Arcam zorgt dit voorjaar voor heel wat vernieuwing. Naast de innovatieve SA30-stereoversterker presenteert het Britse merk een reeks nieuwe toestellen voor wie droomt van een serieuze thuisbioscoop op een hoger niveau. Van de nieuwe HDA-modellen bekijken we de AVR20, de middelste van drie machtige en veelzijdige AV-receivers.
Arcam AVR20
De AVR20 die we hier bekijken mag je zien als de opvolger van de AVR550, al vind je dat ouder model wellicht nog even in de handel. Op gelijkaardige manier is de AVR10 de opvolger van de AVR390 en de AVR30 van de machtige AVR850. Qua design is er heel wat anders en ook het onderliggende platform is vernieuwd, wat je onder meer merkt aan de veel betere streamingopties, een DAB-tuner en de nieuwe interfacefilosofie. Het gaat hier dan ook om een totaal nieuwe familie bij Arcam die de naam HDA draagt, tegenover FMJ voorheen. Diezelfde familie omvat ook stereoproducten, zoals de SA30-versterker met HDMI-ARC en Dirac aan boord. Ook even opmerken dat tegelijkertijd met de nieuwe AVR’s ook een high-end AV-processor en eindtrappen werden voorgesteld.
De Arcam AVR20 kost 3.599 euro. Dat is een stevige prijs waarmee deze receiver hoger in de markt mikt. Je mag dit toestel niet zomaar vergelijken met een 7.2-kanaals receiver die je voor 700 euro aanschaft, voornamelijk omdat het versterkingsgedeelte van een veel hogere kwaliteit is. De AVR20 komt bovendien met Dirac, wat een dure maar zeer effectieve akoestische oplossing is, en gevorderde integratiemogelijkheden. Het is dus echt een apparaat bedoeld voor de serieuze thuisbioscoopbouwer en professionele installateur.
Potige versterking
Ondanks de vele veranderingen die de nieuwe HDA-reeks introduceert, is er aan versterkingszijde eigenlijk niet zoveel veranderd. De Arcam AVR20 is net als de oudere AVR550 een 7.2-kanaals receiver met 110 Watt per kanaal, met klasse AB-versterking en met een gelijkaardige voeding. Aangezien dit aspect van de AVR550 helemaal snor zat, lijkt het gebrek aan verandering op dit front geen groot probleem. 110 Watt mag je trouwens echt wel een mooi cijfer noemen, vooral omdat Arcam realistische vermogens meedeelt en bij alle kanalen belast. Niet de fantasiecijfers die sommige andere merken aanhalen en die bekomen zijn bij een belasting op één kanaal. Wil je trouwens nog een trapje hoger, dan is de AVR30 er met Arcams indrukwekkende klasse G. Klasse G is interessant omdat het eerst in klasse A opereert, wat zeker bij het tweekanaals muziek luisteren net iets meer kwaliteit levert.
De AVR20 kunt je inzetten voor een 5.2.2-opstelling of 7.2, of 5.1 met een tweede zone. Maar meer is mogelijk: de surroundprocessing gaat immers tot 9.1.6. Ondersteuning is er voor DTS:X en Dolby Atmos, naast IMAX Enhanced. Er is ook DTS Virtual:X present als je een hoogte-effect wil simuleren met je gewone 5.1-surroundopstelling. Deze codec maakt niet altijd veel indruk, maar tijdens het testen van de AVR20 hebben we het toch een paar geprobeerd om te realiseren dat het wel klopte. Misschien ligt dat wel aan de goede Dirac-afregeling.
De extra (onversterkte) kanalen komen langs pre-outs naar buiten en moet je dus naar een aparte versterker sturen. Het mooie is dat Arcam je de nodige flexibiliteit geeft. Je kunt die extra pre-outs gebruiken voor allerlei zaken, zoals middle heights of extra wide-voorkanalen. De AVR20 enkel als processor gebruiken kan trouwens ook, mocht je willen investeren in de nieuwe eindtrappen die Arcam tegelijkertijd met de HDA-receivers presenteerde. Deze soort flexibiliteit vind je niet bij instaptoestellen.
