Een projector of beamer kopen: de technische basiskennis

06 september 2017 + 10 minuten 1 Reacties
scene_02_wh

Een thuisbioscoop maken rond een projector is een erg aantrekkelijk voorstel. Met een projector maak je immers erg grote beelden, denk aan 100 inch en groter, voor een heel redelijke prijs. Een vergelijkbare televisie kost een klein fortuin. We maken je wegwijs in de basiskennis voor projectoren.

Technologie: LCD? DLP? LCOS?

Wil je een goede keuze maken, dan is het belangrijk dat je de drie belangrijke technologieën van projectie kent, en uiteraard de voor- en nadelen van elk.

LCD (Liquid Crystal Display).

Een LCD-projector maakt gebruik van drie LCD-schermen (een elk voor rood, groen en blauw, vandaar soms ook de naam 3LCD) om het beeld op te bouwen. Het licht van de lamp wordt door dichroische spiegels gesplitst in rood, groen en blauw, en wordt door de drie corresponderende LCD-schermen geleid. Elk LCD-scherm bepaalt welke pixels aan of uit staan, en het resulterend beeld wordt in een prisma gecombineerd tot een totaalbeeld en door de lens gestuurd.

LCD-projectoren stonden aanvankelijk bekend om hun zwak contrast en zichtbaar schermrooster, maar die tijden zijn voorbij (tenzij je een erg lage resolutie projector kiest). Nu leveren ze zeer goed contrast, met prima zwartwaardes en lichtopbrengst. LCD-projectoren zijn meestal ook vrij stil.

Het belangrijkste nadeel van LCD: de drie LCD-roosters moeten perfect gealigneerd zijn. Veel projectoren bieden de mogelijkheid om de convergentie manueel bij te stellen. Maar als dat niet het geval is en je projector convergeert niet naar behoren, kan het beeld wat fuzzy zijn, en kunnen voorwerpen een gekleurde rand hebben. LCD-projectoren kunnen ook last hebben van stof dat intern op de lichtweg terecht komt (zeker als dat op de LCD-panelen is). In dat geval zie je een kleine wazige blob op het scherm.

DLP (Digital Light Processing)

DLP-projectoren werken op een fundamenteel andere manier. Het hart van de DLP-projector is een kleine chip, de DMD (Digital Micromirror Device, deze chips worden allemaal door Texas Instruments gemaakt). Het is een grid van piepkleine spiegeltjes die bepalen of het licht gereflecteerd wordt of niet. Sommige projectoren gebruiken drie van dergelijke DMD devices, maar deze projectoren zijn erg duur. Voor de thuisbioscoopmarkt zijn DLP-projectoren zogenaamde ‘single-chip’ apparaten. Hoe komen ze dan aan kleur? Een kleurwiel voor de lichtbron creëert sequentieel rood, groen en blauw licht. De DMD schakelt bliksemsnel over voor die drie kleuren. Omdat dit erg snel gebeurt nemen we het beeld normaal waar, maar in werkelijkheid wordt er dus heel snel na elkaar een rood, een groen en een blauw beeld geprojecteerd.

DLP-projectoren kunnen erg goedkoop zijn, en omdat de lichtweg volledig afgesloten is, heeft hij geen last van stof. Het beeld is erg scherp en het pixelrooster is zo goed als onzichtbaar. Omdat hij maar één DMD gebruikt, zijn convergentieproblemen onmogelijk. DLP’s hebben licht betere bewegingsscherpte en over het algemeen de beste beelduniformiteit.

Maar DLP-projectoren hebben helaas ook nadelen. Sommige mensen zijn gevoelig voor het ‘regenboog-effect’. Door de sequentiële projectie van de kleuren zien zij soms regenboog randen rond voorwerpen. Je kunt dat het makkelijkst testen door vanuit je perifeer zicht naar het beeld te kijken. DLP-projectoren leveren ook slechts matige contrasten. Maar ook op kleurvlak zijn ze niet de beste keuze. Het kleurwiel filtert immers steevast een deel van het licht weg. Daardoor lijken kleuren op een DLP-projector vaak veel donkerder dan op een vergelijkbare LCD-projector. DLP-projectoren met een lichtopbrengst van 2.000 lumen komen, eens gekalibreerd, soms op 700 lumen uit. Wanneer de fabrikant een kleurwiel gebruikt met andere segmenten dan rood, groen en blauw (bvb wit, om de helderheid te verbeteren), wordt dat nog erger. Tot slot, DLP-projectoren zijn soms erg luidruchtig. Een compacte behuizing vereist dikwijls snellere (en dus luidere) ventilatoren, en het kleurwiel maakt ook lawaai.

