Net als bij de reeds bestaande modellen in de Mythical Creatures serie (de powercords, luidsprekerkabels en HDMI 2.1 kabels) is de kennis en ervaring van Senior Director of Engineering Garth Powell van grote invloed geweest op het technische design van de ThunderBird, FireBird en Dragon. Twee technologieën die hij oorspronkelijk toepaste op de powercords uit de Wind- en Storm serie – Ground Noise Dissipation (GND) en ZERO-Technology – bleken het ook bij luidsprekerkabels zeer goed te doen, en nu dus bij analoge interlinks. Ground Noise Dissipation is kort gezegd een systeem van verschillende lagen afscherming en eventuele drain-wires, dat EMI en RFI stoorsignalen die van buitenaf de kabel proberen binnen te dringen tegenhoudt en afvoert, en de ZERO-Technology – wat eerst Zero Characteristic Impedance heette – maakt de karakteristieke impedantie van de kabel nul. De karakteristieke impedantie van een kabel is een weerstand die niet afhankelijk is van de diameter, maar van de amplitude van het signaal. Deze impedantie neemt toe wanneer de amplitude toeneemt, en hindert zo het signaal. Wanneer je die karakteristieke impedantie wegneemt kan het signaal bij alle amplitudes ongehinderd door de kabel heen.
Toen eind 2021 de nieuwe AudioQuest Mythical Creatures analoge interlinks werden aangekondigd betekende dat het definitieve afscheid van de voormalige vlaggenschip interlinks Wild Blue Yonder en WEL Signature. Die overigens al een tijdje niet meer in de catalogus stonden, waardoor de Fire uit de Elements serie het interim topmodel was. Begin februari van dit jaar kwam eindelijk het verlossende telefoontje: “Ze zijn er!” Omdat van de hele serie op dat moment alleen de modellen met XLR connectoren beschikbaar waren reisde ik af naar het Europese hoofdkwartier van AudioQuest in Roosendaal, om in hun schitterende nieuwe luisterruimte met een absolute topklasse high-end set deze nieuwe modellen aan de tand te voelen.
Nadere kennismaking
Zoals ik in de introductie al vertelde is deze nieuwe serie nog zó vers dat de speciaal ontwikkelde connectoren voor de RCA versies van deze kabel nog niet klaar waren op het moment dat ik in Roosendaal ging luisteren. In dit geval was dat overigens mazzel, want de Audio Research Reference versterkers die er staan klinken beter wanneer je ze gebalanceerd aansluit. De gebalanceerde XLR versie bestaat uit drie aparte, en dus ook individueel afgeschermde kabels die halverwege hun lange door middel van één of meerdere klittenbandstrips bij elkaar waren gebundeld. Omdat de plus en de min elk in een eigen mantel zitten is er een dubbele DBS-X module ontwikkeld waar twee keer 72V spanning uit komt om het diëlektricum te ‘conditioneren’. Volgens AudioQuest zorgt deze gepatenteerde technologie ervoor dat de isolatie van de geleiders geen elektronen opneemt en dus ook niet met vertraging weer terug toevoegt aan het signaal. Daardoor zou versmering in het tijdsdomein optreden. Voor de derde kabel van de bundel, de ‘nul’ of aarde van de gebalanceerde verbinding, is geen DBS module nodig omdat daar geen signaal doorheen loopt.
Qua opbouw zijn de kabels grotendeels identiek. Ze maken alle drie gebruik van ZERO-Technology geometrie, hebben FEP Air Tubes als diëlektricum en een dubbel uitgevoerde 72V DBS-X module. Het Ground Noise Dissipation System bestaat bij alle versies uit meerdere lagen van grafeen/carbon mesh. Maar er zijn uiteraard ook verschillen. De ThunderBird heeft geleiders van massief Perfect Surface Copper+ (PSC+) en verkoperde drain-wires, terwijl de FireBird en Dragon geleiders hebben van massief Perfect Surface Silver (PSS) en verzilverde drain-wires. De Dragon is bovendien voorzien van drain-wires uit puur PSS. Daarom is de Dragon als enige geclassificeerd als ‘Level 7’ Ground Noise Dissipation, en de ThunderBird en FireBird ‘slechts’ als Level 6. De body van de connectoren van de ThunderBird is aan de buitenkant verkoperd, zodat je in één oogopslag ziet welk geleidend materiaal er onder de donkerblauw/zwart gevlochten buitenmantel schuilgaat. De connectoren van de FireBird (rood/zwart gevlochten) en Dragon (zwart/zwart gevlochten) hebben dus een verzilverde body. Alle connectoren zijn voorzien van ‘hanging silver’ verzilverde contacten van puur rood koper.
