Projectieschermen: alles wat je moet weten over een projectiescherm voor je beamer of projector

02 december 2020 + 10 minuten 0 Reacties
projectiescherm shutterstock

Voor het beste resultaat moet je een projector altijd gebruiken op een goed projectieoppervlak. Een vlakke, witte muur is een prima eerste stap, maar een projectiescherm levert betere resultaten. Zeker nu Ultra Short Throw-projectoren populairder worden, is de correcte keuze van het projectiedoek en de opstelling van groot belang. 

Het belang van een projectiescherm

Het oppervlak waarop je projecteert heeft behoorlijk wat invloed op het beeld. In de eerste plaats wil je natuurlijk een kleurneutraal oppervlak. Voor de nieuwe generaties Ultra Short Throw projectoren wil je een perfect vlak oppervlak. En om het maximum te halen uit je 4K-projector mag het projectieoppervlak niet te ruw zijn. Wie bij veel omgevingslicht kijkt, overweegt best ook een ALR-scherm (Ambient Light Rejection). Een zwart of donker kader rond het beeld geeft een iets betere contrastperceptie, en het absorbeert strooilicht van de projector dat anders rond het beeld zichtbaar is. Dat laatste is niet bij elke projector van even groot belang, maar het komt genoeg voor om er rekening mee te houden.

De eenvoudigste oplossing?

Er zijn natuurlijk een aantal eenvoudige en goedkope oplossingen. Je kunt op een gekleurde muur projecteren. Maar afhankelijk van hoe ver die kleur afwijkt van neutraal wit, tint dat uiteraard het beeld. Dat is zichtbaar, maar niet dramatisch als je een crème witte (RAL9001) muur hebt, maar zelfs op een ivoorwitte (RAL 1014) muur zal het effect toch al vrij sterk zijn, laat staan op echt gekleurde muren.

Bovenstaand beeld (door Anna Shvets via Pexels) is een simulatie maar het geeft een goede indruk van het effect. Sommige projectoren kunnen het beeld daarvoor compenseren, maar dat blijft altijd maar een benadering. Wil je echt bioscoopbeeld, dan is dat geen optie.

Je kunt aan de slag gaan met speciale projectieschermverf, op voorwaarde dat de muur voldoende glad en effen is. Is dat niet het geval, dan moet je eigenlijk eerst nog pleisterwerk verrichten. Gaat het om wat kleine oneffenheden, dan kan dat nog wel, maar zodra je grote correcties moet maken wordt dat al snel onpraktisch, tenzij je een doorwinterde doe-het-zelver bent.

De beste en meest flexibele oplossing is een projectiescherm. Je hebt een uitgebreide keuze van opstellingen, én van types doek. Zo is er altijd wel een oplossing die in jouw opstelling ideaal is.

projector-plaatsen
Lees ook

De ideale projector ophangen of plaatsen: dit moet je weten

Een vast scherm?

Heb je een kamer die enkel als thuisbioscoop dient of stoort de aanwezigheid van het scherm je niet, dan kan je kiezen voor een vast kader. Zo een kader is vaak maar enkele cm diep, waardoor het toch gedeeltelijk in het interieur verdwijnt.

Indien gewenst kan je zelfs een versie kiezen zonder zwart kader. Het doek loopt dan om het kader naar achter voor een perfecte afwerking. Het scherm verdwijnt dan nog meer in je interieur, maar projectorplaatsing is dan zeer belangrijk. Je hebt immers geen zwarte rand meer die kleine plaatsingsfouten verbergt.

Of toch maar een oprolbaar?

Verberg je het scherm liever wanneer je geen film kijkt, dan kies je voor een oprolbaar scherm. Maar ook dan heb je nog heel wat verschillende opties. Hang je het scherm aan de muur? Of aan het plafond? Of wil je het scherm inbouwen in je plafond? Bij sommige fabrikanten kan je zelfs de kleur van de behuizing kiezen.

Al die varianten zijn vaak ook nog beschikbaar in een gemotoriseerde versie. Het scherm uitrollen kan met een schakelaar of met een afstandsbediening. Beschikt je projector over een 12 V-trigger uitgang, dan kan die het scherm aansturen. Zodra je de projector aanschakelt rolt het scherm vanzelf uit.

Daarnaast moet je ook rekening houden met de vereisten van je projector. Ultra Short Throw projectoren hebben absoluut een perfect vlak oppervlak nodig omdat zelfs de kleinste oneffenheid of rimpel zich vertaalt in duidelijke beeldfouten. Als je een oprolbaar scherm wilt, kies je dan best voor een tab-tensioned (opgespannen) scherm. Een kabel loopt dan door de kleine tabs aan de parabolische zijkant van het scherm. Samen met het gewicht van de onderste balk houdt dat het scherm mooi opgespannen.

