Nog nooit van MPEG-H gehoord? Dat is niet zo vreemd. Dit surroundformaat komt zelfs amper voor op de radar van doorgewinterde audiokenners. En toch ondersteunen steeds meer en meer toestellen het. De soundbars van Sennheiser bijvoorbeeld, zoals de recente Ambeo Plus. Het komt ook voor op de specificatielijst van heel wat Samsung-soundbars. Ondersteuning voor MPEG-H-audio vind je ook bij AV-receivers van Denon en Marantz, de Chromecast-adapters en bij de slimme speakers van Amazon. StreamUnlimited, leverancier van streamingmodules die in veel audiotoestellen worden ingebouwd, nam ook een licentie op MPEG-H. Sony is wellicht de grootste fan, want zij gebruiken voor het 360 Reality Audio-formaat dat het Japanse merk sterk promoot. MPEG-H is bovendien de basis van de Tempest Engine, de 3D-audiomotor van de PlayStation 5.
Streamingdiensten, soundbars en ook films op Ultra HD Blu-ray-schijven. Bijna allemaal kiezen resoluut voor Dolby Atmos. De grote rivaal DTS:X lijkt kansloos. Maar hoe zit het met MPEG-H, een surroundstandaard die aan een stille opmars bezig is?
De Atmos-pletwals
Waarom is MPEG-H toch niet zo bekend? Dat heeft vooral te maken met de ongelooflijke dominantie van Dolby Atmos. Want hoewel de trofee nog niet verdeeld is, is in deze ronde van de surroundoorlog Dolby duidelijk de winnaar. Als het gaat om 3D-geluid waarbij surroundgeluid op oorhoogte gecombineerd wordt met zogenaamde hoogtespeakers op plafondhoogte om zo totale omhulling te krijgen, komt niemand anders in de buurt. Dolby heeft dan ook bijzonder goed z’n best gedaan om zijn technologie bij contentmakers binnen te praten. Te beginnen bij de grote filmstudio’s in Hollywood en bij streamingdiensten, maar ook bij gameontwikkelaars. Op de Xbox-consoles is het ook echt de dominante technologie. Het Amerikaanse bedrijf heeft goed begrepen dat een surroundformaat ‘wint’ als het in veel content wordt gebruikt. Het lijkt er ook op dat Dolby vroeg inzag dat streamingdiensten belangrijker zouden worden. Het ontwikkelde immers verschillende smaken van Atmos, waaronder een die relatief weinig bandbreedte gebruikt. En dat is een belangrijk vereiste van Netflix en co.
Kleine Belgische rivaal Auro en eeuwige concurrent DTS hebben er niet veel weerwerk aan kunnen bieden. Het is al zo ver gekomen dat tv-fabrikanten op zoek naar dingen om op te besparen steeds vaker geen licentie nemen op DTS-codecs. Ze vinden het niet langer relevant, maar daardoor spelen ook oudere Blu-rays en dvd’s zonder surroundgeluid af en worden die formaten niet via passthrough naar soundbars gestuurd. Waarom zou MPEG-H er dan wel in slagen om een plek te veroveren?
Wat is MPEG-H juist?
Standaarden zijn altijd complex en bureaucratisch. En dat is nog meer het geval voor standaarden die te maken hebben met media en die bedacht zijn door de ISO/IEC Moving Picture Experts Group. MPEG-H is dan ook niet zomaar één ding. Eigenlijk omvat het vijftien heel verschillende en afzonderlijke delen, waarvan HEVC of High Efficiency Video Codec het bekendste is. Onder weer een andere naam, H.265, wordt deze compressiealgoritme voor video heel vaak ingezet door streamingdiensten (en filmpiraten) om hoge resolutievideo heel efficiënt compacter te maken. Ook op Ultra HD Blu-rays wordt het gebruikt. Het is verbluffend hoe goed het algoritme werkt.
