Review: Modus DAC01 – De wereld wordt analoger

14 mei 2024 + 10 minuten 0 Reacties
Modus Audio DAC01
FWD award

De audiowereld kent producenten van mass market audio. Geld verdienen is daar de prioriteit en dat resulteert vaak in producten met een beperkte levensduur en gemiddelde prestaties. Andere producenten zijn zeer innovatief en proberen bovenal nieuwe wegen te vinden om de geluidskwaliteit te verbeteren. Het zijn vaak kleinere bedrijven, maar ook grote concerns kunnen innovatief bezig zijn en soms met zeer goed producten komen. Modus is geen multinational en de focus ligt bovenal bij innovatie en kwaliteit. Na een haast ondraaglijk tijdsbestek van lang wachten staat de Modus-dac in de luisterruimte. Dat biedt jeukverlichting en is een bijkomend ingrediënt voor plezierige feestdagen aan het einde van 2023.

Aan het einde van het jaar is het tijd voor overpeinzingen en een kritische evaluatie met betrekking tot bereikte resultaten, gemiste doelstellingen en nieuw verworven inzichten. Voldoende gespreksstof voor een onderonsje met je therapeut. Duidelijk geworden is dat elk audiocomponent met een ‘eigen karakter’ beter genegeerd kan worden. Je wilt geen componenten en kabels horen, maar alleen de sfeer, de tonaliteit en de verdere eigenschappen van de opname. Een uitdaging voor 2023 was om te streven naar een natuurlijker geluidsbeeld. Weg van het typische hifi-soundje met sissend hoog, knallend laag en een opgefokte tonaliteit die instrumenten in een live-situatie nooit laten horen. Hoe bouw je een systeem dat natuurlijk maar toch aantrekkelijk klinkt? Het is ook duidelijk dat er op het gebied van digitale weergave steeds kleine verbeteringen zijn, maar dat er nog een verschil is met analoog op topniveau. Aan het begin van 2023 deed zich een kans voor om te luisteren naar wat wordt gezien als een van de beste draaitafels in de wereld. Dat was een shocking ervaring en leerde dat digitaal in de buurt komt maar dat er nog stappen gemaakt moeten worden. Fabrikanten hebben daarover eigen opvattingen. Dat is goed. Iedereen werkt wel aan een stukje van de puzzel. De meeste dac’s van enige serieuze kwaliteit ontlopen elkaar niet heel veel in geluidskwaliteit. Elke fabrikant vindt in dat hele proces van omzetting specifieke gevoeligheden, waar dan aan gewerkt wordt met als resultaat dat de lat weer een stukje hoger komt te liggen. Dat geldt ook aan de kant van de digitale bronnen. Ondergetekende sprak laatst met de hoofdontwerper van een bekend Japans merk dat muziekservers bouwt. Zij gebruiken voor de opslag van data normale harde schijven. Volgens deze fabrikant volgen ssd’s een complex proces tijdens het lezen en schrijven en is dat van negatieve invloed op de geluidskwaliteit. Pink Faun bouwt de bekende 2.16 Ultra muziekserver/streamer. Een