Vraaggesprek met Ton Vermeulen – eigenaar Artone Studio

14 december 2021 + 10 minuten 0 Reacties
Artone_RCA 76D
FWD award

Artone werd in 1956 opgericht door oliehandelaar Dirk Slinger en zijn zonen leidden het bedrijf. Het hoofdkantoor werd gevestigd in het voormalige hotel Funckler in de Haarlemse Kruisstraat en de perserij was buiten de stad gesitueerd. Al snel werden de distributierechten voor Amerikaanse labels verworven, maar ook Nederlandse artiesten stonden onder contract. In 1969 werd Artone door haar grootste klant CBS volledig overgenomen. In 1990 werd het bedrijf vervolgens overgenomen door Sony Music en in 1998 werd de verzelfstandigde platenperserij voortgezet onder de naam Record Industry. In de Kruisstraat heeft het voormalige hoofdkantoor een wat minder muzikale bestemming gekregen in de hoedanigheid van Albert Heijn. 

Record Industry werd opgericht door Ton en Mieke Vermeulen. In 2018 werden er meer dan tien miljoen platen geperst. Het was een enorme uitdaging om de hele technische infrastructuur van het bedrijf te onderhouden. Oude platenpers-apparatuur en onderdelen werden overal gezocht, gevonden en in nieuwstaat teruggebracht. Record Industry hanteert nog steeds de hoge Japanse kwaliteitsstandaarden uit de tijd van Sony Music. In 2018 opende Record Industry een opname- en mastering studio onder de naam Artone Studio. Een eerbetoon aan de roots van het bedrijf. De bedoeling is om opnames te maken met de techniek van vroeger en de geluidskwaliteit van het pre-transistor tijdperk. Dat kan door de toepassing van vintage (buizen) elektronica, zoals die in de jaren veertig, vijftig en zestig werd gebruikt bij studio’s en labels zoals Capitol, Chess, Sun, Abbey Road en vele anderen. Artone biedt direct-to-disc recording en dat was, voordat de tape vanaf eind jaren veertig de studio’s veroverde, de gebruikelijke manier van opnemen. De overgang naar tape was mogelijk omdat in 1935 AEG de open reel recorder met een acetaatband van BASF introduceerde. Om bij Artone op te kunnen nemen op de ‘klassieke’ manier is er een team, onder leiding van producer en DJ David Hill, aan de slag gegaan om wereldwijd te zoeken naar de vintage apparatuur uit die jaren. Inmiddels heeft Artone een collectie opgebouwd die hartslagverhogend werkt voor iedereen die graag producties maakt met vintage elektronica. Los van platensnij-machines van Scully en Neumann, die aangestuurd worden door de ‘Rudy van Gelder’ Westrex 1574B cutter-head versterkers, zijn er RCA 74B (ribbon) microfoons en Cinema Engineering equalizers, waarvan de 4031B afkomstig is uit de Capitol studio in NYC. AKG plate reverbs, een Studer C37 tube-taperecorder en Altec A322C limiters vormen highlights uit de collectie. Allemaal items die op de ‘mad money wishlist’ van ondergetekende staan. Het wellicht meest uitzonderlijke item is het RCA 76D tube mixing console. De 76 is een mono-mengtafel gebaseerd op buizentechniek. Deze en vergelijkbare mengtafels waren veel in gebruik bij de radiostations, die uiteraard in mono uitzonden. Van de 76 is in die jaren ook een redelijk ongebruikelijke stereo-versie gebouwd, zijnde de 76D. De overlevering leert dat er waarschijnlijk twaalf stuks van de 76D zijn gemaakt. Van vier stuks is de verblijfplaats bekend. Namelijk een museum in Memphis en een particulier die twee stuks bezit. Het vierde exemplaar staat nu bij Artone in Haarlem. De 76D is beroemd, omdat deze onder meer werd gebruikt bij Sun. Dan komen namen als Perkins en Elvis naar boven. Mogelijkerwijs is de tafel die bij Artone staat het exemplaar dat in bezit was van Sun. Reden genoeg om deze tafel eerbiedig te aanschouwen. Het idee dat door die draadjes, buizen en andere onderdeeltjes de stem van the King is gegleden.

