Dat de I/50 niet de zoveelste buizenversterker is, wordt al na de eerste paar seconden duidelijk. Hoewel de kenner nog vrij snel in de typerende relatief hoekige en industrieel vormgegeven metalen behuizing een Audio Research product zal herkennen, breekt hier toch een nieuw tijdperk voor deze legendarische fabrikant aan. De I/50 is namelijk hun eerste volledig nieuwe geïntegreerde versterker in negen jaar tijd en laat zowel boven- als onderhuids zien dat het merk een nieuwe richting inslaat. Gelukkig wel zonder afstand te doen van de karakteristieke geluidskwaliteit. Het merk heeft zich trouwens, net als bijvoorbeeld het eveneens traditioneel ingestelde Amerikaanse high-end merk Spectral Audio, altijd verzet tegen drastische stijlveranderingen. Hoewel de vormgeving na meer dan 10 jaar eigendom te zijn geweest van modebewuste Italianen zeker geleidelijk is aangescherpt, sloeg de I/50 met verkrijgbaarheid in zes verschillende kleuren pas echt in als de spreekwoordelijke bom. Hoewel voor de meer traditioneel ingestelde kopers een volledig zwarte of zilverkleurige versie beschikbaar is, zijn er ook alternatieven waarbij de bovenplaat in wit, rood, champagne of blauw is vervaardigd. Deze kleurkeuze is trouwens definitief, want de topplaat kan niet worden verwisseld. Wat het extra bijzonder maakt is dat de I/50 de allereerste Audio Research is die volledig in de fabriek van Minneapolis is vervaardigd. Zo zijn de logo’s in het metaal middels een laser aangebracht en is de in kleur vervaardigde bovenplaat van massief aluminium, voorzien van een zeer slijtvaste keramische Cerakote-coating.
Hoewel u vast zult begrijpen dat mijn koptekst denkbeeldig is en een buizenversterker natuurlijk niets met een auto te maken heeft, is de strekking wel meteen duidelijk. Want met de I/50 geïntegreerde buizenversterker met DAC biedt het Amerikaanse Audio Research voor een nog redelijk bedrag een geïntegreerde high-end buizenversterker aan die het meest compacte, meest voordelige en zelfs meest complete ooit in de geschiedenis van het merk is. Tel daar de legendarische muzikale genen, de mogelijkheid om een DAC en phonomodule toe te voegen en de maar liefst zes(!) verschillende kleuren bij op en er staat een bijzonder attractief totaalplaatje. Een muzikaal pretpakket dat een grote groep muziekliefhebbers aan zal spreken.
Nieuwe clientèle
Hoewel Audio Research als merk nog steeds gericht blijft op het leveren van ultieme geluidskwaliteit zoals blijkt uit hun recente Reference 330M mono eindversterkers, is de I/50 bedoeld om nieuwe klanten aan te trekken. Daarom is het pakket aan mogelijkheden relatief simpel doch doeltreffend. Zo wordt de versterker netjes geleverd met een volledig metalen afstandsbediening en is verder bijzonder eenvoudig in gebruik. Behalve het plaatsen van de buizen, te weten drie 6922-triodes en twee paar 6550WE-eindbuizen in een push-pull configuratie, is er verder weinig wat fout kan gaan. Feitelijk komt het erop neer dat je enkel de twee schroeven hoeft te verwijderen die de beschermende kap vasthouden. Stop vervolgens de zeven buizen in de daarvoor bedoelde sokkels en plaats de kap ten slotte weer terug (of laat deze eraf om maximaal te genieten van de aangename buizengloed). Door de auto-bias opzet blijven de buizen gedurende hun gehele levensduur op hun maximale niveau presteren en dat is wel zo fijn bij een nieuwe doelgroep die waarschijnlijk eerder uit muziekliefhebbers bestaat dan uit audiofielen.
