Geluid opnemen bij video – Deel 2: Recorder en instellingen

20 september 2016 + 10 minuten 0 Reacties
Geluid_dl2_Olympus-LS-14

In de vorige aflevering kwam de microfoon ter sprake als het voorportaal van de goede geluidsregistratie. Het door de microfoon opgepikte audiosignaal gaat via een kabeltje of de hotshoe naar de ingang van de recorder. Deze recorder kan in de camera zitten maar u kunt ook gebruik maken van een losse recorder al of niet in combinatie met een mixerinterface. In dat laatste geval stijgen zowel de geluidskwaliteit als het aantal aansluitingen en regelmogelijkheden aanzienlijk.

Bij het opnemen van geluid door een recorder komen er een viertal belangrijke vragen aan bod. Vraag 1 is: Welke recorder? Eentje in de camcorder of videofilmende fotocamera zelf of een externe veldrecorder voor audio. Vraag 2 betreft: Hoe de microfoon(s) aan te sluiten? Rechtstreeks op de ingang van de camera, via een mixerinterface op de camera of rig of aan een losse audioveldrecorder. Vraag 3 is: Valt het geluid nog bij te regelen? Dit handmatig of automatisch, qua toonhoogte, begrenzing (limiter bij een te sterk volume), ruisfiltering en het onderling mixen van de aangesloten microfoon- of lijnkanalen. Vraag 4: Hoe en waarop slaan wij de opgenomen geluidsbestanden op? Meestal op een SD(HC)- of ander geheugenkaartje. Ook op tape of een harddisk is nog altijd mogelijk. En welke mate van compressie en opslagformaat geven de beste geluidskwaliteit.

Interne of externe audiorecorder?

Vrijwel elke camcorder en videofilmende fotocamera beschikt wel over een intern elektronisch deel voor het omzetten, corrigeren/bewerken en opslaan van geluid. In het eenvoudigste geval één enkele geluidschip of IC. Bij de meer geavanceerde zit er een beter en complexer geluidsprintpaatje in het toestel. De nadruk ligt bij zowel de camcorder als de videofilmende fotocamera op een goed beeld en het geluid speelt de tweede viool. Voor doorsnee omgevingsgeluid, spraak en niet al te kritische muziek geen probleem. Echter wel als het geluid echt nauw luistert zoals bij muziekuitvoeringen, zang, theater, interviews en commentaar. In dat geval kunt u beter voor een externe geluidsrecorder kiezen of een aanmerkelijk duurdere camera met een geoptimaliseerd audiodeel. Een ander punt vormt het feit dat de meeste camera’s slechts twee geluidskanalen tegelijk kunnen opnemen. Een beperking bij bijvoorbeeld muziekevenementen en theater waar de videomaker bij voorkeur op vier kanalen (stereo) opneemt. Twee voor de microfoons en twee voor het aansluiten op de audio-installatie van het evenement. Verder kan het voor de montage nuttig en tijdbesparend zijn als u geluidsfragmenten kunt markeren. Makkelijk om te kunnen terugvinden en de goede opnamen (takes) vooraf te selecteren.

Meerdere aansluitingen en ingangen

Voor het aansluiten van geluidsbronnen op de camera of veldrecorder zijn er verschillende mogelijkheden. Er is onderscheid op basis van:
– Het type aansluitbus
– De mate van benodigde voorversterking en/of voeding van de aangesloten geluidsbron
– Het type binnenkomende audiosignaal. Analoog, digitaal of optisch?
– Er zijn zowel inkomende als uitgaande audiosignalen
Bij de aansluitbussen zijn zes typen stekkers belangrijk. Bekend zijn de 3.5 mm minijack en zelfs 2.5 mm stekkertje voor geluid in en microfoon uit. Goedkoop, wijd verbreid en in de praktijk kwetsbaar. De veel robuustere XLR-bus is bedoeld voor professionele microfoons. Hetzelfde geldt ook voor de grote cinch pennen. In een aantal gevallen zijn er combinaties van XLR en cinch. De ronde tulppluggen rood (rechts) en wit (links) zijn in gebruik voor het aansluiten op geluidafspeler en zaalinstallaties. USB (groot of mini) maakt het aansluiten op een pc mogelijk. En als laatste noemen wij de optische connectoren voor digitaal geluid.
Een geheel ander type aansluiting is de intelligente accessoireschoen. Deze hotshoe koppelt een geschikte microfoon automatisch aan en verziet deze veelal ook van stroom.
Afhankelijk van het microfoontype is voorversterking en bij Phantom XLR zelfs een aanvullende voeding nodig. Tulppluggen en minijacks hebben weinig tot geen voorversterking nodig. Toch is het handig als de recorder over een regelbare versterking (gain) beschikt. In de meeste gevallen is het binnenkomend audiosignaal analoog. Een A/D-converter in het geluidsdeel maakt daar een passend digitaal geluidsbestand van.
Let bij het aansluiten van microfoons altijd op het juiste bus/connector-type en of het om een in/uitgang gaat. Voor kritische geluidscontrole tijdens de opname is een goed afsluitende hoofdtelefoon vrijwel onmisbaar.