Sober design
Merken zoals Arcam die mikken op bouwers van echte thuisbioscopen zetten doorgaans minder in op een sierlijk design. Bij de nieuwe AVR-toestellen wijken de Britten niet van die no-nonsense koers af. De AVR20 is wel strak getekend, er zijn weinig tierlantijntjes die de aandacht trekken. Een centrale plaats is gereserveerd voor een groot wit LCD-scherm. Hierop toont informatie, zoals het volumeniveau, geselecteerde ingang en actieve surroundcodec. En dat op een heldere, grotere manier, zodat je alles van op grote afstand kunt lezen. Het ziet er wel prima uit, maar niet verleidelijk zoals pakweg een Marantz SR8012 dat wel is. Maar in een echte homecinema hoeft dat niet per se.
Onder het scherm bevinden zich een reeks druktoetsen, die je onder meer gebruikt om door de ingangen te schakelen en om menu’s te bedienen. Zoals we verderop zullen zien, kiest Arcam ervoor om de nieuwe toestellen amper een tv-interface te geven. Dat maakt deze knoppen en het scherm net iets belangrijker, want het is hier dat je informatie over instellingen ziet verschijnen – niet op je tv- of projectiescherm. Gegeven die keuze vinden we het wel spijtig dat Arcam koos voor donkergrijze opschriften op de zilverkleurige knoppen. Zelfs als je recht voor de receiver staat, zijn ze heel moeilijk te lezen. Een merkwaardig detailpuntje dat we niet verwacht hadden, gegeven dat de receiver voor het overige zeer goed in elkaar zit.
Achteraan worden we geconfronteerd met aansluitingen die helder en ruim zijn geplaatst. Je gaat niet zuchten als je bronnen en speakers op aansluit, want het is echt op een makkelijke installatie voorzien. Dit is wel Arcam, wat betekent dat het centerkanaal in het midden van de luidsprekeraansluitingen staat, met alle linkse kanalen links en alle rechtse kanalen rechts. Bij veel receivers staat center helemaal links en volgen de speakers in hun traditionele groepen met L en R samen (front, surround, rear surround, height). Zoals je zou verwachten op dit niveau ontbreekt er eigenlijk niets qua inputs. Er zijn drie HDMI-outputs (met één eARC-compatibele) en zeven inputs, allemaal HDMI 2.0b. Audio-ingangen ontbreken ook niet, zowel digitaal als analoog. We zijn wel wat verrast door het ontbreken van een phono-ingang. Misschien wordt dat gezien als iets dat niet past bij een meer professionele thuisbioscoop.
Haal de laptop boven
Over professioneel gesproken: de nieuwe AV-receivers van Arcam zetten sterk in op integratie en smarthome. Het eerste wat opvalt is dat je de receiver niet instelt via menu’s die op het tv-scherm verschijnen, maar via een webbrowser of het scherm vooraan. Dat is bij een doorsnee Yamaha of Denon helemaal anders. Het geeft al aan dat Arcam hier mikt op meer professionele installateurs, want die verkiezen vaak om via een laptop apparaten te configureren. De remote-mogelijkheden lijken wel wat beperkt, maar dat zijn dan ook features die je meestal moet zoeken bij een nog hogere klasse, zoals bij Trinnov. Dan ben je gauw 10K of meer kwijt.
Wie integratie zoekt, kan de receiver aansturen over IP of RS232. Er zijn bovendien uitgebreide IR-triggermogelijkheden, ook voor een tweede zone. Dat kan handig zijn. Voor installateurs is er trouwens uitgebreide documentatie, een belangrijke troef.