Intuïtieve bediening
Waar de rest van het Audio Research-gamma de bedieningsknoppen allemaal op hun voorzijde hebben, breekt de I/50 met deze traditie en plaatst alle functies zowel op het bovenpaneel als op de luxe afstandsbediening. Op het bovenpaneel bevinden zich daarvoor slechts drie bedieningsknoppen, te weten: een draaischakelaar voor bronselectie, een aan/uit-drukknop en een volumeknop die tevens als mute-knop fungeert. Ook de hoofdtelefoonaansluiting (6,3 mm) is hier te vinden. Tussen deze knoppen bevinden zich de blikvangers van het concept in de vorm van twee zogenaamde ‘LexieTubes’, die alle functies van de versterker weergeven. Dit type informatie is heel simpel verwoord een buis waarin een LED-display is aangebracht en is op 16 april 2021 door Audio Research als handelsmerk vastgelegd. En net als u denkt dat u dit toch al vaker ergens heeft gezien, kan dit zeker kloppen. Want het idee is gebaseerd op de vintage Nixie-klok uit 1955 die werkte met ‘koude’ kathodebuizen. Deze werden maximaal 40 graden warm en bevatten in tegenstelling tot echte buizen, geen electrons. Technisch gezien is er maar één gezamenlijke anode en een veelvoud aan kathodes. Laatstgenoemde zijn op hun beurt gevormd tot cijfers. Terug nu naar de moderne LexieTubes die bij het inschakelen van 50 seconden tot nul tellen, waarna de versterker wordt vrijgegeven en klaar is voor gebruik.
Aansluitingen
Net als aan de voorzijde gaat het er bij de I/50 ook aan de achterzijde prettig overzichtelijk aan toe. Zelfs zodanig dat een wat meer ervaren audioliefhebber de versterker aan zou kunnen sluiten zonder de handleiding te raadplegen. Zo zijn er luidsprekeraansluitingen (geschikt voor zowel spades als banaanstekkers) voor vier en acht ohm luidsprekers en zijn er verder nog drie RCA-lijningangen, plus een gebalanceerde ingang via XLR. Daarnaast zijn er twee plekken gereserveerd voor naar keuze phono- en DAC-modules. Wanneer deze modules worden geïnstalleerd, herkent de I/50 ze automatisch en past het display daarop aan. Zoals de naam het verder ook aangeeft, heeft de I/50 een vermogen van 50 watt aan 8 ohm. Wanneer u gewend bent aan transistorversterkers (en dat zijn de meesten onder ons), is het opgegeven wattage best laag. Maar buizenwatts zijn door de heel andere werking van de schakeling (die met veel hogere voltages werkt) vaak soepeler en meer levendig van klank en bezitten meer headroom. Daardoor ontstaat sneller de perceptie van meer luidheid en een levensechter geluid. Hoewel voor een hedendaagse solid state versterker al flink zwaar, kan de 18,1 kg gewicht van de I/50 voor een buizenontwerp als bijzonder handzaam worden gezien. Het valt in ieder geval goed door één persoon te tillen en kan door de 42 cm breedte, 18 cm hoogte en slechts 34 cm diepte, vrij gemakkelijk een eigen plekje in een meubel of rack bemachtigen. Let er alleen wel op dat zich voldoende ruimte boven het apparaat bevindt. Want buizen worden nu eenmaal warm en hebben om dit adequaat af te voeren toch wel enige ruimte nodig, vooral boven de buizen. Wat de optionele, sinds kort verkrijgbare DC1 DAC-module waar het in deze test allemaal om draait betreft, is deze flink groot en opgebouwd rond de 32-bit AK4490 DAC-chip van Asahi Kasei Microdevices. De module is verder voorzien van optische en coaxiale S/PDIF-ingangen, terwijl ook USB en Bluetooth voorhanden zijn. Optisch kunnen daarbij bestanden tot 48 kHz worden verwerkt. Coaxiaal rekt dat op tot 192 kHz terwijl USB tenslotte data tot 348 kHz / DSD128 aankan. Allemaal tekenen dat het deze Audio Research menens is om een nieuwe en vaak ook jongere doelgroep aan te trekken.
