Fabrieksbezoek KEF
“We koesteren onze geschiedenis”, vertelt brand ambassador Johan Coorg aan de start van onze rondleiding in de KEF-gebouwen. Dat zie je meteen al aan de gebouwen, die nog altijd staan op de terreinen waar het in 1961 allemaal begon. Een voormalige BBC-ingenieur, Raymond Cooke, besloot toen speakers te bouwen op basis van de meest vooruitstrevende materialen die op dat moment beschikbaar waren. Die meer wetenschappelijke insteek was op dat moment uniek.
Toen was het hier nog een industrieel gebied, inmiddels staat KEF in het midden van de woonwijken van Maidstone, een stadje in het Britse graafschap Kent. Er is dus in die 57 jaar veel veranderd rondom KEF en bij het bedrijf zelf, maar toch blijft het trouw aan zijn roots. En die wortels zijn op een doordachte, onderbouwde manier betere luidsprekers ontwerpen en bouwen. “En door te luisteren, want ook dat blijft belangrijk als je een luidspreker bedenkt”, luidt het. Onze gids is Johan Coorg, iemand die veel Nederlandse hifi-liefhebbers goed kennen. Hij is al jaren het flamboyante gezicht van KEF op productpresentaties en hifi-shows overal in de Benelux. Opvallend ook: hij is een Brit, maar dankzij zijn familieachtergrond en een talenknobbel spreekt Coorg vlot Nederlands. Dat kom je niet vaak tegen. Hij wordt bijgestaan door Jack Oclee-Brown, een jongere ingenieur die even rustig en bedachtzaam overkomt als Coorg uitbundig en enthousiast. Een geweldig duo.
Van museum naar nu
De gebouwen in Maidstone zijn volledig ingericht voor onderzoek en ontwikkeling. Er vindt ook nog een stukje productie plaats, maar alleen van de handgebouwde high-end luidsprekerlijnen: de Reference-speakers, de Blade en Blade 2, en de overweldigende, 2-meter hoge Muon. KEF is al meer dan 25 jaar deel van GP Acoustics, wat op zijn beurt deel is van de Gold Peak-groep uit Hong Kong. De aanvankelijke vrees dat het KEF-merk op allerlei ongepaste producten zou terechtkomen – zoals wel vaker gebeurt – bleek snel ongegrond. De Chinese holding behandelt het Britse merk met veel respect en wil ook dat het trouw blijft aan zijn karakter. Inmiddels is er geïnvesteerd in een peperduur productiecentrum in Zuid-China, waar 1.500 mensen werken. “We zijn zoveel groter dan vroeger, het kan gewoon niet anders”, zegt Coorg. Maar het kloppende hart blijft in Maidstone.
Wat we ook in de gebouwen in het Britse stadje vinden: het KEF-museum. Hier staan nagenoeg alle luidsprekers opgesteld die het bedrijf ooit bouwde. Dat mag je gerust een kleine mirakel noemen, want enkele jaren geleden overstroomde de rivier naast het bedrijf en stond het museum – letterlijk – met het water tot aan de lippen. Hierdoor raakten sommige historisch belangrijke speakers beschadigd, maar gelukkig is de collectie ondertussen bijna compleet. Je ziet er onder meer de eerste Reference-speakers en modellen gelinkt aan de befaamde ‘BBC’ LS3/5-speaker waarvoor KEF drivers ontwierp. Deze speaker werd gebouwd voor de BBC en door verschillende fabrikanten onder licentie vervaardigd, in eerste instantie vooral door andere merken dan KEF (zoals Harbeth en Spendor). Uiteindelijk bracht ook KEF een eigen versie uit, naast afgeleiden als de Cresta en Coda. De BBC-speaker is een stukje geschiedenis die nu nog wel resoneert, want het vormde de inspiratie voor de populaire LS50 die in 2011 verscheen en nog recenter voor de bekroonde LS50 Wireless. Meteen een totaal nieuwe richting voor KEF. “Ja, de LS50 Wireless is onze eerste volledig actieve speaker met streaming. Maar het is vooral een volledig platform, die we ook in toekomstige producten kunnen gebruiken”, zegt Coorg. Helaas zagen we daar geen sporen van. “Neen, alles wat nog niet mag bekend worden, hebben we verstopt. En we gaan niet naar het gebouw met onze ‘skunkworks’, waar enkele ingenieurs zitten die met heel vroege ideeën bezig zijn.”
