Introductie Dali Oberon
Met de lancering van de Oberon-familie van luidsprekers heeft Dali een opvolger klaar voor de populaire Zensor-speakers. Net zoals de Zensors zijn de Oberons heel betaalbare producten die fijner afgewerkt zijn dan budgetspeakers (zoals Dali’s eigen Spektor-speakers) en die een forse verbetering qua geluidskwaliteit beloven. Maar het gaat hier niet gewoon om een opfrisbeurt van bestaande luidsprekers. De Oberons bevatten technologie van duurdere modellen en – vooral, zouden we zeggen – ze zijn bijzonder interieurvriendelijk. Het is niet dat Dali opeens spectaculair nieuwe wegen bewandelt qua design, dat niet, maar het Deense merk heeft wel de klassieke luidspreker genomen en die heel wat mooier gemaakt. Een slanke vorm, modern ogende houtfineren, een voorkant in een contrasterende kleur en een grille in een hip stofje, het telt allemaal op en geeft de Oberon-luidsprekers een heel hoog ‘dit mag in de living’-score.
Dali is bovendien een merk dat altijd een oog had voor surroundliefhebbers, naast zijn klassieke doelgroep van stereofanaten. Nagenoeg elke luidsprekerfamilie van Dali bestaat niet alleen uit vloerstaanders en boekenplankspeakers, maar ook uit centers en on-wallspeakers. Voeg nog een Dali-subwoofer toe en eventueel inbouw- of de Dali Alteco-hoogtespeakers, en je hebt alles wat je nodig hebt om een mooie surroundopstelling met hoogtekanalen te bouwen.
In deze test bekijken we een surroundopstelling opgebouwd uit een paar Dali Oberon 7’s (499 euro/stuk), twee Oberon 1’s (199 euro/stuk), een Oberon Vokal (349 euro) en de zeer compacte Sub M-10 D van 399 euro. We gaan het ook even hebben over de Oberon On-wall (249 euro), want deze slanke muurspeaker is bijzonder interessant voor wie de oppervlakte van zijn thuisbioscoop maximaal wil benutten of gewoon weinig plaats heeft. Voor zij die geen rekenmachine bij de hand hebben, de totaalkost van de 5.1-opstelling die we testen (zonder de On-Wall) bedraagt 2.144 euro. Low-cost kun je dit niet noemen, maar het is toch mijlenver verwijderd van de 4.000 tot 6.000 euro die we voor een 5.1-systeem uit de middenklasse moeten neerleggen.
Echte Denen
We hebben het gevoel dat bij andere tests van de Oberon-speakers vaak naar Ikea verwezen gaat worden. De meubelgigant is nu eenmaal wat de meeste mensen associëren met Scandinavisch design (en köttbullar, maar dat heeft met surround wat minder te maken). Maar Ikea is van over het water, in Zweden, terwijl de Oberons uit Denemarken meer aanleunen bij bredere Nordic-designtrends. Wie onze test van de Oberon 7 voor HiFi.nl las, zal snel merken dat dit fris en modern uiterlijk ons wel kon smaken. Smaak is natuurlijk heel persoonlijk en niemand zegt dat iedereen Dali’s Oberon-versies moet goed vinden. Maar voor wie houdt van klassieke zwarte luidsprekers: zo zijn er meer dan genoeg anderen te vinden. De Oberons zijn anders, zonder extreme vormen op te zoeken die enkel passen in abstracte interieurs. Ja, we kijken naar jou, Bang & Olufsen.
In alle communicatie rond de Oberons zet de Dali de Light Oak-versie in de kijker die ook wij ter test ontvingen. Om eerlijk te zijn: we vroegen expliciet voor deze lichte afwerking, net omdat het wat anders dan anders is. Maar er zijn drie andere Oberon-kleuren voor wie minder hip ingesteld is: een doodnormaal zwart, een walnootuitvoering en een witte versie. Bij de Light Oak-versie is de voorkant matwit, een contrast dat de speaker net gesofisticeerder doet overkomen. De Oberons in walnoot hebben een zwarte voorkant, terwijl de witte en zwarte versies gewoon uit één kleur bestaan. Die zijn daarmee al meteen heel wat minder hip en onderscheidend dan de Light Oak-uitvoering. Al heb je bij alle vier kleuren wel één subtiel maar toch heel bepalend designelement: de grille. Net zoals Jamo bij de Studio 8 die we recente getest hebben, koos Dali voor een grille uit een modieus geweven stofje met meerdere grijstinten. Bovendien is het aan de hoeken afgerond. Dit klinkt misschien allemaal triviaal, maar het zijn details die het verschil maken. De grille lijkt trouwens op een stofje van het Deense Kvadrat, een fabrikant die aan veel meubelfabrikanten en een aantal hifi-merken (zoals B&O en Harman Kardon) levert. Maar het is niet van hen afkomstig, horen we van Dali.
