Review: NAD T 758 v3 av-receiver

10 maart 2018 + 10 minuten 1 Reacties
NAD T 758 v3

De NAD T 758 v3 is een AV-receiver die op papier misschien oninteressant overkomt, maar in realiteit je van je sokken kan blazen. Hij mag dan sober ogen, deze NAD heeft wel veel vermogen, BluOS en het fantastische Dirac-systeem aan boord.

En dat alles voor een prijs van 1.499 euro.

NAD figureert niet altijd in lijstjes van grote AV-merken, terwijl het Canadese bedrijf anders wel al jaren boeiende receivers bouwt. In de high-end Master-reeks vind je bijvoorbeeld bijzonder krachtige apparaten met heel wat CI-opties die probleemloos een grote thuisbioscoop kunnen aansturen. In deze review kijken we echter naar de T 758 v3, in wat voor NAD nog net het instapsegment is. Zoals die ‘v3’ in de naam al aangeeft, is dit geen compleet nieuwe AV-receiver. Al vinden wij dat eigenlijk net iets te bescheiden van NAD. Technisch mag er niet enorm veel veranderd zijn, er zijn wel zaken toegevoegd die kunnen tellen als een immense verbetering. Het belangrijkste vinden wij Dirac Live, het kamerkalibratiesysteem uit Zweden dat wij als de beste op de markt beschouwen. Daarnaast is de T 758 v3 ook klaar voor de nieuwste 4K HDR-standaarden en komt het met BluOS-compatibiliteit. Mooie troeven allemaal.

Wat kan de NAD T 758 v3?

Een waarschuwing voor wie gaat shoppen voor een AV-receiver. Tijdens je zoektocht ga je veel specificaties tegenkomen, want in dit segment zijn fabrikanten verzot op lange lijsten van kenmerken en van mooie stickers op de doos. Het verwijderen van een lange zelfklever met veel logo’s van de voorkant van je receiver is zowat het equivalent van het doopceremonie als je een nieuw toestel aanschaft. Het gevaar bij de T 758 v3 is dat je puur op basis van cijfers en specificaties misschien wel beslist deze receiver links te laten liggen. Het is immers ‘slechts’ een 7.1-receiver, waarbij je kunt kiezen voor een 7.1, 5.1.2 of 5.1 met een tweede audiozone. Kies je voor een opstelling met hoogtekanalen – dus 5.1.2 – dan is de receiver voorzien op twee hoogtekanalen die je verplicht vooraan plaatst. Dat is hetzelfde bij de meeste actuele 7.1-receivers, omdat de voorste hoogtekanalen gewoonlijk meer informatie bevatten dan de achterste. Bovendien is ons gehoor iets meer afgestemd op geluid voor ons. Wil je toch een 5.1.4- of 7.1.4-opstelling bouwen, dan heb je wel de optie om de hoogtekanalen via pre-outs naar externe versterkers te leiden. De T 758 v3 verwerkt zowel Dolby Atmos als DTS:X.

Daarbij komt dat deze NAD een stukje duurder is dan de 7.1-receivers van merken als Denon en Yamaha. De verklaring zit hem in een beter versterkerluik en de aanwezigheid van Dirac, stelt NAD. Dat laatste is zeker niet een loos verkoopsargument, want de Dirac-software kun je los aanschaffen en is betrekkelijk duur. De surroundversie van Dirac Live kost zelfs 650 euro. Dat het dus meegeleverd wordt met de T 758 v3 is best waardevol, al moeten we daar wel kanttekeningen bij maken (zie verder).

