Zonder stabiele basis is er geen smart home. We kijken naar een optimale infrastructuur met routers, ethernetkabels, powerline-adapters en WiFi.
We hebben in het afgelopen jaar al eens uitgebreid stilgestaan bij enkele onderdelen van de infrastructuur van een smart home, waaronder het gebruik van wifi-repeaters en routers en modems voor je smart home. In dit artikel pakken we de volledige basis van het slimme huis mee.
De basis van ieder smart home
De basis van ieder smart home is een goede infrastructuur. Deze infrastructuur maakt communicatie tussen de apparaten in je slimme huis mogelijk en zorgt ervoor dat deze apparaten met de buitenwereld kunnen communiceren. Daar heb je dus een goed netwerk voor nodig: de links tussen alle apparaten en je modem of router.
Inventariseren
De eerste stap die je onderneemt is inschatten hoe je je smart home wilt gaan inrichten. Welke apparaten wil je gaan aansluiten, waar komen die te staan en wat is de status van het netwerk dat er al ligt? Op deze manier kun je inschatten hoeveel druk je op je netwerk gaat leggen en hoe je daarop in kunt spelen met mogelijke verbeteringen. Kijk daarbij goed naar de toekomst waarin steeds meer apparatuur slim wordt, steeds meer mensen met slimme en mobiele apparaten rondlopen en de infrastructuur optimaal moet zijn.
De router
Een van de belangrijkste apparaten binnen je netwerk is de router. Op dit apparaat komt de internetverbinding binnen waarna deze verspreid wordt. De router kijkt naar de apparaten die eraan gekoppeld zijn en optimaliseert het signaal voor alle apparaten. In de afgelopen jaren zijn routers steeds sneller geworden; niet alleen qua doorvoersnelheid, maar ook qua processorkracht. Deze processorkracht maakt het mogelijk steeds meer apparaten te voorzien van een optimale internetverbinding. De router is de toegangspoort en moet alle verbindingen aankunnen, met een stabiel en snel signaal.
Zorg ervoor dat je een router van goede kwaliteit aanschaft, dus met een gebruiksvriendelijke interface, een krachtige processor en voldoende verbindingsmogelijkheden. Goede merken zijn onder meer LinkSys, Ubiquiti, Sitecom, TP-Link en Netgear. Gebruik je een router van KPN, Ziggo of een andere provider? Het is altijd verstandig zelf een router van een A-merk aan te schaffen. Deze zijn sneller, veiliger, bieden meer instelmogelijkheden, enzovoorts. Daarbij hoef je bij het wisselen van provider niet alles opnieuw in te stellen. Let erop dat ze minstens wifi 6 of wifi 6e ondersteunen, aangezien dat nieuwe standaarden zijn. Aan wifi 7 wordt ondertussen al gewerkt. En niet, de kans is aanwezig dat je nog geen producten gebruikt die wifi 6 ondersteunen, maar zo ben je wel klaar voor de toekomst en het kost je nauwelijks extra geld.
Waar voor velen de eerstvolgende stap de wifi-verbinding zou zijn is het eigenlijk de ethernetkabel, oftewel de utp-kabel. Alle apparatuur die altijd met het internet verbonden moet zijn en waarvoor je een stabiele en snelle verbinding vereist moet eigenlijk middels een kabel verbonden worden. De ethernetkabel is nog altijd de beste manier om je smart home-apparatuur (waaronder ook je computers) te verbinden met het internet en je thuisnetwerk. Niet alleen omdat die sneller is maar ook omdat dit veiliger is en je de drukte op het wifi-netwerk ermee ontwijkt.
Nu is het vaak nogal lastig om alle apparaten in huis met een ethernetkabel te verbinden. Er liggen in veel bestaande huizen geen ethernetkabels in de muren of ze komen niet in elke kamer de muur uit. Toch is het verstandig om waar mogelijk ethernetkabels te trekken, zeker wanneer je een huis gaat bouwen. Zorg ervoor dat elke kamer voorzien is van een aansluitpunt en – beter nog – zorg dat de inventarisatie die je eerst gemaakt hebt zo compleet mogelijk is zodat je de aansluitingen al op specifieke punten kunt leggen. Denk hierbij aan camera’s bijvoorbeeld. Deze kun je tegenwoordig zelfs van stroom voorzien via een ethernetkabel.
