Trends en verwachtingen op het gebied van audio voor 2025

29 december 2024 + 10 minuten 2 Reacties
DALI

Het einde van het jaar is een perfect moment om even terug te blikken op wat er allemaal is gebeurd in de audiowereld. Grote merknamen worden verkocht, nieuwe uitdagers duiken op en baanbrekende producten duwen de markt weer in nieuwe richtingen. Wat bracht 2024 en wat kunnen we in 2025 verwachten?

Doorheen het jaar worden veel shows bezocht, merkvertegenwoordigers gesproken en overlegd met de EISA-collega’s die van over heel de wereld komen. Hoewel je daarmee nu niet een definitieve inzage krijgt van hoe de audiomarkt evolueert, levert dat wel veel informatie op waarmee een beeld kan geschetst worden. Hoe zit het nu met die markt in 2024? De feedback die vanuit verschillende hoeken kwam, schetste een beeld van een verkoop die tegenviel. Maar het lijkt wel heel selectief te zijn geweest. Sommige winkeliers lieten bijvoorbeeld weten dat er weinig mensen langskwamen voor betaalbare hifi, maar dat het luxesegment het prima deed. Ook internationaal waren de signalen wisselend. De wereld is natuurlijk veel groter dan de audio, en wat er overal gebeurde zorgde regelmatig voor ongerustheid en onzekerheid. Dan loop je niet snel naar een speciaalzaak om een highend-streamer te kopen. Lopen we allemaal hopen dat in 2025 wel die rust terugkeert, op alle vlakken.

Revival na revival

Wie voor de ervaring gaat kiest vinyl, wie slim is koopt muziek-cd’s. Het is scherp gesteld, maar die uitspraak klopt ergens wel. Zo is het toch wel opvallend dat de verkoop van cd’s sinds vorig jaar weer (lichtjes) in de lift zit. Er zijn daarnaast opvallend meer cd-spelers uitgebracht in 2024, terwijl je in de jaren daarvoor steeds harder moest zoeken om een te vinden. Terwijl dit wordt geschreven, speelt er zelfs een muziek-cd af via een heruitgave door FiiO van een draagbare Discman. Kostprijs: 160 euro, en de kwaliteit is best ok.

Het lijkt een kleine herhaalbeurt van wat er eind jaren negentig gebeurde. Toen stopten veel merken met het aanbieden van platenspelers om dan jaren later toch weer die productie te moeten herstarten. Vaak met veel moeite, want de benodigde kennis en machines waren foetsie. Dat is minder geval bij cd’s, omdat die kennis wel nog voorradig is. Maar het was op een bepaald moment steeds moeilijker om drive-mechanismen van een goede kwaliteit te vinden.

Inmiddels is de cd-revival een feit. Voor wie volledig in de ban van streamingdiensten is, lijkt die herwonnen liefde voor fysieke media misschien een beetje gek. Maar hoe je het ook draait en keert, de muziek die je beluistert via een streamingdienst huur je en bezit je niet. Abonnement gedaan? Muziek weg. En het gebeurt wel vaker dat een of andere licentiedeal afloopt, waardoor plots een favoriete album of track verdwijnt. Er bestaat daarnaast zoiets als keuzestress, waardoor sommige mensen net horendol worden van dat enorm aanbod aan muziek. Het commerciële belang van playlists bij diensten als Spotify betekent dat je niet altijd makkelijk in contact komt met interessante nieuwe muziek, al proberen kleinere diensten als Qobuz en Idagio dat net wel heel hard.

De vinylrevival maakt toch duidelijk dat sommige mensen geen ongelimiteerde muziekbibliotheek en geen drukke app wensen, maar liever een eigen muziekcollectie die echt van hen is. Die je kunt opzetten zonder afgeleid te worden door meldingen. Die vinylrevival zit trouwens echt niet in de hoek van stokoude hifi-fans die hunkeren naar de vorige eeuw, zoals soms smalend wordt gedaan. Ga eens langs bij een concert van een artiest die bij jongeren populair is, zoals Oliva Rodrigo of Conan Gray, en je ziet platen over de toog vliegen – recht in de handen van 14-18-jarigen.