Voorbereidingen
Tijdens de periode dat de I/50 in mijn luisterruimte logeerde, heb ik de versterker zowel tijdens verschillende winkeldemo’s als bij importeur Reference Sounds kunnen ervaren. Wat mij tijdens al deze situaties met name opviel waren eigenschappen die, gebruikmakend van een breed scala aan verschillende luidsprekers, opvallend duidelijk en consistent waren. Dit voorspelt veel goeds en is best bijzonder voor een modaal geprijsde buizenversterker. Let er alleen wel op dat het rendement liefst niet onder de 86 dB komt en de impedantie niet onder de 4 ohm. Terug naar mijn thuissituatie waar de I/50 zich als een behoorlijke allemansvriend ontpopte en tijdens de wekenlange testperiode alle hier aanwezige luidsprekers op gecontroleerde wijze wist aan te sturen. Hoewel ik speciaal voor deze test veel van de DAC-module gebruik heb gemaakt, heb ik deze ook direct via de analoge RCA- en XLR-ingangen met enkele andere hoogwaardige externe DAC’s vergeleken. Want hoe goed is deze ingebouwde DAC-module nu werkelijk en is het wel verstandig om die compleet met de versterker aan te schaffen? Of ben je uiteindelijk toch beter uit met een doorgaans wel altijd prijziger extern exemplaar?
Luisteren
Audio Research heeft een naam hoog te houden op het gebied van kwaliteitsaudio. Niet alleen is het merk één van de oudste, nog actieve high-end audiofabrikanten, maar staat het ook bekend als pionier ter bevordering van geavanceerde audioreproductie in die jaren. Veel industrie-experts beschouwen oprichter William Zane Johnson bovendien als een van de ware grondleggers van het hele concept van high-end audio zoals we dat vandaag de dag kennen. Warren Gehl is als één van de belangrijke ontwerpers van het merk tevens de bewaker van de typerende Audio Research-klanksignatuur. Bovendien gaat er zelfs geen enkel exemplaar de deur uit zonder dat hij hem gehoormatig heeft getoetst. Ook zelf ben ik al jaren goed bekend met de opvallend anders klinkende buizenversterkers van dit legendarische merk. Denk bij de ontwerpen van Gehl en zijn team niet aan dik, donker, warm en overmatig verzadigd klinkende buizenproducten. Nee, Audio Research stuurt veel meer richting naturel, transparant, ruimtelijk, vloeiend, soepel en specifiek muzikaal betrokken.
Verlichting van binnenuit
Jonathan Valin, schrijver van The Absolute Sound is één van mijn persoonlijke voorbeelden als het gaat om het verwoorden van de weergave van audioproducten. Als geen ander is hij namelijk in staat om nieuwe omschrijvingen te bedenken die een beter onderscheid tussen de verschillende klankeigenschappen kan maken. Bij een bepaalde Audio Research opperde hij daarom de op dat moment zeer treffende omschrijving van “verlichting van binnenuit” en dat vond ik een heel treffende. Zie het als een thuissituatie waarbij bijvoorbeeld een spot een bepaald object verlicht en dat is heel gericht, frontaal licht. Maar wanneer je er ook nog een lamp achter plaatst, zie je ineens de hele structuur en het lijnenspel in 3D. Deze bijzondere eigenschap illustreert heel goed wat Audio Research-versterkers en ook de hier besproken I/50 met de muziek doen. Je hoort de muzieknoten niet alleen als vlakke objecten met alleen maar een omlijnde buitenkant, maar je ‘ziet’ en voelt als het ware de bedoeling van de noten gevoelsmatig en ervaart ze op ongedwongen wijze als lichtvoetig en levendig.
Magische eigenschappen
Terug nu naar de I/50 waarbij het hoog en middengebied zowel hoogoplossend, transparant als specifiek lichtvoetig overkomen en het middenlaag juist wat rijker en meer verzadigd overkomt. Het is een hele specifieke signatuur die gelukkig nooit doorslaat naar traag, zompig en dik en de weergave een natuurlijk perspectief geeft. Het echte laag zit er vervolgens afhankelijk van het model een beetje tussenin. Het is wel gearticuleerd en heeft ook een mooi portie lucht en overtuigingskracht. Maar het is ook geen strakke transistorbak met megahoge dempingsfactor en overeenkomstige strakheid en punch. Nee, over de Audio Research-
signatuur is erg goed nagedacht en het geeft alle modellen van dit merk een volstrekt eigen marktpositie en fanbase. Eén van de eigenschappen die ik trouwens nog niet heb genoemd is de bijna magische ruimtelijkheid. Voor mij is één van de pijlers waardoor ik zelf zo graag met buizen speel, de mate waarin het reproductiefacet van het toneel verdwijnt. Want met nagenoeg alle transistormodellen is er altijd een bepaalde mate aan ‘stijfheid’ en een elektronisch patina ‘grain’ genaamd. Absoluut gezien verwijst het naar een subtiele ruwheid of textuur in de weergave die voor mij persoonlijk de illusie dat ik naar echte artiesten luister behoorlijk aan kan tasten. Een andere pijler waar dit illustere merk erg hoog in scoort, is de ruimtelijke afbeelding of de mate waarin de opnameruimte soms bijna levensecht thuis voor het voetlicht wordt gebracht. Hierin kunnen we 2D of 3D onderscheiden. 2D is hetgeen we heel vaak bij goede stereosystemen waarnemen. De weergave kan daarbij breed zijn tot zelfs voorbij de buitenzijde van de luidsprekers en is voorzien van een bepaalde mate aan diepte. Maar Audio Research is erin geslaagd om ook de zo begeerde 3D dimensie aan de weergave toe te voegen. Dus afhankelijk van het model en de prijsstelling kan dit soms bijna extreme vormen aannemen. Heerlijk en onweerstaanbaar wat mij betreft.