Smart Living Project: zo richten we het draadloze en bekabelde thuisnetwerk in
Een switch
Nu zul je er misschien achter komen dat je te weinig ethernetpoorten op je router hebt zitten. Daarvoor zijn ook oplossingen te vinden, bijvoorbeeld in de vorm van een switch. Deze switch gedraagt zich als een soort verdeler van het signaal en maakt het mogelijk, afhankelijk van het apparaat, tientallen extra ethernetkabels aan te sluiten. Er zijn ook POE-switches. Dit staat voor Power Over Ethernet. Als je smart home-apparaten hebt die dit ondersteunen, bijvoorbeeld een camera, dan kun je deze puur middels een ethernetkabel aansluiten. Een aparte aansluiting op het lichtnet is dan niet nodig.
Andere opties
De ethernetkabel biedt de hoogste bandbreedte en is de beste optie, maar als dit niet mogelijk is dan zijn er ook andere opties voordat je naar wifi kijkt. Zo is een powerline-adapter een interessante oplossing. Deze werkt middels je lichtnet en maakt het dus mogelijk om internetsignalen via je stopcontact naar een andere ruimte te krijgen. Hang zo’n adapter bij je router aan het stopcontact en verbind beiden met een ethernetkabel. Hang vervolgens een adapter in de gewenste kamer en hier kun je ook weer een ethernetkabel op aansluiten om apparatuur mee te verbinden. Houd er rekening mee dat dergelijke producten de internetsnelheid vaak halveren; als dat niet erg is, kan dit een prima oplossing zijn.
Een andere mogelijkheid is het gebruik van coax-kabels, welke er mogelijk al liggen. Het voordeel van coax ten opzichte van een powerline-adapter is dat het tweerichtingsverkeer mogelijk maakt, tegelijkertijd een signaal heen en een signaal terug. Het is wel een oplossing waarbij je direct van beginpunt (aansluiting) naar eindpunt (aansluiting) moet gaan. Twee bekende merken voor internet via coax zijn Echobox en Hirschmann Moka.
De beste wifi-verbinding in de tuin: zo krijg je het voor elkaar
Wifi en wifi-repeaters
Als je de eerste stappen gevolgd hebt en dus de belangrijkste apparaten voorzien hebt van een stabiele en snelle verbinding middels een kabel, dan kun je gaan kijken naar je wifi-netwerk. Je wifi-netwerk is een must, je hebt het nodig, maar het is belangrijk de druk hierop zo laag mogelijk te houden. Dit is met een reden: stel dat je drie apparaten aanzet die muziek en/of video streamen, dan zit een wifi-netwerk vaak al tegen zijn max aan. En met de komst van steeds meer mobiele apparaten en accessoires die met wifi werken, moet je het draadloze netwerk actief gaan managen. Daarbij – niet geheel onbelangrijk – biedt wifi ook geen tweerichtingsverkeer zoals een ethernetkabel dat wel biedt, en heeft dus een tragere reactietijd. Je kunt informatie verzenden maar ontvangen kan niet tegelijkertijd.
Allereerst kijk je naar de dekking in je huis. Heb je overal in huis voldoende bereik op je mobiele apparaten? En kunnen de in de hoek weggestopte smart home-accessoires ook nog over voldoende bereik beschikken (als ze geen bekabelde verbinding hebben)? Middels wifi-repeaters herhaal je simpel gezegd het signaal van je router in een ruimte waarin het signaal wat zwakker is. Op deze manier zorg je voor voldoende bereik in je hele huis. Roaming is hierbij een belangrijk woord; steeds meer fabrikanten van routers bieden access points en repeaters aan waarmee je hetzelfde netwerk (SSID) gebruikt door het hele huis en je naadloos tussen deze access points kunt schakelen. Zie het als een mobiel netwerk; je schakelt met je telefoon buitenshuis naadloos over van de ene zendmast naar de andere en je hebt overal prima bereik. Ook binnen je huis is dit ‘roamen’ dus mogelijk.
Zorg er vervolgens voor dat je instelt of je netwerk 2.4 GHz, 5 GHz of beiden accepteert. Heb je apparaten die nog geen 5 GHz ondersteunen, dan moet je sowieso (ook) 2.4 GHz inschakelen. De 5 GHz verbinding wordt over het algemeen minder gebruikt, waardoor je mogelijk hiermee ook een betere verbinding zult ervaren. Ook is het zo dat er bij 2.4 GHz maar drie overlappende kanalen zijn; kanaal 1, 6 en 11. Dit is bij 5 GHz veel meer, namelijk 23 (afhankelijk van je apparaat). Hierdoor zal dit beter werken in combinatie met andere netwerken. Bij een 5 GHz netwerk is de kans kleiner dat het te maken krijgt met interferenties, omdat de meeste draadloze apparaten zoals bluetoothapparaten, draadloze telefoons, magnetrons en computers de 2.4 GHz band gebruiken. Maar, 5 GHz heeft weer als nadeel dat het signaal lastiger door muren gaat; het bereik is minder maar de stabiliteit en snelheid liggen wat hoger. Overigens is het wel verstandig om – als het mogelijk is – je 2.4 GHz netwerk te scheiden van je 5 GHz netwerk. 2.4GHz wordt met name door ‘eenvoudige’ producten zoals smart home-producten gebruikt, terwijl smartphones, laptops en tablets prima met 5GHz overweg kunnen. Door deze te scheiden voorkom je problemen met de WiFi-verbinding.
