Review: Spectral DMA-250S3 – Value for money

22 december 2021 + 10 minuten 0 Reacties
Spectral DMA-250S3_910
FWD award

Spectral heeft twee referentie voorversterkers in het programma. De Spectral DMC-30SC en de net uitgekomen Spectral DMC-30SV series 2. Van de nieuwe eindversterkers wordt de in verhouding betaalbare DMA-250S3 in deze review besproken. Spectral is een hightech bedrijf dat nog steeds zelfstandig is, terughoudend in marketing en de focus vooral bij de weergave van muziek heeft. Dat is een ander verhaal dan de huidige consolidatie in audioland, waarbij merken worden opgeslokt door investeerders.

Spectral kwam in 1977 met het eerste product, de MS-ONE voorversterker. In de jaren tachtig met vervolgens de DMC-10 en de DMA-100 eindversterker. In de jaren negentig kreeg het bedrijf brede wereldwijde erkenning en exposure. In de beleving van ondergetekende introduceerde Spectral een heel nieuw concept van systeembouw en een nieuwe manier van luisteren. Iets dat vrijwel niet eerder was vertoond. Een belangrijk uitgangspunt bij Spectral is dat een audiosysteem een samenhangend geheel is. Voorversterkers, eindversterkers, converters en loopwerken moeten in samenhang worden ontworpen en ook de kabels maken onderdeel uit van die samenhang. Nou zal elke fabrikant roepen dat hun voor- en eindversterkers goed bij elkaar passen. Soms is dat waar, maar soms ook niet. Veel fabrikanten kunnen goede eindversterkers ontwerpen, maar als de zogenaamd bijpassende voorversterker aangesloten wordt, dan wordt de hele performance omlaag getrokken. Hetzelfde geldt voor de match met kabels. Een kabel dient te matchen met een set en moet daar dus specifiek voor zijn ontworpen. Daarom zijn kabeltesten over het algemeen onzinnig. Vooral als er tien kabels in hetzelfde setje worden vergeleken.

Vanuit het idee van “samenhang” startte Spectral een samenwerking met MIT. Ruim 30 jaar geleden zorgde Avalon, een fabrikant van luidsprekers en opgericht door Charles Hansen, ook voor een nieuwe benadering in geluid. Hoewel er door de geschiedenis heen altijd luidsprekers zijn gebouwd die dichter in de buurt van realisme en neutraliteit kwamen, kenmerken de jaren zestig, zeventig en tachtig zich door eindeloze reeksen weergevers die niet echt in staat waren tot een realistisch en neutraal geluidsbeeld. Het verklaart misschien de populariteit van de bekende QUAD elektrostaat. Gebaseerd op een principe dat ontwikkeld werd voor General Electric en een patent kreeg in 1934, werd daar door Peter Walker een eigen drieweg-versie van gemaakt. Objectief gezien was de QUAD niet volmaakt, maar het allergrootste voordeel was dat deze luidspreker snel, neutraal en realistisch klonk. De weergave kwam op een aantal aspecten behoorlijk in de buurt van hoe muziek echt klinkt. QUAD gaf dan ook aan dat het een luidspreker is voor echte muziekliefhebbers. Die hebben, net als musici en studio engineers, een goed concept over hoe muziek in werkelijkheid klinkt. Het nieuwe van Avalon was dat er indertijd een dynamisch systeem op de markt kwam dat beschikte over die neutraliteit en het gewenste realisme. Ten opzichte van de QUAD werd daar een snelle en neutrale laagweergave aan toegevoegd en enorme dynamische vermogens. Avalon vormde dan ook een goede match met Spectral en MIT en vanaf het einde van de jaren negentig werd deze drie-eenheid een soort basis, waar veel high-end dealers jarenlang zaken mee deden. Avalon zette een heel nieuwe ontwikkeling in, die later een vervolg kreeg bij hightech bedrijven als onder andere YG Acoustics, Magico, ATC, Grimm en Steinway Lyngdorf. Voor het gemiddelde hifi-publiek  waren (en zijn) deze ontwikkelingen schokkend. Gewend aan veel kleurende producten uit de mid-fi van de afgelopen decennia en concepten dat analoog, luidsprekers en buizen ‘warm’ klinken, werd men opeens veel meer geconfronteerd met realiteitsweergave.