Ton Vermeulen

In een vraaggesprek met Ton Vermeulen, de eigenaar van Record Industry, Artone Studio en mede- eigenaar van Music on Vinyl, worden de ontwikkelingen bij het bedrijf en in de business doorgenomen.

Waarom de studio?

Zeven of acht jaar geleden en misschien al eerder speelde ik met de gedachte om een mooie uitgeruste snijkamer te bouwen. Daar hadden we er twee van, nog steeds. Die zijn klein en inmiddels opgeknapt, maar het is leuk om een mooie kamer te bouwen waar je ook met gasten in kunt zitten, masteren, snijden en luisteren. Sinds de start (van Record Industry) in 1998 ging het sky high. Niet zozeer omdat de markt toenam, maar omdat het aantal perserijen afnam. 2001 is heel lang ons beste jaar ooit geweest. Daarna is het langzaam naar beneden gegaan. Tien jaar geleden was er een dieptepunt. De vraag was toen hoe lang we nog door zouden kunnen gaan. De vraag was laag en de capaciteit, ook bij concurrenten, was hoog. Dus, hoe kun je het werk binnenhouden voor een prijs die er nog toe doet? We hebben het overleeft en het begon langzaam weer beter te worden. Dan komen nieuwe investeringen in zicht en kun je leuke dingen gaan doen met het geld. Er is toen een studio gebouwd, die voldoet aan de regels van de audio. Uiteindelijk was de beoogde plek beneden in de buurt van de andere snijkamers bouwtechnisch niet haalbaar. We hebben een plek in het pand die nog steeds de cassette-fabriek wordt genoemd. De studio werd daarin ontworpen, maar wat nou als we daarnaast een ruimte maken waar mensen ook kunnen spelen? Je hebt dan de ideale combinatie van spelen en meteen een direct-cut kunnen doen. Artiesten spelen in de live-room en we kunnen daarvan nagenoeg direct een plaat persen. Het hele proces is in huis. In december 2018 hebben we de eerste opnames gerealiseerd. Het is zoals het vroeger ging. Het is een live-sessie en wordt meteen naar de groef gesneden. Zonder tussenkomst van wat dan ook wordt er dan meteen een plaat van geperst.

Komen de artiesten?

Vroeger kwam ik wel in Wisseloord. Dan kwam Frankie goes to Hollywood binnen en die bleven er dan weken. Albert Boekholt, een toetsenist, had toen een van de eerste samplers ter wereld (de Fairlight CMI). Zo’n apparaat kostte toen 50-60.000 gulden. Nu betaal je daar een fractie voor en veel van die zaken zijn gewoon softwarematig. Er staat momenteel een mengpaneel op je scherm. De mogelijkheid om thuis of in een homestudio een goede opname te maken is dichterbij gekomen. Dus waarom dagenlang een studio boeken voor heel veel geld? Je moet dat ook weer terugverdienen. Er zijn alleen nog hele grote bands die zich dat kunnen permitteren. Wat je wel ziet is dat een opname goed gemixed en gemastered gaat worden. Die sessies blijven komen. De artiesten komen dus, we hebben geen haast en we hebben inmiddels al meer dan tien sessies gehad. Onlangs hadden we een prachtige sessie met Racoon voor Record Store Day, we hadden Boudewijn de Groot en nog een aantal andere leuke artiesten en bands zijn al in de studio geweest. Mijn compagnon heeft een platenlabel in London (Night Dreamer). Zijn artiesten zijn ook allemaal hier geweest om op te nemen (onder andere Seun Kuti, Seu Jorge & Gary Bartz). Als mensen goed voorbereid naar ons toekomen dan kunnen ze tegen relatief lage kosten de productie doen. Het staat er namelijk in één keer op. Met een dag werken kan het klaar zijn en dan hebben we ook de digitale out-takes. We nemen synchroon op de hoogste digitale resolutie op. In de markt is digitaal heel groot, maar vinyl wordt steeds belangrijker. Mensen willen iets tastbaars en zijn bereid om daarin te investeren. Cd gaat heel hard naar beneden, maar afhankelijk van de doelgroep verkoopt een goed product op cd nog wel. De cd gaat er niet uit, maar de meeste verdiensten moeten toch uit streaming gaan komen. Het is het gemak en voor de jeugd is het de normaalste zaak van de wereld. Ze hebben ook geen bezitsdrang. Maar, je moet nog steeds een goede opname hebben. Nu zijn er nog mp3-tjes, maar ik denk dat wav-files de nieuwe standaard gaan worden. Streaming beschikt straks over steeds hogere bandbreedtes die dit mogelijk maken.