muziekserver is in principe gewoon een computer. Jorg (Pink Faun) gaf aan dat veel fabrikanten een standaard moederbord en voeding gebruiken en vooral de focus hebben op een goede usb-interface en enige maatregelen om EMI en RFI te onderdrukken. Pink Faun richt zich met name ook op dat moederbord. Zij gebruiken een exemplaar waar vrijwel alle functies instelbare parameters hebben. Je hebt dan bijvoorbeeld invloed op timingprocessen en buffers en die hebben een invloed op de geluidskwaliteit. Pink Faun past ook een lineaire voeding toe, heeft zelf ontworpen zeer geavanceerde usb- en I2S-interfacekaarten en ze hebben de meest nauwkeurige en stabiele klok die denkbaar is. Het ultieme doel is om digitaal geluid meer analoog te maken. Daar is nog een weg te gaan. We kennen nog niet alle factoren in die omzetting die essentieel zijn voor ons gehoor om geluid te herkennen als zijnde analoog. Met het ter beschikking komen van de al enige tijd verwachte dac van Modus wordt het duidelijk welke insteek dit bedrijf heeft. Richard Boumans, de engineer achter de Modus-producten, volgt daarin ook een duidelijke richting. De Modus-dac werkt met een maximale sample rate van 192 kHz pcm bij 24-bit. Er is geen dsd beschikbaar. Hogere rates hebben volgens Modus geen enkel gehoormatig voordeel. Die werken eerder tegenovergesteld. De processoren en verder noodzakelijke techniek moeten grotere hoeveelheden data verwerken bij hogere klokfrequenties. De hoogfrequente storingen kunnen dan invloed hebben binnen de verwerking van de laagfrequente audiosignalen. Daar heeft Richard een punt. De enorme kwaliteit van moderne Red Book cd’s en de betere digitale techniek maken al dat het verschil met hi-res opnames alleen door geoefende luisteraars met zeer goede apparatuur waargenomen kan worden. Modus gebruikt de Texas Instruments PCM1794 als converterchip. Die wordt gezien als klankmatig erg sterk en heeft als voordeel dat er geen extra chip nodig is om de converter aan te sturen. De harmonische vervorming is vergelijkbaar met die van de populaire ESS-lijn, maar de IMD (intermodulation distortion) is veel lager. Zoals onder andere Hans van Maanen en Hideki Kato aangeven gaat het niet om een ratrace in statische specificaties op de amplitude-as. Wat er in het tijddomein gebeurt is veel belangrijker. Zo kan het gebeuren dat een iets oudere PCM1794 geluidsmatig beter kan presteren dan modernere dac-chips. De gemiddelde audiofiel associeert geluidskwaliteit vooral met duurder, moderner, zwaarder en meer toeters en bellen. Uw auteur kan een hele lijst met apparatuur verstrekken die vintage is, indertijd betaalbaar, zonder apps, displays en draadloze communicatie, extreem degelijk gebouwd en geluidsmatig zwaar concurrerend met veel moderne apparatuur.

