Luisteren naar de Sonus faber Sonetto VIII G2
Om de Sonetto VIII G2 optimaal aan te sturen was niets aan het toeval overgelaten. Voor deze demo was een systeem opgesteld dat bestond uit de McIntosh C12000 75th Anniversary hybride solid state/buizen voorversterker, de MCD12000 75th Anniversary SACD/CD-speler, en een paar
MC1.25KW 75th Anniversary monoblokken. De 75th Anniversary-versies zijn technisch identiek aan de ‘gewone’ topmodellen van de 12000-serie, maar strikt gelimiteerd en aan de bovenzijde voorzien van een speciale ‘penning’. Ze zijn duurder dan de gewone versie, maar volgens Rob erg populair onder het zeer trouwe koperspubliek van McIntosh. De set werd van stroom voorzien door een AudioQuest Niagara 7000 en was volledig voorzien van AudioQuest-bekabeling.
De eerste cd die in de lade van de MCD12000 verdween was een fraaie verzamelaar van het Nederlandse lounge-project Gare Du Nord, een samenwerking tussen Barend Fransen, de voormalige eigenaar van de Van Leest platenzaken, en Ferdi Lancee die we kennen van VOF De Kunst. De productie van deze muziek is weliswaar vrij glad, maar ook uitermate geschikt om te horen wat een audiosysteem kán. De weergave via deze absolute topset was anders dan ik had verwacht. De plaatsing was misschien wat minder haarscherp ‘gestoken’ dan je bij high-end van dit niveau gewend bent, maar de zeer brede afstraling van de Sonetto’s betaalde zich uit in een enórm beeld dat er eigenlijk gewoon ‘was’. En waar ik bijzonder snel aan kon wennen omdat het op een bepaalde manier heel natuurlijk en niet opdringerig aanvoelde. Toen ik opstond en een beetje door de forse luisterruimte liep viel me op dat het beeld niet instortte of naar één kant begon te trekken. Sterker nog, zelfs toen ik voorbij de rechter luidspreker ging staan deed de linker nog steeds goed mee in het geluidsbeeld en de muziek vulde de ruimte. Ondanks dat de weergave behoorlijk luid was kon ik nog steeds zonder stemverheffing aan Rob vertellen hoe verrassend ik dat vond, waar hij fijntjes om moest glimlachen. De klankkleur was mooi vol en transparant, en vooral stemmen kwamen bijzonder fraai uit de mix naar voren. De diepe stem in het Jazz Noir nummer Tom’s Song (overduidelijk een saluut aan Tom Waits) klonk fantastisch gearticuleerd en had behalve ‘mond’ ook precies genoeg ‘keel’ en ‘borst’ om als een echte mensenstem te klinken. Dit was echt bijzonder fraai, een soort luisteren zonder inspanning, waarbij de muziek als vanzelf de oren in stroomde. Vergeef me die wat plastische metafoor, maar daarmee bedoel ik dat het, indien je ze combineert met de juiste apparatuur, mogelijk zal zijn om langdurig naar de Sonetto VIII G2 te luisteren zonder dat er vermoeidheid optreedt.
Een andere favoriet, zowel muzikaal als opnametechnisch, is de live-uitvoering van het nummer Inside Job, op de aan John Hiatt opgedragen cd ‘Dear John’ van Ilse DeLange. Door de brede afstraling van de luidsprekers was het net alsof ik met de buik tegen het podium stond, met Ilse recht tegenover me (een man mag dromen, nietwaar?). Het geroezemoes van het publiek en het brommen van versterkers op het podium versterkten de ‘erbij zijn’ illusie alleen maar. Natuurlijk knalde de spectaculaire bassolo aan het begin van het nummer heerlijk de ruimte in, en de Sonetto VIII G2 bleek over een woest fantastisch fundament te beschikken (mag trouwens ook wel met 1,25 kilowatt aan vermogen erachter), maar ook de subtiel bespeelde Rhodes-piano van Nico Brandsen was van een grote verrukkelijkheid, en het wat schorre, hese timbre van Ilse was ronduit…hmm…verleidelijk zullen we maar zeggen. Het hoogtepunt van het nummer is wat mij betreft echter de wijd uitwaaierende gitaarsolo van Cor Mutsers. Potdomme wat speelt die gast lekker! Ik kon werkelijk niet anders dan zelf ook de luchtgitaar ter hand nemen, tot ik in mijn enthousiasme diverse luchtsnaren brak en mijn luchtplectrum verloor en dus maar een nederige buiging maakte voor de échte snarentovenaar…
Een andere gitaarheld van me is Mark Knopfler. Hoewel hij me in muzikaal opzicht een beetje kwijt is geraakt toen hij met zijn muziek de Americana-kant opging kan ik nog steeds met diepe bewondering en vochtige ooghoeken luisteren naar zijn spel op Dire Straits’ onnavolgbare meesterwerk ‘Love over Gold’. Tijd dus voor een potje Telegraph Road. De sfeer aan het begin van deze lange track was weids en mysterieus, waarbij opviel hoeveel textuur en detail er te horen was. ‘Omarmend’ is het woord dat ik in mijn aantekeningen las. Dus opnieuw niet gestoken scherp, maar dat maakt de beleving alleen maar méér ontspannen. De harmonische structuur van de pianoklank was werkelijk geweldig en ongeforceerd. Grote dynamische klappen werden zonder een spoortje stress weergegeven, maar ook microdynamiek was in ruime mate aanwezig, wat bij elkaar genomen voor een geloofwaardige ‘natuurlijkheid’ zorgde.
Reacties (0)