I/50 geïntegreerde versterker
Maar dan het onderwerp van deze test. De instapper van het Audio Research-programma en tevens de enige geïntegreerde versterker in het uitgebreide programma. Maar wat voor één. Erg fijn is dat de versterker in drie uitrustingsniveaus wordt aangeboden. Als gewone buizenversterker, als versterker met de optionele phono-module, als versterker met de optionele DAC-module en als versterker voorzien van beide. De bijbehorende prijsstijgingen vind ik op zich nog heel schappelijk, gezien de geboden kwaliteit. Maar er moet wel gezegd worden dat de prijs uiteraard wel stijgt en volledig uitgerust is de I/50 € 2.000,- duurder dan zonder. Maar dan de klank. Eigenlijk kan ik daar best kort over zijn, want zelfs voor de net geen € 7.500,- die u voor de meest kale uitvoering moet afrekenen, is ook deze I/50 in iedere vezel een echte Audio Research. Sterker nog, ik heb voor deze benjamin zelfs nog meer ontzag en respect dan de uiteraard superieure topmodellen. Want hoe moeilijk het ook is om steeds de bakens opnieuw te verzetten, om voor een veel lagere prijs dan al die eigenschappen aan boord te houden is razendknap. Chapeau Warren en team. Buiten dat heeft een geïntegreerde versterker nog meer voordelen. Zo is de onderlinge bedrading veel korter dan zelfs de kortste interlink ooit kan zijn, is zo’n apparaat veel compacter en dus kortere signaalwegen en minder instraling omdat er vele kabels ontbreken. En kiest u de uitvoering met één of beide modules, dan werkt dit zelfs nog sterker door. Kortom: maximale puurheid en integriteit en op licht verschaalde wijze alle Audio Research-deugden. Waar de versterker dan minder goed in is? Eigenlijk niets, maar zoals ik al zei is het wel in bepaalde mate wat teruggeschaald. Dus wat minder autoriteit, minder groots, minder extreem hoogoplossend, iets minder magisch, minder krachtig en ga maar door. Maar mits u ze niet pal naast elkaar hoort mist u in eerste instantie helemaal niets.