Modus-dac

Modus heeft een eigen benadering bij het bouwen van elektronica. De verschillende bouwblokken van de elektronische schakeling hebben ieder een eigen voeding. Die bestaat steeds uit de transformator, de afvlakking, de gelijkrichting, de spanningsstabilisatie en de storage. Daarnaast zet Modus vol in op het terugdringen van EMI en RFI. Het verklaart het flinke gewicht van deze Modus-apparaten en is ook inspirerend. Uw auteur heeft een deel van die technieken toegepast tijdens de ontwikkeling van actieve filters afgelopen jaar.  For the fun of it. De Modus-dac biedt twee s/pdif-ingangen (coax), een tweetal s/pdif-ingangen via BNC, twee keer I2S (hdmi) en usb. I2S is niet gestandaardiseerd. Het is dus mogelijk dat het niet werkt met bepaalde servers, streamers of loopwerken. Met de Pink Faun 2.16 Ultra is het geen probleem. Zoals bekend van Modus zijn de visuele uitvoering van de dac en de bouwkwaliteit van topkwaliteit. Het merk zou een brandstore kunnen hebben hier in de hoofdstedelijke P.C. Hooftstraat.

Voorbereiding

In de diverse luisterruimtes zijn verschillende converters aanwezig. In de praktijk bieden de meeste daarvan zeer goede prestaties, hoewel er kleine verschillen zijn als je gaat letten op specifieke eigenschappen. In de studio alhier worden ook wel puur professionele converters gebruikt. Die bieden dan vaak mogelijkheden die de consument niet nodig heeft, zoals het kunnen kiezen van verschillende netwerkprotocollen en de aanwezigheid van een routing matrix. Los daarvan is de geluidskwaliteit vaak extreem goed en gaat deze soms wat stapjes verder dan van zogenaamde audiofiele converters. Je merkt dat audiofielen met veel ervaring en ontwikkelde luistervaardigheden vaak een set bouwen met deels professionele apparatuur, met name in Japan. Om een indruk te krijgen van de Modus-dac werd deze in eerste instantie aangesloten binnen een van de referentie-geluidssystemen van de studio. Daarmee is het mogelijk om zeer nauwkeurig de verschillen in geluidskwaliteit tussen dac’s te ervaren. De Modus verving namelijk een bestaande dac, dus je hoort overduidelijk de verschillen. Een van die studiosystemen speelt puur neutraal, heeft een enorme resolutie, rust en biedt een spectaculaire ruimte. Het komt ook redelijk dicht in de buurt van hoe livemuziek klinkt, al zul je dat nooit voor 100% kunnen realiseren. De gemiddelde audiofiel wil een systeem dat klinkt overeenkomstig zijn of haar concept van de realiteit, als er al een concept bestaat. Doorgaans wijkt dat enorm af van de realiteit omdat veel audiofielen weinig live-ervaring hebben. Je komt de meest vreselijk presterende sets tegen. Voor degenen met enige live-ervaring is het ook lastig. Zij kunnen niet realtime vergelijken met livemuziek. Je moet dan vanuit je geheugen iets gaan bouwen en dat is een uitdaging. In een studio of tijdens een opname in een concertgebouw kan er wel direct vergeleken worden, want je hoort de musici en de opname op hetzelfde moment. Ideaal om de verschillen tussen live en de opname direct te duiden. Het is niet de bedoeling om de Modus te gaan vergelijken met diverse andere dac’s (met naam en toenaam) en dan over elke geluidsmatige eigenschap vergelijkenderwijs iets te roepen. Zoals al opgemerkt presteren al deze dac’s op een hoog niveau, maar laten ze kleine verschillen horen in eigenschappen. De vraag is eerder in hoeverre een dac een realistisch, natuurlijk, betrokken en zo analoog mogelijk geluidsbeeld kan presenteren, waarbij natuurlijk opvallende eigenschappen best nog individueel genoemd mogen worden. Als het goed is luister je uiteindelijk naar muziek en niet naar de hoogte van de intermodulatievervorming en de fasehoek bij 18.000 Hz. Om twee van de allerbeste bronnen in te zetten werd de Pink Faun 2.16 Ultra server/streamer aangesloten en een schijf-loopwerk met een beroemde TEAC cd-drive. De Pink Faun leverde in dit geval alleen hi-res content vanaf de ingebouwde storage. Dus geen streaming, hoewel de 2.16 dat wel kan. Deze Pink Faun werkt met een eigen applicatie. Softwarematig zijn applicaties meestal opgebouwd uit meerdere ‘lagen’. De laag die communiceert met de gebruiker (user interface) communiceert vaak intern met een daaronder liggende API (application programming interface). De eigen Stylus application stack van Pink Faun heeft een laag minder dan de Roon-stack. Hoe minder software, hoe beter een systeem klinkt. In het algemeen is op te merken dat audio-apparatuur en software niet de meest heilzame combinatie vormen. Audiobedrijven missen vaak de ervaring om goede software te schrijven. Los van een enkele uitzondering kun je dat beter overlaten aan de IT-industrie. Vanzelfsprekend is in de eerste setting alleen een van de bestaande dac’s vervangen door de Modus.