Mixing en interfacing

Op de meeste videofilmende fotocamera’s en de eenvoudigere camcorders zijn er weinig geluidsaansluitingen voor handen. Meer dan één 3.5 mm of 2.5 mm jackplugje voor mic-ingang zit er veelal niet in. Wie meer en ook andere typen microfoons wil aansluiten is een extra geluidsinterface vereist. Deze audio-interface voorziet in extra connectoren en voert de ontvangen signalen door naar de camera via een uitgaand minijackkabeltje. Let er op dat de schakelaars voor de input in de juiste stand staan: Gewone microfoon, Phantom of de lijn-in voor het aansluiten op de zaalinstallatie. Bevestig de interface op de statiefschroef onderop de camera, in de accessoireschoen of aan een rig. In de meeste gevallen is de aansluitinterface voor geluidsbronnen tevens een mixer. Een soort minimengpaneel waarbij meerdere inkomen met elkaar zijn te mixen. Door aan de regelaars te draaien gaat het volume per audiokanaal harder of zachter.

Externe veldrecorder

De externe fieldrecorder voor audio voorziet voor relatief weinig geld in de gecombineerde functies:
– Interface voor het aansluiten van microfoons en lijnbronnen
– Het mixen van meerdere ingangskanalen
– Het regelen van het volume, toonhoogte en equalizing (het selectief filter van tonen)
– Opslag van het geluid in hoogwaardige audiobestanden. Die klinken een stuk beter dan de geluidsbestanden opgenomen met de interne recorder van de camera.
De veldrecorder voor audio is relatief compact, robuust uitgevoerd en in een aantal gevallen voorzien van eigen microfoons. Veel gebruikt is de X/Y=opstelling en er zijn tegenwoordig ook typen met een derde microfoon voor een betere registratie van de bassen. U kunt desgewenst voor een veldrecorder kiezen die behalve op twee ook met 4-6 audiokanalen kan opnemen.
Een punt van aandacht vormt de synchronisatie van beeld en geluid. Het geluid neemt de externe recorder immers apart op. Om dit separaat geregistreerde geluid weer lipsynchroon aan de bijbehorende beelden te koppelen zijn er drie mogelijkheden.
1. Via een door de recorder meegegeven tijdcode. Het montagepakket ijkt beeld en geluid op basis van de tijdcode.
2. Bij de montage met software zoals Plural Eyes. Die analyseert en vervangt exact synchroon het bij de videoshots opgenomen geluid door het veel betere extern geregistreerde geluid.
3. Het gebruik van akoestische of visuele markers. Deze lijnt u tijdens de montage op de sporen in de tijdlijn exact uit. Veel gebruikt zijn een klapbordje, referentietoon of het in de handen klappen aan het begin van de opname.

Volumeregeling

Geen grotere ergernis bij het geluid dan een verkeerd volume. Te hard geeft lelijk vervormd geluid. Te zacht slecht hoorbaar of verstaanbaar en veel ruis. Achteraf valt vaak aan echt verprutst geluid bij het volume weinig meer te doen. De vakman prefereert het handmatig bijregelen van het geluid. Tal van camera’s kennen alleen een automatische volumeregeling Die slaat nogal eens de plank mis, Het volume afgestemd op het verkeerde type geluid. Bijvoorbeeld op een langsrijdende vrachtwagen in plaats van op straat geïnterviewd persoon. Zeer hinderlijk is het steeds harder en dan weer zachter zetten bij wisselende geluidsniveaus. Dat heet in het jargon pompen.
Beschikt uw camera niet over een handmatige volumeregeling dan kan een externe mixer of fieldrecorder deze taak overnemen. De audioveldrecorder biedt meestal ook een duidelijke LCD-display waarop de volume-uitslag goed te zien is. De betere modellen hebben piekindicatoren (LED-jes) die flitsen bij een te hard geluid. Houdt voor het digitaal vastleggen van het geluid dit onder de 0 decibel. Liefst ergens tussen 0 en -6. Een andere vorm van volumeregeling is die via een daartoe uitgeruste (aanpassing van de interne signaalsterkte) microfoon. Er zit een schakelaar op voor harde en zachtere opnamesituaties.

Aanvullende correcties

Aanvullende correctiemethoden voor het geluid vindt u op fieldrecorders, de betere mixer en sommige camera’s. Interessant in deze zijn:
– Ruisonderdrukking
– Equalizer, regeling op de afzonderlijke toonfrequenties
– Limiter/compresser om het geluid binnen voor ingestelde volumegrenzen te houden
– Het verwijderen van s- en sis-klanken
– Via de gain valt de sterkte van het uitgevoerde audiosignaal te regelen.