De T 758 v3 heeft drie HDMI-ingangen en één HDMI-uitgang, wat opnieuw in vergelijking met mainstream-receivers niet veel is. Heb je echter echt zes, zeven HDMI-ingangen nodig? Dat is een vraag die je jezelf zeker moet stellen. De achterkant van de T 758 v3 ziet er ook anders uit dan bij de meeste AV-receivers. De HDMI-aansluitingen, een aantal pre-outs en vier digitale audio-ingangen (twee optisch, twee coax) bevinden zich helemaal links. Ook ongewoon is dat ze verticaal geordend zijn. Dat komt omdat deze aansluitingen eigenlijk op een apart kaartje staan, een zogenaamde MDC-module. MDC of Modular Design Construction is typisch NAD en één van de grootste troeven van het merk. Het biedt een vrij unieke manier om de hardware van je receiver achteraf te upgraden. Net zoals je pc kunt verbeteren met een nieuwe grafische kaart, laat MDC toe om via een insteekkaart nieuwe mogelijkheden toe te voegen aan een audiotoestel. De T 758 v3 komt standaard met een VM130-MDC-module, een kaartje dat 4K-ondersteuning en ingangen toevoegt. Andere NAD-apparaten, zoals de hogere T 577 v3 hebben meerdere MDC-sleuven, zodat je bijvoorbeeld een MDC-module met een voorversterker voor een draaitafel kunt toevoegen. Omdat de T 758 v3 maar één MDC-sleuf heeft en die reeds is ingenomen, heb je bij deze receiver niet echt de voordelen van uitbreidbaarheid. Alhoewel, als over enkele jaren er bijvoorbeeld een nieuwe HDR-standaard opduikt of 8K, zou je theoretisch de T 758 v3 kunnen upgraden door de VM130 te vervangen door iets nieuw. Dat is een voordeel dat andere receivers niet hebben.

Aan de achterzijde vinden we nog drie analoge ingangen en een analoge 7.1-ingang. Dat is interessant als je bijvoorbeeld een Oppo Blu-rayspeler met een meerkanaals-DAC gebruikt. Vier paar pre-outs naast de luidsprekerterminals vullen de twee paar voor de hoogtekanalen op de MCD-module aan. De luidsprekerterminals zelf zijn iets minder hoogwaardig dan we graag hebben op dit prijspunt.

Een wat ongewonere set-up

De set-up van de T 758 v3 verloopt behoorlijk anders dan bij een typische receiver. En dan heeft allemaal te maken met het ontbreken van een ingebouwde netwerkmodule. In tegenstelling tot hogere NAD’s heeft deze receiver inderdaad geen netwerkpoort of WiFi. Oei, zijn er dan geen streamingopties? Toch wel, en zelfs behoorlijk goede – van Bluesound. Maar zo kom je dus bij de meer aparte set-upprocedure. Het allereerste wat je moet doen na het uitpakken en opstellen is een compacte externe adapter insteken via een USB-poort aan de achterkant. De adapter zelf is niet al te groot, maar de USB-kabel die er aan vast hangt is wat kort, waardoor het geheel in de weg bengelt als je met de onderliggende HDMI-ingangen bezig bent. Gelukkig levert NAD een USB-verlengkabeltje mee zodat je de adapter iets handiger kunt plaatsen.

De adapter bezit drie USB-poorten, met plaats voor een Bluetooth-ontvanger én een WiFi-adapter die automatisch een eigen WiFi-netwerk in de lucht brengt. Neem een tablet of smartphone er bij met de Bluesound-app geïnstalleerd en verbind met dit tijdelijk netwerk. Je krijgt dan de gelegenheid om het wachtwoord van je vast netwerk in te voeren. Een minuutje later is de receiver verbonden met je netwerk. Op dit punt stopte ons testtoestel met reageren, wat snel bleek te liggen aan het binnenhalen van verschillende firmware-updates (onder meer voor het videoluik en BluOS). De adapter sluit je dus best aan, zelfs al ben je helemaal niet van plan om streaming te gebruiken. Anders krijg je geen updates meer binnen.

In tegenstelling tot AV-receivers gericht op de technisch weinig onderlegde consumenten heb je bij de T 758 v3 geen setup-procedure die je bij de hand neemt. Je duikt zelf in de instellingen om aan te geven welke en hoeveel luidsprekers je gebruikt en welke beeld- en geluidsbronnen present zijn. Hier en daar verschijnt wel een woordje uitleg in de Engelstalige menu’s, maar niets echt uitgebreid. Dit is geen ramp; er is ook een handleiding.

Waar is de laptop?

Het ongewone aan de set-up is hiermee nog niet voorbij. In tegenstelling tot een kalibratiesysteem als YPAO of Audyssey zit Dirac niet ingebakken in de receiver. Om de metingen uit te voeren, moet je het Dirac-programma op een computer (Windows of Mac) uitvoeren. Na de metingen creëert Dirac een filter die over WiFi naar de receiver worden gestuurd.