Second production unit

De tweede setting werd gebouwd in de luisterruimte. Daar vormde de nieuwe Modus-dac een langverwachte aanvulling op de aanwezige Modus SPR01-voorversterker en de SPA01-eindversterker. Beide in het extreem chique hoogglans zwarte pianolak. Combineerde erg goed met de aanwezige kerstversiering. Een voorproefje van de prestaties van de dac kon op het afgelopen DAE gevonden worden, waar de boys van PUUR een niet onverdienstelijke demonstratie gaven van de Modus-stack, met de Pink Faun-server via nieuwe Goldmund-luidsprekers. Binnen de beperkingen die elke audioshow biedt klonk het natuurlijk en zeker niet naar hifi. In de eerste en de tweede setting zijn steeds de Pink Faun 2.16 Ultra gebruikt en het TEAC-loopwerk.

Luisteren

“De bron is het belangrijkste”. Een gevleugelde uitspraak van leveranciers van cd-spelers, servers en draaitafels. Wie luidsprekers verkoopt vindt die het meest belangrijk. Marketing lijkt vaak gestuurd door onbegrip en onbenul. De ervaring hier is dat een audiosysteem een ketting is. Letterlijk elke schroef is belangrijk. Bij Pink Faun en Modus begrijpen ze dat wel. Over elk onderdeel is nagedacht en achter elk ontwerpdetail schuilt een motivatie.

Wat opvalt tijdens het beluisteren van de Modus-dac, in de verschillende configuraties en systemen, kan gevat worden in een aantal algemene eigenschappen die in de bescheiden beleving van uw auteur net wat streepjes verder gaan dan bij andere dac’s. Het geluid heeft een zekere kracht en energie. De focussering is werkelijk extreem goed. Stemmen en geluiden worden vlijmscherp afgebeeld in een eigen ruimte, maar zonder de integratie te verliezen. De stage is enorm en kent diepte in horizontale lagen. Opvallend is de weergave van details en ambiance. Die manifesteren zich niet in de vorm van een losstaand laagje, veroorzaakt middels een hooglift door kabels of anderzijds. Het is volledig geïntegreerd, coherent en natuurlijk. Zoals je dat in de realiteit ervaart. Het geluid is ongekend schoon met een enorme dynamiek. Opvallend is ook de integratie tussen laag, midden en hoog. Deze frequentiegebieden manifesteren zich niet als apart waarneembare entiteiten, zoals vaak kenmerkend is voor hifi-weergave. Samen met de opvallende kwaliteit van de laagweergave staat er een heel contrastrijk plaatje. Dat totaal veroorzaakt een enorme betrokkenheid en ‘I’m there’- sensatie. Onnodig om te gaan schermen met allerlei muziekfragmenten, maar draai Jimmy Smith met Tuition Blues en je beleeft een total freak out. De stapjes die Modus en Pink Faun hebben genomen dragen absoluut bij aan een meer intense en analoge beleving.