Een probleem is echter dat door een combinatie van hogere grondstofprijzen en gebrek aan productiefaciliteiten vinyl echt wel duur begint te worden. Veertig-vijftig euro per album, het is niet zo uitzonderlijk, net bij die artiesten die een jonger publiek bereiken. En dan is er de cd. Genegeerd door velen, maar technisch biedt het wel een geweldige kwaliteit. Een medium dat ook niet verslijt als je het afspeelt. En een medium dat vaak heel goedkoop te vinden is. Zelfs bijna-nieuwe albums vind je voor 10-15 euro – en iets oudere voor nog minder. Tweedehands muziek-cd’s? Betaal je misschien enkele euro’s voor. Niet een slechte manier om een muziekcollectie op te bouwen die echt van jou is.

Nieuwe namen zorgen voor onrust

De audiowereld kan soms heel statisch lijken, maar op sommige vlakken is het net heel dynamisch. De laatste jaren meer dan ooit, onder andere omdat er vanuit het headfi-segment veel prikkels komen die steeds meer nazinderen in de algemene hifi-industrie. Het begon met de honger van veel headfi’ers naar toestellen die beter pasten bij hun hobby, zoals DAC’s voor aan de computer of voor onderweg. Er is een grote nieuwsgierigheid in dat wereldje rond upgrades. Vergeleken met ‘grote’ hifi-systemen is de drempel lager om eens te experimenteren met een voeding of kabel.

Een aantal nieuwere merken weet daar goed op in te spelen, door met een zekere regelmaat nieuwe hoofdtelefoons, DAC’s en hoofdtelefoonversterkers uit te brengen. Bepaalde fora en YouTube spelen dan weer een grote rol in het promoten van die producten – er hangt soms een heel schreeuwerige sfeer ron. Een keerzijde voor de consument is dan weer dat die stortvloed aan toestellen de waardevastheid van een aankoop ondermijnt. Het helpt niet dat sommige bedrijven een jaar na de lancering van ‘de beste DAC ooit!’ alweer daar zijn met een nieuw product. En soms duurt het zelfs niet zo lang. Er ontstaat dan weer een hypecyclus, waardoor de vorige generatie producten massaal op de tweedehandsmarkt worden gedumpt aan zeer lage prijzen. Tof voor wie het niet erg vindt om achter de curve te lopen, maar qua duurzaamheid niet positief. Het is ook geen goed nieuws voor hifi-merken die verkiezen om producten lange tijd op de markt te houden.

Die dynamiek waait ten dele over naar de volledige audiomarkt. Goed of slecht? Dat hangt er vanaf. Aan de positieve zijde valt te noteren dat er in het voorbije jaar of twee functies op streamers zijn geïntroduceerd waar sommige heel lang op zaten te wachten. De deur is zo ook geopend naar een aantal nieuwe – meestal Aziatische merken – die heel sterk inzetten op het vervolmaken van de digitale bron. En daar heel goed in slagen. Er was al een eerste generatie bedrijven die de voorbij vijftien jaar deze strategie volgden, met name AURALiC, Aurender en Lumin. Recent kwam daar een tweede golf bij, onder meer Eversolo, HiFi Rose en Matrix Audio.

Ook opvallend: waar veel audiobedrijven opgericht zijn door ingenieurs gespecialiseerd in elektronica of theoretischere wetenschappers, zijn dit drie ondernemingen die eerder in de IT-hoek zijn ontstaan. Dat zorgt voor een ander perspectief, zeker als het gaat om bediening en functieaanbod. Dat doet sommige traditionele bedrijven zeker zweten… Ook opvallend: alle drie zijn begonnen als streamerspecialisten, maar bieden inmiddels ook versterkers en andere audioapparaten aan. En niet per se goedkope producten. Ze zijn heel ambitieus!

