Van universeel naar audiofiel
We beginnen met ‘Hurt’ van Arlo Parks, een popnummer die de Signature een tikje donker maar groots neerzet, met de betoverende stem van de Britse zangeres en dichter als knappe blikvanger. Dit is al een mooi begin, hoewel we het niet echt luid spelen. De Signature toont zich al een mooie weergever die een mooi totaalplaatje schetst. Wanneer we overschakelen naar de Avantgarde en nog later naar de Arreté, merken we wel met deze track goed het verschil. De R6 Avantgarde zet een diepere, driedimensionelere soundstage neer en de stem van Parks krijgt wat meer textuur. Bij de Arreté komen opeens kleinere details naar voren, zoals een zucht na een regel zang. Wat panningeffecten – met geluiden die van een kant naar het andere gang – vallen opeens veel sterker op, wat ook weer die soundstage groter doet lijken.
Gelijkaardige bevindingen ook bij ‘Hedwig’s Theme’ van John Williams, hier in de knappe versie samen met de Berliner Philharmoniker die je vindt op ‘The Berlin Concert’. De R6 Signature presteert hier heel mooi. De dartele celesta in het begin van dit Harry Potter-werk is fris en zweeft vrij rond in de lucht. Ook de diepte en de breedte die je verwacht bij een orkestraal werk is er, en de Signature schakelt moeiteloos een tandje hoger als heel het orkest halverwege bijtreedt. Die geluidsmuur wordt niet per se grootser als we naar de Avantgarde overstappen. Wel is de snelheid bij zaken als het klokkenspel een stukje hoger, en hebben de hoorns nu een levensecht scherper kantje. Dat is nog meer uitgesproken bij de Arreté, die wederom indruk maakt door het grotere geluidsbeeld. De hoorns worden zo wel heel overweldigend en de paukslagen klinken kolossaal.
Naarmate we verder luisteren, krijgen we de indruk dat de stap van Signature naar Avantgarde vaak de grootste is. Het verschil lijkt hem in de eerste plaats in het hogere midden te zitten, waardoor een rocknummer als ‘Gentlemen’ van The Afghan Whigs veel snediger en een tikje rauwer – zo moet het – op de tweede R6 klinkt. Tegelijkertijd zet de Signature de drums in dit nummer kurkdroog en strak neer, wat de impact echt vergroot. Het zijn zeker geen wollige speakers die Audiovector aflevert, dat horen we bij alle de drie R6-versies bij uiteenlopende nummers als ‘Papaoutai’ van Stromae of ‘Free Dom’ van Dominique Aimé-Fils. De fun-factor is bij die instap-R6 ook al hoog.
Zeker bij verfijnde producties haal je extra profijt uit de AMT-tweeter op de Avantgarde en Arreté. Bij ‘War Anthem’ van Max Richter bijvoorbeeld, krijg je bij de Avantgarde een stukje meer inzicht en zijn instrumenten meer getextureerd dan bij de R6 Signature. Horen we dit pakkend werk dan weer op Arreté dan is er weer een stap gezet, meer uitgesproken dan bij het Whigs-nummer. De cello duikt dieper en heeft meer karakter in het lage midden, en het geluidsbeeld is expansiever. We missen een beetje de allerdiepste dreun die de artillerie moet voorstellen, maar we zitten dan ook wel in een heel grote ruimte.
Het wordt snel duidelijk waar het verschil zit tussen de R6 Signature en R6 Avantgarde. Zoomen we in op de volgende upgradestap, dan moet je al wat meer tijd nemen om het verschil te ontdekken en duiden. Het is er wél, als je meer luistert als een fijnproever. ‘We the People Who Are Darker Than Blue’ van Curtis Mayfield pakt ons echt op de Avantgarde: de blazers klinken rijk en pakkend, de stem van Mayfield staat er echt en de percussie is snel en live-klinkend. Op de Arreté is dit alles er ook – en meer. Het drumwerk openbaart meer complexiteit en finesse, de harp is echt een instrument geworden en ritmisch zit het perfect. Er is dus wel een stap gezet, maar je gaat het pas echt ervaren als je er voor gaat zitten. Dat is natuurlijk niet zo onrealistisch, want dit blijven luidsprekers van een hoger prijspunt. Je koopt ze dus eerder omdat je muziek echt belangrijk vindt.
Reacties (0)