In dit artikel hebben we het over MPEG-H 3D Audio, een ander onderdeel van MPEG-H. Het is afkomstig van de Moving Picture Experts Group, de onderliggende technologie is bedacht door het Duitse onderzoeksinstituut Fraunhofer. Als dat allemaal bekend in de oren klinkt: inderdaad, dezelfde mensen bedachten ook AAC en mp3. MPEG-H 3D Audio heeft echter niets te maken met die voorgaande codecs. En dat is meteen een groot verschilpunt met Dolby Atmos, dat een extra, nieuwe laag is boven op de oudere Dolby TrueHD- of Dolby Digital+ codecs. Dit is ook waarom je gerust Atmos-soundtracks op een oudere soundbar mag afspelen. Je krijgt surroundgeluid, maar dan zonder de Atmos-effecten. MPEG-H 3D Audio is echter iets nieuw en afzonderlijk van voorgaande codecs.
In wat we nu net schreven zal je wellicht niet zijn opgevallen dat vaak het woord ‘standaard’ viel. Dat is geen toeval. MPEG-H 3D Audio is een echte standaard, samen ontwikkeld door verschillende organisaties, met veel discussies en een selectieprocedure om de achterliggende technologieën te kiezen. Het eindresultaat is niet per se gratis te gebruiken, maar pakweg soundbarfabrikanten kunnen er op vertrouwen dat MPEG-H 3D Audio voor iets heel concreet staat. En fabrikanten weten ook wat te doen als ze MPEG-H willen ondersteunen. Zo ging het ook bijvoorbeeld voor een standaard zoals 5G of WiFi. Dolby Atmos is echter een commercieel product waarbij de controle bij één firma zit. Dat verschil is voor sommige toepassingen en ondernemingen heel belangrijk.
Een 3D-bubbel
Technisch zit MPEG-H 3D Audio anders in elkaar dan Dolby Atmos, maar er zijn ook veel gelijkenissen. Het is een formaat dat bedoeld is om geluid echt rondom je te brengen in drie dimensies. Niet enkel geluid dus van speakers die op jouw oorhoogte opgesteld staan, zoals bij Dolby Digital Plus of DTS-HD MA. Die oudere technologieën werken met vaste kanalen: links, rechts, midden, achterlinks, enzovoort. Dat hield onder meer in dat de verschillende speakers volgens de regels op een bepaalde plaats moesten staan. De nieuwe surroundformaten werken met ‘objecten’ (lees: geluiden, zoals geweerschoten, het geluid van regen of een stem van een acteur) die tijdens de productie in een virtuele ruimte worden geplaatst waarin de kijker centraal zit. Voor filmmakers geweldig, want zij kunnen veel creatiever worden met geluidseffecten. Niet enkel om actie uit te lichten, maar ook je woonkamer of de bioscoop echt het gevoel te geven van de ruimte waarin de film afspeelt. Als je daar niets bij kunt inbeelden, bedenk dan hoe verschillend een kleine badkamer met tegels klinkt vergeleken met een grootse kathedraal. Voor de filmfanaat bieden formaten als Dolby Atmos en MPEG-H 3D Audio veel meer immersie. En ook een betere ervaring en flexibiliteit, want het surroundgeluid is beter afgestemd op de ruimte. We vereenvoudigen uiteraard sterk, want in realiteit combineert onder meer Atmos vaste kanalen met virtuele objecten. Er zijn ook grote verschillen tussen Dolby Atmos in de bioscoop en bij je thuis.
Ook MPEG-H 3D Audio combineert kanalen met objecten. Daarbij voegt het nog ambisonics, een ouder surroundconcept uit de jaren zeventig dat met de huidige rekenkracht veel haalbaarder wordt. Er valt veel over te vertellen, maar een opmerkelijk ding aan ambisonics is dat het een volledige bol rondom de luisteraar ondersteunt. Dus niet alleen geluid in de hoogte, maar ook in de diepte. Dat is ook de reden waarom ambisonics in de voorbije jaren een revival heeft gekend bij VR-toepassingen. Met een virtual reality-bril op kun je immers echt in alle kanten kijken en horen.
