Arendal 1961-serie luidsprekers
Voor de tweede keer op een rij wint Arendal een EISA Award voor beste surroundspeakerfamilie. Dat is best wel een opmerkelijke prestatie, toch voor een relatief onbekend merk dat vanuit een uithoek van Noorwegen opereert. Voor een deel komt die erkenning er omdat er niet zoveel speakerbouwers zijn die echt een focus hebben op surround. Maar ook omdat Arendal Sound weldegelijk op een heel eigen gefundeerde manier te werk gaat en erin slaagt om wetenschappelijk ontworpen producten te bouwen die goed klinken maar niet torenhoge prijskaartjes dragen.
Bovenstaande is absoluut waar voor de luidsprekers die we in deze test gaan bekijken. Voor de review gaan we aan de slag met modellen uit de nieuwe 1961-familie van Arendal. Het gaat hier om speakers die wat compacter en goedkoper zijn dan de 1723-lijn die we vorig jaar bekeken – maar die wel gebouwd zijn volgens dezelfde principes als de duurdere reeks. De goedkoopste leden van de 1961-familie zijn de 1961 Bookshelfs van 699 euro/paar, de duurste zijn de Towers van 1.499 euro/paar. Wie een thuisbioscoop bouwt vindt alles wat hij nodig heeft, want de lijn omvat nog de 1961 Height (699 euro/paar), de 1961 Center (499 euro), de 1691 Surround (799 euro/paar) en de 1961 Monitor (een grotere staanderspeaker van 899 euro/paar). Bij Arendal zijn ze ook verzot op subwoofers, zoals je zou verwachten van een bedrijf dat gericht is op home theatre. Daarom zijn er ook twee 1961 Subwoofers, de kleinere gesloten 1S van 799 euro en de grotere 1V met baspoort van 999 euro.
Internet-only
Arendal Sound is niet een merk dat je gaat ontdekken bij je lokale winkel. Vanuit het stadje Arendal in het zuiden van Noorwegen verstuurt het merkje zijn speakers naar klanten die ze online kopen. Een direct-sales-model dus, vergelijkbaar met wat de veel grotere Teufel doet. Toch is Arendal geen kleinere versie van die Berlijnse audiogigant. Waar die een volledige line-up aan audio biedt, houdt het Noorse bedrijf het op een bescheiden aantal producten gericht op de traditioneel ingestelde thuisbioscoopliefhebber die met een AV-receiver en een hoop speakers zijn droomcinema bouwt. Ook heel eigen is dat Arendal heel open is met zijn meetdata en zonder schroom toegeeft dat zijn producten in China gebouwd zijn. Nu worden de meeste speakers uit deze prijsklasse in het Verre Oosten gefabriceerd, maar vaak wordt dat toch niet echt benadrukt omdat sommige consumenten ‘Made in China’ als een nadeel zien. Arendal heeft daar minder last van.
Als we de vele 1961-modellen uitpakken die Arendal heeft opgestuurd (alles behalve de Monitors!), hebben we niet bepaald de indruk dat het low-budget producten zijn. De ontwerpers noemen ze nog altijd premium – en dat is niet onterecht. Door het gebruik van High Density Fibre-hout zijn alle speakers behoorlijk zwaar en ze tonen ook betrekkelijk high-end. Ze zijn volledig naadloos zonder groeven of overgangen tussen stukken hout. Kleine details zoals de degelijke luidsprekerterminals, de meegeleverde spikes-kit en de wederom naadloze integratie van de drivers in de baffle verhogen het kwaliteitsgevoel enorm. We zien bij betaalbare luidsprekers steeds betere afwerkingen (zie bijvoorbeeld de KEF R-reeks of de Monitor Audio Bronze-familie), en ook Arendal volgt die trend. Dat is goed nieuws voor de consument; het is niet langer zo dat als je een relatief kleiner budget hebt, dat je per se opscheept zit met pover afgewerkte producten. Elk 1961-model is beschikbaar in een matzwart of een matwit. Die laatste lijkt op sommige marketingfoto’s bijna op grijs, maar het is echt wel wit. Wij kregen de zwarte uitvoering op bezoek, en we moeten zeggen: door die schroefloze montage van de matte drivers in de voorkant ogen de speakers echt wel strak en modern. Een voordeel is dat stof en vuil minder opvalt; we merkten wel dat het verwijderen van een vingerafdruk door de iets ruwere structuur wel net iets moeilijker ging, zelfs met een lichte reinigingsvloeistof.
