Mobile World Congress 2019
Ieder jaar reizen we voor een paar dagen af naar Barcelona om verslag te doen van alle aankondigingen die worden gedaan tijdens Mobile World Congress. Dit is van oudsher een beurs waar smartphone- en tabletfabrikanten nieuwe producten uit de doeken doen, maar de laatste paar jaar is er ook steeds meer ruimte voor smarthomeproducten. Dat lijkt een grote stap te zijn, maar eigenlijk is het prima te herleiden: kun je er een smartphone aan koppelen of is er een app beschikbaar, dan past het eigenlijk wel op deze beurs.
En dan is er nog een grote verbindende factor dit jaar, namelijk de introductie van de 5g-mogelijkheden. Vrijwel alle telefoonfabrikanten hebben aangegeven iets met 5g te willen gaan doen, terwijl deze verbindingsmogelijkheid er ook voor kan zorgen dat we veel meer kunnen in onze slimme huizen, ziekenhuizen en op de weg met onze autonome auto’s. De g in 5g staat voor generation, of beter gezegd: generatie. Dit is de opvolger van het 4g-netwerk en officieel alweer de vijfde generatie van de mobiele internetverbinding zoals we die kennen.
5g-netwerken en -mogelijkheden
Over 5g kunnen we hele technische verhalen schrijven, maar in de kern komt het erop neer dat we straks veel meer dingen kunnen en dat ook veel sneller kunnen doen dan nu het geval is. Het 5g-netwerk belooft tien keer zo snel te zijn als het huidige 4g-netwerk: daar waar je nu nog 10 ms wacht op een verzoek, duurt het straks nog maar 1 ms. Bovendien gaat de downloadsnelheid ook flink omhoog. In theorie, want dat is het nu nog in feite, zouden er snelheden moeten bestaan die ergens tussen de 1 Gbps en 10 Gbps liggen.
Gbps staat voor gigabit per seconde. Dat is weer wat anders dan een gigabyte, zoals je die tegenkomt op harde schijven en andere opslagmedia. Providers adverteren vaak met deze hoger lijkende downloadsnelheid. Leugens zijn het niet, maar het kan wel misleidend zijn. Dat betekent niet dat de downloadsnelheid tegenvalt. Uitgedrukt in megabytes kunnen we straks rekenen op 250 MB tot 2.500 MB per seconde. Dat betekent dus dat je grote bestanden binnen enkele seconden op je telefoon of laptop hebt staan.
Dat is wat 5g straks voor jou kan betekenen, wanneer het ook wordt uitgerold in Nederland. Dat is nog even afwachten, trouwens. Momenteel doen verschillende providers wat proeven in Nederland, maar een concrete lanceringsdatum is er nog niet. Is het nieuwe netwerk dan zo snel nodig, eigenlijk? Daar zijn de meningen over verdeeld. Er zijn natuurlijk altijd mensen die alles snel willen hebben, maar in Nederland kunnen we voorlopig nog wel even vooruit met 4g, puur als we kijken naar ons smartphone- en tabletgebruik.
5g in andere sectoren
Als we kijken naar andere sectoren dan zijn er straks wel meer dingen mogelijk. Tijdens de MWC-beurs was er ook een presentatie over een arts die in staat was iemand te opereren op afstand. Er werd gebruikgemaakt van een robotarm op een patient die dus niet op dezelfde locatie lag als waar de dokter het werk uitvoerde. Middels de razendsnelle 5g-verbinding is het voor artsen dus mogelijk meer operaties uit te voeren zonder dat zij of de patiënten daarvoor verplaatst hoeven te worden. Dat is een handige user case, los van de consumentenmarkt.
Daarnaast is het inmiddels een bekend verhaal dat 5g veel kan betekenen voor autonome auto’s, zoals de Tesla’s van deze wereld. Omdat de auto veel sneller data kan ontvangen en versturen, kan die ook veel accurater te werk gaan. Niet alleen geldt dat voor de weg die afgelegd moet worden, ook geldt dat voor allerlei andere informatie die onderweg verwerkt moet worden. En wat dacht je van smarthomeproducten of slimme steden? Zo ben je niet per se afhankelijk van wifi, bluetooth of welke andere smarthomestandaard dan ook.