Voor live-tv
Er steken natuurlijk wel vaker standaarden hun kop op om na een korte tijd weer voor altijd onder de oppervlakte te verdwijnen. Dat lijkt bij MPEG-H 3D Audio niet het geval te zijn. Onder meer omdat de groep achter de technologie niet poogt direct te concurreren met Dolby. Ze lijken niet van plan om hun surroundformaat aan te bieden aan Hollywood bijvoorbeeld. Het formaat wordt vooral voorgesteld als een goedkopere oplossing voor broadcasters, bijvoorbeeld voor sportverslaggeving. Dat lijkt in een tijdperk waarin iedereen in je omgeving kiest voor streamingdiensten een slechte keuze. Maar zeker (live) sportuitzendingen lokken nog altijd vele miljoenen kijkers. Er zijn bovendien heel wat landen waar tv-zenders nog heel druk bekeken worden, zelfs via de antenne. MPEG-H 3D Audio is dan ook ontwikkeld om in de broadcast-keten te passen. Landen waar tv-zenders met de technologie aan de slag gaan zijn Zuid-Korea en Brazilië. Het eerste verklaart al waarom onder meer Samsung de technologie omhelst.
Als je surround enkel associeert met films en games, lijkt het allemaal niet zo belangrijk. Maar realistisch 3D-geluid is ook heel impactvol bij iets als een voetbalwedstrijd. Zowel om de sfeer in het stadion over te brengen, maar ook omdat horen wat er met de bal gebeurt de actie echt onderstreept. We hebben al demo’s van sportuitzendingen met surround meegemaakt, het voegt echt iets toe. Er is ook een experiment uitgevoerd om het Eurosongfestival in surround via MPEG-H te verdelen.
Immersie in muziek en gaming
De grootste doorbraak van MPEG-H 3D Audio tot op heden vind je bij Sony. Belangrijk om daarbij te onthouden is dat het Japanese bedrijf naast elektronicagigant ook een van de grootste muzieklabels en filmstudio’s is. Die veelzijdigheid speelt vaak bij beslissingen van Sony over nieuwe producten, ook in dit geval. Zo bracht het in 2019 een nieuw surroundformaat voor muziek uit, 360 Reality Audio – dat in essentie gewoon een andere naam voor MPEG-H is. Sony wou zich daarmee onderscheiden in de hoofdtelefoon- en soundbarmarkt, door iets extra aan te bieden dat rivaliserende merken niet hadden. Het overtuigde ook verschillende streamingdiensten, zoals Deezer en Tidal, om releases in het formaat aan te bieden. Inmiddels zijn er enkele andere merken die 360 RA ondersteunen, zoals Audio-Technica. Recent sprong ook Amazon op de kar. 360RA-muziek vind je nu ook bij hun dienst en de eigen toestellen spelen het ook af.
Over de rol van MPEG-H 3D Audio bij de Tempest Engine op de PlayStation 5 is niet zoveel geweten. Dat de Tempest Engine op papier heel spectaculaire zaken kan, dat is wel duidelijk. Dankzij een toegewijde processor – eigenlijk een grafische chip die herbestemd wordt – kan de PS5 in theorie surroundgeluid dynamisch genereren. Het kan daarbij niet enkel een geluid aanpassen aan jouw spelerspositie in een spel, maar ook rekening houden met de omgeving. Fictief voorbeeld: als je in de verte een kreunende zombie hoort aankomen en gaat schuilen achter een dik gordijn, dan zal dat geklaag zich op gepaste wijze verplaatsen en doffer worden. Dat is net weer eens stapje verder dan het ‘passieve’ surroundgeluid in een thuisbioscoop. Maar over die Tempest Engine valt nog meer te vertellen – voer voor een later artikel.
Reacties (6)