Een hele familie
In kader van de EISA-jurering van ondergetekende dit jaar stuurde Arendal op één na alle modellen van de 1961-familie op. Een loodzwaar pallet vol met speakers dus, waarvan we vooral aan de slag gingen met de Tower, Surround, Center en Bookshelf. We ontvingen eveneens de Height-speaker, maar die hebben we niet ingezet. Het is een dual-role-speaker die je kunt ophangen om rechtstreeks de hoogtekanalen uit te stralen of bovenop de Tower plaatsen in Dolby Speaker-modus om via het plafond te weerkaatsen. In onze opstelling was het echter moeilijk om dit model te integreren, vanwege onze vaste bekabeling voor de hoogtekanalen. We hebben hem dus niet getest, maar merken wel op dat de Height een kloeke speaker van 4,4 kg is met een schuine baffle op 10°. Dat maakt hem naar ons gevoel geschikter voor grotere kamers (als je hem ophangt). Een stevige verankering is zeker ook een goed idee.
De Towers zijn de vloerstaanders in het gezelschap. Arendal koos voor een 2,5-wegs ontwerp met vier 5,5-inch woofers. Die zijn niet helemaal gelijk: de twee onderste verzorgen de lagere frequenties, de twee hogere zorgen voor de midrange. De tweeter is tussen die twee woofers gemonteerd, een opstelling die voor een goede integratie tussen mid en hoog kan zorgen.
Er zijn wat ongewone zaken aan deze Tower. Om te beginnen is het niet een klassieke rechtopstaande doos. De Tower leunt naar achter; langs de zijkant gezien lijkt het een parallellogram. Dat oogt dynamisch, maar wellicht is het eerder gedaan om de speakers in fase te brengen. Ook ongewoon is dat de luidsprekergrille vooraan uit twee aparte stukken bestaat. Je kunt dus kiezen om de woofers onderaan te bedekken en de bovenste drivers naakt te tonen (of omgekeerd).
De Tower lijkt een volledig gesloten speaker, maar heeft een zeer smalle sleuf-poort onderaan op de achterzijde. Standaard is deze opening geblokkeerd, maar je kunt het vrijmaken voor een streepje meer aanwezigheid in het laag. Let wel, dit is eerder aangewezen als je de Tower wat verder van de muur zet, want de prop verwijderen heeft toch wel effect.
De Surround vinden we ook een bijzonder interessante luidspreker. Het is een zogenaamde tri-axiale speaker. Naast de tweeter en 5,5-inch woofer vooraan is het ook uitgerust met een 3 inch midrange-driver aan de zijkanten (crossover aan 200 Hz). Dit is gedaan om het achterste kanaal breder uit te smeren. Het is dus een antwoord op het probleem van kleine rear-speakers die vaak ook ‘klein’ klinken, en dus actie achteraan niet overtuigend overbrengen. Tri-axiale speakers kunnen niet echt de ervaring van twee surround plus twee surroundback-kanalen leveren (dus 7.1), maar zetten toch een stap in die richting.
De Bookshelf heeft veel weg van de Surround-speaker, maar mist de twee 3-inch drivers. Wat de twee modellen wel delen is de lage gevoeligheid van 84 dB, een waarde die ook de Height-speaker deelt. De andere 1961-modellen zijn gevoeliger, maar ook niet echt makkelijk aan te sturen. De Tower heeft een gevoeligheid van 87 dB bijvoorbeeld. Wat dit concreet betekent is dat deze speakers een krachtige versterker nodig hebben om echt goed te presteren. Dat is ook iets dat we echt merkten tijdens het testen. Bij het kijken naar films waarbij we op gehoor het volume regelden waren we soms verbaasd hoe ver de volumeknop op onze Denon- en Marantz-receiver opengedraaid was. Het lijkt ons geen goed idee om de 1961’s aan een budgetreceiver te hangen.
Een gemene deler bij alle 1961-speakers is de plaatsing van de tweeter in een diepe waveguide. De nieuw ontworpen, vloeistofgekoelde tweeter staat dus relatief diep in de kast, omringd door een conus met een speciale vorm die op veel vlakken de prestaties verbeterd. Het verbetert bijvoorbeeld overgang van midrange-drivers naar de tweeter en verhoogt de efficiëntie en uitstraling. Dat laatste is belangrijk, want tweeters zonder een waveguide stralen de hoogste frequenties uit als een strakke lichtbundel. En dat is niet ideaal, tenzij je net op de juiste sweet spot-plaats zit.