Goedkoop kan (en moet) ook

Er veel redenen waarom duurdere audioproducten beter zijn. Er is langer R&D verricht, er worden duurdere materialen en componenten gebruikt en de afwerking is luxueuzer, bijvoorbeeld. En misschien betaal je ook voor een product dat in Europa gebouwd is, wat ook meer kost. Al zijn er verschillende factoren die ervoor zorgen dat in China produceren inmiddels ook meer zo goedkoop is. Trouwens, het is sowieso al langer zo dat produceren in Azië niet gelijkstaat met minderwaardige kwaliteit.

Het valt wel op dat de kwaliteit in het laagste segment toeneemt. Of anders gezegd: als je goed kiest, kom je voor relatief weinig met veel thuis. Die trend is al langer zichtbaar bij speakers, waar je al enkele jaren in het instapsegment uitstekende producten kon vinden. Weliswaar hebben hogere grondstofprijzen en vervoerskosten wel prijspunten wat omhoog geduwd, maar het is mogelijk om bij een merk als ELAC, PSB of Q Acoustics voor enkele honderden euro’s iets mooi te krijgen.

Ook als het gaat om apparatuur zie je dezelfde trend. Het boegbeeld van die low- cost beweging is WiiM, een merk dat met z’n eerste streamer eindelijk een alternatief voor de teloorgegane Chromecast Audio aanbood. Inmiddels is het aanbod van het bedrijf enorm uitgebreid, richting betere streamers en streaming versterkers, telkens te bedienen met een goed app én met multiroomfunctionaliteit. Andere merken reageren hierop. Zo bracht ook Bluesound een heel volledige Node Nano-streamer uit voor 350 euro. Hoewel je bij duurdere streamers nog altijd duidelijke stappen vooruit zet, zijn deze budgetproducten wel positief om mensen met een kleiner budget te laten proeven van beter geluid. Niet onbelangrijk in een markt dat vaak vergeet dat 20- en 30-jarigen zelden beschikken over duizenden euro’s om uit te geven aan audiospullen.

De terugkeer van de subwoofer(s)

Kijk, er zijn heel wat redenen waarom je geen subwoofer zou willen. Het is weer een extra aankoop, een subwoofer dat diep kan duiken neemt veel plaats in én een sub correct opstellen is niet zo eenvoudig. Met name in een woonkamer. De beste plaats voor een subwoofer kan, naargelang de vorm van je kamer, wel eens op een heel onhandige plek zijn. Toch zit de verkoop van subwoofers in de lift. Het aanbod is ook groter én beter geworden, onder meer omdat sommige luidsprekerbouwers het segment serieuzer nemen. Je zag soms wel eens een speakermerk een sub uitbrengen dat bijna een ‘oh ja, dit moeten we ook hebben’-model was. Daar is nu anders. Bij grote namen als KEF en Monitor Audio vind je nu nieuwe subs die heel goed in elkaar zitten. Veel hifi-fans en zeker surroundliefhebbers blijven echter subs verkiezen van gespecialiseerde merken, zoals REL of SVS.

Maar waarom is een sub nu meer een ding dan voorheen? En zal die trend wellicht wel aanhouden? Om te beginnen is er misschien wel een andere denken over laag en ultralaag. Waar vroeger misschien gewoon een aanwezigheid in de heel lage tonen volstond, zien steeds meer muziekfans het belang in van strak, gecontroleerd en gedetailleerd laag. Dingen die een klassieke vloerstaander moeilijk kan brengen – en dan moet je versterker nog meewillen. Omgekeerd, als je een actieve subwoofer toevoegt aan je muzieksysteem, dan ontlast je de hoofdspeakers én je krijgt beter laag. Win-win, heet dat. Idealiter heb je hierbij wel een versterker met de juiste controls.