In de onderstaande film zie je een DMD-chip aan het werk, tot 1800x vertraagd.

LCOS (Liquid Crystal on Silicon)

LCOS is best bekend onder de naam van de merken die het gebruiken: Sony SXRD (Silicon X-tal Reflective Display) en JVC D-ILA (Direct-Drive Image Light Amplification). LCOS werkt als een combinatie van LCD en DLP. Het licht van de lamp wordt gesplitst door dischroische spiegels en naar drie LCOS-panelen geleid. Maar in plaats van het licht al dan niet door te laten (zoals een LCD), reflecteert het LCOS-paneel het licht van de pixels die het aan wil zetten (zoals een DLP).

LCOS is de absolute winnaar als het om contrast gaat, een erg belangrijk onderdeel voor projectie. De zwartwaarde van deze projectoren is verbluffend goed. Ze hebben een bijna onzichtbaar pixelrooster, en uitstekende kleurweergave.

Net als LCD zijn ze gevoelig voor mogelijke convergentieproblemen. LCOS-projectoren zijn over het algemeen ook vrij duur. Instappen in deze categorie doe je niet voor minder dan 2.000 euro, terwijl je bij DLP en LCD ook voor 1.000 euro een degelijke projector scoort. De LCOS-modellen zijn over het algemeen wel erg goed uitgerust.

Resolutie van een projector

Voor echte Home Theater projectoren is Full HD (1.920 x 1.080) nog steeds de uitstekende keuze. In deze categorie vind je een erg uitgebreid aanbod. Wil je toch hoger mikken, dan kan dat, maar moet je voorlopig wel nog rekening houden met een aantal beperkingen. Om te beginnen is de prijs van een Ultra HD projector beduidend hoger. Bovendien hebben niet alle Ultra HD projectoren een native UHD-resolutie.

Sommige modellen gebruiken een native resolutie die lager ligt dan Ultra HD, maar gebruiken pixel-shift om een Ultra HD-beeld te tonen. JVC kwam hier als eerste mee op de markt, maar ondertussen gebruiken ook andere fabrikanten het.

Concreet werkt een pixel-shift projector als volgt. Voor elk beeld berekent de beeldverwerking van de projector twee beelden die hij vlak na elkaar toont, maar het tweede beeld wordt een halve pixel diagonaal verschoven. Zo verdubbelt hij (theoretisch) de resolutie zowel horizontaal als verticaal. LCOS en LCD-projectoren werken met een Full HD-paneel. Let wel, de projector stuurt twee maal het volledige paneel aan (2x 2 miljoen pixels), maar een Ultra HD-resolutie vereist vier keer zo veel aanstuurbare pixels (8 miljoen) als een Full HD-paneel. Het resultaat is wel duidelijk zichtbaar.

Recente DLP-projectoren die met pixelshift werken starten van een nieuw DMD-device met 2.716 x 1.528 spiegeltjes, een iets hogere resolutie, maar nog steeds geen Ultra HD. Wanneer deze pixelshift gebruikt, en je de DMD twee maal aanstuurt, heb je wel dezelfde resolutie als een echt Ultra HD paneel. Deze DLP-projectoren zijn in de praktijk bijna niet te onderscheiden van een echte Ultra HD projector. Goedkopere DLP-projectoren starten ook van een 1.920 x 1.080 pixels rooster, en shiften vier keer om een Ultra HD beeld te creëren. Dat levert theoretisch wel een echt Ultra HD beeld, maar in de praktijk verliest deze variant ook wat detail.