Vintage apparatuur als attractiepunt?

Dat werkt hier zeker. We hebben hier een mengtafel die heeft bij Elvis gestaan en de Beatles. Dat heeft toch een bepaalde aantrekkingskracht. We hebben nog niet heel veel muziekinstrumenten. Dat blijft lastig. Je kunt je scheel kopen aan gitaren. Daar zullen mensen voor komen, maar degene die ze zoeken zit er dan net niet bij. We hebben wel hele goede microfoons. Ook vintage. We zijn in feite teruggegaan naar het begin van het maken van een plaat. Eerst de 7-inches, die direct werden gesneden. Daarna kwam de elpee. Er waren geen computers en ook geen 16-trackers. Er werd dus opgenomen op tape. Er kon dus geknipt worden en een compilatie van die opnames worden gemaakt. Dat kunnen wij ook, maar hebben we nog niet gedaan. Tot nu toe gingen alle albums meteen naar de groef. Misschien moeten we afstand nemen van editen en steeds opnieuw inspelen. Vroeger werden er ook foutjes gemaakt. Tegenwoordig moet alles ‘gefotoshopped’ worden. Een direct cut is wat het is. Juist die puurheid dringt zo door bij mensen. Als een bandje hoort dat het meteen goed moet, worden ze zenuwachtig, maar het brengt ze ook tot een bepaalde hoogte.

Iets op open reel format uitbrengen?

Vroeger gebruikte ik open reel om te monteren. Kan me niet herinneren dat er in die tijd opnames op open reel te koop waren. Het was een productiemiddel.

In de VS had je voorbespeelde banden

Ja, ook de eight-track, maar in Europa had je meer cassettes. Zie niet het nut van de terugkeer van de cassette. Het is een hype en als mensen dat willen is dat prima. Interessanter zijn snijdingen in koper. Het is ook geen wereldmarkt, maar je hebt altijd mensen die een installatie hebben van een paar ton en die willen dat ene unieke ding hebben to show off. Ik ga liever voor een goede kwaliteit plaat om de jeugd aan het plaatjes draaien te krijgen. Dat is de nieuwe markt. Die kopen op een beurs voor een paar euro platen en organiseren avondjes om te draaien. Dat gaat goed komen, want de groei van de afgelopen jaren in de vinyl-industrie is veelbelovend.

Streaming is een duistere markt?

De platenmaatschappijen gaan weer heel goed. Vooral omdat hun kosten zijn gedaald. Een fysiek product betekent altijd een risico. Het proces, het samenstellen, de verschillende typen geluidsdragers en personen die het moeten verkopen. Dat zijn allemaal kostenposten. De omzet was natuurlijk vele malen hoger, maar de kosten ook. De artiest moet er nog even doorheen. Als je een plaat verkoopt tijdens een optreden dan verdien je een redelijk bedrag. Een platenmaatschappij verdient niet heel veel aan een verkochte cd of plaat, maar voor de artiest is dat lucratief. Denk zelf dat er straks een moment komt dat diensten zoals Spotify niet meer vrijwel gratis zijn.

Abonnementskosten die fiks gaan stijgen?