Silicon Valley

De producten van Spectral zijn beter te begrijpen als je weet dat het ontstaan van het bedrijf samenvalt met de opkomst van Silicon Valley. Men kon beschikken over technici die werkten voor de NASA, the military en de audio-industrie. Daarnaast waren deze personen reviewers en betrokken bij de ontwikkeling van de high-end, die vanaf halverwege de jaren zeventig inzette. Niet onbelangrijk is dat het bedrijf een innige relatie heeft met Reference Recordings. Sound engineer Keith O.Johnson is ook Spectral’s Director of Engineering. Reference Recordings gebruikt custom gebouwde apparatuur van Spectral voor de opnames en nabewerking. De mastertapes van RR zijn een basis om de Spectral elektronica te ontwikkelen. Spectral is ook een klein en volledig onafhankelijk bedrijf. Het aantal reviews over Spectral is beperkt. Het bedrijf is niet bovenmatig bezig om de aandacht op zich te vestigen. Het is geen marketing-driven organisatie, opgejut door aandeelhouders die het verschil niet weten tussen Bach en BZN en uitsluitend kijken naar rendement. Spectral komt dan ook niet elk kwartaal met nieuwe modellen versterkers en converters. Vanuit het bovenstaande heb je dan alles bij elkaar om sublieme producten te maken. Kennis van technologie, kennis van audio, een basis in de muziek en opnametechniek, een zelfstandige bedrijfsvorm en het belangrijke concept dat een audiosysteem geïntegreerd is en als zodanig ontworpen moet worden.

Spectral wil vooral een objectiever referentie bouwen om muziek te kunnen beoordelen. Daarnaast heeft Spectral een duidelijke visie op de high-end markt, overeenkomend met het standpunt van deze auteur. High-end heeft momenteel vaak minder te maken met geluidskwaliteit, maar meer met de zogenaamde ‘conspicuous consumption’ zoals Thorstein Veblen zo mooi heeft beschreven in zijn boek. Hij geeft aan dat veel luxe goederen gekocht worden om boven anderen uit te steken en minder vanuit de primaire functionaliteit van die producten. Je ziet dat in de automarkt, de haute horlogerie en de high-end. Veel van die dure producten zijn, los van de uitzonderingen, niet beter dan goed ontworpen mid-fi. Maar, het is bekend uit de marketingtheorie dat het een onuitroeibaar denkbeeld is, dat iets dat duurder is, beter is. In de high-end is dat soms waar, maar vaak ook niet. Maar, het gaat bij deze doelgroep niet eens over ‘beter’, maar voornamelijk ‘to show off’. Spectral wil niet meedoen aan die ratrace naar steeds duurdere componenten. Hoewel Spectral producten zeker in Europa niet behoren tot de meest voordelige, gaat het bij de 250S3 en de 30SC niet om heel exorbitante prijzen. Maar, uitgaande van de geluidskwaliteit, kan Spectral veel hoger geprijsde audio vaak het nakijken geven.