Werken via een webinterface is wel bijzonder – en misschien wel wat uitdagend als je een spaarzame aanpak niet gewoon bent. Het wordt nu eenmaal allemaal heel sober en tekstueel gepresenteerd. Dit is niet het soort apparaat voor de surround-beginner die graag wat tekst en uitleg ontvangt, want iets als Denons Setup Assistant ontbreekt helemaal. Het is allemaal heel to the point, net als het design van de AVR20 zelf. Maar als je weet wat je doet – en Google is vaak een goede vriend op dat vlak – krijg je de Arcam-receiver heel snel ingesteld.
De webinterface heeft ook zijn voordelen. Het is bijvoorbeeld heel eenvoudig om per ingang alles in te stellen zoals je wil, zoals de gewenste geluidsmodus als je 2-channel luistert of welke correctie er gebruikt wordt.
Streaming voorop
High-end receivers hebben vaak net minder streaming- en tuneropties. Dat ging zeker op voor de vorige FMJ-generatie van Arcam. Maar niet voor de AVR20 uit de HDA-reeks. Arcam, die tegenwoordig in dezelfde groep zit als Harman Kardon, JBL en andere merken, heeft zijn receivers deze keer van een FM/DAB-tuner en riante streamingmogelijkheden voorzien. Met Chromecast en AirPlay 2 zijn twee populaire manieren ingebouwd om in hoge kwaliteit te streamen vanuit nagenoeg elke muziek-app. Beide technologieën maken de AVR20 meteen ook multiroom-compatibel. Je kunt dus bijvoorbeeld muziek afspelen vanuit pakweg de Apple Music-app op je iPad en die laten horen op de speakers die aan de AVR20 hangen en via een AirPlay 2-speaker in de keuken. Zowel Chromecast als AirPlay 2 werken goed en stabiel, en hebben als pluspunt dat je muziek zoekt en kiest binnen de app van de dienst die je al kent. Zowel Spotify, Deezer, Qobuz, Tidal, YouTube Music en vele anderen ondersteunen zowel AirPlay 2 als Chromecast. Voor wie het zich afvraagt: je kunt geen video casten, enkel muziek. Dat is bij alle receivers met deze twee technologieën zo. Er is maar een kleine teleurstelling: bij het casten van muziek zie je geen albumhoes op het scherm verschijnen.
Vermoedelijk gaat een toestel als de AVR20 via een ethernetkabel aan het netwerk hangen. Maar een draadloze verbinding is mogelijk. Het voordeel aan die ondersteuning voor casting en Airplay is dat het configureren van de WiFi heel eenvoudig wordt. Via de Google Home-app of via de WiFi-instellingen van je iPhone/iPad wordt de receiver automatisch gevonden en kun je hem verbinden met je thuisnetwerk. De Home-app zorgt meteen ook voor de integratie met Google-diensten en brengt het casten in orde.
In het hogere segment moet je natuurlijk ook denken aan de kritische muziekliefhebber. Voor hem heeft Arcam ondersteuning voor Roon voorzien. Officieel is de AVR20 nog niet gecertifieerd voor Roon, waardoor er in de muzieksoftware enkel een generisch icoon en instellingen verschijnen. Maar qua werking en streaming ervaarden we geen enkel probleem. Ook present: Bluetooth, als een terugvaloptie om mee te streamen.
Ten slotte behoudt de AVR20 de oude Music Life-app van Arcam. Hiermee kun je eigen bestanden streamen via UPnP, bijvoorbeeld vanaf een NAS. De app geeft ook toegang tot verschillende streamingdiensten (Qobuz, Tidal, Deezer en anderen), internetradio en podcasts. Er is nog een andere app, Arcam Control, die functioneert als een vervanger voor de fysieke remote. Tijdens het testen was de Control-app echter nog niet helemaal up to date. Volume regelen en ingangen kiezen op de AVR20 kon al, maar de getoonde informatie over de content die we bekeken klopte niet. Komt snel in orde, belooft Arcam.