Ja, straks gaan die inkomsten enorm stijgen. Dan is er ook meer te verdelen. Zo’n Spotify maakt volgens mij momenteel geen winst. Dat heeft allemaal te maken met het model waar ze in zitten. Je moet inderdaad heel veel streams verkopen om daar geld uit te krijgen. Er komen per week 40.000 songs uit op Spotify. Hoe weet je nou wat je moet beluisteren? Toch zijn er nog mensen die producten maken die ook goed klinken en er geen geld voor krijgen. Het worden dus in de toekomst andere modellen. Er is geen weg terug. We kunnen niet stoppen met streamen. Maar, fysiek kan wel verder omhoog. Tegenwoordig worden er enkele albums uitgebracht en voor de rest gaan artiesten touren. Dat brengt geld op. Tijdens de tour kunnen er dan weer fysieke producten worden verkocht. Dat is voor artiesten een totaal andere manier van aanpakken en een ander verdienmodel. Voor artiesten die platen maakten, die verkochten en de royalties opstreken is de wereld veranderd.

Afhankelijkheid van streaming betekent pay-per-view?

Dat zou kunnen, maar dat vergt een megagrote administratie. Je bent wel overgeleverd. Het is goed dat er enkele verschillende streaming-bedrijven blijven, anders ontstaat een mega monopolie.

Streaming terug naar de majors?

Denk niet dat de majors het zelf gaan doen. Een consument heeft geen enkel idee meer over wat een platenmaatschappij is. Sowieso niet. Het belang voor de consument is dat ze lekker kunnen luisteren zonder gedoe. Ze willen zich geen zorgen maken of iets uitkomt bij Pias, Sony, Universal of Warner. Als ze naar de Beatles willen luisteren dan interesseert het ze niets of het Apple, EMI of Universal was. Ze willen alleen naar dat liedje luisteren. Vanuit dat oogpunt is het misschien belangrijk dat het allemaal geconsolideerd is en centraal wordt geregeld. De consument is uiteindelijk degene die betaalt. Dat is goed voor de hele muziekindustrie. Of de verdeelsleutels eerlijk zijn vind ik moeilijk om in te schatten. We hebben trouwens ook plannetjes om zelf hi-res te gaan streamen.

In Japan en Duitsland is een focus op de fysieke drager. Duitsland is binnen Europa nog steeds de grootste fysieke markt. Dat heeft ook te maken met het feit dat Spotify een connectie moet hebben met een data-carrier. Dat gaf in Duitsland problemen, maar nu gaat de ontwikkeling naar streaming daar ook snel. Je ziet nu dat er een consolidatie is in de distributie van fysieke producten. Platenmaatschappijen die magazijnen en distributie sharen. Maar dat geeft nog een heleboel problemen. Het gaat nu beter. Een van de problemen in de US was dat er niet voldoende personeel beschikbaar was omdat Amazon dichtbij een nieuw filiaal had geopend. De vestiging ligt logistiek goed, maar er wonen te weinig mensen in de buurt. Labels gaan steeds meer samenwerken. De winkelier hoeft nu maar een doosje te kopen met producten van verschillende platenmaatschappijen. Kosten worden door die consolidatie verminderd en de fysieke vraag neemt toe.

Elpees op 45 toeren?

Naar half speed cut en 45-toeren elpees is hier bijna geen vraag. Het is ook niet altijd beter. Soms klinkt het niet beter. Maar, het is mogelijk om die ene plaat van vroeger op twee platen uit te brengen. Als je de audio mag verdelen over twee platen op 33, dan maak je al een hele grote stap. Groefbreedte en een grotere spiegel, waardoor je meer aan de buitenrand blijft, want daar heb je de beste audio. Als je dan naar 45 gaat, maak je in de meeste gevallen nog een stap en als je dan half speed gaat snijden, dan komt er nog een stukje bij. Maar, ik gebruik de tachtig-twintig regel. Naar twee platen op 33 betekent al 80 % van je winst. Dan heb je de grootste winst gerealiseerd. Niet alle audio wordt beter van 45. Dat heeft te maken met de omtreksnelheid en de krachten. 95 % van de mensen vinden het gewoon leuk om een plaatje te draaien. Die hogere kwaliteit is maar voor een uiterst klein deel van de markt en dat ze dan wat in hun handen hebben. Kijk hoeveel Crosley’s er worden verkocht. Dan heb je het niet over kwaliteit. 95 % van de mensen zit op Spotify en draaien mp3-tjes. Dus waar hebben we het over?

