Review: PSI Audio AVAA C214 – Charmante akoestiekverbeteraar

27 juni 2024 + 10 minuten 0 Reacties
PSI_PSI_AVAA_C214_24_07_23_2139-a
FWD award

De akoestiek bepaalt tachtig procent van je klankbeeld. Die akoestiek is bij veel muziekvrienden niet optimaal. Investeren in akoestische oplossingen is dus een veel beter idee dan een nieuwe versterker, converter of luidsprekers aanschaffen. Het levert simpelweg meestal veel meer op. PSI Audio is een fabrikant die actief is op de pro-markt. Dat wil niet zeggen dat hun AVAA C214 niet zinvol kan zijn binnen het consumentencircuit. Het is een oplossing voor akoestische problemen die de huiselijke leefomgeving niet te veel frustreert. Hieronder dus een kennismaking.

Wie in de hobbysfeer modelauto’s verzamelt, gaat vissen of op een racefiets rijdt wordt niet geconfronteerd met heel grote problemen. Natuurlijk kunnen je modeltreintjes uit de bocht vliegen, maar dat is logisch als je de juiste schaalsnelheid met tientallen kilometers per uur overschrijdt. Voor hifi-liefhebbers ligt het anders. Rustig naar muziek luisteren is er meestal niet bij, want de meest bizarre bedreigingen maken het leven van de audiofiel tot een hel. Resonanties, elektromagnetische storingen, RFI, overspanning, blikseminslag, aardstromen, impedantiemismatches, wow & flutter, crossoververvorming, jitter, ruis, opgeblazen tweeters, softwarebugs, exploderende buizen, bandsalade, reflectie in kabels en naaldslijtage vormen slechts een deel van de wapens die demonen inzetten om uw muzikale genot te ondermijnen. Wie dan nog iets wil verdwaalt op het grote boze internet en raakt door de desinformatie volledig los. Als je dat dan allemaal onder controle hebt, dan deelt de akoestiek nog een fikse kopstoot uit. Elk weldenkend mens zal dus direct postzegels gaan verzamelen. Je ligt dan uitsluitend wakker van waar je die Penny Black vandaan moet halen. De kwaliteit van de akoestiek is een van de grootste enablers of juist showstoppers voor een goed geluid. Door de meesten volledig onderschat, hoewel wetenschappers aangeven dat de akoestiek voor 80% het geluid bepaalt. Als de akoestiek niet goed is, krijg je een systeem niet aan de praat, ook al kost het acht ton. Het zal nooit lukken, wat je ook doet. De doorgewinterde audiofiel zoekt het dan meteen in kabels, piramides en wijwater. In het algemeen zijn dat schijnoplossingen, maar hoe dunner de luidsprekerkabel, hoe minder (storend) laag je hebt. Het gaat dan om de dikte van de geleider en niet om de tuinslang van kunststof. Dat is simpele window dressing die de suggestie moet wekken dat het om dure en serieuze kabels gaat. Soms ontstaat er in een vlaag van bewustzijn het inzicht dat die akoestiek wel eens roet in het eten zou kunnen gooien. Binnen het thema ‘mijn man is klusser’, zie je onze nijvere audiofiel dan wanden volplakken met door familie, vrienden en buren aangeleverde eierdozen. Tientallen exemplaren sieren dan het interieur, maar de akoestiek zal niet navenant verbeteren. Ook stukken schuimrubber en gordijnen lossen de problemen niet voldoende op, zeker niet in goed omschreven kwalitatieve zin. Elektronische roomcorrectie biedt soelaas, maar kent ook grenzen.

