Waarom een shoot-out?
We publiceren al vele jaren televisietesten. We kennen prijzen toe, illustreren voor-en nadelen van verschillende toestellen. Dus waarom een shoot-out organiseren? In de eerste plaats natuurlijk omdat het fijn is om ons lezerspubliek af en toe te betrekken bij het testen. Maar ook om aan te tonen dat je, met alle toestellen op een rij, toch nog belangrijke verschillen kunt zien.
Hoe kan dat? In dit geval bekijken we vier OLED-modellen die allemaal hetzelfde paneel gebruiken, van waar komen dan die verschillen? Een test zoals deze toont bij uitstek aan wat het belang is van processing. Elke televisie moet een enorme variëteit aan beelden accepteren: live tv, YouTube, Ultra HD Blu-ray, enzovoort. Elke bron heeft eigen karakteristieken: resolutie, kwaliteit, compressie, HDR/SDR, enzovoort. Die moet de televisie allemaal op het scherm tonen, rekening houdend met zijn beperkingen en met geldende normen, maar hij moet ze ook zo goed mogelijk proberen te tonen. Upscaling, contrastverbetering, detailweergave, beweging vloeiend maken, en meer. Al die taken kunnen het beeld (soms zelfs drastisch) beïnvloeden.
Een test zoals deze, waarbij je vier bijna identieke toestellen – onder gecontroleerde omstandigheden – kunt bekijken is een uitstekende manier om die verschillen te tonen. Het geeft bovendien ook een perfect beeld van hoe groot of hoe klein dergelijke verschillen zijn.
De opzet
Voor onze test werden vier OLED-tv’s gebruikt. De Sony AG9, Panasonic GZ2000, LG C9, en Philips OLED804, uiteraard allemaal in hetzelfde formaat; 65 inch. De toestellen worden zij aan zij opgesteld en alle kenmerkende onderdelen worden verhuld. Lees: de schermen staan op dezelfde hoogte, en alles behalve het scherm wordt afgeplakt met zwarte tape of bedekt met zwarte doeken. Behalve de schermen is er wekelijk niets zichtbaar; geen voeten, geen schermranden, en uiteraard ook geen afstandsbediening. Als er van input/beeld gewisseld wordt, bedekken we de schermen met een zwart doek, om eventuele on-screen elementen te verbergen.
De tests gebeuren in twee verschillende omstandigheden. Voor de eerste test kalibreren we de televisies: ITU-R Rec BT.709 kleurgamut, D65 witpunt, gamma 2,3 en een witwaarde van 120 nits. In deze toestand tonen de toestellen de beelden zoals ze bedoeld zijn, de zogenaamde “Director’s intent”. Tijdens de kalibratie – gedaan door mijzelf en onafhankelijk kalibrator Dimitri Valkenburg – maken we gebruik van de AutoCal-feature voor LG, Sony en Panasonic, waarna we de resultaten verifiëren. De Philips beschikt niet over AutoCal en wordt volledig manueel gekalibreerd. We gebruiken een Klein-10A en Konica Minolta CS-200 meter, samen met een Murideo Six-G patroongenerator en Portrait Displays Calman software. De lichten zullen tijdens deze test bijna volledig gedimd zijn.
De tweede test gebeurt in de Vivid/Dynamic (Levendig/Dynamisch) modus van elke fabrikant. Zo zie je het maximale effect van processing. Ja, de Vivid modus raden we al jaar en dag af, maar fabrikanten hebben over de voorbije jaren toch ingezien dat je de televisie niet in alle richtingen moet oversturen. Voor de puristen blijft het een uitgesloten keuze, maar wie vaak bij veel omgevingslicht kijkt, kan dankzij de processing zijn beeld een flinke boost geven, zonder per definitie onnatuurlijk te lijken. Tijdens deze test lieten we de lichten in de ruimte aan.