Kalibratie met Dirac
De AVR20 kregen we heel vroeg in de testruimte op bezoek, nog voor alle firmware finaal was. Dat betekende onder meer dat we het toestel een tijdje gebruikten zonder Dirac-kalibratie, aangezien die functie pas iets later actief werd. Tegen de tijd dat je dit leest, zijn alle toestellen in de winkel echter helemaal up-to-date. Die langere Dirac-loze periode was wel interessant omdat we een goed zicht kregen op wat de versterking te bieden had. Je kunt natuurlijk ook veel manueel instellen, zoals de afstanden tot elke speakers, individuele levels en crossoverpunten. De basics, als het ware. Voor de beste integratie hadden we wel Dirac nodig.
Veel thuisbioscoopkenners kennen Dirac inmiddels wel (en in een achtergrondartikel hebben we nieuwste versie in de diepte besproken), maar voor anderen verdient deze software een streepje uitleg. Zo goed als alle AV-receivers komen met kalibratiesoftware. Deze software zal na een meting met testtonen in je ruimte een filter creëren die de klank aanpast aan de eigenschappen van de kamer. Als er een storende room mode is waarbij een basfrequentie enorm versterkt wordt (en daardoor resolutie elders wegneemt), dan zal de AV-receiver die frequentie wat onderdrukken, bijvoorbeeld. Kalibratiesoftware meet ook de afstanden tot je speakers en zorgt dat de klanken die uit de verschillende richtingen komen op het juiste moment bij je oren arriveren.
De verschillende fabrikanten van AV-receivers gebruiken kalibratiesoftware die ze zelf uitvonden of elders kochten. Arcam – net zoals NAD, Lexicon en anderen – kiest voor de software van Dirac, een Zweeds bedrijf dat zijn audiosoftware eveneens verkoopt aan automerken zoals BMW, Volvo en Bentley. Ook autointerieurs zijn lastige omgevingen om een goede klank te krijgen. De keuze voor Dirac vinden we een goede, want volgens ons is deze software van de beste beschikbaar. Toegegeven, het gebruiken is zelfs met de nieuwe Dirac Live 2.x-generatie nog altijd moeilijker dan de meeste alternatieven. Gelukkig is Dirac met versie 2.4 iets royaler met uitleg, zodat je toch beter weet waar het om draait bij het meten. Dat meten doe je met een meetmicrofoon die je verbindt met een laptop waarop Dirac draait. Het is ook mogelijk om via een mobiele app te werken, maar dat is minder krachtig dan via de volledige app.
Een Dirac-meting kun je uitvoeren rond een luisterstoel, een zetel of in een auditorium. Bij het eerste is de focus heel nauw en moet je een negental keer meten, bij de grotere zitopstellingen komen er nog extra metingen bij. Hoe meer kanalen je hebt, hoe meer testtonen er afgespeeld worden. Kortom, in een grotere ruimte met een volledige Atmos-opstelling ben je wel even bezig. Na het meten krijg je de resultaten gepresenteerd en kun je zelf de doelcurve aanpassen. Dat is meestal wel nodig, omdat de curve – dus de correctie – die Dirac voorstelt heel plat is en meteen over alle speakers wordt toegepast. Dit veronderstelt soms heel grote aanpassingen ten opzichte van wat er gemeten is, wat niet altijd haalbaar is. Je gaat dus zelf wellicht de curve willen aanpassen, wellicht per speakergroep. Hierbij zijn er behoorlijk wat mogelijkheden, maar daarvoor verwijzen we je graag opnieuw naar onze achtergrond over Dirac. Hierna creëert het Dirac-programma een filter die je kunt uploaden naar een van drie slots op de AVR20. Drie slots is fijn, want zo kun je iets afwijkende filters creëren en dan luisteren naar wat je verkiest.