Subwoofer
De 1961 Subwoofer 1S die wij op bezoek krijgen is het instapmodel bij Arendal. Met een prijskaartje van 799 euro is het nu ook niet een budgetproduct, iets dat de Noren wel begrepen hebben. Je krijgt zelfs behoorlijk wat voor de prijs, want de 1S komt met een forse 12,2-inch woofer aangedreven door een DSP-aangestuurde Avalanche-versterker van 550 Watt RMS. Het is ook echt een solide, zware ding, wat te maken heeft met Arendals voorkeur voor HDF-composiet in plaats van de gangbaardere MDF-hout. De matzwarte afwerking waarin ons testmodel was uitgevoerd lijkt op eerste zicht niet zo sexy, maar na enkele weken testen komen we wel tot de conclusie dat het wel iets heeft. Stof toont wel goed, maar als we kijken naar hoe die glossy zwarte laklaag van onze Monitor Audio Silver W12-subwoofer na enkele jaren gebruik er uit ziet, denken we dat matzwart misschien toch een veiligere keuze is op langer termijn. De sub is net als de andere 1961-modellen eveneens beschikbaar in matwit.
Wat niet meteen opvalt is dat deze subwoofer veel fijnmaziger kan ingesteld worden dan de meeste klassegenoten. De reden dat het niet opvalt? Je ziet nergens echt knoppen of lichtjes, tot je op de achterkant tuurt. Daar blijken niet de gewoonlijke knopjes zoals crossover of volume present te zijn, maar wel een klein kleurendisplay dat je met twee draai/druktoetsen bedient. Via deze weg krijg je bovengemiddeld veel opties aangeboden, zoals een 4-bands parametrische equalizer. Je kunt ook alles qua triggering en ingangen instellen. Dit zie je niet vaak op dit prijsniveau. Het enige minpunt is dat je echt moet gaan liggen en achter de sub kruipen om dingen in te stellen. Naargelang je ruimte en je drang om altijd te tweaken is dat toch wat gedoe. In een ideale wereld zou je via een app moeten kunnen werken, maar dat is een optie die je enkel bij duurdere subwoofers zal terugvinden. En zelfs dan…
Het is ook goed om te noteren dat ook deze ‘kleine’ subwoofer behoorlijk groot is: 41,5 x 31,5 x 41,5 cm, 20 kg. Standaard komt de 1S op dempende voetjes, wat wel een plus is op een houten vloer.
Geweldige integratie
Tijdens de eerste deel van onze test hebben we onze vaste Denon AVR-X6300H ingezet, later zijn we overgeschakeld op de gloednieuwe Marantz SR8015. Beide gebruiken Audyssey MultEQ XT32 als kamercorrectiesoftware. Via de MultEQ-app meten we op de maximale acht posities in onze testruimte. Tijdens het testen laten we Dynamic Volume meestal uit, met Dynamic Volume durven we wel wat meer experimenteren.
‘Roma’ van Alfonso Cuarón blijft voor ons een referentie als het gaat om detail en positionering. Het is verre van een actiefilm, en het echte bewijs dat Atmos-soundtracks enorm kunnen bijdragen aan sfeervorming, zelfs wanneer het niet gaat om ruimteschepen, Godzilla of ontploffingen. De 1961’s brengen op geslaagde wijze de sfeer over, onder meer omdat ze de vele fijne details uitstekend in de kamer neerzetten. De straatventer die in de achtergrond roept en door het beeld beweegt kunnen we met onze ogen toe perfect lokaliseren. De Arendals zijn echt wel heel precies, wat dan op een bepaald moment nét een nadeel blijkt te zijn. Als de meid de kinderen op school moet ophalen, rijdt er een claxonnerende auto door het beeld. Maar voor het eerst ooit als we deze filmscène bekijken, denken we: dit klinkt achteraf toegevoegd. Dat is natuurlijk waar in het geval van bijna alle geluidseffecten; bij sommige films zijn zelfs nagenoeg alle dialogen achteraf op een soundstage opnieuw ingesproken. Maar het is niet de bedoeling dat je dat door hebt. Een stukje toe-in is een goed idee om dit probleem op te lossen.
Bij het bekijken van meerdere films zijn we onder de indruk van de integratie. Dat is deels een verdienste van de receiver, maar is ook enkel mogelijk als de verschillende speakers qua timbre op elkaar aansluiten. Dat is hier honderd procent het geval. Bij de Roma-scène waarbij de vader moeizaam zijn Amerikaanse slee in de garage rijdt, hadden we echt een ongelooflijk naadloos gevoel, alsof we er echt bij waren. Dit is topniveau.
