Zoals waarschijnlijk velen die dit artikel lezen kan ik niet wachten totdat 2020 voorbij is. Nee, het was niet allemaal negatief en slecht, maar naast alle COVID-ellende was er ook op mijn werkgebied niet veel bijzonders te beleven. Het was eigenlijk een saai tussenjaar, zonder grote lanceringen en zonder leuke beurzen of evenementen. Ik ben jammer genoeg geen gamer, want als ik het was dan had 2020 met de komst van de Xbox Series X en PlayStation 5 in ieder geval nog iets om enthousiast van te worden.
De belichaming van 2020 was toch wel IFA 2020, Europa’s grootste beurs op het gebied van consumentenelektronica. Middenin de coronacrisis en perfect voorbereid op alle maatregelen trokken we als FWD naar Berlijn. Vol goede moed en goede hoop dat we toch nog een mooie beurs zouden beleven, nieuwe producten zouden kunnen bekijken en onze lezers van mooi materiaal zouden kunnen voorzien. Niets was echter minder waar.
De kans is groot dat je überhaupt niet wist dat IFA 2020 dit jaar plaatsvond. Er was namelijk geen grote beurs waar tienduizenden mensen per dag over de vloeren wandelen, op zoek naar de leukste gadgets, mooiste producten en meest interessante ontwikkelingen. Door de coronapandemie zou IFA 2020 eigenlijk helemaal niet doorgaan. Maar toch besloot de organisatie wat te organiseren, een aantal fabrikanten uit te nodigen voor wat presentaties en de belangrijkste media – waaronder wijzelf – uit een aantal landen in te vliegen om die presentaties bij te wonen.
Grote virtuele evenementen
Veel fabrikanten hadden in de aanloop naar IFA 2020 zelf al het initiatief genomen dit jaar niet naar Berlijn te komen. In plaats daarvan werden grote virtuele evenementen georganiseerd, waar iedereen vanuit zijn huiskamer of werkkamer bij kon zijn. Onder meer Philips, LG, Samsung, Huawei, Siemens, Signify en Harman Kardon deelden op deze manier hun nieuwste producten met de wereld. Een aantal van deze fabrikanten wilde echter IFA niet helemaal links laten liggen en trok alsnog richting Berlijn, al was het met een zeer kleine delegatie. Zo hielden onder meer LG, Huawei, Honor, Siemens, Bosch, Miele, Neato en Shelly wel presentaties in Berlijn, fysiek op een groot podium.
Met twee man sterk zijn wij begin september op de uitnodiging van IFA zelf ingegaan om de presentaties in Berlijn te komen bekijken en beluisteren, en om maar meteen met de deur in huis te vallen: dat was een aardige tegenvaller. Alle presentaties die fysiek in Berlijn gehouden werden waren ook online te bekijken, de presentaties hadden dit jaar maar weinig echte inhoud en bovendien waren veel presentaties ook nog eens (deels) opgenomen of vanuit andere landen gestreamd. Wat ons betreft had het dus maar weinig toegevoegde waarde om met een aantal journalisten naar wat mensen op een podium of op een scherm te kijken.
Tijden veranderen
Een vreemde gewaarwording was het sowieso want een groot complex als de Messe in Berlijn is normaal gesproken gevuld met tienduizenden mensen, terwijl er nu maximaal een paar honderd journalisten rondliepen. Alle presentaties werden in twee grote hallen gehouden, met stoelen die netjes 1,5 meter van elkaar stonden. Mondkapjes waren verplicht en overal moest je even je handen ontsmetten. Goed geregeld, maar een heel apart gezicht en niet datgene wat een IFA-beurs hoort te zijn. Het zijn rare tijden, en dat werd hier maar al te duidelijk.
Gelukkig waren er niet alleen saaie en inhoudsloze presentaties. Er was een klein aantal fabrikanten dat wel echt met leuke presentaties en nieuwe producten kwam, waaronder BSH (Siemens en Bosch) en Shelly. Daarnaast was er een aantal hallen ingericht met fabrikanten die het toch niet konden laten om naar Berlijn te komen en hun producten aan een paar honderd journalisten te tonen. Veelal kleine en onbekende merken, maar desalniettemin leuk om toch even het gevoel van een echte beursvloer te krijgen.
En afgezien van wat slimme vibrators en een leuke demo daarvan was er ook weinig te ontdekken dat echt nieuw is of de moeite van het benoemen waard is. Voor herhaling vatbaar was deze speciale editie van IFA 2020 dus niet echt, maar hopelijk hoeven we ons daar in 2021 niet druk om te maken. Tijden veranderen en we gaan er vanuit dat de virtuele persconferentie toch vaker ingezet zal gaan worden vanaf nu, maar de mooie, grote techbeurs in Berlijn mag en zal niet verloren gaan.