Op afstand zien de Oberons in Light Oak er in elk geval bijzonder knap uit. Duurder en luxer dan je zou verwacht. Leg je jouw hand op het fineer, dan merk je wel dat het een laag op stevig MDF is. De kasten zijn heel solide, daar niet van, maar het reliëf van het fineer voelt niet helemaal natuurlijk aan. Maar je moet de speakers echt aanraken om dit te merken. Zelfs van op korte afstand zien de luidsprekers er gewoon heel knap uit.
Vlak tegen de muur
Het feit dat we zo lang leuteren over het uiterlijk van de Oberons doet bij jou misschien luide alarmbellen rinkelen. “Hoe zit het nu qua klank?”, roep je misschien, want op het einde van de dag is het wel daarom dat je 2.000-euro plus uitgeeft (zonder receiver, kabels en zakken popcorn, welteverstaan).
Als we focussen op de Oberon 7 en 1, dan blijken de Oberons echt te passen bij wat Dali al voorheen deed met de uitstekende Rubicon en Opticon. De speakers zijn ontworpen om recht gepositioneerd te worden en relatief dicht bij de muur. Je moet/mag ze dus niet indraaien. In een thuisbioscoop is dat misschien minder een troef, in een woonkamer wel omdat de speakers door die rechte positionering slanker overkomen – en dus acceptabeler zijn voor sceptische partners. Een belangrijker voordeel is dat de Oberons zoals voorgaande Dali-speakers breed uitstralen, wat zou moeten betekenen dat je niet enkel op die ene centrale plaats een correct, gedetailleerd geluid hoort. De sweet spot is veel ruimer, wat een troef is als je met meerdere mensen naar een film in surround wil kijken.
Ongewoon genoeg past Dali in de Oberon ook een (stukje) SMC-materiaal toe. We zeggen ‘ongewoon’, omdat in het verleden SMC werd omschreven als te duur om in betaalbare speakers toe te passen. Dit materiaal, dat de interessante eigenschap bezit wel magnetisch maar niet elektrisch geleidend te zijn, vind een plaats in de magneet van de driver die de spreekspoel aantrekt en loslaat. Door zijn eigenschappen verloopt het overschakelen van aantrekken en afstoten sneller en is er minder warmteontwikkeling (wat het gedrag van de magneet kan doen veranderen). Het praktische resultaat zijn luidsprekers die sneller reageren en minder last hebben van vervorming bij hogere volumes.
SMC is nu ook niet opeens spotgoedkoop geworden. Daarom wordt het materiaal in een bescheiden hoeveelheid toepast in de Oberon, zeker als je het vergelijkt met de high-end Epicon- en Rubicon-speakers. Je kunt niet alles willen. Het is echter moeilijk te zeggen wat de hoorbare impact is van het laagje SMC op de pole-piece van de magneet in de woofers.
Groot en klein
De opstelling die wij testen is een mooi voorbeeld van een huiskamervriendelijke opstelling. Het bestaat uit twee grote vloerstaanders en rear-speakers en een centerspeaker die heel wat compacter zijn. Dat maakt de plaatsing eenvoudiger. De Oberon Vokal in het bijzonder is opvallend kleiner, veel compacter dan onze vaste Rubicon Vokal. Het is 38,5 x 24,5 x 12 cm groot, wat qua hoogte op het randje is bij sommige televisies. Kleine centers plaatsen we ook graag op enkele voetjes, zoals een setje Damp-It-blokjes van Pro-ject, om de behuizing los te koppelen van het meubel (en de onderkant van de speaker krasvrij te houden). Maar dan ligt de center alweer een centimeter hoger.
De Oberon 1’s zijn ook heel compact, en passen probleemloos op een boekenplank of zelfs een brede vensterbank. Dali heeft zelf ook goede stands die niet veel kosten en die prima dienst kunnen doen. Deze E-600’s kosten 159 euro/set en hebben we zelf al maanden in dienst. Ze zijn basic, maar goed.