De volgende stap is het zoeken naar de meest geschikte (minst drukke) kanalen. Wifi-routers en accesspoints geven je de mogelijkheid om verschillende kanalen in de beheerinterface in te stellen. Vaak staat kanaal 1 of 6 standaard ingeschakeld. Als zich veel routers (netwerken) in de buurt bevinden is het aan te raden zelf het standaardkanaal al aan te passen, bijvoorbeeld naar 3, 8, 11 of 13. Omdat kanalen overlappend werken, is het verstandig minimaal 1 kanaal ruimte tussen andere kanalen in de buurt laten. Er zijn diverse tools beschikbaar waarmee je naar de beste kanalen kunt zoeken, waaronder Vistumbler (Windows), wifi Analyzer (Android) en Network Analyzer (iOS).
Een gemiddelde router kan zo’n 30 apparaten op het draadloze netwerk aan. Dit zijn dan apparaten die niet teveel van de router vragen, geen continue videostream bijvoorbeeld. Zoals hierboven al aangegeven zie je dat de router (het netwerk) het zwaar krijgt als je vol gaat streamen met drie of meer apparaten. Het netwerk raakt dan verzadigd. Het is dus verstandig om goed te kijken welke apparaten wel en niet draadloos gekoppeld worden en je kunt zelfs met diverse tools, waaronder Wi-Spy en Channelizer, analyseren hoe het je netwerk op een bepaald moment vergaat. Met deze analyse kun je ook weer verder door te zoeken naar een oplossing om de stabiliteit te vergroten. Hou dus volledige controle over je draadloze netwerk. Weet welke apparaten er verbinding mee maken, wat deze apparaten vragen, hoe je netwerk presteert en waar de knelpunten liggen.
En dan is er nog een puntje wat betreft wifi. Op dit moment zijn er twee belangrijke protocollen voor de communicatie van en tussen smart home-apparaten; ZigBee en Z-Wave. ZigBee is een standaard die op de 2.4GHz-bandbreedte werkt en te vinden is rond kanaal 1. Als je meerdere ZigBee-apparaten in je netwerk hebt staan dan zie je, bijvoorbeeld met de hierboven genoemde tool, dat het netwerk al vrij actief is. Ook dit is dus een onderdeel om rekening mee te houden, maar wil je meer weten over deze smart home-standaarden dan kun je terecht in ons artikel over smart home protocollen.
Verder heb je ook nog te maken met zogenoemde meshnetwerken. Wanneer je gebruikmaakt van een meshnetwerk, zet je op verschillende plekken in huis een access point neer. Deze maakt verbinding met andere access points in huis, waardoor een solide netwerk ontstaat, waardoor apparaten in huis altijd – op z’n minst – een stabiele internetverbinding hebben. De snelheid wordt niet gehalveerd, zoals bij powerline-adapters wel het geval kan zijn. Maar je moet wel opletten dat je een goed model koopt, want het ene netwerk is het andere netwerk niet. Check dus even goed het abonnement dat je bij je provider hebt en welke internetsnelheden daarbij horen en zoek er een goed meshnetwerk bij uit die minimaal de beoogde snelheid doorstuurt.
Wifi-repeater of toch een meshnetwerk: welke is beter?
Conclusie
Middels bovenstaande tips en stappen kun je een goede en stabiele basis voor je smart home realiseren. Zorg ervoor dat je van te voren inschat wat je nodig gaat hebben en ga vervolgens op zoek naar het beste netwerk, van bekabelde verbindingen middels ethernet tot een wifi-netwerk voor apparaten die draadloos moeten communiceren. Op deze manier is je smart home ook voor toekomst voorzien van een perfecte basis.
Meer tips en adviezen lees je in onze tips-sectie. Heb je vragen? Neem dan een kijkje in onze vraagbaak.
Reacties (1)