Spectral DMA-250S3

Deze stereo eindversterker is gebaseerd op de DMA-280 en past ook de SHHA G2-techniek toe. De prestaties zijn dus state-of-the-art, maar voor een aanzienlijk lagere aanschafprijs. Simpel gezegd is de SHHA G2 een driver module die de eindtransistoren aanstuurt. Meestal bestaat zo’n stukje elektronica uit enkele buizen, voor de versterking en fase-draaiing, of een aantal transistoren en/of opamps. Spectral gebruikt voor de versterkende elementen de allerbeste JFET surface mount transistoren, die heel dicht naast elkaar zijn gemonteerd in de module. Dat geeft hele korte signaalwegen, thermische stabiliteit en een beter dynamisch gedrag. Deze constructie maakt ook dat elektrostatische en magnetische invloeden, die vaak afkomstig zijn van bekabeling, geminimaliseerd worden. De SHHA G2 stuurt vervolgens de MOSFET endstage aan. Zo’n configuratie bestaat doorgaans uit veel eindtransistoren die parallel geschakeld zijn. Dat is ook in de DMA-250, maar elke eindtransistor heeft een eigen voedingswikkeling in de transformator en storage capacitor. Dat geeft een optimale scheiding, waardoor eindtransistoren geen (storende) invloed ondervinden van elkaar en ook vrijwel immuun zijn voor elektromagnetische en statische velden. Het hele ontwerp van Spectral elektronica is gebaseerd op het minimaliseren van alle mogelijke storing en interferentie die zich wil mengen met het audiosignaal. Zelfs de elektronica die foutcondities registreert en de versterker dan kan uitschakelen is optisch en thermisch gekoppeld aan de signaalvoerende schakelingen, maar nooit direct. Sommige eindversterkers hebben veel beveiligingselektronica aan boord. Die is direct gekoppeld aan de signaalweg en haalt vaak allerlei storingen naar binnen. Spectral elektronica is ook breedbandig. De DMA-250 tikt -3dB af op 1.8 MHz. Het idee daarachter is, kort door de bocht, dat het audiosysteem zonder vervorming moet kunnen functioneren. Dat betekent onder andere dat binnen het in gebruik zijnde frequentiespectrum (5-20.000 Hz), het signaal bij elke frequentie met dezelfde hoeveelheid tijd moet worden vertraagd. Als dat niet gebeurt, is er sprake van fase-vervorming. In de optiek van Spectral is het eenvoudiger om een gelijke vertraging voor elkaar te krijgen als de bandbreedte van de versterker heel groot is. Dan weet je zeker dat het onderste stukje tot pakweg 20.000 Hz fase-zuiver is. De fase-fout (tijdvertraging) kan theoretisch gezien weken of maanden zijn. Dat gebeurt als er een opname wordt gemaakt en deze bijvoorbeeld twee maanden later wordt afgespeeld. Voor alle af te spelen frequenties is de tijdvertraging dan twee maanden. Als dat niet zo is, gebeuren er natuurlijk gekke dingen. De versterker levert voor elk kanaal 200 Watt (8 Ohm), 300 Watt (4 Ohm) of 570 Watt (2 Ohm).

Spectral DMC-30SC Reference

De DMC-30SC en de DMC-30SV zijn de opvolgers van de 30SS. De nieuw uitgekomen DMC-30SV series 2 is de opvolger van de DMC-30SV. De DMC-30SV en de DMC-30SV S2 zijn  volledig gebalanceerd (de elektronica zelf) uitgevoerd en hebben dan ook, naast RCA aansluitingen, XLR in- en uitgangen. De 30SC heeft single ended elektronica, heeft wel XLR-aansluitingen, maar die worden niet gebruikt. Er zijn dus twee SHHA G3 modulen aan boord in plaats van vier stuks (SV).Volgens Spectral levert de SC-versie een gelijke prestatie als de SV, maar tegen een aantrekkelijker prijs en is bedoeld voor consumenten die de balanced-mogelijkheden niet nodig hebben. Er is altijd een werkelijk sublieme match te maken tussen een Spectral voorversterker en een buizen-eindversterker. Veel buizenversterkers zijn single ended. Het is overigens geen goed idee om een Spectral eindversterker aan te sturen met niet-Spectral voorversterkers. De SC en SV hebben ten opzichte van de vroegere generaties voorversterkers een aantal nieuwe technieken aan boord. De belangrijkste zijn dat Spectral eigen dual JFET transistoren heeft laten ontwikkelen. Deze FETs hebben minder thermische vervorming en zijn ultra-snel. Volgens Spectral geeft dat een hogere resolutie, een betere dynamiek, betere ruimtelijke weergave en focussering en een betere harmonische structuur. Vooral dat laatste is absoluut een zeer waarneembaar usp (Unique Selling Point) van deze nieuwe generatie voorversterkers. Opmerkelijk is dat Spectral problemen had met allerlei vormen van volumeregeling en gebruikt nu een ‘normale’ potentiometer. Niet helemaal normaal overigens, want er zijn specifieke materialen en technieken voor ontwikkeld, samen met de ruimtevaart industrie. Heel belangrijk voor de nieuwe voorversterkers is het Floating Power System. Afkomstig uit de SDR-4000 zorgt deze voeding voor een volledige scheiding tussen elke mogelijke storing en de audio-circuits. De voorversterker komt met een van de meest degelijke metalen afstandsbedieningen uit de industrie. Het meeleveren van een gewone afstandsbediening mag wellicht traditioneel overkomen, maar kan in deze tijd beschouwd worden als een geschenk. Gewoon back to basics. Los van muziekservers en sommige (professionele) equalizers, room correction processors en opname-apparatuur, kan ik geen enkele reden bedenken waarom veel audio-apparatuur met apps moet worden bediend. Het lijkt wel of je hele bestaan tegenwoordig in een smartphone moet worden geconcentreerd. Met alle problemen van dien. Los van de gigantische privacy-issues, ben je continue bezig met apps te updaten, smartphones te updaten, vervolgens weer al die apps en na vijf jaar stopt de support en kun je je kostbare audio-apparaat naar de recycling brengen.