De subwoofer in deze test is de SUB C-8 D, de kleinste in Dali’s subwoofer-lineup. Na de monsterlijke SB-4000 van SVS was het een ware opluchting om nog eens een kleine subwoofer op mensenmaat op bezoek te krijgen. De C-8 D is klein en heeft een gesloten behuizing, twee zaken die hem interessant maken voor woonkamers met weinig plaats voor een grote subwoofer. De 8-inch woofer is naar beneden gericht, waardoor je deze Dali-sub ook dicht bij een muur kunt plaatsen. Meer zelfs: de fabrikant raadt het aan, wellicht omdat je door de interactie van de muur net een imposanter basgeluid krijgt. Omdat de woofer naar de grond gericht is, staat de sub over vier vaste pootjes. Zorg dat die vrij blijven, want hierlangs duwt de subwoofer zijn geluidsgolven naar buiten.
Dali stuurde zoals gezegd ook een setje Oberon On Wall-speakers mee. Niet helemaal toeval, want Dali weet van vorige tests dat we muurspeakers een interessante optie vinden. Meer zelfs, onze vaste surroundopstelling bestaat deels uit Rubicon LCR’s. Rubicon is de luidsprekerfamilie twee stappen hoger dan Oberon (Opticon zit er nog tussen), met de LCR is een bijzonder model met een verdraaibare tweeter dat zowel als horizontaal als verticaal aan een muur kan hangen. Zo kun je deze speaker zowel voor gewone kanalen als het centerkanaal worden ingezet. Dezelfde flexibiliteit heb je niet met de Oberon On-Wall. Deze muurspeaker kan enkel rechtopstaand op de muur hangen en is dus minder geschikt als centerkanaal.
Voor surroundopstellingen vinden we speakers die op de muur hangen best interessant. Je vergroot de ruimte waarin het surroundveld bestaat en je vermijdt het fenomeen van reflectie komende van geluidsgolven die uit de achterkant van een losse speaker komt. Goede ondersteuning door een degelijke subwoofer is wel een must bij muurspeakers. Dali zelf is duidelijk een grote voorstander van deze type speakers, want weinige anderen bieden zoveel modellen als het Deense merk.
Als je denkt dat Oberon bedoeld is als een interieurvriendelijk luidsprekerfamilie, dan klopt het ook helemaal dat er een On-Wall model is. De Oberon On Wall is vrij compact en niet extreem dik, waardoor ze aan de muur heel subtiel hangen. Heb je witte muren en je kiest voor de witte of Light Oak-uitvoeringen, dan valt het nauwelijks op dat ze er zijn. Opnieuw zijn de stoffen grilles op dit moment een echte meerwaarde. Vergeleken met de Rubicon LCR-set aan onze muur zijn de On-Walls echt een stukje kleiner en ze missen de lint- en dometweetercombinatie die de duurdere Dali’s hun karakter geeft. Wat ze wel delen is de kastconstructie, waarbij twee subtiele baspoorten achteraan zijn aangebracht. Op deze manier laat de Oberon-muurspeaker ook de muur ‘meewerken’ om een grootser laag neer te zetten. Niet dat je opeens die sub kunt vergeten, want zo diep kunnen ze niet duiken. Maar ze presteren wel iets meer als een vloerstaander – op bescheiden manier – dan een kleine boekplankspeaker. We nemen de On-Wall verder niet mee in deze test, maar bekijk ze zeker als je in een kleinere ruimte surround wil krijgen of een subtiele oplossing zoekt die de vloer vrij houdt.
Een kamer vol muziek
Vooraleer onze lade met Ultra HD Blu-ray-schijven open te trekken, luisteren we eerst naar wat muziek. We doen dat via Roon, die muziek streamt naar de OPPO UDP-203 die op de met MultEQ-gekalibreerde Denon AVR-X6300H hangt. Er zijn veel mensen die bij muziek absoluut niet houden van het opwaarderen van een stereosignaal naar surround, maar we doen het toch bij een playlist met nummers van indiesterren als Cat Power, Agnes Nobel, Feist en Anna Calvi. Gevoelige maar soms ook rauwe muziek dus.