Blade is het voorbeeld
“De Blade is een mooi voorbeeld van wat KEF bijzonder maakt. Het is die combinatie van industrieel design met een goede luidspreker. Het moet goed klinken maar je moet er ook mee kunnen leven. Maar er is nog iets uniek”, aldus de brand ambassador. “Onze producten zijn heel consistent qua toon. Je kunt dus onze inbouwspeakers in je woning combineren met pakweg Reference-luidsprekers – en ze passen bij elkaar.”
Dat heeft onder meer te maken met die grote uitvinding van KEF: de Uni-Q-driver, heel herkenbaar met zijn waveguide die doet denken aan de binnenkant van een pompelmoes. Het is een zogenaamde coaxiale driver: een woofer met de tweeter onafhankelijk in het midden opgehangen. Het grote voordeel is dat geluid uit één punt lijkt te komen. Dat is veel natuurlijker dan bij een speaker waar de frequenties van een instrument verdeeld worden over verschillende drivers. Coorg legt het heel beeldend uit. “Beeld je in dat je met iemand sprak met twee monden. Eentje op zijn kin en één op zijn voorhoofd. Dat zou toch verdomd raar klinken, niet?”
Uni-Q is zonder twijfel een grote innovatie in hi-fi, iets dat we ook bij het reviewen van KEF-speakers altijd opmerken. Eén mooi voordeel is bijvoorbeeld dat speakers zoals de LS50 ook van dichtbij heel coherent zijn. Near-field klinken ze even goed als ver weg. De sweet spot is ook bijzonder breed.
KEF blijft ook werken aan Uni-Q, waardoor deze driver nog verder evolueert. “De beste Uni-Q zit in de Blade. Best lastig, omdat deze daardoor beter klonk dan de driver in de Muon. Daarom dat er nu een mk.2 is van Muon. We kunnen natuurlijk die eerste eigenaars van deze 180.000-euro kostende speakers niet in de kou laten staan. Daarom zijn we bereid om een ingenieur naar eender waar te vliegen om die driver te vervangen.”
Volgens Coorg heeft alles wat KEF tegenwoordig doet te maken met de Blade. “We hebben sommige journalisten aan de lijn gehad die opmerkten dat de R-reeks dezelfde Uni-Q bevat als de Blade. Of we krankzinnig waren, klinkt het dan altijd. Maar er zijn wel verschillen, bijvoorbeeld op vlak van het motorsysteem.”
Sneller en beter ontwikkelen
“Dankzij de computer kunnen we honderden versies van een onderdeel uitproberen en zelfs waanzinnige ideeën testen, zonder iets echt te bouwen. Als we dan uiteindelijk fysiek iets gaan produceren, hebben we al ontwerpen die helemaal uitgewerkt en verfijnd zijn”, krijgen we van akoestische ingenieur Christopher Spear te horen. En dat gaat behoorlijk ver. Hij laat ons bijvoorbeeld zien hoe het ontwerpteam via simulaties onderzocht hoe een klein onderdeel van de Uni-Q-waveguide geoptimaliseerd kon worden. Aanpassingen aan de vorm en een ander materiaal kunnen gevolgen hebben voor de klank, en dat is allemaal te zien via geavanceerde software. “De tweeter die jullie nu zien op het scherm is gemaakt uit aluminium”, klinkt het, “maar met een druk op de knop maken we er kurk of titanium van.” Op deze manier werken is kostenbesparend, want in tegenstelling tot vroeger moeten er minder modellen of prototypes worden gebouwd. “Maar het laat ons vooral sneller beslissen om bepaalde richtingen uit te sluiten of net verder te onderzoeken. We kunnen in software onderdelen dikker of dunner maken of zwaarder of lichter, en meteen zien wat beter werkt.”