De test
Dertig FWD-lezers zakten af naar het Philips Stadion te Eindhoven. Zij evalueerden tien clips in de gekalibreerde omstandigheden en twaalf clips in de Vivid modus. De geselecteerde clips van om en bij de 2 minuten omvatten een selectie van (Ultra HD)Blu-ray, Netflix streaming content, promotioneel materiaal van andere merken, en demomateriaal van Philips. De selectie bevat 4K- en Full HD-materiaal.
In de Vivid-test gebruiken we zowel SDR- als HDR-beeldmateriaal. In de gekalibreerde test gebruiken we enkel SDR-materiaal. Alhoewel het mogelijk is om HDR ook te kalibreren moeten al deze toestellen nog een tonemapping-stap uitvoeren. Concreet wordt in die stap het luminantiebereik van het bronmateriaal (bvb 0 tot 4.000 nits) gemapped op het bereik van de televisie (voor een oled, typisch 0-750 nits). Hoe die tonemapping moet gebeuren zit niet in een standaard, en de fabrikant doet dat dus naar eigen inzicht. Omdat we dit tijdens de kalibratie niet echt kunnen aanpassen is het onmogelijk om een ideaal speelveld te creëren waarin elk toestel gelijk aan de start staat.
Bij elke clip wordt aangegeven waaraan het publiek aandacht moet schenken: detail, contrast, ruis…Belangrijk is ook dat er geen referentiemonitor aanwezig is. De kijker beoordeelt dus welk beeld hij prefereert. Indien hij twee toestellen verkiest kan hij dit markeren, heeft hij geen voorkeur dan kan dit ook aangeduid worden.
De resultaten
De opstelling van de toestellen was als volgt: LG (A) / Philips (B) / Sony (C) / Panasonic (D). De percentages geven aan hoeveel procent van de kijkers een bepaald toestel verkiezen.
De resultaten van de test in gekalibreerde modus brachten al onmiddellijk een verrassing. Aangezien de sets professioneel gekalibreerd werden onder het toeziend oog van Philips en FWD – en er dus quasi identiek uitzien – verwachtten we een vrij uniforme verdeling van de voorkeur. Elk beeld leunt namelijk zo dicht mogelijk aan bij de vooropgezette norm. Toch kwamen onze lezers tot deze conclusie:
- Philips OLED804 : 38%
- Sony AG9 : 30%
- LG C9 : 20%
- Panasonic GZW2004 : 12%
Vooral het relatief magere resultaat van Panasonic valt op. Dat toestel scoort in onze reviews immers uitstekend als het over kalibratie gaat. Een mogelijke verklaring ligt in het feit dat de toestellen van Philips en Sony centraal stonden en daardoor toch iets beter scoorden. We weten ondertussen dat de kijkhoek van een OLED-scherm weliswaar erg groot is, maar natuurlijk niet perfect.
In de Vivid-mode kan Philips alle kennis die in de P5 verwerkt zit maximaal benutten. En dat merkten de kijkers niet alleen duidelijk, ze apprecieerden het ook. Philips zet hier een heel sterk resultaat neer. Panasonic kan met behulp van zijn processing uiteindelijk een tweede plaats scoren, onder andere door betere motion-processing dan de Sony en LG, en dankzij beter zwartdetail.
- Philips OLED804 : 69%
- Panasonic GZW2004 : 15%
- Sony AG9 : 13%
- LG C9 : 3%
Philips neemt zo voor de vierde keer de eerste plaats in tijdens een blinde shoot-out. De show werd afgesloten met een drankje en een babbel. Wil je er volgende keer ook bij zijn? Hou dan zeker onze website in de gaten. Volgende week publiceren we een video met een (sfeer)verslag van de FWD Benelux TV Shoot-out 2019.
De FWD TV Shoot-out 2019 is avondvullend evenement dat georganiseerd is in samenwerking met Philips TV. De TV Shoot-out zelf is echter volledig onafhankelijk en blind uitgevoerd. Onze eigen en onafhankelijke experts hebben de tv’s gekalibreerd en voor aanvang gecontroleerd, hebben aan de test meegedaan en hebben tijdens de test in de gaten gehouden dat alles eerlijk verloopt.
Reacties (20)