HDMI 2.1
Op het gebied van homecinema zijn er begin dit jaar nieuwe line-ups door de grote fabrikanten aangekondigd en hebben we dit jaar dus weer een groot lading nieuwe televisies, soundbars en andere av-producten voorbij zien komen. Zat er iets heel bijzonders tussen? Niet echt. Het waren allemaal producten die meer een evolutie dan een revolutie waren. Sonos kwam met zijn eerste Dolby Atmos-soundbar, LG bracht zijn eerste oprolbare en onbetaalbare OLED-tv op de markt, Samsung zette weer vol in op 8K en HDMI 2.1 was het grote toverwoord van 2020.
HDMI 2.1 is een ontwikkeling op het gebied van tv die het afgelopen jaar veelvuldig voorbij is gekomen maar waar het belang van (nog) niet heel groot is, tenzij je gewacht hebt op de nieuwste generatie gameconsoles. De premium tv’s die je nu kunt kopen beschikken in veel gevallen over HDMI 2.1-poorten of HDMI 2.0-poorten die de belangrijkste functies van HDMI 2.1 ondersteunen. Een voorbeeld hiervan is HDMI eARC waarmee audio met hogere bitrates naar je audiosysteem gestuurd kan worden. HDMI 2.1 brengt ook ondersteuning voor 8K, maar 8K-bronnen ontbreken nog waardoor dit voor niemand echt interessant is. Voor wie HDMI 2.1 wel interessant is, is de intensieve gamer. Die krijgt toegang tot features als HFR en VRR.
High Frame Rate
HFR staat voor High Frame Rate en betekent simpel gezegd minder bewegingswaas, en dus scherpere, beter gedetailleerde beelden als de actie razendsnel over het scherm zoeft. Vorige generaties spelconsoles waren beperkt tot 60fps, de nieuwe generaties kunnen tot 120fps gaan. En daar moet je bij het aanschaffen van een tv wel rekening mee houden. Tv’s die enkel over HDMI 2.0-aansluitingen beschikken kunnen maximaal 4K@60fps aan. Wil je dus 4K@120fps, dan is dat enkel mogelijk als het toestel uitgerust is met een HDMI 2.1-aansluiting met de nodige bandbreedte (40 Gbps volstaat).
HFR klinkt leuk, maar de meeste gamers weten dat een console (of pc) die maximale framerate zelden continu kan leveren. Games worden in real-time gerenderd en als de actie op het scherm heel complex is kan de framerate plots dalen. De framerate is dus variabel, terwijl de refreshrate van de tv vast is. Die combinatie leidt tot beelden die licht stotteren (stutter) of horizontale scheuren (tearing). Om dat tegen te gaan moet je display over VRR beschikken. Variable Refresh Rate (VRR) komt in verschillende smaken: HDMI VRR, AMD Freesync en NVIDIA GSync. In essentie bieden ze alle drie hetzelfde. De AMD en NVIDIA versies zijn uiteraard vooral van belang voor pc-gamers. Al zit sinds 2018 AMD Freesync ook op de Xbox One. De nieuwe generatie consoles ondersteunen allebei HDMI VRR, voor de Xbox Series X is ook AMD Freesync bevestigd. De PlayStation 5 gebruikt net als de Xbox Series X en Series S een AMD GPU, dus het is niet uitgesloten dat de PS5 ook nog AMD Freesync ondersteuning krijgt. Dit klinkt voor velen al ingewikkeld, maar denk er aan: een wat oudere tv met een HDMI 2.0-aansluiting kan misschien wel AMD Freesync ondersteunen, maar kan je geen 4K@120fps leveren. Voor de beste game-ervaring kies je dus een televisie met HDMI 2.1-aansluiting en VRR-ondersteuning.
Tot slot…
Maar, genoeg van al die termen en technieken. Voor de gamers onder ons die graag de nieuwe Xbox Series X of S, of de PlayStation 5 aanschaffen geldt het volgende advies: begin maar vast met het doorspitten van onze archieven. Als je alle ins en outs wilt weten en helemaal futureproof wilt zijn ben je wel even bezig. Gelukkig hebben we een aantal overzichtsartikelen gemaakt met alles waar je op moet letten als je een televisie zoekt voor bij je nieuwe Xbox of PlayStation. Daarbij moeten er de komende maanden nog tal van updates voor beide consoles verschijnen waardoor het verhaal nog lang geen sluitend einde krijgt.
Als echte fan van alles dat met homecinema te maken heeft ben ik blij dat we weer vooruit kunnen gaan kijken naar 2021. 2020 kan gezien worden als tussenjaar en een jaar dat we op bijna alle vlakken beter snel kunnen vergeten. Hopelijk brengt 2021 weer een aantal mooie lanceringen, leuke evenementen, drukbezochte beurzen en diverse interessante verslagen voor onze media.
Reacties (2)