Opzet
De set in de luisterruimte van AudioQuest is opgebouwd rond een 6SE Line Stage voorversterker en twee 160M monoblokken uit de Reference Series van Audio Research. De streamer is een AURALiC Aries G2.1 met een Vega G2.1 DAC, en de luidsprekers zijn een paartje Wilson Audio Sacha DAW. Schone stroom werd geleverd door een AudioQuest Niagara 7000 en alle bekabeling (dus ook de als Lightning Link gebruikte HDMI 2.1 tussen de AURALiC streamer en DAC) was op AudioQuest Dragon niveau. Om ‘in te luisteren’ werden eerst twee paartjes AudioQuest Fire XLR aangesloten, zowel tussen streamer en voorversterker als tussen voorversterker en monoblokken. Ik besloot om geen mix-en-match te gaan doen met de kabels uit de Mythical Creatures serie, want dan weet je niet waar je nu precies naar luistert en ik wilde de kabels echt afzonderlijk op hun merites beoordelen. De vier Fire XLR’s werden tijdens de luistersessie dus vervangen door respectievelijk vier ThunderBird XLR’s, vier FireBird XLR’s en tenslotte vier Dragon XLR’s. Om het vergelijk niet al te moeilijk te maken had ik twee tracks uitgekozen voor deze luistersessie. De schitterend smooth geregistreerde Nina Simone cover Blackbird door Lady Blackbird, van haar album Black Acid Soul, en het meer experimentele maar zeer dynamische en ruimtelijk opgenomen Guggenheim House door het Antwerpse jazz-powertrio De Beren Gieren, van hun album Less is Endless.
Het luisteren
Met de Fire XLR in de set klonk Lady Blackbird al uiterst ruimtelijk en kleurrijk, met een diep en breed stereobeeld en veel details in de stem. Ik kon bij wijze van spreken haar stembanden horen trillen, en kleine smakgeluidjes van de articulatie waren hoorbaar. De piano klonk zeer helder en dynamisch, maar niet fel of ‘wit’, een eigenschap die bij minder goed uitgedachte zilveren kabels toch wel eens de kop wil opsteken. Het laag is bij zilveren kabels vaak wat softer dan bij een goede koperen kabel, maar zeker niet minder diep. Dat liet de Fire XLR óók een heel klein beetje horen, maar dat kan ook nog gelegen hebben aan het feit dat er met buizen werd geluisterd. Zélfs de door Audio Research gekozen Tung Sol KT150 eindbuizen halen niet de strakheid van een krachtige solid state versterker. Maar allemaal zéér relatief uiteraard, hier stond topklasse apparatuur. De track van De Beren Gieren klonk heel transparant en ruimtelijk. De ruis van hun versterkers gedurende de eerste seconden van het nummer vulde de ruimte breed en diep. Toen de band eenmaal speelde was er tot vér achterin het geluidsbeeld van alles te horen. De muziek klonk dynamisch en de klankkleur van de trommels van het drumstel was mooi warm. Gestreken flageoletten op de contrabas hadden veel textuur van snaar en stok, en er was ook aardig wat kast in te horen. Echt heel, héél mooi. Hier zou ik goed mee kunnen leven als ik niet beter wist.
Maar zodra de vier ThunderBird XLR kabels waren aangesloten wist ik wél beter. Wat een ongelooflijk verschil! De track van Lady Blackbird klonk opener, met meer textuur in de gestreken bassnaren en een mooiere, gullere ruimtelijke vulling tussen de instrumenten, waardoor de muziek méér een geheel vormde. Haar stem was minder fel maar tegelijkertijd waren er meer keelklanken en articulatie te horen. Deze kabel klonk dus transparanter maar niet per se gedetailleerder. Bij De Beren Gieren was de opnameruimte beter hoorbaar, met meer ruis van de versterkers, waardoor je gemakkelijker kon horen dat de opname waarschijnlijk in één gezamenlijke take op band was gezet. De trommels klonken dynamischer en er was meer vel te horen, en de gestreken flageolet op de bas had meer textuur maar er was tevens een klein scherp randje vanaf, wat pas opviel toen het er niet meer aan zat. Het hele beeld was groter en er leek meer in te gebeuren, wat de muzikale ervaring intenser maakte.
De volledig zilveren FireBird XLR liet bij Lady Blackbird meer adem horen, en de s- en t-klanken waren milder, maar de stem had – net als de overige muziek – ook nét iets minder druk. Dat klonk trouwens wel heerlijk relaxed, maar waar het bij de ThunderBird XLR bij een gelijke volumestand had geleken of de muziek harder stond was dat bij de FireBird XLR weer terug op het niveau van de Fire XLR. De luisterervaring werd dus meer ontspannen, maar ook iets minder intens. Bij De Beren Gieren leek het daardoor ook of er iets minder ambiance hoorbaar was, en minder versterkerruis, maar dan echt maar een héél klein beetje. De dynamiek was daarentegen weer toegenomen en de vulling van de ruimte was iets scherper afgebakend. Daardoor stond de gestreken flageolet iets meer geïsoleerd in de mix. Veel luisteraars prefereren zo’n scherp gestoken beeld, maar ik houd juist van een iets diffuser geluid met meer onderlinge samenhang.