Voorlopig geldt echter dat er nog een hoop werk verzet moet worden om zo’n slimme toekomst te realiseren. Het 4g-netwerk is, relatief gezien, nog maar net uitgerold in Nederland en werkt nu eindelijk op de meeste plekken in ons land goed. Dus om binnen afzienbare tijd over te stappen op een nieuwe generatie lijkt overbodig, maar uiteindelijk ontkomen we er natuurlijk niet aan. Voor normale smartphonegebruikers lijkt het vooralsnog een beetje overkill, maar in de algemene zin zijn dit wel goede ontwikkelingen.
Opvouwbare smartphones
Waar we minder snel user cases voor zouden kunnen bedenken zijn de opvouwbare smartphones die dit jaar gepresenteerd door verschillende smartphonefabrikanten. Samsung heeft de Galaxy Fold en Huawei heeft de Mate X. Beide zijn twee verschillende opvouwbare smartphones. Zo heeft de Galaxy Fold een groot scherm aan de binnenkant en een klein scherm aan de buitenkant. Dat betekent dat dit model dus in feite twee schermen heeft, en dat de binnen- en buitenkant zijn voorzien van eigen displays.
Huawei gooit het over een iets andere boeg en gaat Chinese collega’s als Royole achterna. Royole presenteerde begin december 2018 al zijn opvouwbare smartphone: een model dat één scherm heeft. Je kunt dat scherm op twee manieren dubbelvouwen: naar buiten en naar binnen. Vouw je hem naar binnen, dan zit er geen scherm aan de buitenkant. Vouw je hem naar buiten toe, dan heb je ongeveer een normaal smartphonescherm aan één kant, terwijl de andere kant een iets kleiner scherm heeft. De Huawei Mate X lijkt hierop.
Dit model heeft ook één scherm aan de binnenkant, maar is slechts op één manier te op te vouwen: naar buiten toe. Bovendien is het zo dat het scherm relatief groot is en dunne randen heeft, waardoor het apparaat, opgevouwen of niet, er behoorlijk futuristisch uitziet. Verder hebben nog een aantal fabrikanten iets gepresenteerd met betrekking tot opvouwbare telefoons, maar echt werkende modellen waren er niet. Vooralsnog geldt voor al deze apparaten dat het prototypes zijn; van echte producten is dus nog geen sprake.
Wat heb je eraan?
Maar wat kun je met deze dingen? Je kunt op een andere manier foto’s gaan maken, bijvoorbeeld. Selfiecamera’s zijn een ding uit het verleden, omdat de dubbele of zelfs driedubbele camera altijd voorop kan zitten op het moment dat je de smartphone uitvouwt of omdraait. Bovendien kun je ook foto’s van een ander manier, terwijl diegene mee kan kijken naar de zoeker op het scherm dat naar hen toe gericht staat. Daarnaast is multitasking, zoals dat vaker werkt bij tablets, natuurlijk een belangrijk onderdeel.
Al die mogelijkheden zijn natuurlijk leuk en aardig. En als we eerlijk zijn zien de producten er nu vaak al gaaf uit. Maar de vraag die overeind blijft staan na de eerste indrukken te hebben opgedaan, is: wat heb je er nou uiteindelijk aan? In een maatschappij waarin smartphonemoeheid een breed begrip is, is het nog maar de vraag of mensen echt zitten te wachten op een nieuwe form factor, eentje die zijn nut nog moet bewijzen. De ervaring, voornamelijk de software, is op dit moment ook nog niet echt optimaal vormgegeven.
Op basis van deze eerste indrukken willen we niet meteen de producten afschrijven, maar we moeten nu wel ons best doen om te bedenken waar je zo’n ding nou echt voor nodig hebt. Natuurlijk kun je ermee bellen, is het handig dat je prima kunt multitasken en is de kijkervaring van apps als YouTube en Netflix relatief beter, maar het is niet zó veel beter dat we straks meteen naar de winkel rennen om zo’n opvouwbare smartphone te halen. We zijn wel van mening dat dit in elk geval níet de smartphoneopvolger zal worden op korte termijn.
Wel is het zo dat deze nieuwe form factor kan zorgen voor een opleving in de smartphone-industrie. De apparaten voelen aan als een nieuwe categorie, ook al worden hier twee bestaande categorieën samengevoegd (smartphones en tablets). Vandaag de dag is de smartphonemarkt saai te noemen, met apparaten die allemaal op elkaar beginnen te lijken en die oplossingen aanbieden voor problemen die zelf zijn gecreëerd (zoals snelkoppelingen onderaan een lang, smal scherm). Kortom: hartstikke cool allemaal, maar echt nuttig is het nog niet.
