De liefde voor de ellips
Stellen dat ‘Elipson’ eind jaren dertig werd opgericht klopt wel. Maar niet onder die naam. Oorspronkelijk heette het bedrijf Multimoteur. Tegen 1951 drong een naamsverandering zich op. Dat werd ‘Elipson’, een samentrekking van ‘ellipse’ en ‘son’ (geluid). Die verwijzing naar de ellipsvorm in de naam is geen toeval. Die vorm zou nog vaak terugkomen bij de Fransen, zowel bij drivers als behuizingen. Net voor de inhuldiging van de nieuwe naam kwam trouwens Joseph Léon aan boord, de man die veel heeft gedaan om het merk zijn uitstraling te geven en succesvol te maken.
Léon stond aan de wieg van veel opvallende weergevers. Hij experimenteerde daarbij met allerlei materialen die niet zo typisch waren voor de audiowereld. Staff bijvoorbeeld, een kunststeen gemaakt uit gips en platenvezels die in de eeuw daarvoor in Frankrijk veel werd gebruikt. Een soort voorloper van glasvezel en hars, zou je kunnen stellen. Een van de voordelen van staff is dat je makkelijker sierlijke vormen kunt creëren. Het merk geloofde immers – terecht – dat bolle behuizingen akoestische voordelen bezitten.
Zo ontstond bijvoorbeeld in ’53 de iconische BS 50, een nog nooit gezien weergever die bestond uit een grote bol op pootjes met een opening bovenaan. Een groot, ellipsvormig schild reflecteert het geluid dat uit die opening komt recht de kamer in. Of later, La Religieuse, een speaker met een vorm die even apart is als de naam. Het was ook volgens de geschiedenisboekjes de allereerste meerwegsspeaker.
In 1968 presenteerde Elipson dan weer de 4050, met een vorm die pas veel later andere grote merken inspireerde. Als je deze vloerstaander met bovenaan aan bol met een midrangedriver en een bovenliggende tweeter ziet, denk je spontaan aan heel ander iconisch luidsprekermerk. Die 4050 was ook de officiële speaker voor de Olympische winterspelen in Grenoble in datzelfde jaar. In de jaren zeventig volgde een transitie naar hout en andere materialen. Maar de bolvormen bleven, ook omdat Elipson met dit design veel succes oogstte in grote concertzalen. Dat leidde op zijn beurt tot een grote populariteit bij de muziekliefhebber thuis. Maar werden ook andere vormen onderzocht, want R&D zat ook in het bloed bij het Franse bedrijf.
Een guitige jaren tachtigspeaker was zo de L’Œef, het Ei, met een, tja, eivorm. Dat speelse en avant-gardistische heeft het merk dus eigenlijk nooit losgelaten. De excentrieke vormen kwamen echter niet zomaar tot stand. Er zat ook altijd iets achter. Onderzoek bijvoorbeeld, wat leidde tot heel wat patenten. Eentje bijvoorbeeld voor het gebruik van meerdere Helmholtz-resonators, een techniek om drukverschillen in een speaker weg te werken die nog altijd wordt gebruikt.
Reacties (0)