Verwacht geen spannend design of bijzondere toeters en bellen. Alles staat bij Exposure in het teken van een zo goed mogelijke weergave tegen een realistische prijs. Zoals ik gewend ben van het merk zijn de versterkers verpakt in stevige kartonnen dozen met een bescheiden hoeveelheid opvulmateriaal. Doeltreffend, goed voor het milieu en toch voldoende bescherming voor de kostbare inhoud. No-nonsense is het sleutelwoord, en daar is niets mis mee. Ik hoor u al denken: “Leuk, maar kun je niet iets meer schrijven over de inhoud?”
In de basisuitvoering beschikt de voorversterker over zes analoge lijningangen waarvan er één met een extra plug-in board omgetoverd kan worden tot een phono-ingang. Dit kan een MM of MC board zijn, aan u de keuze. Liever een DAC in uw versterker, geen probleem, er is ook DAC-module verkrijgbaar. Enig minpuntje is dat u wel een keuze moet maken, want meerdere boards is helaas geen optie. Exposure voorziet de 3510 voorversterker ook nog van een RCA tape output. Qua styling leunt de voorversterker volledig op zijn geïntegreerde stalgenoot. Een dik frontpaneel met uiterst links een aan/uitschakelaar en daarnaast een grote draaiknop voor het kiezen van een bron. Zoals gebruikelijk voor Exposure is de kast volledig opgetrokken uit aluminium en leverbaar in zwart of titanium kleur. Centraal is een paneeltje geplaatst waarop te zien is welke bron gekozen is, en het infrarood oog voor de afstandsbediening. Rechts eenzelfde draaiknop voor het regelen van het volume voorzien van een rood ledje zodat op afstand te zien is hoe ver het volume opengeschroefd is. Aan de achterzijde oogt het net zo opgeruimd als aan de voorzijde. De stevige vergulde cinch-connectoren hebben lekker veel ruimte wat aansluiten gemakkelijk maakt.
3510 mono eindversterker
De voorzijde van een 3510-eindversterker is, afgezien van een aan/uitschakelaar met daarboven een ledje wat aangeeft of de versterker aan of uit staat, volledig glad. Aan de achterzijde een geaarde netentree, een cinch- en XLR-ingang en stevige bi-wire binding posts voor de luidsprekerkabel. De XLR-optie geeft je als gebruiker de mogelijkheid om de 3510-eindversterker gebalanceerd te gebruiken met bijvoorbeeld de duurdere 5010-voorversterker. Het forse gewicht van 12 kilo komt voor een groot deel voor rekening van de forse toroidal trafo. De versterker werkt gewoon ‘ouderwets’ in klasse AB. Veel van de gebruikte techniek is rechtstreeks afgeleid van de duurdere 5010-serie. Het vermogen wat Exposure opgeeft is 100 watt aan 8 ohm.
Installeren
Het aansluiten van de 3510 voorversterker en de monoblokken is niet heel ingewikkeld maar vergt wel even aandacht. Met een set Atlas Cables Mavros RCA-interlinks verbind ik via de pre-out aansluitingen van de 3510 voorversterker de monoblokken. Vervolgens sluit ik mijn Audiovector R3 Arreté luidsprekers met Atlas Cables Ascent Grun speakerkabel aan op de 3510 monoblokken. Het is hierbij zaak om even goed in de gaten te houden welke het linker, en welke het rechterkanaal aanstuurt. Aangezien de 3510-voorversterker zonder DAC- of phonoboard is geleverd mag mijn Funk Vector een poosje met vakantie en sluit ik mijn Bluesound Vault analoog aan met een setje Inakustik Rhodos RCA-interlinks. De drie standaard meegeleverde netsnoeren vinden een plaatsje in mijn Eos Modular-verdeeldoos. De voorversterker in een gefilterde aansluiting en de monoblokken beide in een ongefilterde aansluiting. Alle apparaten staan opgesteld in een Quadraspire-audiorack en stroom komt via een dedicated groep rechtstreeks vanuit de meterkast. Deze is voorzien van een AHP Klankmodule in plaats van de standaard schakelautomaat. Verdere instellingen zijn niet noodzakelijk dus kan er direct van muziek genoten worden.