Deze manier van werken is vrij revolutionair. KEF is zeker niet de enige fabrikant dat via simulaties betere drivers en speakers probeert te ontwerpen, maar weinigen hebben de slagkracht om zo zwaar te investeren in computerdesign. Dat levert het merk een serieus voordeel op. “Het is echt ook baanbrekend. Vijftien jaar geleden hadden we dit nog niet kunnen doen”, merkt Jack Oclee-Brown op. “Als we toen zes maanden de tijd hadden om een nieuw tweeterontwerp te maken, dan verloren we veel tijd met het bouwen van modellen en testen. Computers waren ook nog niet snel genoeg. Nu kun je ontwerpen heel snel helemaal verfijnen.”
Een uitgewerkt model op een computer is één ding, maar een afgewerkte luidspreker is iets anders. Om dat mogelijk te maken, heeft KEF gespecialiseerde ingenieurs in dienst die nadenken over hoe de gesimuleerde onderdelen ook echt gemaakt kunnen worden. “We moeten bovendien rekening houden met de inbreng van het industriële design-team, die er voor zorgen dat de speakers er goed uitzien”, legt één van de teamleden, Bill, uit. “Vroeger werken we met papier, wat wel lukte. Maar het waren 2D-tekeningen die we dan naar een machinebouwer stuurden, die op zijn beurt de tekeningen interpreteerde en de noodzakelijke gereedschap (zoals een mal of sjabloon) construeerde. Wat je terugkreeg zag en klonk niet per se zoals je verwacht had. Dat gaat nu veel sneller en beter. We krijgen de gegevens van de akoestische en designteams, en maken een model in CAD/CAM-software. Vroeger moesten we weken wachten op een prototype-onderdeel, nu duurt het een paar dagen voor een 3D-printerbureau om hetzelfde te doen.”
Totale controle
Een klein hoogtepunt van de dag waren een paar demo’s in de thuiscinema van KEF. Het is een kamer waar elke speaker van KEF wordt beluisterd, aangestuurd met elektronica van Arcam en Oppo. We luisteren naar een 7.2.4-opstelling die bijzonder goed uitgebalanceerd overkomt, vinden we, met in het bijzonder een laag die uitstekend integreert. “Deze kamer is ook gemaakt voor training en voor productontwikkeling. We kunnen hier drie 8-kanaalssystemen naast elkaar beluisteren. Ideaal om te vergelijken en te benchmarken.”. Maar wat wellicht het meeste indruk maakte tijdens ons bezoek aan KEF – naast de boeiende uitleg van Oclee-Brown en zijn team – waren de luistersessies met de Blade 2 en de Muon. Die laatste is uiteraard totaal buiten categorie. Indrukwekkend, ja, maar ook onbereikbaar voor ongeveer iedereen die dit artikel leest. Dat is met de Blade en Blade 2 wel anders. Goedkoop zijn ze niet, maar wel haalbaar voor wie serieus van muziek houdt.
De Blade die we net voor ons vertrek terug naar huis beluisteren is een felgroen exemplaar, maar de ongewone kleur doet geen afbreuk aan de geweldig gecontroleerde en evenwichtige weergave. Een aanrader om ook eens te gaan beluisteren als ze in een hifi-winkel in de buurt hun opwachting maken op een show.
Wat we vooral meenemen na een volle dag in Maidstone is een versterkt gevoel dat luidsprekerbouwers uit de hoogste klasse niet anders kunnen dan werken zoals KEF. Wetenschappelijk onderbouwd, met heel veel research vooraf, door middel van simulaties tot in de details verfijnd, met veel testing, en met een sterke samenwerking tussen ontwikkeling, design en productie. Dat is de toekomst van hi-fi.
Reacties (1)