Problemen met plaatsing worden ook (deels) opgelost met kamerkalibratie. Steeds meer subs komen met zo’n functie ingebouwd. Handig, want hoewel er meer stereoversterkers zijn met ingebouwde kamerkalibratie zijn er toch nog voldoende modellen zonder. Als er een parametrische equalizer of (nog beter) kamerkalibratie in de sub zit, dan kun je toch de belangrijkste problemen aanpakken.

Tot op dit punt klinkt het wellicht nog wel vertrouwd. Wat echter heel verrassend is, is de groeiende interesse in opstellingen met meerdere subwoofers. De nadelen die eerst werden vermeld in deze paragraaf, worden met twee of meer subs enkel maar acuter. Maar: met meerdere subs kun je akoestisch een optimaler laagverspreiding krijgen. Als je geïnteresseerd bent in akoestiek, is het zelfs een heel fascinerend thema. Bij professioneel gebouwde thuisbioscopen worden meerdere subwoofers natuurlijk al langer toegepast, maar bij een stereosysteem werd het toch maar weinig gedaan. Komt daar verandering in? Tja, ook in 2025 blijven nadelen zoals kost en plaatsing doorwegen. Dus misschien niet echt op grote schaal. Maar de opmerkelijke NAD M66 wijst in de richting van hoe het wel kan. Dit is een stereovoorversterker met ondersteuning voor een tot vier subwoofers, met integratie via Dirac Live Bass Control. Hiervoor moet je wel nog een aparte licentie aanschaffen, maar het resultaat is – na veel werk – indrukwekkend. Wedden dat in 2025 er nog (voor)versterkers opduiken die via de Dirac-bassoftware integreren?

Zoveel nieuws

Het geldt niet voor iedereen, maar in 2024 zagen we toch nog de naweeën van corona. Wat bijvoorbeeld opviel is dat het over sommige bedrijven de voorbije jaren heel stil werd en er nu heel veel nieuws te rapen viel. Wellicht kwam dat omdat sommige merken in 2020-2021-2022 een heel sterke verkoop zagen en daarna een terugval, waardoor productie voorrang kreeg en R&D wat achterstand. Hoe dan ook, in 2024 waren er opeens heel veel nieuwe audioproducten. De persberichten rolden de mailbox in, wat het soms moeilijk maakte om alles te overschouwen. De trofee op dit vlak moet wel naar DALI. Het Deense merk had de voorbije jaren een bescheiden aantal zeer high-end producten gelanceerd, met de KORE als vlaggenschip. In 2024? Een volledige luidsprekerfamilie (Rubikore), vier modellen extra bij een ander (Epikore) en dan nog een hoofdtelefoon. Dat is best pittig! Ook Denon en Marantz hadden veel te vertellen, en ze waren zeker niet de enigen.

Terugkeer van AKM

Niemand had echt een geweldig 2020 – corona, weetjenog? Maar als er een partij echt pech had, dan was het wel Asahi Kasei Microdevices. Samen met ESS was AKM dé partij die DAC-chips (en ADC’s) leverde aan talloze audiobedrijven. En toen brandde hun belangrijkste chipfabrikant af, net voor het begin van de epidemie. Het gevolg: audiofabrikanten zijn de voorbije jaren massaal overgeschakeld op chips van ESS, maar ook TI/Burr-Brown. Maar inmiddels is AKM helemaal weg en weet het bedrijf echt te scoren met hun AK4499EXEQ die je kunt aanvullen met een AK4191. Deze chipcombinatie splits de functies die bij een reguliere delta-sigma DAC in één chip zit op in twee delen, met digital verwerkingen (upsampling en moduleren) in de AK4191 en de eigenlijk conversie in de AK499EXEQ. Het is een slim idee, dat ook uit metingen heel goed komt.

