AudioQuest heeft drie nieuwe stroomfilters geïntroduceerd: de PowerQuest 303, PowerQuest 505 en PowerQuest 707. Wat zijn de verschillen en in hoeverre vullen deze het prijstechnische gat tussen de langer bestaande PowerQuest 3 en de hoogst gepositioneerde Niagara-lijn? Misschien wel belangrijker: loont het om in een PowerQuest-stroomfilter te investeren? Om deze vragen te beantwoorden beluister ik elk model uitvoerig en deel ik mijn ondervindingen graag met u.
Stroomfilters winnen de laatste jaren flink aan populariteit en dit is niet zonder reden. Waar deze filters in het verleden vooral als specialistische apparaten voor de meest veeleisende muziekliefhebber op zoek naar dat allerlaatste stapje in het belevingsniveau werden gezien, vindt een dergelijk stroomfilter de laatste jaren bij een bredere groep muziek- en filmliefhebbers een mooi plekje in het begin van de keten. Een van de fabrikanten die een positief aandeel hierin heeft is het Amerikaanse AudioQuest. Dit heeft bovenal te maken met de hoorbare verschillen die de filters van AudioQuest in de muziek laten horen. De sprong in geluidskwaliteit is vaak indrukwekkend.
Met zijn meest hoogwaardige Niagara-stroom-producten belooft AudioQuest niet enkel een schone stroomvoorziening, ook het geluidsbeeld en de dynamische prestaties van de audioketen verbeteren in veel gevallen substantieel. De Niagara-filters zijn niet voor ieders beurs en bieden hiermee niet iedereen een passende oplossing. Hierom heeft AudioQuest enkele jaren geleden de PowerQuest-serie geïntroduceerd die een kwalitatief goede filtering biedt en concurrerend is geprijsd. Het gat tussen de hoogst gepositioneerde PowerQuest 3 en de instapper in de Niagara-serie, de Niagara 1200, is voor velen te groot om bij een upgrade te overwegen. Om dit gat in de line-up te dichten introduceert AudioQuest de PowerQuest 303-, 505- en 707-stroomfilters.
Het nut van stroomfilters hoef ik inmiddels niet meer uitgebreid toe te lichten. Waar het op neerkomt is dat deze filters zoveel mogelijk vervuiling in de netspanning wegfilteren. Denk aan externe vervuiling dat al in het net aanwezig is, vervuiling dat binnenshuis wordt gegenereerd door de inmiddels beruchte halogeendimmers of huishoudelijke apparatuur. Ook de hifi- of homecinema-componenten kunnen zelf vervuiling toevoegen. Door het gebruik van een goed stroomfilter zul je in de eerste plaats een lagere achtergrondruis ervaren zodat er meer achtergronddetails hoorbaar zullen zijn en de indruk ontstaat dat de geluidsdiepte toeneemt. De stroomfilters van AudioQuest hebben echter meer voor je in petto.
Luisterresultaten
Om de resultaten met en zonder stroomfilter te beluisteren maak ik gebruik van de Marantz Cinema 30 homecinemaversterker die hier momenteel ter review staat, een Polk Reserve 5.1.4 Dolby Atmos luidsprekerconfiguratie en ditmaal een door Johan Ketelaar gemodificeerde Denon DCD960 compact disk speler. Oud beestje, maar wel een subliem presterende speler. De interlinks en luidsprekerkabels zijn van het Nederlandse Driade. De vele meters SLiP/DB-14/4-luidsprekerbekabeling van de receiver naar de luidsprekers is afkomstig van AudioQuest. De klankregeling van de Marantz heb ik met de Pure Direct-functie overbrugd, waarmee ik een zo goed mogelijke geluidskwaliteit ervaar. Eerst beluister ik mijn albumselectie via een normaal ongefilterd stekkerblok van goede kwaliteit. Hierna schakel ik over naar de PowerQuest 303, gevolgd door de 505 en tenslotte de 707. Bij elke stap beschrijf ik de techniek van het stroomfilter en de geluidsbeleving die ik hierbij ervaar.