Lichtopbrengst en contrast

Een van de belangrijkste specificaties van een projector is de lichtopbrengst en het contrast. Twee specificaties die je eenvoudig kan lezen op de website van de fabrikant. Maar je kunt er helaas niet altijd op vertrouwen. De lichtopbrengst wordt altijd gegeven in de meest ideale omstandigheden, met de lamp in de hoogste stand, en met de beeldpreset in een veel te koel (blauwgroen) wit. Het resultaat in een degelijke gekalibreerde preset hangt af van de projectortechnologie. DLP-projectoren zullen over het algemeen meer lichtopbrengst verliezen bij kalibratie. LCD en LCOS lijden daar minder onder. Met contrast is het nog veel erger gesteld. Sommige fabrikanten gebruiken een dynamische iris (die meer licht doorlaat bij heldere scenes en minder bij donkere scenes om de zwartwaarde te verbeteren). Door het donkerste zwart (met de iris zo klein mogelijk) te vergelijken met het helderste wit (met de iris volledig open), krijg je een enorm contrast dat in de praktijk echter nooit haalbaar is. Probeer dus waar mogelijk een statisch contrastcijfer te vinden. En hou er rekening mee dat DLP meestal de minst goede resultaten voorlegt, en LCOS de beste. LCD varieert afhankelijk van de prijs.

Hoeveel lumen heb je nodig? Dat hangt af van de schermgrootte, de hoeveelheid omgevingslicht en de eventuele gain-factor van je scherm. We geven je een aantal richtlijnen waarbij we uitgaan van een matwit scherm (gain 1). Deel de door de fabrikant opgegeven lumen-output door twee voor een ruwe indicatie van wat je mag verwachten in een gekalibreerde beeldmode (de movie-preset).

Schermdiagonaal in inch Vereiste lumen-output bij verduistering Vereiste lumen-output bij matig omgevingslicht
80 320 640
100 500 1000
120 700 1400

Lamptechnologie

Nu we het toch over licht hebben, hoe zit het met projectorlampen en hun levensduur? De meeste projectoren werken met UHP-lampen. Die gaan in een moderne projector tussen de 3.000 tot 5.000 uren mee, afhankelijk of je de lamp in eco-mode zet of niet. Je verliest in eco-mode typisch 30% lichtoutput, maar de projector is veel stiller. Hou er wel rekening mee dat de projector niet plots na x uur de geest geeft. De lamp verliest vanaf dag een langzaam lichtoutput, en bereikt op zijn aangeduide levensduur ongeveer de helft van zijn oorspronkelijke lichtopbrengst. Een lamp met 1.000 uur op de teller zal duidelijk minder helder zijn dan een nieuwe. Hoe lang je projectorlamp dienst doet, hangt dus sterk af van hoeveel je kijkt. Kijk je drie films per week, dan gaat een lamp tot 10 jaar mee. Kijk je vier uur tv per dag, dan ben je er na twee jaar al doorheen. In dat geval informeer je best op voorhand wat de kosten van een nieuwe lamp zijn. Een lamp vervangen is meestal een erg eenvoudige taak.

Naast UHP-lampen zien we in projectoren ook LED-lampen en lasers opduiken. Die gaan veel langer mee (10.000 tot 30.000 uur). In beide gevallen gaat het om een alternatieve lichtbron, maar blijft het verder een DLP, LCD of LCOS projector. LEDs worden veel gebruikt in business-toepassingen en kleine pico-projectoren. Lasers vind je vooral in high-end business of large venue projectoren. Home Cinema projectoren met lasers bestaan, maar ze zijn voorlopig nog erg prijzig. We zien ze wel meer en meer opduiken, dus hopelijk daalt de prijs ook wat.

Conclusie

Home cinema projectoren vallen in drie categorieën, gebaseerd op technologie: LCD, DLP en LCOS, elk met specifieke voor- en nadelen. Heel wat projectoren gebruiken nog steeds Full HD, maar Ultra HD is beschikbaar. Je moet wel opletten of je een echte Ultra HD projector of een met pixelshift bekijkt, al geven die laatste ook uitstekende resultaten. Lichtopbrengst en contrast zijn twee erg belangrijke eigenschappen voor je projector, maar ook hoe goed je kunt of wilt verduisteren is bepalend voor de uiteindelijke beeldkwaliteit. Daarover meer in ons volgende deel over projectoren waarin we de plaatsing bekijken.

Meer informatie

Meer tips en adviezen over onder andere projectoren en beamers vind je in onze tips en advies sectie. In het vervolg van dit tweeluik vind je alles over de ideale plaatsing van je projector.

Reacties (1)