Omdat we Dirac reeds als losse software hebben getest, een Dirac-opleiding volgden bij Arcam in Cambridge en bij Alpha High-end in Brasschaat bij Antwerpen, én vorig jaar ook de Arcam AVR550 op de pijnbank legden, komt de werkwijze van Dirac vertrouwd over. Maar dat zal niet voor iedereen het geval zijn. Het is zo anders dan doorsnee kalibratiesystemen dat je er wellicht langer over gaat doen om alles af te regelen. Je moet de tijd nemen om de applicatie te installeren en Dirac vereist ook wel wat meer metingen.

Voor de T 758 v3 moet je bij NAD een speciale versie van de Dirac-app downloaden. Standaard is dat de LE-versie, die enkel ingrijpt op lage frequenties (onder 500 Hz). Je kunt upgraden naar de volledige versie voor circa 79 euro, een uitgave die we echt wel de moeite vinden. De volledige Dirac corrigeert niet enkel room mode-problemen met bassen, maar pakt ook faseproblemen op speakerniveau aan en kan ook akoestische problemen met reflecties deels verhelpen. Het is zeker interessant als je een opstelling hebt gebouwd met speakers met uiteenlopende karakteristieken. Je kunt dan ook aanpassingen doorvoeren op het volledige frequentiebereik tot 20 kHz. Enkel met deze Full-versie kun je ook metingen doen in zeer grote ruimtes, zoals auditoria of toegewijde thuisbioscopen. Met de LE-editie ben je beperkt tot een sofa-meting of een enkele kijkplek. Dat klinkt als een enorme beperking, maar voor thuisgebruikers valt dat echt wel mee. De LE-versie is eigenlijk enorm uitgebreid (je krijgt bijvoorbeeld ook de impulsrespons-correctie, die een grote impact heeft), maar we vinden het toch belangrijk dat er ook kan worden ingegrepen in hogere frequenties dan 500 Hz.

Meten, meten, meten

Dirac gebruiken vereist wel wat inzicht en geduld. Zo is het extreem belangrijk om nog voor de metingen via de Dirac-software de niveaus van de verschillende kanalen goed af te regelen. Even belangrijk is dat je de microfoon telkens op de negen meetposities correct plaatst én op oorhoogte. Ook niet vergeten dat je voor Dirac-metingen voor surround altijd de microfoon naar het plafond richt. Met de basale hockey-puck-vormige microfoon die NAD meelevert is dat geen probleem, omdat die altijd naar boven gericht is. Wij zouden niettemin aanraden om te investeren in een nauwkeurigere USB-meetmicrofoon. Dat hoeft geen enorm bedrag te kosten; wij gebruiken daarvoor de UMIK-1 van miniDSP die circa 80 euro kost. Het is een kleine investering die veel kan opbrengen.

Ondanks het feit dat we Dirac-metingen nu al een tiental keer hebben gedaan, blijft het hele proces toch een klein half uurtje duren. Vooral het opstellen en afregelen vooraf neemt zijn tijd. De metingen duren op zich niet zo lang (wij deden 14 minuten over een 5.1-systeem), maar daarna moet je toch even de tijd nemen om de metingen te onderzoeken en de voorgestelde geoptimaliseerde curve eventueel bij te stellen.

Standaard zal Dirac LE bepaalde speakers groeperen (zoals links-rechts) zodat je een correctie over een paar luidsprekers uitvoert. Maar in onregelmatig gevormde kamers is het aan te raden om toch elke speaker individueel te corrigeren. Als je uiteindelijk na alle aanpassingen de filters creëert moet je ook wat geduld hebben. Het eigenlijke rekenwerk gebeurt op de servers van Dirac in Zweden, dus zorg voor een degelijke internetverbinding.

Tipje: bewaar meteen na de metingen het project. Zo kun je achteraf nog experimenteren met filterdesigns zonder dat je weer de microfoon moet bovenhalen en tijdrovende metingen plegen. Opnieuw meten moet je uiteraard wél doen als je de luidsprekers verplaatst.

Na afloop van de metingen kijken we blij op. NAD heeft er voor gezorgd voor dat je met Dirac meerdere filters kunt creëren én uploaden naar de receiver. Zo kun je achteraf snel wisselen tussen tot drie filters om te bepalen welke je het beste vindt. Net dit was onze grote verzoek na de test van de Arcam AVR550. Bij de Britse receiver kun je maar één filter uploaden, wat betekent dat je nooit kunt A/B-testen tussen twee getweakte filters. Dat vonden we spijtig, want ervaring leert dat je meestal toch een paar pogingen nodig hebt om net de juiste filter te vinden.