Op bezoek bij Projecta

Om de effecten van verschillende schermdoeken te kunnen zien gingen we op bezoek bij Projecta in Weert. Deze Nederlandse fabrikant maakt al sinds 1952 projectieschermen. Ondertussen is Projecta een onderdeel van Legrand AV, samen met een ander bekende merk in de schermwereld, Da-Lite.

Projecta-screentypes

Een schermdoek kiezen: de juiste ‘screen gain’

Schermdoek is beschikbaar in talloze varianten. Verschillende factoren bepalen wat de ideale keuze is, maar een van de belangrijkste factoren is de ‘screen gain’. Elk type doek heeft een eigen ‘screen gain’, een factor die bepaalt hoeveel licht het scherm terug kaatst naar de kijkers.

  • Neutraal wit schermdoek heeft een gain van 1.0.
  • Schermen met een gain lager dan 1.0 absorberen een deel van het projectorlicht en verbeteren zo de zwartweergave en daardoor de contrastperceptie. Dergelijke schermen zijn licht tot donkergrijs (afhankelijk van hoe laag de gain is). Ze helpen ook bij beperkt omgevingslicht omdat het donkere scherm niet alleen projectorlicht maar ook het omgevingslicht absorbeert.
  • Schermen met een gain hoger dan 1.0 reflecteren meer licht naar de kijkers. Dat is uiteraard uitstekend wanneer je projector niet erg veel licht genereert. Uiteraard kan een scherm zelf geen licht produceren. Een high gain scherm werkt omdat het het invallend projectorlicht gericht bundelt naar de kijker. Zo een scherm heeft vaak een wat kleinere kijkhoek (uiteraard afhankelijk van hoe hoog de gain is).

Hou bij de keuze van je doek rekening met de volgende factoren:

  • High gain schermen verbeteren de lichtopbrengst, ze zijn ideaal voor de zakelijke omgeving waar je vooral het omgevingslicht moet overwinnen en contrast minder belangrijk is. Maar kijk je vooral sport, dan is het misschien ook een goede keuze thuis.
  • Low gain schermen verbeteren de zwartweergave en enigszins het contrast. Ze zijn een goede keuze wanneer je gedeeltelijk kan verduisteren, en je projector voldoende licht geeft.
  • Hou er rekening mee dat de horizontale kijkhoek vaak afhangt van de gain. Lagere gains hebben een brede kijkhoek, hogere gains een smallere kijkhoek.
  • Neutrale schermen zijn een goede, veilige keuze. Door te kiezen voor een licht hogere gain (1,1) of lagere gain (0,9) kan je toch nog bepaalde accenten leggen.

Dit zijn echter maar richtlijnen. De eigenschappen van verschillende schermmaterialen moet je in de specificaties zoeken. Om er zeker van te zijn dat je de juiste keuze maakt, laat je je best begeleiden door een productspecialist.

Andere schermdoek eigenschappen

Screen gain is niet de enige bepalende factor voor het schermdoek. Er zijn ook andere zaken waar je op kan of moet letten.

  • Structuur: Nu we ook in 4K projecteren mag je doek niet te ruw zijn. Even uitrekenen leert dat een pixel van een 4K-beeld op een 100 inch scherm maximaal 0,58 mm breed is. Als de structuur van je schermdoek te ruw is dan wordt het fijnste detail mogelijk moeilijker zichtbaar. Wil je 4K projecteren, kies dan een doek dat daar voor geschikt is, zoals Projecta HD Progressive.
  • Akoestisch transparant doek. Wil je de voorste luidsprekers uit het zicht zetten, achter het schermdoek? Dan moet je voor dit soort doek kiezen, de kleine perforaties laten het geluid door.
  • Ultra Short Throw: omdat UST projectoren hun licht onder een zeer extreme hoek naar het scherm sturen, moet je ook nagaan of het doektype dat je wenst wel geschikt is voor UST-projectie.

Ambient Light Rejection (ALR)

Ook in de woonkamer willen we het voordeel van een groot projectiescherm. Maar de woonkamer is natuurlijk geen donkere bioscoopzaal, en verduisteren is, zeker overdag, niet altijd mogelijk. In zo’n geval kan een ALR-scherm de uitkomst zijn. Deze schermen reflecteren het invallend licht van de projector, maar blokkeren met behulp van een fijne zaagtandstructuur het licht dat van boven op het scherm invalt.