Artistieke vrijheid

Het is een fascinerende belevenis om naar deze Spectral-set te luisteren. Deze apparatuur doet namelijk zoveel mogelijk recht aan de intenties van de artiest. Nog steeds geldt dat de artistieke vrijheid om een specifieke sound te maken aan de kant ligt van muzikanten, producers en studio-technici. Het is niet voor niets dat musici zoeken naar een bepaald geluid van microfoons, snaren, gitaarversterkers, effecten en instrumenten van bepaalde merken en modellen. Producers en studio-technici zoeken naar de sound van microfoon-voorversterkers, mengtafels, effect-units en de akoestiek van de opnameruimte. Een dirigent zoekt naar balans, tempi, timing en verhoudingen tussen groepen instrumenten. Dat leidt allemaal tot opnames die precies zijn zoals al deze betrokkenen beogen. Aan de weergavekant dienen die opnames dan identiek gereproduceerd te worden. Misschien moet de industrie systemen aanbieden die in synergie zijn ontworpen en de opname laten horen zoals deze is bedoeld. In theaters is dat al zo. THX eist simpelweg dat een theater voldoet aan de door deze organisatie opgezette weergave-normen.

Luisteren

Sommige reviews geven niet, of in heel oppervlakkige termen aan hoe een bepaald audio-component echt klinkt. Het is ook heel lastig om zoiets exact te beschrijven. Niet alleen hoor je nauwelijks belangwekkende verschillen als je tien mid-fi versterkers op een rijtje zet, maar om het unieke van zo’n component te duiden in woorden vergt enig inbeeldingsvermogen. Je hoort het vaak meteen, maar op papier ontaardt dat vaak in de standaard termen als warmte, dynamiek, ruimte, mooi laag, flitsend hoog enzovoorts. Je moet echt moeite doen om een versterker te vinden die dat allemaal niet doet. In ieder geval is het unieke van de Spectral-versterking te beschrijven als een extreem natuurlijk inkijkje in de muziek, zonder effectbejag, met een fenomenale doorgifte van klank en met een enorme detaillering, ruimte, schoonheid en diep inzicht in wat er precies opgenomen is. Ook als het systeem werkelijk fluisterzacht staat heb je de volledige stage staan en alle detaillering.