Het laag

Akoestische problemen kunnen zich voordoen binnen het volledige frequentiebereik. De grootste en wellicht meest hinderlijke issues spelen zich af tussen de 10 en 150 Hz. Wie de frequentiecurve meet, zal binnen die range allerlei pieken en dalen zien. In de meeste huiskamers zal die curve grillig verlopen. Het is afhankelijk van de kamervorm en speelt iets minder in grotere ruimtes. Pieken en dalen van een halve dB zullen door de meeste luisteraars niet snel opgemerkt worden, maar als de 50 hertz-tonen 6 dB boven de nullijn staan te loeien, is dat knap hinderlijk. Je moet een goede luisteraar zijn om te constateren dat bepaalde frequenties soms vrijwel niet waarneembaar zijn. Sommigen zullen een grafische equalizer inzetten om de curve te compenseren. Soms kun je daarmee een te luide bastoon terug regelen. Nadeel is dat zulke equalizers geen regelbare Q hebben. De Q staat voor de breedte van het te regelen gebied. Parametrische equalizers hebben dat wel. Door te meten en te corrigeren kun je iets doen aan de grootste problemen. Met een equalizer is het niet mogelijk om tonen die ontbreken op niveau terug te krijgen. Wat er niet is, kun je niet tevoorschijn toveren met een equalizer.

Resultaat

Het resultaat van een slechte akoestiek is dat sommige lage frequenties zeer dominant staan te ‘bonken’. Er ontstaat dan een soort dreunbas. Als bepaalde frequenties ontbreken, dan mis je de grondtoon en de daarop gebaseerde harmonischen. Dat resulteert in een muziekinstrument dat klankmatig niet helemaal presteert zoals dat zou moeten. Om het simpel te zeggen klinkt een cello dan niet als een echte cello. Als de hoeveelheid laag ook uit balans is (lees: te hard of te zacht), dan heeft dat een enorme invloed op onze beleving van de middentonen. In principe op eigenschappen zoals klank, dynamiek, ruimte en zelfs detaillering. Als er akoestische problemen zijn in het hoog, dan werkt de ruimte als een galmbak. Je kunt dan een duidelijk gefocusseerde soundstage vergeten en de weergave verandert in een ongecontroleerde brei van galm, echo’s en reflecties. Er kan ook een gemene scherpte ontstaan bij uithalen in de muziek. Een akoestische test is om naar spraak te luisteren. Hoe verstaanbaarder iemand is, hoe beter de akoestiek. Als het lastig is om iemand goed te verstaan en je wordt doodmoe van het luisteren, dan kunnen er problemen met de akoestiek zijn. Iedereen kent wel een café of huisfeestjes waar het onmogelijk is om elkaar te verstaan. Binnen een goede akoestiek is het aangenaam om naar spraak te luisteren. Zelfs als er meerdere personen door elkaar kleppen is elke individuele stem nog volgbaar.

Oplossingen

In principe gaat geluid gewoon grotendeels door (dunne) gordijnen, behang en eierdozen heen. Je hebt dus materialen nodig die het geluid absorberen, zodat het niet terug kan kaatsen, of diffunderen. In het laatste geval wordt een geluidsgolf versplinterd en de ‘brokstukken’ die dan terugkaatsen kunnen weinig schade meer aanrichten. Het lukraak aanbrengen van dit soort materialen zal ongetwijfeld invloed hebben op de akoestiek, maar dat is schieten met hagel. Wie het goed doet, gaat meten en berekent op welke plaats materialen moeten worden bevestigd, waarbij je precies weet om welke frequenties het gaat en waar die tegen de wanden, de vloer en het plafond kaatsen. Je kunt dan ook de galmwaarde inregelen. Dat maakt dat een ruimte wat levendiger of droger klinkt. Het zogenaamde akoestische plafond is een moderne oplossing. Minder confronterend dan allerlei voorzieningen tegen de wanden en het helpt vaak om een ruimte rustiger te maken, zodat ook spraak volgbaar is. Misschien iets meer gericht op leefbaarheid dan op audio-akoestiek. Velen zullen de moderne bouw herkennen, waar architecten alles uit de kast hebben gehaald om zoveel mogelijk parallelle en spiegelgladde oppervlakten, met een enorm talent voor reflecties, in interieurs aan te brengen. Wie al naar de televisie luistert is na tien minuten hondsmoe van het geluid. Als het systeem dan met meer volume speelt, wordt het geluid scherp, een brei en schreeuwerig. Hoe dan ook, wie het goed wil doen heeft professionele hulp nodig en ook aan de materialen hangt dan een prijskaartje. In de luisterruimte is een geavanceerde analyzer aanwezig. Daarmee is onder andere een RT60-test te doen. Op het beeldscherm zie je dan een grafische figuur die aangeeft welke galmtijd elke frequentie heeft. Dat is de zogenaamde decay-curve en die wordt gepresenteerd als een histogram. Als de galmtijd bij lage frequenties te lang is, krijg je een ruimte die heel ‘hol’ klinkt. De optimale uitsterftijd is voor alle frequenties gelijk en is weer afhankelijk van de afmetingen van de ruimte.