De Dirac-versie die je los kunt kopen werkt met een doelcurve die naar ons gevoel te veel sprankel weghaalt en streeft naar iets dat té neutraal is. De NAD-versie optimaliseert standaard naar een iets andere curve, de RoomFeel EQ-curve van NAD. Die vinden we toch wat spannender en levendiger klinken. Volgens ons ga je zelf niet al te veel correcties op de voorgestelde curve willen toepassen, al kan dat natuurlijk wel.

Cleane interface

De menu’s die de T 758 v3 op je scherm tovert zijn sober maar verschijnen wel scherp op een Ultra HD-tv. Een detail, maar sommige fabrikanten vergeten wel eens dat hun AV-receivers tegenwoordig aan zeer grote schermen hangen die lage resolutie-interfaces heel lelijk presenteren. Ook als je een track afspeelt via Bluesound, zie je op het televisiescherm een mooie weergave van cover art.

Er is niets echt complex of ingewikkeld aan de NAD-interface. Het toont zich soms wel wat eigenzinnig. Zo vloekten we regelmatig op het feit dat je door opties navigeert met pijltjestoetsen op de remote, maar de centrale ‘Enter’-knop niet bevestigen betekende – maar verspringen naar de volgende optie. Een optie van waarde veranderen is dan soms rechts duwen, maar soms ook boven of onder. Dat is zo tegen conventie in dat zelfs na dagen testen we hier zonder nadenken altijd de verkeerde actie stelde. Als je vlug iets aan het zoeken bent, kun je snel onbedoeld iets in- of uitschakelen. Dit is iets dat NAD toch even moet herbekijken; het oplossen (lees: gebruiksvriendelijker maken) moet met een software-update mogelijk zijn.

Dat gezegd zijnde biedt de interface in zijn volle soberheid toch aardig wat mogelijkheden. Het heeft wellicht wel iets met de custom install-voorliefde van NAD te maken, maar zo wordt elke ingang effectief uit de doos gewoon ‘Source’ en dan een nummer genoemd. Via de menu kun je dan elke ingang hernoemen en configureren hoe je wil, incluis met een A/V-preset die je zelf instelt en een trigger-out. Ook de instelbare Listening Modes vinden we best handig.

In de doos steekt een typische NAD-remote. Dat betekent een wat groter apparaat dat – in zoverre dat afstandsbedieningen sexy kunnen zijn – dat zeker niet is. Het is zoals de receiver zelf: looks zijn niet het belangrijkste. Want ja, de T 758 v3 is ook qua design een echte NAD. Het lijkt als twee druppels water op de C 390DD die we jaren geleden kochten, met een zwarte sobere voorkant en een display die wat gedateerd overkomt. Maar zoals we wel vaker stellen: een AV-receiver zal veel vaker dan een hifi-versterker een plaats in een kast of uit het zicht krijgen. Een mooi snoetje is niet het belangrijkste in dit segment. Toch even opmerken dat het ook bij NAD anders kan. Kijk maar eens bij de fraaie Master Series.

NAD T 758 v3 en BluOS

Qua streaming bewandelt NAD een interessant pad. Dankzij de externe adapter is de T 758 v3 volledig BluOS-compatibel, wat wil zeggen dat het a) veel streamingopties bezit en b) in een multiroom-systeem past met Bluesound-speakers en andere NAD-apparaten met BluOS-modules. Binnenkort ga je zelfs een multiroom-systeem kunnen bouwen dat actieve Dali Calisto-speakers bevat, want ook die luidsprekers krijgen een BluOS-module.

Bluesound begon ooit als een soort audiofiel alternatief voor Sonos en eigenlijk past die beschrijving nog altijd goed bij het platform. Het is wel enorm geëvolueerd, maar de nadruk ligt toch altijd op een betere geluidsweergave. Het is via de Bluesound-app dat je de T 758 v3 qua streaming bedient. Er is nog een andere app (NAD A/V Remote) waarmee je volume kunt regelen, ingangen schakelen en instellingen aanpassen. Echt mooi is die app niet, al helemaal niet op een iPad, wegens niet geoptimaliseerd voor tablets. Als je dat kunt negeren, dan zul je ontdekken dat de A/V Remote nog wel bruikbaar is.