De oren spitsen
De eerdere ervaringen met de Exposure 5010-combinatie van voorversterker en monoblokken maakt dat ik zeer nieuwsgierig ben naar de prestaties van deze ‘kleinere’ broertjes die veel van de techniek overgenomen hebben. De monoblokken zien er volledig identiek uit, maar de 3510 voorversterker oogt in een direct vergelijk een stukje frisser en moderner dan de 5010. Nog steeds understated maar net wat meer uitstraling. Alles bij elkaar staat er indrukwekkende stapel apparaten. Wat me vooral is bijgebleven is het enorme gemak waarmee de 5010-set muziek maakte. Een surplus aan vermogen en enorm krachtig. Kan de 3510 mono eindversterker die over “slechts” de helft van het vermogen beschikt (100 watt tegen 200 watt voor de 5010), net zo imponeren? De stier van het album ‘Chansons’, gezongen door Rob de Nijs, mag het spits afbijten. En jawel, daar is onmiddellijk die krachtige weergave met een breed stereobeeld en veel nuance in de instrumenten. De voorversterker is voldoende transparant om ervoor te zorgen dat kleine percussie-instrumentjes gemakkelijk te volgen blijven. De stem van Rob is warm, niet te verwarren met gekleurd, krachtig, met veel gevoel en emotie. De weergave is direct en de tekst uitstekend verstaanbaar. De snaredrum staat los in het geluidsbeeld en klinkt levensecht. Vraag me niet waarom maar de tweede track die ik aanklik om te beluisteren is Charles and Eddie’s House Is Not a Home van hun debuutalbum ‘Duophonic’ uit 1992. Duidelijk is dat de opname kwaliteit in de schaduw staat van het eerdergenoemde ‘Chansons’, maar toch weet de Exposure-set de weergave bijzonder aantrekkelijk te maken. De stemmen klinken lekker en uitgesproken qua karakter, maar vooral de goede ritmische weergave valt op. Het is goed te horen dat beide heren geïnspireerd zijn door de klassieke soulmuziek. Dit maakt dat ik het album met enige regelmaat in mijn playlist terugzie. Van een jaar eerder, 1991, en klankmatig top en vet geproduceerd is ‘On Every Street’, het zesde en laatste studio album van Dire Straits. Mark Knopfler heeft voor dit album alles uit de kast gehaald. De openingstrack Calling Elvis zit vol met percussie-instrumenten en bevat stevige moddervette baslijnen. Koren op de molen van de Exposure 3510-monoblokken. Fade To Black bevat knallende gitaren en grote dynamische sprongen, geen probleem voor de Exposure-set. De 3510-monoblokken lijken qua kracht en controle niet onder te doen voor de grotere 5010. Het klinkt heel ruimtelijk en open waardoor de stem van Mark volkomen loskomt van de verschillende instrumenten en rotsvast geplaatst in het brede en diepe stereobeeld. Op het gebied van subtiliteit is er eveneens veel te beleven. De bekkens klinken heel mooi en lang uit en hebben een authentieke metalen glans. Wanneer de gitaren links en rechts in het geluidsbeeld van start gaan komen ze volkomen los van de speakers en reiken tot ver buiten de fysieke luidsprekerkast. Kers op de taart is het grommende en knorrende Hammondorgel.