Helemaal in de sfeer
Veel films die worden gebruikt om surroundopstellingen te testen zijn spektakelfilms. ‘Ready Player One’ is een huidige favoriet van ons op dat vlak, maar ook (sommige) Marvel-films zijn heel bruikbaar. Bij de AVR20 wilden we toch ook eens kijken naar iets anders. ‘Arrival’, de intense SF-film van regisseur Denis Villeneuve bijvoorbeeld (Ultra HD Blu-ray, Dolby Atmos), dat vanaf zijn eerste tonen van Max Richters ‘On the nature of daylight’ je bij de keel grijpt en doorheen de film de gekste klanken op je afvuurt (met dank aan het baanbrekende werk van IJslandse componist Jóhann Jóhannsson, check de ongelooflijke making-off op YouTube). Net zoals bij ‘Sicario’ (nog eentje van het duo Villeneuve-Jóhannsson) speelt de soundtrack hier een centrale rol om je helemaal in het verhaal onder te dompelen. Soms worden je emoties er enorm door bespeeld. Occasionele dynamische surroundeffecten, zoals gevechtsvliegtuigen die overvliegen of een vuurgevecht in de verte, worden door de AVR20 krachtig en overtuigend neergezet. Qua beweging en plaatsing is alles prima, zelfs met een Dirac-meting die we – toegegeven – wat snel hebben afgewerkt. Maar het zijn vooral de muzikale prestaties die we straf vinden, vooral omdat Johansson soms kiest voor heel diepe en meerlagige klanken. Uit de centerspeaker rollen de dialogen ook met veel diepte, al zouden we hier misschien nog een beetje mogen werken aan de Dirac-filter om een iets hoger detailgevoel te krijgen. Maar toch, met relatief weinig werk genieten we nu toch van een zeer knappe ervaring op onze 5.1 Dali Rubicon-opstelling. De kwaliteitstest: als we een film tijdens het testen helemaal uitkijken, dan is dat toch wel een heel goed teken.
Onze zoektocht naar meer dynamiek brengt ons bij de recente ‘Ford v Ferrari’, een verrassend boeiende vertelling van een hoogtepunt uit de autogeschiedenis. Of je nu houdt van vierwielers of niet, de soundeffecten bij deze film (Ultra HD Blu-ray, Dolby Atmos) zijn spectaculair genoeg om bijna iedereen te bekoren. De filmmakers zetten je regelmatig achter het stuur, waardoor het soms lijkt dat je een racespel aan het spelen bent. Gierende banden en racewagens die voorbij scheuren, dankzij die goede integratie maak je Le Mans vanop het asfalt mee. Ook bij Dolby’s ‘Audiosphere’-demo noteren we een goede ruimtelijke weergave. Bij deze demo is het altijd luisteren naar de hoge, ijle tonen die door de hoogtekanalen worden gestuurd: klinken ze artificieel of net vederlicht? Het is resultaat is in dit geval in het doel qua realisme, wat ons betreft.
De AVR20 is ook een echte erfgenaam van de AVR550 als het gaat om muziekweergave. Het blijft een AV-receiver, maar wel een die probleemloos overschakelt naar een stereoweergave op hoog niveau. De AVR30 met klasse G – die we ook op bezoek hebben – heeft zeker meer in zijn mars, maar in veel situaties gaat de AVR20 al leveren wat je zoekt.
Conclusie
De AVR20 is één van de beste premium AV-receivers op de markt, dankzij de combinatie van een ijzersterk versterkergedeelte en de aanwezigheid van Dirac. Het draagt een premiumprijs, wat zich ook weerspiegelt in een grote flexibiliteit die geavanceerde thuisbioscoopbouwers op prijs zullen stellen. Voor sommige consumenten zal het misschien wat uitdagender overkomen, hoewel de webinterface eigenlijk wel helder is. Vergeleken met de AVR550 die het opvolgt is de AVR20 een nieuw begin voor Arcam – maar tegelijkertijd ook weer niet. Er is veel veranderd, zoals de streaming, maar de kern van het toestel blijft het steengoede AB-versterkerluik.
Reacties (1)