Eindbaasmeesterkampioen
De Dragon XLR tot slot, leek op een aantal punten merkwaardigerwijze best wel op de ThunderBird XLR. Strakker laag, meer punch, aardser, maar dan wél met de transparantie en verfijning van een zeer goede zilverkabel. Dat gaf bij Lady Blackbird méér detaillering en ruimtelijkheid, maar ook meer kracht in de pianoklank, die aan druk, klankkleur en helderheid won. Haar stem klonk op een correcte manier nét iets rauwer, wat gezien haar roots in de moderne soul ook best logisch is en eigenlijk ook wel mooi en levensecht was. De weergave als geheel was extreem schoon en transparant. Ik hoorde geen microfoon meer tussen haar stem en mijn oor, en dat was een bijzondere ervaring. Bij De Beren Gieren was er nu veel meer ambiance en je kon aan de ruis bijna horen welke 12AX7 buizen ze in hun versterkers gebruiken. Het intro dat volgens mij op een synthesizer wordt gespeeld eindigt met het intrappen van een effectpedaal (een geluid dat ik goed ken uit mijn jaren als geluidstechnicus) waarna de track pas echt begint, en dat werd met de Dragon XLR veel plastischer en tastbaarder weergegeven. De slagen op de trommels profiteerden van de toegenomen maar nog steeds relaxte druk en strakheid in het laag, en lieten meer vel horen dan bij de FireBird. Ook de gestreken flageolet had weer meer klankkleur en textuur (snaar, stok en kast), en het ruisen van de bekkens was prachtig messing-achtig en klonk ongelooflijk lang uit in het toch best wel volle geluidsbeeld. De Dragon XLR was echt een eindbaasmeesterkampioen in het blootleggen en uiteen rafelen van alle verschillende laagjes in de mix, zonder dat er gaten in het klankweefsel vielen.
Eindoordeel
Het was me al langer duidelijk dat AudioQuest met Garth Powell een getalenteerd ontwikkelaar in huis heeft gehaald, die met zijn bijdrage aan de ontwerpen zelfs de allerbeste kabels van de vorige generatie moeiteloos overtreft. Als je bedenkt dat de Fire als topmodel uit de ‘lagere’ Elements serie eigenhandig de Wild Blue Yonder en WEL Signature met pensioen heeft gestuurd kun je je misschien ook voorstellen hoe immens goed de Mythical Creatures analoge interlinks zijn. De afweging tussen de ongeveer even dure Fire XLR en de Thunderbird XLR is eigenlijk al geen competitie meer wat mij betreft, maar je zou het nog kunnen gooien op het aan smaak onderhevige verschil tussen koper en zilver. De RCA versies van de Mythical Creatures serie analoge interlinks zijn trouwens minder kostbaar dan hun gebalanceerde broeders omdat ze twee geleiders hebben in plaats van drie. En dan wordt de Fire, die geen meerprijs heeft voor de XLR versie, misschien toch weer een iets betere deal. Maar dan nóg.
De ThunderBird vond ik in deze set op een aantal punten nét iets muzikaler dan de FireBird, maar misschien paste de iets strakker klinkende koperen Thunderbird naar mijn smaak gewoon beter bij de buizenset die er stond. Aan een mooie, kleurrijk klinkende solid state versterker denk ik echter dat de FireBird de ThunderBird als ontbijt eet, rauw met een koppie slappe thee. En dan de Dragon. Mensjeslief wat een kabel is dat! Het prijskaartje is hoog, maar de prestaties navenant ook. De happy few die zich een set als deze kunnen veroorloven halen met de Dragon een perfect uitgebalanceerde, uiterst verfijnde maar tegelijkertijd zeer dynamische en kleurrijk maar óók neutraal klinkende ultra-muzikale interlink in huis die de titel ‘topmodel’ met trots mag dragen. Een nieuwe mythe is geboren…
Prijzen
- AudioQuest ThunderBird XLR vanaf € 3.100,- (RCA vanaf € 2.300,-)
- AudioQuest FireBird XLR vanaf € 5.150,- (RCA anaf € 4.250,-)
- AudioQuest Dragon XLR vanaf € 8.900,- (RCA vanaf € 7.250,-)
AudioQuest, tel: +31- (0)165-541404
e-mail: info@audioquest.nl, www.audioquest.com/nl
Reacties (0)