In Wisseloord was laatst een bijeenkomst met vakgenoten, waarbij de kwaliteit van streamingsites als Spotify en Tidal grafisch werd gepresenteerd. Je schrikt dan echt van de manier waarop de muziek hier nog geweld wordt aangedaan. Iets dat je genadeloos kunt horen via zo’n Spectral-set. Als je dat vergelijkt met de cd, sacd of download (op de ssd van een server), dan worden die verschillen echt uitgelicht. Met een stream raak je een stukje kwaliteitswinst, die een goed audiosysteem kan hebben, gedeeltelijk weer kwijt. Een andere ervaring is dat veel setjes eigenlijk een soort karikaturale weergave bieden van een track. Op een zodanige manier dat het soms heel lekker klinkt, maar hoe die opname echt is, verdwijnt achter een laag met allerlei vervormingen en aantastingen. Iedereen kent ongetwijfeld Havana van Camila Cabello. Muzikaal gezien geweldig, maar op de cd-mix niet het toppunt van sublieme opnametechniek. Op de FM-zenders en de autoradio, klinkt deze track, door de toegepaste processing, niet heel verkeerd. Alleen de helft van wat geregistreerd is tijdens de opname is verdwenen. Op de Spectral-set ontstaat een heel ander beeld. Nog steeds is de opname niet geweldig, met name met betrekking tot de vocale microfoontechniek. Maar, het enorme inzicht dat de set geeft in het hoe en waarom van deze opname is fascinerend. Een wereld van details ontvouwt zich en biedt bijvoorbeeld inzicht in de aard en richting van de complexe galmpatronen achter de stem van Camila.

Klank en sfeer

Ook is de Spectral-set discriminerend met betrekking tot de verschillen tussen vleugels, gitaren en andere instrumenten. Op veel hifi-setjes hoor je nauwelijks verschil tussen een Steinway of een Yamaha. Je hoort gewoon een karikatuur van een piano. Maar, de Spectral-set is in staat tot een sublieme weergave van klank en sfeer. Dat is misschien nog wel het grootste usp van deze Spectral-set. Vroeger werd wel eens geroepen dat Spectral elektronica koel en steriel zou klinken. Ondergetekende heeft dat nooit als zodanig, zo ervaren. Zulke opmerkingen zijn dan ook te plaatsen in een tijd dat er audio kwam die veel beter liet horen hoe muziek in werkelijkheid was opgenomen en dat was voor veel luisteraars kennelijk een cultuurschok. Wat wel eens vergeten wordt, is dat veel moderne opnames ook neutraler en wat minder harmonisch rijk kunnen klinken. Wellicht door de toepassing van meer lineair klinkende digitale technieken en moderne kleinmembraan microfoons, die ook niet altijd de wat rijkere harmonische inhoud accentueren zoals de vroegere grootmembraan buizenmicrofoons. Maar, het is  wel waarneembaar dat de Spectral elektronica net iets beter dan vroeger in staat is om de harmonische inhoud, klank en sfeer uit de opname te vertalen naar de luidsprekers toe. Een super voorbeeld daarvan is de track Life Goes On van de gelijknamige ECM opname van Carla Bley (ECM2669). Deze track biedt zo’n diep inzicht in hoe de zangbodem resoneert en met een verbluffende presentie en sfeervolle warmte de stage vult, dat het haast griezelig wordt. Het is dan ook, naast muzikaal geweldig, een ongelooflijk goede opname. Ondanks dat ECM graag hier en daar gebruikt maakt van de klassieke Lexicon 224- processor. De Spectral-set laat ook puur horen wat er geregistreerd is op het trptk-label. Door de heel basale, maar slimme opnametechniek is wat je live hoort nagenoeg identiek geregistreerd op de masterrecorder. Een van de sublieme opnames is HALO (Kolthof en van Raat, TTK0044). De ware aard van deze opname wordt door de Spectral-set magistraal naar voren gebracht. In een haast oneindige soundstage met een extreme precisie, focussering en razendsnelle piano-aanslagen. Maar, zonder dat dit ook maar enigszins mechanisch, onnatuurlijk of knellend overkomt. Het is gewoon alsof deze twee artiesten voor je neus staan en je getuige bent van elk  subtiel detail. Als er iets beweegt, dan kun je zowat de luchtstroom volgen binnen de soundstage. Die soundstage breidt zich bij sommige opnames uit van 9 uur tot 3 uur. Je hoort dan echt geluid naast je op de luisterpositie. Dan gaat het uiteraard niet over Qsound. Er is wel de indruk dat de Spectral-set het geluid wat naar achteren plaatst. Dat komt wellicht door de extreme ruimte die de set presenteert, maar heeft ook te maken met luidsprekers. Sommige andere versterkers zetten het geluid dan weer wat dichterbij. De Spectral-set kan ook erg plastisch en realistisch klinken in combinatie met de juiste luidsprekers.