PowerQuest 303
De PowerQuest 303 is voorzien van vier aansluitingen voor bron-componenten en drie aangepaste aansluitingen voor ‘high current’ apparaten zoals (eind-)versterkers, actieve speakers, subwoofers en soundbars. De PQ-303 wordt geleverd met een PQ-416 stroomkabel met een lengte van twee meter. Deze RF Noise Dissipating-kabel is voorzien van Semi-Solid Concentric Conductors vervaardigd van Long-Grain Copper. Een kwalitatief goede, maar vrij stugge en zware kabel. De PowerQuest 303 maakt gebruik van een Linear Noise-Dissipation Differential Filter die de ruis, volgens de opgave van AudioQuest, tussen de 30 kHz en 1 GHz met 22 decibel dempt. Wanneer ik overschakel van mijn ongefilterde stekkerblok naar de PowerQuest 303 ben ik verrast door de instant bredere soundstage waarmee de muziek wordt weergegeven en het geluidsbeeld is hierbij ook minder vertroebeld. Stemmen komen sterker gebundeld uit het muzikale centrum en ook de klank heeft een aangename verandering ondergaan. In het mid-hoog merk ik direct een aangename afname van hardheid en scherpte. De midrange is een fractie minder krachtig waarmee details en effecten beter uit de muziek worden getild. Het laag heeft een flinke boost gekregen waarmee deze niet alleen in kracht is toegenomen, maar ook de controle is net even een fractie strakker. Nu over naar de 505.
PowerQuest 505
De PowerQuest 505 beschikt over een meer geavanceerde Ultra-Linear Noise-Dissipation Differential stroomfiltering die ruis met meer dan 22 decibel verzwakt tussen de 30 kHz en 1 GHz. Bovendien is dit filter voorzien van Common-Mode filtering die ruis tussen de 30 kHz en 100 MHz met minimaal 22 decibel verzwakt. Dit is een welkome en meer effectieve manier van filtering dat tegenwoordig steeds vaker wordt toegepast. Net als bij de 303 wordt de 505 geleverd met een RF Noise Dissipating-stroomkabel van twee meter lengte. Nu kiest AudioQuest echter voor de hoger gepositioneerde PQ-716 stroomkabel, voorzien van ZERO-Technologie en Semi-Solid Concentric Conductors, vervaardigd van Long-Grain Copper. Behalve een andere bekabeling en common-mode filtering zijn de overeenkomsten met de PQ-303 dus groot.
Het verschil in klank is direct hoorbaar. De midrange neemt een klein pasje terug richting de achtergrond waarmee de gelaagdheid in het sublaag, laag en midlaag toeneemt. Ondanks dat de midrange in geluidsdruk wat wordt ingesnoerd, heeft dit geen invloed op de impact en definitie in dit belangrijke frequentiegebied. In dit frequentiegebied ervaar ik juist een meer luchtige presentatie met een zekere toename in ruimtelijkheid. Ook de detaillering in de top-end frequenties komt vloeiender en meer van elkaar gescheiden naar de luisterpositie. Hier zie ik niet zozeer een grote winst in kwaliteit door de common-mode filtering, maar eerder de kwaliteitswinst door de hoger gepositioneerde PQ-716 stroomkabel die, wederom, exclusief met de PQ-505 en PQ-707 wordt meegeleverd. Over de PQ-707 gesproken…
PowerQuest 707
De AudioQuest 707 is het topmodel in de huidige PowerQuest-range en beschikt over dezelfde stekkerconfiguratie als de PQ-505 en PQ-303. Bij de PQ-707 heeft AudioQuest alleen gekozen voor een kwalitatief hoge kwaliteit contactdozen. De behuizing is iets dieper uitgevoerd en het front is bij dit topmodel geheel vlak uitgevoerd in plaats van licht gebogen. In tegenstelling tot de lager gepositioneerde modellen die vervaardigd zijn van ABS-kunststof is de behuizing van de PQ-707 geheel vervaardigd van metaal, waarmee invloeden van RFI/EMI door de kwalitatief betere afscherming maximaal wordt teruggedrongen. Ook de powerswitch is van betere kwaliteit als die van de lager gepositioneerde modellen. De look en feel is op alle vlakken hoogwaardiger. De interne filtering werkt op dezelfde manier als bij de PQ-505, maar maakt bij de Ultra Linear Noise-Dissipation Differential-filtering, volgens AudioQuest, gebruik van een breder filtergebied en start al bij 8 kHz. De meegeleverde stroomkabel is gelijk met de kabel die wordt meegeleverd met de PQ-505. Het grootste verschil is het gebruik van de licht afgeslankte Transient Power Correction-technologie afkomstig uit de Niagara-series, waarmee de PQ-707 kortstondig (25 ms) een energiereserve heeft van 45 ampère om dynamische passages in de muziek te ondersteunen. Niet alleen in het laag, maar ook in het midrange-gebied waar de versterker soms flinke tikken om de oren krijgt.