Spiegelconcept van Oral-B
Een concept waar we wél enthousiast van worden is het concept van een slimme spiegel dat te zien was op de stand van Oral-B. Nu zijn slimme spiegels an sich geen nieuwe producten en hebben we die in het verleden al eerder voorbij zien komen. Het is natuurlijk maar net wat je ermee doet natuurlijk. Door een projector, 3d-camera en een spiegel te combineren met een klein apparaat dat je speeksel kan controleren, die de gebruiker ook een ontzettend kleine schok geeft, kan het gevaarte een hoop vertellen over de gezondheid van de gebruiker.
Zo kan de spiegel zien of je wel goed poets of niet en kunnen er aanbevelingen worden gedaan. Er wordt gekeken naar tandplak en andere oneffenheden in de mond. Op basis van die informatie en de data die op andere plekken wordt verzameld (zoals je locatie), kan het systeem aanbevelingen doen voor bijvoorbeeld het verlagen van bepaalde hormonen (zoals cortisol, een hormoon dat veelal vrijkomt bij stresssituaties). Ben je veel aan het werk? Dan kan het zijn dat de spiegel je aanraadt wat meer vrije tijd te gaan nemen.
In principe kan Oral-B natuurlijk zo ver gaan als het zelf wil en je allerlei dingen gaan voorschotelen die effect kunnen hebben op je algemene gezondheid. Mocht je je nu afvragen wat de fabrikant van een tandenborstel met zo’n concept moet, dan is het antwoord vrij simpel: in de mond zijn vaak als eerste specifieke symptomen waar te nemen die kunnen duiden op aankomende of ergens anders aanwezige problemen. Door het speeksel van een gebruik bij te houden, kan dit systeem dus slim te werk gaan en aanbevelingen doen.
Maar, zo geeft de fabrikant ook aan, zie dit niets als een vervanger voor je huisarts. Sterker nog: de slimme spiegel zou je zelfs kunnen aanraden een huisarts of tandarts op te zoeken wanneer bepaalde dingen vaak terugkomen. Net zoals zo veel producten die gericht zijn op gezondheid, zoals wearables en applicaties, moet je dit systeem ook zien als ondersteuningsmiddel, en meer ook niet. Of dit ooit een product gaat worden dat te koop zal zijn is nu nog niet duidelijk, maar het is in elk geval wel interessant om in de gaten te houden.
Autonome grasmaaier van Husqvarna
Tijdens de Mobile World Congress-beurs dit jaar zijn er natuurlijk ook gewone producten aangekondigd. En met ‘gewoon’ bedoelen we producten die je over niet al te lange tijd kunt aanschaffen in de winkel. Er zijn een aantal smartphones aangekondigd (daar later meer over), maar één product steekt er toch wel met kop en schouders bovenuit: de volledig autonome grasmaaier van het merk Husqvarna. Deze nieuwe robotgrasmaaier beschikt over artificial intelligence, kan steile hellingen met gemak aan en heeft een premium uiterlijk meegekregen.
Voordat je dit product echter kunt gebruiker, dien je diep in de buidel te tasten. Voor net iets minder dan vijfduizend euro (jawel: een vijf met drie nullen) haal je dit slimme apparaat in huis, zodat je hem vervolgens in de tuin kunt plaatsen en hem het werk kan laten doen. Als het goed is hoef je er verder dan ook niet meer naar om te kijken. Als je zo nu en dan eens naar buiten zou kijken en zou denken dat er een sportwagen op een rustig tempo voorbij rijdt, dan heb je het mis — maar zo oogt de Husqvarna 435X AWD wel een beetje.
Dat uiterlijk is natuurlijk leuk en aardig, waar het echt om draait zijn de kwaliteit op het gebied van grasmaaien. Op dat vlak heeft Husqvarna diverse verbeteringen doorgevoerd. Zo kan deze robotgrasmaaier een terrein van een half voetbalveld (3.500 vierkante meter) met gemak aan, ongeacht hoe het terrein vormgegeven is. Het apparaat kan zonder problemen een helling van maximaal zeventig graden op, en ook weer af, dankzij onder meer AWD (All Wheel Drive) en twee losse units die middels een magnesium stuk met elkaar verbonden zijn.