Natuurlijke presentatie

Nou is de bovenstaande manier van luisteren alleen maar bedoeld om te beschrijven wat de Spectral-set doet. Op zo’n manier luister je uiteindelijk niet naar muziek. Maar, voor iedereen die (vakmatig) bezig is met opnames, mixing en mastering, ontstaat een diep inzicht in hoe de dingen echt zijn. Maar, ook als je gewoon ontspannen naar muziek luistert, heeft de beschreven presentatie van de Spectral-elektronica voordelen. Het maakt de muziek namelijk spannend en onderhoudend om naar te luisteren. Zonder je te concentreren op tingeltjes en tangeltjes. Maar juist door die informatieve kracht van zo’n Spectral-set blijf je ver uit de buurt van de irritatie die systemen opwekken die gecomprimeerde muziek afspelen binnen een globale presentatie zonder voldoende detaillering en onderscheidend vermogen. De Spectral-set biedt rust, autoriteit en een natuurlijk geluidsbeeld. Misschien is dat soms wel minder spectaculair. Het is geen set waar het laag en hoog opgefokt zijn met foute accenten in het midlaag en midden. Het spectaculaire van Spectral zit in die fascinerende natuurlijke presentatie, waarbij het systeem uiteraard wel op een enorme manier uit kan halen als de opname dynamische content biedt. Er is hier met immens plezier geluisterd naar No Time to Die. De door Billie Eilish gemaakte Bond – titel track. De eerste keer met Eilish was in de auto. Hoewel die mobiele luisterruimte niet al te beroerd klinkt, heb je toch het gevoel dat je het even mist. Het is dan ook een opgave om te scoren in het licht van misschien de twee allerbeste Bond-tracks allertijden (Goldfinger en Skyfall). Maar, luisterend op het Spectral-systeem ontvouwt zich een magistrale song die fenomenaal opgenomen is. Met diep achter de breekbare stem van Billie dat enorme orkest. Zo goed zal het ook niet helemaal in de bioscoop gaan klinken.

De Spectral-componenten zijn beluisterd in verschillende systemen. Onder andere met voor korte tijd even bij de hand zijnde Magico-luidsprekers en een setje Tidal La Assoluta. Omdat Spectral als systeem is ontwikkeld, samen met de kabels, is het belangrijk om MIT-bekabeling toe te passen. Te meer omdat de Spectral versterkers daarmee in samenhang ontwikkeld zijn. MIT bouwt een serie kabels speciaal voor Spectral en die zijn in drie verschillende kwaliteitsklassen beschikbaar (level 3 t/m 1). Tijdens de review is onder andere het Spectral digitale front-end gebruikt. Soort ode aan het systeemdenken.

Epiloog

De nieuwe series van Spectral bieden als meest belangrijke verbetering een harmonisch rijker geluidsbeeld. Uiteraard binnen de grenzen van neutraliteit en het slaat niet door in de eufonische sound die sommige buizenversterkers presenteren. Dat laatste is soms lekker, maar niet heel realistisch. Voor de rest zijn bestaande sterke Spectral-eigenschappen, zoals stage-weergave, snelheid, dynamics en focussering naar een hoger level gebracht. De SC-versie van de voorversterker is met name interessant. Gelijke prestaties in vergelijking met de andere voorversterkers, maar een aantrekkelijker prijs voor consumenten die geen balanced versterker nodig hebben. De Spectral eindversterkers functioneren niet op topniveau zonder een Spectral voorversterker. Maar, zo’n voorversterker kan eindversterkers van Krell, Audio Research, Ayre, Kondo, Dynaco, Heathkit, Unitran, Jadis en anderen naar ongekende prestatieniveaus brengen. De DMC-30SC vormt een sublieme en relatief betaalbare match met de DMA-250S3. De DMA-250S3 levert voldoende vermogen om het merendeel van de luidsprekers aan te kunnen sturen.

Prijs:
Spectral DMA-250S3 € 18.900,-
Spectral DMC-30SC € 18.900,-
More Music, www.moremusic.nl

Reacties (0)