Dynamiek en kracht
Tijd voor een mooie live-opname. Na een recent bezocht theaterconcert van Ilse DeLange kan het bijna niet anders dan voor haar album ‘Dear John’ uit 1999 te kiezen. In Riding with the King is duidelijk te horen hoe jong en fris haar stem destijds was, een groot verschil met haar huidige timbre en volwassen geluid. De ambiance van de relatief kleine zaal, Paradiso in Amsterdam, is uitstekend hoorbaar en geeft een heel intieme sfeer. De muziek heeft een heerlijke flow en de verschillende instrumenten zijn gemakkelijk aan te wijzen in de ruimte. De opname is heel dynamisch en van uitstekende kwaliteit. Dit is eens te meer hoorbaar bij de klap op de basdrum aan het einde van het nummer. De monoblokken van Exposure zorgen ervoor dat het met veel impact de luisterruimte in knalt. Omdat het krachtige en dynamische karakter van deze Exposure-combinatie naar meer smaakt start ik Stevie Ray Vaughan’s Tin Pan Alley. Ik word gegrepen door de weergave. Wat een dynamiek en kracht. De gitaar is kristalhelder en heeft snelheid en knalt waar nodig, net als de stem van Stevie, bijna uit de speakers. De set speelt met groot gemak en veel overtuigingskracht, en lijkt ook op hoog volume geen grenzen te kennen. De bekkens van de drumkit klinken open en transparant met precies de juiste klankkleur van het metaal. De klappen op de tomtoms en basdrum hebben weer veel impact. Na het beluisteren van een aantal tracks valt me wel op dat de volumeregeling vrij grof werkt, zeker in het eerste deel van de schaal. Zowel met de draaiknop als met de afstandsbediening is het lastig om het volume met kleine stapjes te regelen. Het doet gelukkig niets af aan de weergavekwaliteit en je kunt er, eenmaal eraan gewend, rekening mee houden. Na het luisteren van wat oudere muziek mag er ook wel eens wat nieuws aan bod komen. Zangeres Lissie is vaak op de radio te horen met haar nummer Night Moves. Haar stem heeft veel weg van Stevie Nicks en het nummer leunt qua sfeer en productie behoorlijk op de jaren 80. Waarschijnlijk zorgt deze combinatie ervoor dat het nummer me zo aanspreekt. Een ronkende bas en de stem van Lissie die los staat in een breed stereobeeld. En weer is er die uitstekende drive wat het nummer een opzwepend karakter geeft. De set laat echter feilloos het kwaliteitsverschil in de opname horen met Tin Pan Alley, zonder het luisterplezier te bederven. Een andere voor mij nieuwe naam is Joy Oladokun. Een Amerikaanse singer-songwriter die geïnspireerd door Tracy Chapman begon met gitaar spelen. Samen met Chris Stapleton heeft ze het nummer Sweet Symphony uitgebracht. Beide stemmen hebben zoveel karakter en toch passen ze perfect bij elkaar. De Exposure-set weet er wel raad mee en zet de stemmen prachtig in de ruimte neer. Wanneer Chris uithaalt is het rauwe randje in zijn stem heel goed hoorbaar, wat het extra levensecht maakt. In het couplet waarin Joy solo zingt met ondersteuning van een Hammondorgel staat het kippenvel me dik op de armen. De combi van haar fraaie, ietwat donkere stem en het grommende orgel klinken heel intens en krachtig. De laagweergave is top met veel power en gelaagdheid.
Strak en gecontroleerd
Tijdens het Dutch Audio Event in Veldhoven werd ik in één van de luisterkamers weer aangenaam verrast door Leonard Cohen’s live uitvoering van Bird on a Wire. Eens luisteren hoe de 3510-combinatie het er in mijn eigen luisterruimte vanaf brengt met dit nummer. De heerlijk natuurlijke en gemakkelijke weergave zorgt ervoor dat ik mijn ogen sluit en me mee laat voeren op de flow van de muziek. Opvallend is hoe goed de snelheid waarmee de snaren van gitaar en mandoline beroerd worden weergegeven wordt. Het Hammondorgel heeft gewicht en knort en snort er lustig op los. Wanneer de saxofoon een solo speelt heeft deze bite, is heel dynamisch en heeft een eigen plek op de brede en diepe stage. Het contrast tussen de diepe zware stem van Leonard en de bijna lichtvoetige zang van de backing vocals is mooi om te horen maar de set zorgt ervoor dat de samenhang in de