De Bluesound-app is gelukkig heel wat volwassener. Het ziet er het best uit op een tablet die je liggend vasthoudt. Dan dient tweederde van het scherm voor het presenteren van muziek bij een streamingdienst of eigen bibliotheek, eenderde voor de huidige afspeellijst. Door op een streepjes-icoon te tikken, schuift de interface even op zodat je snel muziekbronnen en instellingen kunt bereiken. Een huisje-icoon brengt je naar een overzicht van Bluesound-toestellen en zonebeheer. Je bent er snel mee weg.

Hoewel de app wat krap overkomt en er soms veel op het scherm verschijnt, vinden we het globaal genomen wel goed. Vooral omdat het veel handige functies bezit die echt nuttig zijn voor muziekliefhebbers. Het is bijvoorbeeld heel fijn dat je bij Mijn Favorieten echt alle favorieten vindt, over streamingdiensten heen. Bij het afspelen kun je ook een scherm oproepen waarbij je links vindt naar dezelfde track op streamingdiensten waarop je geabonneerd bent. Heel handig als je eigen muziekbibliotheek oude MP3’s bevatten; met een klik schakel je over op de lossless versie op Qobuz of Tidal.

De ondersteuning van streamingdiensten is bij Bluesound behoorlijk uitgebreid, ruimer dan bij Denon of Yamaha maar beperkter dan Sonos. De belangrijkste diensten zijn er wel: Spotify, Deezer, Qobuz en Tidal. Amazon Music tekent eveneens present, maar we missen Google Play Music en Soundcloud. Als het gaat om eigen bestanden, dan blijkt Bluesound zeer competent. Er is eigenlijk niet veel dat het niet afspeelt. Zelfs onze ALAC-bestanden muziek in surround kan de T 758 v3 aan – en zo zijn er maar weinigen. Hi-resbestanden vormen geen probleem.

Zo ver we kunnen bepalen – we hebben geen andere Bluesound-toestellen in huis – is het niet mogelijk om een externe bron die aangesloten is op de T 758 v3 (zoals een cd-speler) naar een andere Bluesound-speaker te sturen. Op dat vlak is MusicCast van Yamaha en in mindere mate HEOS van Denon/Marantz wel capabeler.

Een hele opera

Na het hele Dirac-meettraject zijn we wel echt klaar om eens te luisteren naar de prestaties van de T 758 v3. Het is trouwens een goed moment om stil te staan bij de versterking, want daar schuilt ook een deel van de verklaring achter het prijskaartje. NAD doet er niet flauw over: de T 758 v3 levert 7 x 60 Watt, gemeten met elke kanaal volledig belast over het volledige frequentiebereik. Dat lijkt misschien niet veel, maar dat NAD benadrukt dat elk kanaal tegelijkertijd belast wordt is eigenlijk een steek naar concurrenten die uitpakken met vermogens van 200 Watt en hoger. Al te vaak worden die torenhoge cijfers enkel behaald door een of twee kanalen te belasten met een testtoon aan één frequentie.

We hebben de T 758 v3 getest op onze vaste 5.1-opstelling bestaande uit Dali Rubicon LCR-speakers en een Rubicon Vokal, met twee Opticon LCR’s voor de achterste kanalen (later in de test vervingen we die door twee Boston Acoustics M25-boekenplankspeakers). Qua subwoofer zijn we beginnen te testen met de vaste Monitor Audio Silver W12, maar door een technisch probleem moesten we tegen het einde overschakelen op een Q Acoustics 3070. Door omstandigheden inderdaad een beetje een allegaartje, maar het mooie aan Dirac is dat het verschillen tussen speakers vrij goed kan rechttrekken, merkten we vlug.