Plaatsing

Oplossingen die de weergave perfectioneren in een al goede akoestische omgeving hebben te maken met de plaatsing van de luidsprekers en de luisterpositie. Een betere plaatsing kost niets en kan een groot effect hebben. Plaats nooit de luisterstoel of de luidsprekers zelf pal tegen de wand. Naar de wand toe geeft meer en vaak te veel laag en vermindert de ruimtelijke weergave. Iedereen kent het probleem dat het laag op elke plek in de ruimte anders is. Te hard of het ontbreekt volledig. Door een slimme plaatsing van meerdere subwoofers kan een evenwichtigere laagweergave ontstaan. Het ideaalbeeld is dat elke frequentie even hard klinkt op de luisterpositie. De weergave ziet er dan uit als een rechte lijn op een analyzer. Is dat dan ook geldig voor wat we met ons gehoor waarnemen? Niet helemaal, want die curve moet eigenlijk nog gecorrigeerd worden voor de mindere gevoeligheid van ons oor bij bepaalde frequenties. Dat heet equal loudness contours en heeft te maken met dat onze perceptie van een juiste tonale balans afhankelijk is van het geluidsniveau. Ze geven een globaal idee over hoe mensen verschillende frequenties bij verschillende geluidssterkten ervaren. De Fletcher Munson curves geven dan aan hoe luid (in dB’s) een toon moet klinken om even luid ervaren te worden als een andere toon met een andere frequentie. Dat hele verhaal heeft consequenties voor iedereen die een geluidsmix maakt in de studio en wordt hier niet verder uitgesponnen. Voor thuis geldt in principe dat bij de voor mixen en mastering gebruikte referentiegeluidsdruk van 75 dB, alle tonen even hard zouden moeten klinken, oftewel als zodanig perceptief ervaren worden.

Geavanceerde oplossingen

Is er dan geen eenvoudigere oplossing voor de akoestische problemen? Het Zwitserse PSI heeft enige tijd geleden de PSI Audio AVAA C214 geïntroduceerd. Het is een doorontwikkeling van de C20 die bedoeld is voor studio’s. Deze is volledig analoog, maar de C214 werkt digitaal. Het apparaat verwijdert de zogenaamde staande golven tussen de 15 en 150 hertz. Dat werkt niet alleen voor de luisterpositie, maar voor de hele ruimte. Je raakt daardoor het gezoem, te hard spelende frequenties en gerommel kwijt. In een passieve vorm zou je daar veel bass traps voor nodig hebben of grote plaatresonatoren, die uiteraard veel ruimte innemen. Een slechte akoestiek maakt dat korte baspulsen na-ijlen en verwateren. De strakke en gedefinieerde basweergave is daarmee weg. Om welke resonanties en meervouden daarvan het gaat is afhankelijk van de afmetingen van de luisterruimte. Daar zijn berekeningen voor. De C214 werkt in de basis als een absorber en dat is summier vergelijkbaar met wanneer je in een luisterruimte een aantal niet aangesloten luidsprekers plaatst. De conussen van de drivers gaan dan bewegen als gevolg van het opvangen van bepaalde frequenties en trekken die tonen dan ‘uit de ruimte’. Je kunt dan waarnemen dat sommige frequenties verminderen in sterkte, maar het is uiteraard een volledig ongecontroleerd proces. Heel kort door de bocht werkt de C214 niet volgens het noise cancelling-principe, waarbij de luidspreker zelf geluid in tegenfase produceert. De C214 heeft een microfoon aan boord en door een versterker aangedreven luidsprekers. De microfoon luistert naar het laag in de ruimte en meet feitelijk de druk. Er wordt dan een uit-fase signaal naar de luidsprekers gevoerd, maar dat resulteert in het verlagen van de luchtdruk achter het membraan. Hierdoor wordt de energie van de binnenkomende geluidsgolven verminderd en verdwijnt vaak volledig. Feitelijk wordt er dus een gebied met een lagere luchtdruk rondom de C214 gerealiseerd. Officieel wordt dus de akoestische impedantie van de lucht aan de voorkant van de C214 verlaagd, waardoor lage frequenties op een afstand tot 1,5 meter door het apparaat worden ‘opgezogen’. Dat werkt natuurlijk het beste op plaatsen waar de druk het hoogst is en de room modes zich vervelend manifesteren. Dat is doorgaans in hoeken en tegen de muren.