muziek overeind blijft. Ik kan nog heel veel muziek beschrijven die ik gedurende de recensieperiode beluisterd heb maar ik zal me beperken tot een paar heel uiteenlopende tracks. Eerst een stuk klassieke muziek, iets wat niet vaak in mijn afspeellijst staat. Ooit kreeg ik bij de aankoop van een Philips sacd-speler een fraaie sampler van Iván Fischer met het Budapest Festival Orchestra. Slavonic Dance, Op. 72, No. 2 wordt met verve ten gehore gebracht. Er staat een groot orkest in de ruimte, een breed en diep stereobeeld met daarin de verschillende instrumenten die allemaal hun eigen ‘space’ hebben. De triangel blijft hoorbaar wanneer er veel andere instrumenten spelen. En ondanks dat het slechts een klein instrumentje in het grote orkest is blijft zelfs het felle metalen geluid overeind. Dat een groot orkest overdonderend en indrukwekkend kan zijn wordt door de Exposure versterkers goed duidelijk gemaakt. De instrumenten klinken nergens hard of scherp en behouden allemaal hun specifieke karakter. Aan het eind klinkt applaus en op dat moment waan ik me in de zaal, zo goed laat de set de ambiance van de zaal horen. ‘Officium’ van de Noorse saxofonist Jan Garbarek en het Hilliard Ensemble gold bij de release in 1994 als een referentie album qua opname. Heel af en toe luister ik wel eens een track maar meer lukt vaak niet. Feit blijft dat de opname inderdaad heel goed is. De sopraansaxofoon van Jan knalt werkelijk door de ruimte, een klooster in Oostenrijk, en de ijle zang-stemmen van het ensemble vormen hier een schril contrast mee. Net als bij het vorige nummer is de opnameruimte tastbaar, eigenlijk nog wel een stapje beter! Het ECM-label weet als geen ander hoe muziek vastgelegd moet worden. De Exposure 3510-voorversterker is meer dan transparant genoeg om dit bloot te leggen en de monoblokken hebben meer dan voldoende kracht en snelheid om de dynamische passages te volgen, zonder ook maar een moment in de problemen te komen. Om de buren nog even wakker te schudden en het eventuele stof van de conussen van mijn Audiovector-speakers te blazen sluit ik af met Yello. Electropop van hoog niveau en altijd leuk om medeluisteraars mee te imponeren. Electrified II van hun album ‘Toy’ uit 2016 is het nummer van mijn keuze. Op hoog volume dendert de bas door de kamer. Het is enorm strak en gecontroleerd en de set lijkt oneindig veel headroom te hebben. De stem van zangeres Malia staat rotsvast midden in het enorme stereobeeld. De hoog weergave is transparant en details raken totaal niet ondergesneeuwd in het vette laag. De elektronische geluidjes komen van alle kanten en soms volkomen uit het niets. Met een grote glimlach op het gezicht maak ik een eind aan de luistersessie.
Onder de streep
Exposure maakt met deze 3510 combinatie van voorversterker en monoblokken al mijn verwachtingen waar. De voorversterker heeft een net wat luxere uitstraling dan zijn voorganger en is transparant en veelzijdig. Zeker met de mogelijkheid een DAC- of phonomodule toe te voegen. Een ruime hoeveelheid aansluitmogelijkheden en een heel goede bouwkwaliteit. Voldoende transparant om alle details in de muziek hoorbaar te maken en vergaand neutraal zonder analytisch te worden. Sterker nog, de versterker staat volledig in het teken van de muziek. De monoblokken zijn krachtig en hadden totaal geen moeite met mijn Audiovector R3 Arreté-luidsprekers. Een ijzersterke grip en controle gecombineerd met een goede flow van de muziek. Heel dynamisch en zelfs op hoog volume niet te betrappen op buiten adem raken. Wanneer je speakers niet al te veeleisend zijn dan zijn ze wellicht zelfs een goed alternatief voor de 5010-monoblokken in combinatie met de 5010-voorversterker. Exposure zet met deze 3510-serie een stap vooruit ten opzichte van de voorgangers maar blijft trouw aan de filosofie waarbij muziek voorop staat. Is dat eigenlijk niet waar het allemaal om zou moeten draaien?
Prijzen:
Exposure 3510 monoblok set 3.500 euro
Exposure 3510 voorversterker 1.850 euro
Top Hifi, www.tophifi.nl
Reacties (0)