Al bij de eerste noten merk ik dat de PQ-707 het geluidsbeeld nog verder opentrekt en me nog intenser bij de muziek betrekt. Ik ervaar een brede en diepe soundstage die met nog meer precisie wordt weergegeven. Transiënten worden met hoge snelheid en kracht weergegeven wat het realisme in de weergave ten goede komt. Instrumenten, stemmen, detaillering en effecten springen met autoriteit uit het geluidsbeeld en brengen het geheel tot leven. De kwaliteit in de laagweergave is duidelijk strakker dan bij de voorgaande modellen. Ik ervaar een betere controle en coherentie in het spectrum. In het laag en midlaag levert de PQ-707 een beter gedefinieerde bas, maar de intensiteit van het laag is minder krachtig in vergelijking met de PQ-505 en wordt bij sommige albums zelfs kurkdroog weergegeven.
Mijn oordeel
Stroomfilters zijn inmiddels geavanceerde stukjes techniek geworden en lijken in niets meer op de passieve filters van enkele decennia geleden. Ikzelf heb in het verleden vele stroomfilters geprobeerd en was hier niet altijd even enthousiast over. Deze filters haalden de ruis van halogeendimmers dan wel hoorbaar uit de achtergrond van het muzieksignaal, maar dit ging vaak samen met een samengeknepen geluidsbeeld en een afname van snelheid en dynamiek in de muziekweergave. AudioQuest brengt hier met zijn Niagara- en PowerQuest-serie verandering in.
Is de PowerQuest voor u interessant om aan te schaffen? Dit kan ik natuurlijk niet voor u bepalen. Ikzelf vind het in een tijd van overvolle stroomnetten en oplopende wisselspanningen door de vele zonnepanelen in de wijk wel belangrijk dat er een overspanningsbeveiliging boven de 270 volt wisselspanning op elke PowerQuest aanwezig is. Piekspanningen en -stromen van meer dan 6.000 volt en 3.000 ampère zullen niet heel vaak in de Benelux optreden, maar desondanks biedt een dergelijke beveiliging wel het gevoel van zekerheid. Wanneer u niet over technisch getrainde oren beschikt en het liefst geniet van muziekalbums zonder u ook maar een ogenblik zorgen te maken over soundstage en microdetails, dan zult u met de PowerQuest 303 het gevoel hebben een stap dichter bij de muziek te zijn aanbeland. Heeft u een kwalitatief goede Dolby Atmos of DTS:X soundbar met een krachtige subwoofer en een 4K UHD OLED-televisie? Heeft u hierbij plannen om na verloop van tijd te upgraden naar een kwalitatief betere hifi- of homecinemasetup, dan zult u geen spijt krijgen van de PowerQuest 303. De PowerQuest 303 biedt namelijk voldoende performance om door te groeien.
Heeft u een goede hifi- of homecinemaset, dan is de PowerQuest 505 een stroomfilter waarmee u, zelfs wanneer u in de toekomst een flinke stap op de performanceladder in hifi of homecinema zult maken, voor de rest van uw leven gelukkig zult zijn. Eigenlijk bevindt de PowerQuest 505 zich in de sweet spot van de PowerQuest-range. Het prijsverschil met de 303 is voor de meesten nog prima te overbruggen en dankzij de common-mode filtering heb je ook een echt effectiever werkend stroomfilter. De meegeleverde stroomkabel maakt ook een groot en niet te onderschatten verschil in de totale performance. De kans is dus groot dat u na lang twijfelen voor de PowerQuest 505 zult kiezen.
Images of the PowerQuest 707 EU
De PowerQuest 707 neemt een flinke stap opwaarts in prijs en performance, waarmee deze meer is gericht op de luxere klasse in hifi en homecinema. Dankzij de Transient Power Correction-technologie afkomstig uit de Niagara-serie levert de PQ-707 extra grip op de meest dynamische passages en laat muziekinstrumenten excelleren dankzij de correcte weergave van transiënten. Van dit trio levert de PQ-707 in mijn beleving de meest realistische klank en het meest ruimtelijke geluidsbeeld. Verlang je meer warmte en een lossere laagweergave in de muziek dan zul je de PQ-505 waarschijnlijk boven de PQ-707 prefereren.
Conclusie
Met de PowerQuest 303, 505 en 707 laat AudioQuest zien dat deze heer en meester is als leverancier van stroomfilters. Elk van de PowerQuest-modellen heeft een duidelijk eigen doelgroep. AudioQuest hanteert net als bij zijn kabelprogramma een goed-beter-best principe. Dankzij de goede balans tussen prijs, toegepaste techniek en hoorbare prestaties presteert elk stroomfilter uit dit trio op hoog niveau. Kies voor de PowerQuest die het best aansluit bij het totale investeringsbedrag en je kunt niet fout gaan.
Reacties (0)