‘Jojo Rabbit’ was een van de meer merkwaardige films van het afgelopen jaar. Niet omdat het stilistisch een soort Wes Anderson-light film is, wel omdat het draait rond een tienjarig kind met zijn ingebeelde vriend, Adolf Hitler. De korte inhoud doet het klinken als een Heel Slechte Idee, maar deze komedie is van de hand van Waititi, die eerder al enorm overtuigde met ‘Thor: Ragnarok’. Qua geluid wisselt het bij deze film vaak tussen scènes waarin de gekste dingen gebeuren op de tonen van vrolijk marsmuziek of pophits en momenten waarop de soundtrack volledig bestaat uit dialogen. Het is dan dat we toch de indruk krijgen dat de centerspeaker wat te klein bemeten is. Hoewel de uitstraling dankzij die waveguide breed overkomt – waardoor de stage groot klinkt en aansluit bij de twee Towers – lijkt de Center wel te hard te moeten werken. Het is niet zo’n probleem, maar in een heel grote kamer ga je hier rekening mee moeten houden. Overigens: Arendal heeft op zijn website een uitgebreide PDF-gids voorzien waarin de plaatsing en toe-in heel helder wordt behandeld. Het is een aanrader om erbij te nemen als je deze speakers zou overwegen.
De iets zwakkere prestaties van de centerspeaker worden trouwens ruimschoots gecompenseerd door de goede tot uitstekende prestaties van de andere 1961-onderdelen. Vooral de 1V Subwoofer is zeer goed, maar ook die 1961 Surrounds met hun zijdelingse speakers maken indruk. Tijdens het doorlopen van de officiële Atmos-demo’s van Dolby zorgen deze kleintjes voor heel groots klinkende rear-kanalen. Ze doen ons wat denken aan de FX-speakers uit MA’s Bronze- en Silver-lijnen, in hoe ze tegelijkertijd effecten goed positioneren maar ook het geluid via de achterste kanalen laat loskomen van de speaker. Ze klinken als veel groter luidsprekers, en dat maakt voor een naadlozer overgang als de twee ruimteschepen in ‘Horizon’ van achteraan naar vooraan in de kamer vliegen.
Bij het beluisteren van muziek schakelen we over op een stereomodus, maar wel in 2.1-modus (met de subwoofer als LFE+Main). De Towers zijn op zich zeker in staat om muziek zonde subwoofer te spelen, maar naar onze smaak mocht het laag toch iets dieper doorlopen en punch hebben. Dat lukt beter met de sub erbij, daar de subwoofer van Arendal prima gedempt lijkt en beats perfect getimed neerzet. De ‘End Titles’ die Daft Punk schreeft voor Tron: Legacy, gevolgd door de funky David Hasselhoff-mix op ‘Guardians of the Galaxy: Awesome Mix, vol.2’ spelen wel heel aanstekelijk. Qua klankkarakter bevallen de Towers echt wel. Net zoals de 1723’s zijn ze niet enorm gekleurd, wat ze voor ons een bijna KEF-iaans karakter geeft die het fijne snarenspel op ‘Foscarini’s Groove’ van I Bassifondi met de nodige finesse weergeeft. Voor een warme gloed moet je hier niet zijn, voor eerlijkheid wel.
Conclusie
Zomaar een set van vijf of meer speakers bestellen via het internet en daarbij een paar duizend euro uitgeven, het vereist toch wat moed en vertrouwen. Zeker in deze tijden waarin je wordt bestookt door kickstarter-campagnes en goedkope online-only-aanbiedingen. Maar Arendal toont zich met de 1961 opnieuw een ander soort bedrijf te zijn. Dit zijn serieuze luidsprekers die op een hoogstaand niveau gebouwd en afgewerkt zijn. Nooit gaat je denken: “Dit is wel wat goedkoop uitgevoerd”.
Het zijn ook wel luidsprekers voor wie wat ernstiger bezig is met het bouwen van een thuisbioscoop. Je heb zeker een krachtige receiver uit een hogere klasse nodig om ze echt goed te laten presteren. Dat is het nadeel. Er zijn echter genoeg voordelen: de egale uitstraling van geluid, de vele modellen, de prima afwerking, het homogene klankkarakter en de heldere, detailrijke weergave. De 1961’s klinken eerst misschien eerst wat onderkoeld, maar je moet ze wat tijd geven om hun natuurlijk karakter te leren waarderen. Een aanrader.
Reacties (0)