Daarbij is de robotgrasmaaier zeer stil (62 db) dankzij onder meer lichte diamond cut-messen. Natuurlijk is ook aan veiligheid gedacht. Zo stopt de grasmaaier meteen wanneer hij opgepakt wordt en wordt de snelheid verlaagd zodra een object genaderd wordt. En hoe kan het ook anders dan dat dit product is voorzien van ondersteuning voor de Google Assistent en Amazon Alexa; het is dus mogelijk de grasmaaier met je stem aan te sturen. Met de bijbehorende app is het tevens mogelijk de maaier in te stellen en aan te sturen.
Terug naar die smartphones
Ondanks het feit dat er dus op Mobile World Congress iets meer aandacht uitgaat naar het slimme huis van de toekomst, is het dus ook nog steeds zo dat er volop smartphones worden aangekondigd. Zoals bijvoorbeeld de LG G8 ThinQ. LG is een fabrikant die bekendstaat om zijn goede oled-schermen, maar de afgelopen jaren zijn we die niet tegengekomen op de vlaggenschepen uit de G-serie van het bedrijf. Daar is dit jaar verandering ingekomen: de G8 is voorzien van een riant oled-scherm, helaas wel met zo’n inkeping aan de bovenkant.
Dat is overigens niet het enige waardoor je enthousiast zou kunnen raken over de G8. LG presenteert het toestel namelijk als een smartphone die je niet hoeft aan te raken. Er is handpalmherkenning aanwezig. Daarmee kun je niet alleen je telefoon ontgrendelen (door heel ongemakkelijk je handpalm boven de frontcamera te houden), maar ook apps bedienen voor bijvoorbeeld het regelen van muziek, maken van een foto of uitzetten van een timer. De camera beschikt over time of flight-technologie, waarmee diepte gezien kan worden.
Daardoor is het voor de smartphone mogelijk een 3d-beeld van de handpalm te maken en bijvoorbeeld te kijken naar de aderen (ja, echt). Als het goed is maakt de smartphone dus onderscheid tussen handpalmen zoals dat ook wordt gedaan met gezichtsherkenning en vingerafdrukscanners. Hoewel we ons best kunnen voorstellen dat er situaties zijn waarin je je telefoon zonder vast te pakken wil bedienen, lijkt vooral dat ontgrendelen op een gimmick dat je één keer wil gebruiken en daarna eigenlijk nooit meer.
Technisch gezien op te vouwen
Zo’n zelfde idee krijgen we ook bij de LG V50 ThinQ. Hoewel dit een prima, maar waarschijnlijk ook onopmerkelijke smartphone is, heeft die een speciaal hoesje die een twee scherm toevoegt. Leuk voor even, denken we dan, want eigenlijk voelt dit aan als een tussenoplossing van LG waardoor de fabrikant toch een beetje mee kan doen aan de hype van opvouwbare smartphones zonder daar echt in te hoeven investeren. Heeft het praktisch nut? Op zich, aangezien multitasken op dit apparaat eigenlijk meer dan prima werkt.
Verder presenteerde Nokia nog een opvallende smartphone met de Nokia 9 Pureview. Dit model beschikt over vijf camera’s aan de achterkant, die allemaal op hetzelfde moment een foto maken en het beelden samenvoegen tot één kiekje. Daarnaast is dit wat ons betreft ook een fijne mededinger voor de categorie ‘beste prijs-kwaliteit-verhouding’, aangezien het model high-end specificaties aanbiedt voor een relatief lage prijs van 599 euro. En dan krijg je daar dus bovenop dat uitgebreide camerasysteem bij.
Ultieme smartphone?
Al met al was dit een rustige Mobile World Congress waar toch enorm veel gepresenteerd is. Het zijn veelal concepten, maar de daadwerkelijke producten laten zien dat fabrikanten, van smartphones en smarthomeproducten, wel degelijk dingen in hun mars hebben. Bijvoorbeeld de ultieme smartphone maken doet geen enkele fabrikant meer vandaag de dag, maar door goede specs aan te bieden en te combineren met unieke functies, laten fabrikanten als LG en Nokia zien dat er nog groeimogelijkheden zijn in de markt.
Reacties (0)