Sonos en z’n app

Bij multiroom-producten is de app van extreem belangrijk. Niemand weet dat beter dan Sonos, een merk dat een groot deel van zijn succes te danken heeft aan z’n goede gebruikservaring. In het voorjaar van 2024 maakte het bedrijf echter een kapitale fout door fikse softwareveranderingen door te voeren die een grote impact hadden op de stabiliteit en ervaring. Het leverde Sonos enorm veel kritiek op, onder meer van gebruikers die gewoon hun vertrouwd systeem wilden gebruiken en helemaal niet vroegen om een nieuwe app. Het duurde vele malen vooraleer het probleem werd aangepakt, maar als we dit schrijven lijkt de software grotendeels opnieuw stabiel.

aptX Lossless

Streamen over Bluetooth is vooral handig als je snel een speakertje op vakantie wil aansluiten. Of wat muziek in de oren wil tijdens een bezoek aan de gym of sportschool. De kwaliteit valt dan nog wel mee, maar voor kritisch luisteren is het vaak net niet goed genoeg. De codec aptX Lossless zou daar beterschap in brengen, door lossless cd-kwaliteit te bieden (of lossy hi-res). Maar ondanks de belofte van de technologie blijkt de doorbraak toch wel heel traag te verlopen. Er zijn bijvoorbeeld wel wat smartphones die het ondersteunen, maar niet die van Apple of Samsung. Aan de kant van hoofdtelefoons en speakers zijn er wel wat die het lusten, zoals producten van Cambridge Audio of Denon, terwijl met name iFi Audio er ook een fan van is. Maar ook daar blijft ondersteuning beperkt. Het is ook bijna altijd onmogelijk om te zeggen of de lossless-codec echt gebruikt wordt. Is het een probleem van licentie- en chipkost, is het bereik te beperkt of gebruikt de aptX Lossless-codec gewoon te veel energie? Het is wat koffiedik kijken, maar we zijn wel benieuwd of aptX Lossless in 2025 breder zal doorbreken.

Optische kabels

Optische kabels om audio te vervoeren met een toslink-stekker bestaan al langer. Maar optische kabel kan ook voor andere zaken dienen. Voor netwerkverbindingen bijvoorbeeld. Jouw internetbedrijf gebruikt zo’n kabel wellicht om breedband naar de straat en misschien de router in de kelder te brengen. In de woning zelf? Dat wordt het zelden gebruikt. Maar het kan wel. Buiten dat je dan weer andere switches en routers nodig hebt, is het niet echt moeilijker dan een klassieke ethernetkabel gebruiken. De meeste audiotoestellen blijven echter beschikken over een RJ45-ethernetpoort, maar er duiken steeds meer op met een optische SFP-netwerkingang. Een voordeel, naast de snelheid (die je voor audio zelden echt nodig hebt), is dat een optische verbinding elektrisch ontkoppeld is. Over het belang van audiofiele switches en netwerkkabels bestaat natuurlijk veel discussie, maar een optische netwerkkabel kortsluit heel de discussie.

Hoe zit het nu met die merken?

Net voor dit artikel richting de drukker vertrok, kwam het nieuws dat Bose de nieuwe eigenaar wordt van de Fine Sounds-groep die McIntosh, Sonus faber en Sumiko overkoepelt. Opmerkelijk nieuws, maar enkel omdat Bose niet de partij was die waarvan er zo’n overname verwacht werd. Los van de ophef rond een grote naam, is verdere consolidatie in de audiowereld eigenlijk onvermijdelijk. McIntosh is zeker niet het enige grote audiomerk dat de voorbije decennia van eigenaar is gewisseld. Er zijn zelfs enkelen die een hele tocht via verschillende investeringsgroepen hebben afgelegd. Dat gaat niet plots veranderen in 2025, want het bescheiden formaat van de hifi-markt en de uitdagingen op vlak van kosten blijven doorwegen. Maar uit fusies kan ook iets goed komen. Afspraak volgend jaar in het FWD Jaarboek om te overlopen wat er weer veranderd is?

Reacties (2)