De impact van een ALR-scherm is groot, iets wat we tijdens ons bezoek gemakkelijk konden vaststellen. Het verschil bij verduistering is niet zichtbaar, maar zodra je de lichten aanknipt, wordt onmiddellijk duidelijk welk van beide doeken ALR is. Hou er ook rekening mee dat een ALR-doek voor een long throw projector anders is dan voor Ultra Short Throw projector.

Hoe groot wil ik mijn scherm?

De afmeting van je scherm kies je in functie van drie factoren:

  • De kijkafstand
  • De lichtopbrengst van de projector
  • Of je kan verduisteren of niet

Een projector haal je in huis omdat je groot beeld wilt. We gaan er daarom van uit dat je toch minimaal op 80 inch schermdiagonaal mikt (1,78 m breed, 1 m hoog), en liefst zelfs op 100 inch (2,2 m breed, 1,25m hoog). Dat is substantieel groter dan een doorsnee televisie. De reden is eenvoudig, voor een echte bioscoopervaring moet het beeld een groot deel van je zichtveld vullen. Daarnaast zijn er ook richtlijnen van THX en SMPTE die stellen dat het beeld minimaal 36° (THX) en 30° (SMPTE) van je gezichtsveld moet vullen. Concreet betekent dat het volgende:

  • Minimale schermdiagonaal ( in cm) = kijkafstand (in cm) gedeeld door 1,6 (voor 30° gezichtsveld)
  • Maximale schermdiagonaal (in cm) = kijkafstand (in cm) gedeeld door 1,2. (voor 40° gezichtsveld)
  • Zelf gebruiken we vaak als ideale maat: schermbreedte (in cm) = kijkafstand (in cm) gedeeld door 1,5. Dat komt neer op ongeveer 37° gezichtsveld.

Daarnaast bepalen ook de lichtopbrengst van je projector en de kijkomstandigheden hoe groot je scherm mag zijn. De lichtopbrengst van de projector wordt immers uitgesmeerd over het volledige scherm. Hoe groter het scherm, hoe dimmer het beeld. En uiteraard moet je daarbij rekening houden met het omgevingslicht waarmee de projector moet concurreren. Ook hiervoor zijn richtlijnen van THX en SMPTE. Bij volledige verduistering ligt de lat voor schermhelderheid (wit) op 16 fL (55 cd/m²). Bij matig omgevingslicht mik je beter op 32 fL (110 cd/m2) en bij veel omgevingslicht op 48 fL (165 cd/m²). In de onderstaande tabel vind je rechts het schermformaat (diagonaal in inches), en vervolgens drie kolommen met de vereiste lumenoutput van de projector voor deze drie kijkomstandigheden.

Schermdiagonaal (inch) Bij verduistering (Lumen) Bij matig omgevingslicht (Lumen) Bij veel omgevingslicht (Lumen)
70 233 465 699
80 304 608 912
90 385 769 1155
100 475 950 1425
110 574 1149 1722
120 684 1367 2052
130 802 1605 2406
140 931 1861 2793

Deze cijfers gaan uit van een scherm met gain 1. Heeft je scherm een lagere of hogere gain, dan deel je het getal uit de tabel door je scherm gain om de vereiste lumenoutput van je projector te kennen.

scene_02_wh
Lees ook

Een projector of beamer kopen: de technische basiskennis

Tips voor montage en gebruik

  • Hou er rekening mee dat een scherm echt wel waterpas moet hangen. Wanneer je scherm lichtjes scheef hangt, kan dat rimpels veroorzaken. Hoe snel dat zichtbaar is, hangt uiteraard af van model tot model. Maak indien mogelijk gebruik van een kruislijnlaser.
  • Vermits een scherm gemakkelijk twee meter breed is, is ophangen toch iets lastiger dan een doorsnee tv-beugel. Het kan ook flink wat wegen, zeker de elektrische versies, dus voorzie hulp!
  • Een gloednieuw scherm heeft een vrij duidelijke ‘nieuw geur’. Na enkele dagen tot een week uithangen moet dat verdwijnen. Projecta wijst er op dat hun schermen Greenguard en Greenguard Gold compliant zijn, en deze geur dus absoluut niet schadelijk is.
  • Reinig je scherm met een droge schone doek. Zit er echt vuil op het doek dan is er via Legrand een reinigingsmiddel beschikbaar op basis van een alcoholoplossing. Een vinyl projectiescherm is een delicaat product en dien je met zorg te behandelen.

Reacties (0)