Muzikale software
Omzet in muzikale conserven is het allereerst een haptisch genoegen om aan de bovenliggende volumeknop te draaien en de getallen op de LexieTubes te zien verspringen. Je moet wel wat gas geven om het volume meer fysiek te ervaren, maar de I/50 geeft daarbij ondanks zijn relatief beperkte 50 watt geen krimp. Een heerlijke muzikale lekkernij die ik eigenlijk nog maar recent heb ontdekt, is het album ‘Distances’ van de inmiddels 82-jarige(!) Britse Norma Winstone. Zeker sinds ze in de stal van het beroemde ECM-muzieklabel heeft plaatsgenomen is het echt genieten geblazen. Niet alleen is producer Manfred Eicher als geen ander in staat om de verstilde sfeer rond haar muziek vast te leggen, maar het zijn ook de Italiaanse pianist Glauco Venier en de Duitse klarinet- en saxofoonspeler Klaus Gesing, die elkaar en Norma op precies de juiste wijze aanvullen en de juiste ruimte geven. De superieure en tevens humane opname geeft regelmatig kippenvel, maar dan wel liefst op een hele goede buizenversterker. Ook de I/50 weet meteen ver boven zijn klasse te spelen en laat de luisteraar alle subtiliteiten en meeslependheid binnen een mooi groot en goed gelaagd ruimtebeeld ervaren. Uiteindelijk gebeurt waar ik op had gehoopt maar wat zeker binnen deze prijsklasse maar zelden optreedt. Namelijk dat ik onbewust mijn adem inhoud op de momenten dat de muziek werkelijk subtiel en breekbaar wordt. Prachtig hoor. Hier word ik blij van. Om goed de kwaliteiten van de nieuwe DAC-module in te kunnen schatten, vergelijk ik hem onder meer met mijn persoonlijke referentie, de 12 (!) maal zo dure Mola Mola Tambaqui DAC. Is dat niet heel erg oneerlijk? Ja en nee. Er zijn mij voor de € 1.000,- die de DAC-module in de I/50 kost geen serieuze standalone DAC’s bekend en houd er rekening mee dat bij de Nederlandse Tambaqui ook behuizing, aansluitingen, software en nog veel meer (interlink en stroomkabel) bij komt kijken. Maar waar het mij vooral om gaat zijn de verschillen. Het zal geen verrassing zijn dat de Nederlandse inbreng de I/50 naar nog grotere hoogten stuwt. Dus gaat u voor de max, dan zit er dus nog zoveel kwaliteit in het versterkerconcept dat hij nog beter kan presteren. Maar ook de veel goedkopere module blijkt opvallend goed te presteren. Natuurlijk zijn er meteen automatisch de voordelen van ultrakorte signaalwegen en het uitsparen van de extra kabels. Maar het blijkt ook dat de module de versterker klankmatig een heel andere kant op stuurt. Want waar de zeer evenwichtige Tambaqui alle ballen of beter gezegd alle klankmatige parameters hooghoudt, blijkt de DAC-module er meer een te zijn die logischerwijs bepaalde keuzes moet maken. In dit geval betekent dat een soort van lichtvoetige soepelheid en minder de typerende warmte en buizenverzadiging. Het gaat bijna de richting op van een neutrale/snelle transistorversterker, maar dan gecombineerd met alle buizen-deugden zoals een groot en goed gelaagd ruimtebeeld, hoge betrokkenheid, afwezigheid van hifi-geluid, overtuigende timing en een erg prettig in het gehoor liggende totaalweergave.
Conclusie
Terwijl ik een eventuele ‘wolf-in-schaapskleren-uitdrukking’ onvoldoende bij het beeld dat ik van de I/50 heb vind aansluiten, is dit met de omschrijving “hippe stadsauto met formule 1 aspiraties” wel het geval. Want hoewel al vaker is geprobeerd om high-end audio in een pakkender en voor ‘normale’ mensen meer interieurvriendelijk jasje te verpakken, is dit bij high-end audioproducten maar zelden een succes. Er schuilt dan ook een zeker risico in, zoals dat er imagoschade kan optreden wanneer een product niet goed aan zou slaan. Gelukkig is hier bij de I/50 geen sprake van. Want met behoud van alle deugden en kwaliteiten die dit merk al sinds de zeventiger jaren zo typeert, is er een wat mij betreft heerlijk frisse benadering gerealiseerd. Het zorgvuldig gekozen kleurenpalet voelt deze geïntegreerde versterker met DAC en phono-functionaliteit zich zowel bij de klassieke liefhebber als trendsettende interieur-aficionado helemaal thuis en dat is uiteindelijk een win-winsituatie voor iedereen. Voor wat deze test betreft kan ik afsluitend nog melden dat de DAC-module, voor de gevraagde € 1.300,- extra, een bijzonder scherp aanbod is. Met name omdat deze kwaliteit in de verste verte niet mogelijk is bij een externe DAC van dit bedrag. Als ik u was zou ik niet wachten tot deze versterker, zoals bijna alles vandaag de dag, weer gestaag duurder zal worden.
Prijzen:
- Audio Research I/50 € 7.490,-
- I/50 inclusief phonomodule € 8.490,-
- I/50 inclusief DAC-module € 8.790,-
- I/50 inclusief phono- en DAC-module € 9.490,-
Reference Sounds, www.referencesounds.nl
Reacties (0)