Een nadeel van vinyl tegenover streaming: platen zijn kwetsbaar en platenspelers moet je ook juist behandelen. Een draaitafel kun je bovendien beter laten spelen met de juiste upgrades. Waar je op moet letten, vroegen we aan Pro-Ject-baas Heinz Lichtenegger.
“Stof is de grootste vijand van vinyl”, horen we meteen van Heinz Lichtenegger, CEO van grote platenspelerfabrikant Pro-Ject, als we hem vragen wat je moet doen om je vinyl langer te laten leven. Een antistatische borstel om de plaat stofvrij te maken en een klein borsteltje om de naald van pluisjes te verlossen? Onmisbaar. Een plaat van stof verlossen hoort er eigenlijk bij, telkens als je hem op de platenspeler legt. Een borstel die op de platenspeler bevestigd wordt helpt om stofopbouw te verminderen. Maar niet iedereen is fan van zo’n accessoire. Wie veel met oude platen bezig is, moet ook een toestel overwegen dat nieuwkomers bij vinyl zal doen opkijken: een wasmachine voor je platen. Er bestaan er met vloeistof en duurdere die werken met ultrasoon geluid. Het lijkt misschien een bizarre aankoop, maar in fijne groeven kan vuil zich echt ophopen.
Het contact tussen de naald van het element en de plaat moet optimaal zijn. Een cartridge juist monteren en instellen is dus cruciaal. Maar er is meer, zegt Lichtenegger: “Een plaat moet perfect plat aansluiten op de draaischijf.” Een gewicht of (beter) een klem lost problemen met bolle vinyl op. “Elke platenspeler presteert beter als hij waterpas staat en op een trillingvrije ondergrond”, horen we nog. Duurdere draaitafels hebben betere voeten die trillingen absorberen (of zelfs een zwevend subchassis), maar een dempende basis onder voeten aanbrengen werkt ook wonderen.
Upgraden vanaf een zeker punt
Het design van een platenspeler is heel bepalend voor de prestaties. Er zijn wel mensen die bijvoorbeeld experimenteren met nieuwe plinths of basissen om een draaitafel zwaarder te maken, maar niet iedereen heeft zin in onderdelen upgraden. Dat is al een goede reden om meteen een beter ontworpen – en dus vaak duurdere – platenspeler te kiezen. Het is moeilijk om de tekortkomingen van een slecht design te overwinnen.
Maar sommige upgrades houden zelfs bij goedkope draaitafels steek. Een externe phonoversterker gebruiken in plaats van de ingebouwde bijvoorbeeld, zegt Lichtenegger: “Want vaak wordt er bij een ingebouwde versterker een spotgoedkope chipoplossing gebruikt.”. Maar als je stapsgewijs dingen wil verbeteren, moet de basis wel van een zeker niveau zijn. Dat is volgens de CEO een draaitafel van circa 500 euro. “Bij Pro-Ject is dat een platenspeler uit de Debut-reeks. Een degelijke platenspeler die je wanneer je dat wenst kunt upgraden met een andere draaischijf, een andere subplatter, een andere voeding, enzovoort.”
De mat die op de draaischijf ligt speelt volgens Lichtenegger een grote rol. “Naargelang het materiaal wordt de klank echt anders.” Matten zijn er uit vilt, kurk (wat dynamischer zou klinken), leder (meer dempend) en composieten. Ook de voeding mag altijd beter, vindt hij. “Aarding is belangrijk bij een platenspeler, maar de meeste versterkers schieten op dit vlak tekort. Een aparte degelijke voeding lost dat op.” Ook deze upgrade is heel afhankelijk van het merk. Sommige merken bieden bij duurdere toestellen immers al heel degelijke voedingen.
Een nieuw element is niet het eerste
Het element vervangen door een beter moet je niet te snel doen, luidt het enigszins verrassend. Pro-Ject mag ook eigen cartridges uitbrengen, volgens de CEO is het zeker niet de eerste upgrade die je moet maken. “Een goedkoper element kan verrassend goed klinken als de rest van de platenspeler in orde is. Als je je later verdiept in het vinylverhaal, dan is het natuurlijk heel leuk om de verschillen tussen elementen te ontdekken.” Zelf elementen wisselen vereist wel wat tools, zoals een digitale weegschaal en een protractor. Enorme kosten hoef je echter niet te maken. Bij Ortofon vind je dat laatste al vanaf 10 euro, een professionelere van Pro-Ject of Dr Feickert rond 200 euro.
Lichtenegger is een grote fan van het upgraden, zo blijkt: “Als je dat allemaal doet, heb je een platenspeler op een veel hoger niveau. Als ik moest kiezen tussen zo’n geüpgradede Debut of onze duurdere X1, dan zou ik voor die Debut gaan.” Of die stelling bij andere merken ook klopt, is moeilijk te zeggen. Dat het bij Pro-Ject zo is, komt misschien wel omdat het merk zoveel verschillende producten in verschillende niveaus biedt. Het upgraden kan dus soms, maar niet altijd, een betere draaitafel opleveren dan een duurdere af-fabriek. Met een bijkomende bonus, zegt de Pro-Ject-baas: “Het upgraden is trouwens heel plezierig en leerzaam.”
“Een echt vinyllover moet er twee of drie elementen in huis hebben, en die durven verwisselen naargelang het genre.” En hoeveel heeft Lichtenegger – een bekende vinylverzamelaar – dan zelf in huis? “Pff, dat kan ik niet zeggen. Allemaal? Heel veel, van alle merken, dat in elk geval.”
Reacties (0)