Analoog

De uitdaging voor digitaal geluid is om realistischer, natuurlijker en ‘analoger’ te gaan klinken. Ontwerpers proberen digitaal in die richting te bewegen. Het is dan noodzakelijk om vast te stellen wat verstaan wordt onder analoog geluid. In de perceptie van veel audiofielen komen dan termen als warm, dynamiekarm en detailarm naar boven. Termen als warm klinkende buizen en warm klinkende grammofoonplaten zijn niet uit het collectief bewustzijn te meppen en veel audiofielen geven aan dat dit noodzakelijke bestanddelen zijn om emotioneel geraakt te worden door muziekweergave. Wat je dan feitelijk zegt is dat er emoties ontstaan door het luisteren naar platte vervorming. Dat kan, maar het zijn niet de emoties die hier bedoeld worden. In de bescheiden beleving van uw recensent ontstaat emotie tijdens het luisteren naar muziek als gevolg van de harmonische, tonale en sequentiële opbouw van een compositie. De kracht van harmonie, contrapunt, combinaties van klanken, melodielijn, de fantasievolle uitbouw van motieven, de cadenza, fraseringen, toonsoort, ritme, disharmonie, tempi, combinatie van instrumenten, interpretatie en uitvoering. Daarin zit een enorme en verrassende kracht die diep doordringt op het intellectuele niveau, maar ook naar de gevoelslagen. Dat werkt ook als je naar een simpele autoradio, een 78-toeren grammofoon of een kind met een viool luistert. Wat ben je uiteindelijk voor een muziekliefhebber als je alleen van muziek kunt genieten met een audiosysteem van zes ton? Hoewel dat best lekker kan zijn. Analoog geluid staat hier voor natuurlijk en realistisch geluid. Zoals we dat gewoon om ons heen ervaren. Komen de systemen van Modus en Pink Faun daar in de buurt? In zekere zin. Digitaal wordt steeds beter en het moet toegegeven worden dat de Pink Faun 2.16 Ultra momenteel behoort tot de meest analoog klinkende servers die uw auteur kent. Ook de Modus-dac heeft daar weer verder toe bijgedragen. Dat wordt hier in het licht geplaatst van vorig jaar opgedane ervaringen met mastertapes en met de weergave van vinyl op een ongekend hoog niveau. Wellicht verschijnt daar nog een artikel over in Music Emotion. Ook die ervaringen vragen om een licht relativerende beschouwing. Luister maar naar het geweldige Modus/Pink Faun-combo of naar de bewuste superdraaitafel. Stap meteen daarna de studiovloer op en luister naar een strijkkwartet. Dan weet je precies welke afstand er nog is met de realiteit. Maar, met sommige audiosystemen kom je best dichter in de buurt. In ieder geval mag het volgende opgemerkt worden: met Modus is de wereld weer een stukje analoger.

Synergie

Er valt uiteraard nog iets te zeggen over het volledige samengestelde systeem. De Modus-stack met Pink Faun-server, luidsprekers, kabels en akoestiek. Daar is een zo optimaal mogelijke match mee bereikt. De trukendoos is hier volledig op losgelaten. Er ontstaat dan een stukje synergie. Het complete systeem is veel meer dan de som der delen. Dat is wat je wilt als tuner van audiosystemen. Het is ook een soort olympische uitdaging om een superieur prestatieniveau te bereiken. De ultieme kick die je als reviewer kunt krijgen. In absolute termen komt dit systeem met een muur van overtuigend gedefinieerd geluid binnen een bizar ruime stage met een analoge rijkdom aan klank, afkomstig van stemmen en instrumenten. Een enorm plastische, contrastrijke en grijpbare weergave met flink veel drive en energie. Het zit best dicht tegen realisme aan. In ieder geval een uiterst overtuigende illusie van realisme. Een verschil met de werkelijkheid is dat live-geluid vaak een nog hoger niveau van energie heeft. Wel eens vier trombones gehoord die even los gaan? Het systeem klinkt fascinerend. Geen greintje scherpte, een zo natuurlijk mogelijk geluid en ver verwijderd van zo’n opgefokt hifi-soundje. Binnen het kader van de toegepaste weergevers en de akoestiek niets dat te wensen overblijft. Zo’n aansprekende en betrokken weergave zou je elke dag willen beleven. In audioland gaat de ontwikkeling evolutionair. Modus en Pink Faun hebben daarin kleine en betekenisvolle stappen gezet. Als je dat allemaal bij elkaar veegt staat er een systeem met in absolute zin een spectaculair prestatieniveau. Een kleine innercircle van professionele en zeer ervaren luisteraars, die toegang hebben tot de luisterruimte, is nog bezig om bij te komen van de sensatie. Je zou dit geluidsbeeld aan iedereen willen laten horen. Simpelweg om eens te kalibreren en om een referentiekader op te kunnen bouwen van wat mogelijk is met goede apparatuur. De Pink Faun 2.16 Ultra hoort bij de top van de allerbeste servers en de nieuwe Modus-dac bij de top in converters.

Prijzen:

Modus Audio DAC01 vanaf € 24.500,-

Modus Audio
www.modusaudio.com

Reacties (0)