Gebruik virtuele assistenten
Het onderzoek van PwC laat zien dat de jongste consumenten (18-24 jaar oud) sneller geneigd zijn gebruik te maken van virtuele assistenten. Maar opmerkelijk genoeg gebruiken zij ze relatief weinig, waar mensen van tussen de 25 en 49 dat meer doen. Zij worden statistisch gezien bestempeld als “zware” gebruikers.
Van de jongste leeftijdsgroep die PwC sprak (18-24) stelde 59 procent een assistent vaak te gebruiken. De middelste groep, van tussen de 25 en 49, deed dat in 65 procent van de gevallen. In de hoogste groep, mensen van boven de 50, bleek 57 procent zichzelf als een zware gebruiker te omschrijven.
Maar waar relatief jonge mensen dus het snelst geneigd lijken om assistenten te gebruiken, doen zij dat iets minder dan je zou verwachten. Dat komt volgens PwC vooral omdat de assistenten het meest binnenshuis gebruikt worden. Drie van de vier consumenten gebruiken een mobiele assistent dus alleen maar thuis. Jongeren zouden relatief veel buitenshuis zijn, wat dan weer het lagere gebruik kan verklaren.
Meest gebruikte functies
Uit het onderzoek blijkt dat de meeste mensen hun virtuele assistent het vaakst gebruiken voor de meest eenvoudige taken. Denk aan het zetten van een timer, of het vragen naar het weerbericht. De meeste mensen geven overigens stemcommando’s via hun smartphone (57 procent). Tablets en pc’s waren goed voor 29 procent en speakers voor 27 procent gebruik.
Reacties (0)