom, de motor of stoomaandrijving die op gang komt, het remmen en koppelen, kolen scheppen, de fluitende conducteur, bellen en omroepberichten. Daarvoor zijn speciale geluidschips en hoogwaardige interne miniluidsprekers ontwikkeld. En geluidlaboratoria hebben het echte geluid digitaal ingeblikt. Ook maken de top het spoor rijdende treinen ook hun eigen karakteristieke geluid. Daarnaast zijn er geluid makende machines, attracties en bellende overwegen. Dat realistische geluid mag uiteraard niet ontbreken. De ingebouwde richtmicrofoon van de camera en een externe mic voor kort afstand kunnen dat goed vastleggen. Wij kennen ook videofilmers die een draadloze Lavalier dasspeldmicrofoon (kan je mooi op een wagentje klemmen) laten meerijden.

Rook en vuur

Van oudsher bestaan er al rookgeneratoren voor modeltreinen. Een warmte-elementje verhit een of meer druppels speciale olie waarvan de ontstane damp net echt rook lijkt. Geavanceerde locomotieven stoten die rook synchroon aan de zuigerbewegingen uit. Mooi om die pluimen filmisch in beeld te brengen. Daarnaast zijn er ook rokende schoorstenen en industrieën volgens dit zelfde principe. Voor de spoorpyromanen realistisch gesimuleerde branden. Van een auto met rook onder de motorkap tot uitslaande branden in gebouwen met rode flikkerende LED-lampjes. Had je een toch al een hekel aan de fiscus dan is er zelfs een brandend belastingkantoor beschikbaar. Voor de verdere entourage van de modelbrand spuitgasten, zelfs gesimuleerd blussend, en brandweerwagens met sirenes en zwaailicht. De politie zet het zaakje af en ambulances staan gereed voor de slachtoffers. Net echt…

Dan nog een aantal aparte vormen van vuur en stoom. Enkele modelstoomlocomotieven hebben gesimuleerd (LED-)vuur onder de ketel. Doorgaans te benaderen via de raampjes of open achterzijde van het machinistenhuis. Er zijn ook echt op stoom werkende locomotieven met water en aanstekergas of kleine kooltje. Voor het merendeel modellen voor de tuinbaan en groter. Wel heel leuk om op video vast te leggen. Tot slot noemen wij nog speciale brandweertreinen met een blusinstallatie aan boord. Voor in de tuin want het gaat om echt gespoten water.

Digitaal geprogrammeerd

Steeds meer modelbanen zijn digitaal. Dat wil zeggen er zit een encoderchip in de locomotieven waarmee je de rijeigenschappen, het geluid en de verlichting mee kunt besturen. Je bestuurt de treinen met een modulekastje voorzien van een locmuis, computer, tablet of mobieltje met een app. Belangrijk is dat daardoor ook meerdere treinen op hetzelfde spoor kunnen rijden.

Programmeerbaar betekent ook planbaar voor de video-opnamen. Te regelen valt welke treinen waar en wanneer rijden, in welke volgorde zij rijden en de instellingen voor rook, vuur, geluiden en koplampen. Dikwijls nauwkeurig af te stellen voor de te maken videoshots.

De scenery

De huisjes, poppetjes en het landschap vormen boeiende diorama’s. Er zit van alles bij. Stations, kerken, land- en stadshuizen, bomen, fraai beschilderde modelfiguren, auto’s, boten, watervallen, bergen, rotsen etc. Het is de scenery die het hem doet op de modelspoorbaan. De meeste scenery is vrij statisch hoewel er ook actiescenes met bepaalde gebeurtenissen verkrijgbaar zijn. Bijvoorbeeld mensen aan het werk, een roofoverval op de juwelier, boeren op de trekker, brandweerlieden in actie, controlerende politieagenten, marktkooplui, vissers, watersport noem maar op en het is wel in modelformaat verkrijgbaar.

Autobanen en trams

Behalve trams rijden er regelmatig ook modelauto’s en trams op de modelspoorbaan. Bijvoorbeeld het ‘Faller car system’ met echt rijdende bussen, vrachtwagens, taxi’s, politieauto’s, ambulances en brandweerwagens. Deze voertuigen compleet met verlichting en waar toepasselijk voorzien van zwaailicht en sirene. Ook zijn er bushaltes en verkeerslichten waar echt voor gestopt wordt. De trams rijden doorgaans op (smalspoor). Voor de opname geldt hetzelfde als bij de modeltreinen.

Er beweegt nog veel meer

Op de modelspoorbaan kan de videofilmer nog tal van andere vormen van beweging ontdekken. Die geven echt leuke extra details voor de te maken videofilm. We maken onderscheid in door minimotoren bewogen objecten en figuren. Bij de objecten noemen we seinpalen, overwegen met slagbomen, kabelbanen molens, kermisattracties en hijskranen. Ook met water zoals echt werkende fonteinen en watermolens. Het aanbod aan gemotoriseerde figuurtjes is behoorlijk groot. Een greep uit de mogelijkheden: monteurs, orgeldraaiers, schoorsteenvegers, houthakkers, toiletdeur waarachter een persoon, paaldansers, windsurfers, jagers, een reanimatiepoging, bierdrinkers, kippen, akkerbouwers, liefdespaartjes in actie, spoorwegpersoneel, een wip met kinderen, bosarbeiders, lassers, brandweerlieden, politieagenten en musici. Materiaal genoeg voor apart onderhoudende scenes in de video of zelfs een apart filmpje.

De modelbouwer zelf

Als laatste onderwerp de modelbouwer(s) zelf. Aan het woord kunnen ze toelichting geven op de baan, de constructie en het thema. Ook leuk is de modelbouwer aan het werk. Wat komt er bij het knutselen en aanleggen allemaal kijken en hoe gaat dat in zijn werk?

Tot slot

Het videofilmen van modelspoorbanen biedt een schat aan mogelijkheden. Ga beslist eens kijken om ideeën op te doen en deze in een pakkende documentaire of verhaal vast te leggen.

Reacties (0)