Hoe kom je aan al die apparatuur?

Jorg, mijn compagnon, heeft de hele wereld afgezocht. Hij ontwikkelt de business, is fan van vinyl en wars van nieuwe dingen. Hij koopt soms van die grote luidsprekers uit een theater in Berlijn. Hij krijgt dus veel aanbod van vintage items. We hebben beneden twee snijkamers. De een met een kopertafel en de andere met een lacquertafel. Die hebben we boven ook, maar boven staat een VMS70 die is ge-upgraded. De laatste tafels die ik heb kunnen kopen zijn een koper- en een lacquertafel uit een oude fabriek in Spanje. Later kreeg Jorg een tip dat er bij Hannover een 70 stond in een huis van iemand die bij de rundfunk werkte. Die hebben we ook opgehaald. We hebben wat reserve en in ieder geval drie werkende sets, maar voor de 80 uit Spanje moesten we een nieuwe versterker bouwen. Op de Scully gaan we in principe mono snijden. Hier en daar moeten we nog wat sleutelen aan die snijtafels.

Echt koper?

Zo’n snijplaat bestaat uit een roestvrijstalen drager en een koperlaag van 150 mu. De snijdiepte is namelijk maximaal 100 mu. Een massief koperen plaat, zou naast de kosten, niet vlak genoeg zijn. Dat is slecht voor de snijkop. In een lacquer kun je weer iets dieper snijden.

Rondleiding

Na dit gesprek met Ton Vermeulen verzorgt Rinus Hooning een rondleiding door de studio. Rinus is degene die operationeel bezig is in de studio. Hij maakt de opnames, doet de mastering, de mix, het snijden en uiteraard ook enig onderhoud. Hij is begonnen bij de EMI-studio’s in Heemstede. Best leuk, want ondergetekende woonde indertijd vrijwel naast die studio. Gemeenschappelijke kennissen en ervaringen uit de tijd van EMI en CBS passeerden dus de revue. Rinus werkte uiteraard samen met bekende artiesten. Denk even aan The Cats, BZN, George Baker, Focus, Maywood, Thijs van Leer en Pussycat. Hij stapte vervolgens over naar CBS en later Sony. Eenentwintig jaar geleden maakte Rinus deel uit van de ondernemingsraad en zag dingen aankomen. Sony verliet Nederland en Rinus heeft toen het vinyl opgepakt. Bij vinyl en het snijden daarvan ligt zijn hart. Rinus begeleidt de artiesten die voor een opname komen. Hij legt uit dat direct-to-disc voor de artiesten heel spannend is en het paradepaardje van de studio. Het signaal wordt meteen gesneden in de lacquer. Je kunt niet een stukje overdoen. Als er een foutje is, moet de hele opname opnieuw. Zelfs recentelijk voor Boudewijn de Groot, iemand met zeer veel ervaring, was dat even spannend. De plaat bepaalt wanneer de artiest mag gaan spelen. Er is een inloopje en dan gaat er een lampje branden dat staat voor ‘start muziek’. Dan zie je de artiesten naar de draaiende snijtafel kijken en dat is een spannend moment.

Jij bent ook wel bezig om mooie spullen te verzamelen?