We zijn zelf ook niet altijd overtuigd door het opwaarderen van muziek met Dolby Surround, zoals we nu doen. Maar met de Oberons lukt het wel om deze genre heel ruimtelijk en coherent neer te zetten. Het klopt, zelfs in 5.1, zonder dat het klinkt alsof de mix uit elkaar is getrokken. Volgens ons een verdienste van de brede uitstraling, waardoor het surroundveld veel meer een geheel vormt en de kanalen in elkaar overgaan. Als je enkel in stereo luistert (en bij films met een muzikale soundtrack, zoals de Joaquin Phoenix -thriller ‘You were never really here’) zijn de Oberon 7’s een echte meerwaarde. De rest van de surroundopstelling bestaat uit compacte speakers, maar door het grotere formaat van de Oberons wordt muziek substantieel en vol gepresenteerd.
Een surroundtest beginnen we altijd met het snel doorlopen van een aantal clips op de DTS- en Dolby-testdiscs, om snel een eerste indruk te krijgen. Opkijken deden we bij de clip uit ‘Transformers: Age of Extinction’ op de Dolby Atmos-disc, waarbij er heel veel grote metalen objecten op een Chinese grootstad neerregenen. Denk auto’s maar ook volledige schepen die uit de lucht vallen terwijl de helden met een wagen door smalle straten proberen te ontsnappen. Het is een hectische, grootse scène gevuld met botsende objecten, aangevuld met lage, robotachtige tonen van de Autobots en Decepticons. De verrassing is dat de actie in deze clip meteen heel indrukwekkend overkomt, heel groot en ruim, en met een steviger fundament dan verwacht. De C-8 D maakt meteen indruk door de speakers goed te ondersteunen met bassen die snel en potent klinken. En dat voor iets een heel bescheiden formaat.
Na de vele clips grijpen we naar een film, in dit geval ‘Atomic Blond’ (Ultra HD Blu-ray, DTS:X) met een indrukwekkende en verrassend Brits-klinkende Charlize Theron. Een goede keuze voor een surroundset dat sterk is in muziek, want deze spionfilm speelt zich af in Berlijn anno 1989 en wordt gedragen door heel wat hits uit die jaren, zoals van Peter Shilling, Siouxsie and the Banshees and het onvermijdelijke 99 Luftballons van Nena.
Dat de Oberon 1’s niet de zwakke schakel zijn in de opstelling, blijkt bijvoorbeeld als Theron aan haar KGB-achtervolgers probeert te ontsnappen door een filmzaal in te vluchten waar de Sovjet-kaskraker ‘Stalker’ speelt. Het duurt maar heel even, maar dit is surround is op z’n best: het geluid van Stalker achteraan in de kamer, de actie van Atomic Blond vooraan. In deze film zitten er veel scènes die zich afspelen in grote Duitse discotheken, een ervaring die de Oberons keer op keer levensecht overbrengen, incluis doffe bassen op de achtergrond. Dat omhullende, pak-je-in-met-geluid-ervaring doen de Oberons prima, een kwaliteit die ook non-actiefilms, zoals de ‘Darkest Hour’ met Gary Oldman als Winston Churchill, sterker maakt. Een gevolg is wel dat onze testopstelling niet superaccuraat is qua positionering van effecten, iets dat we af en toe merken in gevechten in ‘Avengers: Infinity War’ (Ultra HD Blu-ray, Dolby Atmos) maar we verkiezen eigenlijk toch sfeer boven nauwkeurigheid. Als er dan toch een zwakkere schakel moet benoemd worden, dan is het de Vokal. Het is een competente center, maar we vinden het in onze opstelling wel nodig om de dialoogversterking op de Denon in te schakelen om toch de geluidsmuur van de Oberon 7’s te overwinnen. De vloerstaanders zijn gewoon zo goed dat ze de centerspeaker bijna naar huis spelen.
Conclusie
Met de Oberon-speakers heeft Dali op twee vlakken een hit. Qua uiterlijk zijn het luidsprekers die knap genoeg zijn dat je eindelijk iedereen in het gezin kunt overtuigen om toch een surroundopstelling in de woonkamer te aanvaarden. Maar je geld gaat niet enkel naar het mooie design, want de Oberon zet ook een groots surroundveld neer dat heel organisch aanvoelt. De Oberons dompelen je onder in films, wat heel aangenaam en comfortabel is.
Beoordeling
- Fantastisch afgewerkt voor de prijs
- IC-8 D presteert sterk voor formaat en prijs
- Zeer makkelijk te plaatsen
- Oberons vormen zeer coherent geheel
- Prijs
Houtfineer oogt mooi, voelt kunstmatig aan
- Stelt eisen aan je receiver
- Centerspeaker is iets zwakker
Reacties (3)