Moeizame start
Het verhaal van Nederlandse betaal-tv begint in 1985 als FilmNet als eerste betaalzender begint met het uitzenden van films in Nederland. De zender is actief in meerdere Europese landen, maar weet in Nederland eigenlijk nooit uit de rode cijfers te komen. In 1997 wordt FilmNet overgenomen door Canal+, dat ook weinig succes heeft met de zender. Nadat het Franse bedrijf in2006 in de financiële problemen komt besluit het verliesgevende zenders te verkopen aan Liberty Global, het moederbedrijf van Ziggo.
Jarenlang lijkt het erop dat betaalzenders in Nederland gewoon niet van de grond kunnen komen. Die indruk werd ook versterkt nadat Sport 7, een soort van voorloper van Fox Sports, in 1996 al snel na de introductie failliet gaat. De sportzender had de rechten voor het Nederlandse Eredivisie-voetbal verworven en wilde dat alle kabelabonnees 2 gulden per maand gingen betalen voor doorgifte. Het leidde echter tot grote protesten tegen de zender en kabelproviders weigerden mee te werken aan het plan. Sport 7 mislukte faliekant ging minder dan 4 maanden na de lancering alweer op zwart.
De omslag
Het is dan ook niet zo vreemd dat er lange tijd werd gedacht dat betalen voor content in Nederland geen toekomst had en dat het simpelweg nooit van de grond zou komen in Nederland. Waar meestal echter geen rekening mee is gehouden, is dat het aanbod wat betreft betaalzenders tot 2006 niet echt groot is geweest, dat het erg duur was en dat een initiatief als Sport 7 zich met een afdracht via providers wilde opdringen aan alle burgers.
En daar is de laatste jaren verandering in gekomen. Zenders als HBO, Film1/Sport1 en Fox Sports die de laatste jaren zijn ontstaan zijn volledig optioneel. De prijs ligt met 15 euro per maand bovendien fors lager dan de 60 gulden per maand die vroeger voor FilmNet en Canal+ betaald moesten worden. Dankzij het internet zijn er in het afgelopen jaar bovendien streamingdiensten als Netflix en Videoland Unlimited geïntroduceerd en die maken de keuze niet alleen groter, maar geven de consument ook de mogelijk om voor nog lagere prijzen onbeperkt naar films en series te kijken.
Vernieuwing
In 2012 concludeerde Deloitte al dat Nederlanders helemaal niet te beroerd zijn om te betalen voor goede content en dat ons bestedingsgedrag wat betreft tv en content in lijn ligt met dat in andere Westerse landen. Wat echter wel belangrijk is, is dat het aanbod aansluit bij de wens van de consument en dat er voldoende flexibiliteit is. Providers lijken dat intussen ook in te zien en ook zij passen daarom hun aanbod langzaam maar zeker aan.
Door de recente ontwikkelingen treden er tevens meer spelers toe in de markt. Tussen deze nieuwkomers zitten tevens mobiele providers die hun dienstenpakket verbreden om stappen te maken richting ‘quad play’. Om aandeel te winnen binnen de reeds verzadigde markt worden consumenten overgehaald met nieuwe proposities. Een van de grote nieuwkomers is Vodafone die zich wil onderscheiden door als een van de eerste providers een pakket aan te bieden aan waarin internet als basisdienst wordt afgenomen en tv en bellen optioneel zijn. De dienst kan maandelijks naar wens worden aangepast. Het nieuwe abonnement geeft de consument zelf de keuze om indien gewenst tv en betaalzenders een of enkele maanden af te nemen en het maakt met internet als basis bovendien de weg vrij voor nieuwe diensten als Netflix.
De consument is steeds meer bereid te betalen voor content, maar willen niet meer betalen voor zenders waar ze niet naar kijken. De verwachting is dat er steeds meer geëxperimenteerd zal worden met verschillende abonnementen die de wensen van de klant beter kunnen ondersteunen. Dit betekent tevens dat de manier van reclame maken zal moeten veranderen en aanbieders meer grip moeten krijgen op de beschikbare content. Acceptatie voor betaalde content is er zeer zeker, maar de heilige graal van content consumeren is nog niet gevonden.
Reacties (0)