Eén van de positieve zaken die Dirac kan, is speakers strakker laten klinken. Dat door de impulsrespons te verbeteren en ook eventuele faseproblemen van de luidspreker aan te pakken. Iets dat bij een surroundopstelling echt wel een meerwaarde oplevert, merken we meermaals als we A/B-testen tussen Dirac aan en uit bij het bekijken van de hallucinante ‘Altered Carbon’ op Netflix. De befaamde operascène in ‘Mission Impossible: Rogue Nation’ (vanaf Blu-ray in Dolby Atmos) vinden we dan weer een zeer relevante om te ontdekken hoe accuraat een receiver speakers kan aansturen. Inmiddels hebben we deze zeer lange scène al tientallen keren bekeken, op vele receivers. Het draait allemaal rond een hels gevecht die Ethan Hawk achter de coulissen van de opera van Wenen voert, in een poging om een aanslag op de kanselier van Oostenrijk te voorkomen. Deze merkt er niets van en geniet van een vertoning van Puccini’s ‘Turadot’. Je wordt helemaal omhuld door het dramatische operagezang, op een manier die heel realistisch de omvang van het operahuis overbrengt. Dichterbij en rondom zijn er de vele fijn gepositioneerde geluiden die te maken hebben met de actie op het scherm. Dat ruimtelijk gevoel is heel sterk in deze soundtrack, maar wordt net grootser als we de Dirac-filter inschakelen. Dirac zorgt er tevens voor dat in onze ruimte het geluid meer centraal in de ruimte komt, in plaats van meer vooraan aan het scherm. Dat merken we goed bij het A/B-testen bij begin van de scene, als het gezang van het koor aanzwelt terwijl Hawk speurt naar de sluipschutters. Even opvallend is ook hoe de klanken van het vuistgevecht in de hoogte zich beter onderscheiden van de opera en het geklap van het publiek. Het is voor ons wederom het bewijs dat Dirac echt wel een superieure ervaring levert, wat enkel mogelijk is omdat de T 758 v3 wel wat reserves heeft om de plotse dynamische pieken te verwerken. Als Ethan Hawke bijvoorbeeld de zaal betreedt en begroet wordt door de luide operamuziek en –gezang. Ook als even later het crescendo bereikt wordt in de ‘Nessun dorma’-aria, volgt de NAD feilloos.

‘Tron Legacy’ is dankzij de donkere effecten en de geweldige soundtrack van Daft Punk een goede test van basproblemen in de kamer. Je hoort snel of er een room mode de pret komt bederven, omdat plots een lage klank luid klinkt (of trilt). Ook in onze luisterruimte valt daar standaard niet aan te ontsnappen, net zoals in de meeste gewone woonkamers. Wat echter opvalt is dat de T 758 v3 een probleem dat we rond 70 Hz ervaren, handig weet te neutraliseren – en dat zonder al te breed omliggende lage tonen te beïnvloeden. Daardoor klinkt die dreigende Tron-soundtrack nog altijd altijd even diep en strak, iets dat moeilijk lukt op receivers uit het middensegement. Die klinken vaak net iets artificiëler, zeker bij hoge volumes.

Conclusie

Met de v3-versie moderniseert NAD zijn T 758-receiver op een spectaculaire wijze. Door toevoeging van het Dirac-systeem is dit apparaat in staat om op superieure wijze je surroundopstelling te optimaliseren. Je moet er wel wat tijd in steken en bereid zijn te experimenteren om een optimaal resultaat te bekomen, dat klopt. Maar dat is het waard.

Tegelijkertijd is Dirac echt wel in staat om je surroundopstelling strakker en realistischer te doen klinken dan je ooit had verwacht. Zelfs als je speakers niet perfect volgens het boekje van Dolby en co staan opgesteld of het goedkopere modellen betreft. We kunnen echt niet benadrukken hoe waardevol dit is. De T 758 v3 komt bovendien met BluOS-ondersteuning, waardoor het ook zeer goede streaming- en multiroommogelijkheden bezit.

Vergeleken met een doorsnee 7.1-receiver betaal je iets meer voor de T 758 v3. Nochtans lijkt het op  papier minder te kunnen, terwijl de receiver qua uitstraling zeer sober overkomt. Ook de interface is niet extreem spannend. Maar wel even opletten: deze receiver is in het echte leven heel wat krachtiger dan soortgenoten die de helft kosten en die Dirac-implementatie draagt een prijs. De NAD klinkt bovendien heel goed als je in stereo naar muziek luistert. Daarom vinden we de T 758 v3 niet te hoog geprijsd, maar net een prima keuze voor de thuiscinemaliefhebber die tijd wil investeren om een betere surroundervaring te verkrijgen. Stroop je mouwen op en achteraf sta je met open mond te luisteren, is de boodschap.

9.0

Beoordeling

Pluspunten
  • Dirac meegeleverd, meerdere filters mogelijk
  • Bluesound-compatibel
  • Krachtig en dynamisch
  • Extra veel vermogen voor links/rechts in stereo-modus
  • MDC-slot

Minpunten
  • 79 euro extra voor volledige Dirac-ervaring

  • Interface heeft zijn eigen logica
  • ‘Slechts’ 7.1
  • Relatief weinig HDMI-poorten
  • Geen phono

Reacties (1)