De opslag en het audioformat

Voor de eenvoudiger camera’s is het geluid een soort ‘bijvangst’. Het wordt gecomprimeerd aan de videobeelden geplakt. Hoe dat gebeurt, is afhankelijk van het desbetreffende videoformaat. Bijvoorbeeld AVCHD gebruikt daar MPEG voor.
Een veldrecorder zet het opgenomen geluid in een veel hogere kwaliteit op de SD(HC)-geheugenkaart. Er is sprake van een hoge samplingfrewuente (44,1, 48 of 96 kHz) en 16/24 bit digitalisering. Daarbij gaat veel minder informatie en dynamiek verloren. Het klinkt allemaal echt een heel stuk beter!

Wat doet een audioveldmixer?

De audiofieldrecorder is een veelzijdig stuk geluidsgereedschap met doorgaans de volgende taken:
– Het versterken, of juist verlagen (limiting) en equalizing van de microfoonsignalen;
– Het aansluiten van of interfacing voor meerdere microfoons;
– Afzonderlijke gain en volumeregeling per aangesloten microfoon;
– Het, indien mogelijk, toevoegen van filters (ruis, toonbereik) en effecten;
– Het afmixen van de multiple audiofeeds naar stereo of mono;
– Rerouting van het signaal (ook multiple outputs) naar de camera of audiorecorder. Tevens het aansluiten van meerdere recorders;
– Een relatief eenvoudig en intuïtief te gebruiken monitorplatform inclusief het aansluiten van een hoofdtelefoon;
– Bij de cameramixer direct op de body of rig te bedienen.

Tips voor fieldrecording van audio

Gebruik goede microfoons en plaats deze dicht bij de geluidsbron. Koop de mixer/recorder op de specificaties van de camera en het beoogde opnamedoel. Hetzelfde geldt voor de microfoons. Blijf uit de buurt of flinke afstand van ongewenst achtergrondgeluid. Pas op met windvlagen.
Sluit altijd een hoofdtelefoon aan ter controle. Voorkom het aanraken van de externe microfoon en plaats deze in een dempende opstelling of op een aparte standaard.
Stel het opnamevolume bij voorkeur handmatig in. Digitaal geluid bij video is erg gevoelig voor oversturing. Blijf onder die 0 dB en als het kan net rond de -6 dB. Gebruik indien mogelijk niet gecomprimeerde audioformats. Voeding en opslagcapaciteit zijn cruciaal. Zorg voor extra accu’s en batterijen of een aparte netadapter. En een extra SD-kaartje is beslist geen overbodige luxe. Bescherm de apparatuur met de daarvoor bedoelde tasjes.

Veldrecorders voor de camera

veldrecorder weer op de rig, in de accessoireschoen, op de statiefaansluiting onderaan of andere houder/klittenband aan de camerabody. Als alternatief kunt u de veldrecorder ook los op een apart statiefje neerzetten. Het is de bedoeling dat zowel de camera als de veldrecorder het geluid tegelijkertijd opnemen. Achteraf vervangt de editor in de montagestudio het camerageluid voor de aanmerkelijk betere audioregistratie van de fieldrecorder. Het origineel opgenomen camerageluid dient dan ter referentie. Een aantal punten ter overweging.
Als eerste de synchronisatie van het beeld en geluid. Een aantal veldrecorders voor audio-opnamen kan een tijdcode aan de takes meegeven. Als alternatieve manier de inzet van synchroniserende software tijdens de montage zoals Plural Eyes voor de Mac en pc.
Als tweede punt het inzetten van meerdere camera’s. Dat betekent verschillende zoom- en opnamehoeken. Het opgenomen geluid dient daarbij ook te passen. Bijvoorbeeld net die ene triangel, fluit, zanger of sprekende acteur close in beeld. Valt dat bij de audio-postproduction bij de take van de algemene fieldrecorder ook aan te passen? Of toch elke camera zijn eigen fieldrecorder?
En als wij toch bezig zijn met extern opnemen punt drie: Video- en audio tegelijkertijd op één en dezelfde solid state AV-recorder opnemen? Tot slot het vierde punt: Op hoeveel kanalen/audiosporen willen wij gaan opnemen. Bij meer dan twee ontkomt u, op een enkele camcorder na, niet aan een externe audioveldrecorder. Het is opmerkelijk wat voor een kwaliteitswinst een aparte audiorecorder oplevert bij videofilmende spiegelreflex of systeemcamera’s. Dit mede natuurlijk door het gebruik van externe microfoons. Op de camcorder veelal eenzelfde toename van kwaliteit hoewel er ook exemplaren zijn die het van huis uit bij het geluid lang niet slecht doen. Camera-fieldrecorders van een goede kwaliteit starten gemiddeld in de range van € 400,- tot € 500,-.

Ulco Schuurmans

Reacties (0)