Veel apparatuur is uit de jaren vijftig. De RCA is de bekende Motown-tafel. Deze komt uit Detroit. We hebben foto’s gezien waarbij Elvis en Johnny Cash erop leunen. De tafel heeft zes mono-inputs (die kun je dus per input pannen tussen links en rechts en daarom heeft die tafel ook twee meters). Via de Altec compressors gaan we naar de mono Scully snijtafel, als het mono moet zijn, via de Westrix snij-versterkers. Martijn den Duif heeft al die buizenapparatuur gerestaureerd. Met originele buizen, want die zijn we aan het sparen. We hebben ook een nieuwe buizentafel (de Tree Audio Roots console). Die ziet er vintage uit, dat kun je aan de knoppen zien, maar is nieuw gebouwd. Er zijn zestien microfoon-ingangen en je kunt dan volledig analoog naar de snijtafel. De tafel wordt als opname-console gebruikt. De kleur en het karakter worden aangevuld met wat de collectie RCA en Neumann microfoons toevoegen. Als kabels worden de geweldige exemplaren van Grimm Audio gebruikt. Dat is altijd goed. Een van de aandeelhouders heeft die vijftiger-jaren apparatuur hier neergezet met de vraag of we er iets mee zouden kunnen. We zijn wel zowat twee jaar bezig geweest met restaureren.

Koper, lacquers en snijkoppen?

We hebben een netwerk opgebouwd om aan snijkoppen en snijtafels te komen. Tien jaar geleden kon je snijtafels en koppen nog wel kopen voor een normale prijs. Nu vragen ze twee ton voor een snijtafel. Heb nu ongeveer zeven snijkoppen. Die stuur ik af en toe op voor revisie. Mensen als bijvoorbeeld John Davis kunnen die koppen nog restaureren, maar die generatie begint ook uit te sterven. We gaan eens kijken of we daar zelf iets mee kunnen. Met die koperen platen zijn we ook zelf bezig gegaan. Toen de kopertafel kwam moesten die platen in Duitsland worden gekocht. De prijs ging, zeker na de komst van de tweede kopertafel, steeds verder omhoog. In het bedrijf werkt de galvano-manager van Sony. Heb hem uitgedaagd om zo’n plaat zelf te maken. Hij is een jaar bezig geweest, maar we hebben nu onze eigen koperen platen. De kostprijs is dan aanzienlijk lager.  Door een brand, afgelopen 6 februari 2020 bij Apollo Masters in Banning (CA), liep de vinylindustrie wereldwijd een deuk op. Alle lacquers in de wereld komen uit Banning en uit Japan. MDC had al een productie die de vraag niet bij kon houden. Nu betrekken we de lacquers uit Japan, maar door de corona was dat ook even wat minder. In geval van nood kunnen we op koper snijden, maar dat geldt niet voor alles. Dance music gaat niet. Koper is stugger en je kunt er dus niet een dikke vette groef in snijden. We zijn nu bezig met een speciale beitel, waardoor dat misschien wel kan. Pop gaat heel goed op koper, maar dat moet je met een pianoconcert niet doen. Het hoog krijg je dan niet goed. Zo’n koperplaat kun je een aantal keren draaien, maar door corrosie neemt de kwaliteit snel af. Dat kun je weer vertragen door er haarlak op te spuiten. In Japan en Zwitserland zijn personen die zo’n snijtafel gewoon als platenspeler gebruiken. We hebben daar wel eens een bod op gedaan. Ze doen daar dan geen afstand van en dat is eigenlijk zonde. In Madrid hebben we apparatuur gekocht. Daar stond ook een Scully die beloofd was aan een museum in Madrid. Die staat daar nu, is echt volledig in operationele staat, maar er wordt uiteraard niets mee gedaan. Hetzelfde geldt voor Beeld & Geluid in Hilversum. Daar hebben ze ook een mooie snijkop, die ik gewoon wil hebben. Maar, af en toe komen we nog aan spullen. Er staan hier nog Studers, Telefunkens en een Scully recorder. De C37 kreeg ik voor niks, maar ik moest dan wel alle andere rommel meenemen. Maar, het was natuurlijk een werelddeal.

Snijden

Highlight van het bezoek aan de studio was dat Rinus een stukje muziek in een lacquer ging snijden. Het aanschouwen van dit allerheiligste ritueel in de analoge wereld, is de ultieme adrenaline-verhogende thrill-ride, waar het toerental van een echte vinyl-fan aanzienlijk door stijgt.

Reacties (0)