AVAA

De PSI Audio AVAA C214 heeft de vorm van een cilinder met een diameter van 22,5 cm en een hoogte van 63 cm. Het zijn onopvallende objecten waar weinig aan is te zien. Op het achterpaneel zijn schakelaars waar de sterkte van het effect mee kan worden ingeregeld. Wie onder de juiste hoek naar het front van de C214 kijkt zal een blauwe LED zien die aangeeft wanneer het apparaat room modes verdelgt. Met de C214 dient geëxperimenteerd te worden. Het is belangrijk om te melden dat de toepassing van de C214 niet betekent dat je de luidsprekers maar op een willekeurige plek neer kunt zetten. De C214 heeft namelijk geen invloed op de zogenaamde eerste reflecties. De luidsprekers moeten dus op de juiste plaats in de kamer staan. De voorkeursplaats voor luidsprekers in ons land is kennelijk tegen de muur geplakt, aan weerszijden van een dressoir, met de rechter of linker luidspreker tegen een kamerhoek en op het dressoir een groot scherm. Dat resulteert in een volledig foute en ook nog scheve (links-rechtsverschil) tonale balans en een sterke vermindering van de ruimtelijke weergave. Het scherm voegt reflecties toe waardoor de focussering at random vermindert. Misschien beter om dan een hoofdtelefoon aan te schaffen.

Luisteren

Het zal duidelijk zijn dat er dus even geschoven moet worden met de (in dit geval beide) AVAA’s om het gewenste resultaat te krijgen. De luisterruimte, waar in dit geval werd gewerkt, is bouwkundig aangepast. Dat is indertijd gebeurd op basis van concepten die zijn doorgesproken met Karl-Heinz Fink en zijn akoestisch specialist in Essen. Ondergetekende was daar indertijd betrokken bij een project om luidsprekers te ontwikkelen. Het maakt in ieder geval dat de luisterruimte maar heel weinig problemen veroorzaakt voor te beluisteren luidsprekers. Dat wil ook niet zeggen dat deze ruimte akoestisch volmaakt is. Zoiets zou nog veel geld, moeite en verbouwingen eisen. De C214’s hadden in ieder geval minder werk te verrichten dan in ruimtes met grote problemen. Het ging er tijdens de review dan ook niet over om heel gericht opvallende problemen op te lossen, maar het was eerder een geval van plaatsen, luisteren, net even anders plaatsen, weer luisteren en dan merken dat er kleine verbeteringen ontstonden. De AVAA’s haalden hier enige onrust en ‘gezoem’ rondom het laag weg. In bescheiden mate verbeterde dat de definitie van het laag. Het werd puntiger en beter gefocusseerd. Zoiets heeft direct consequenties voor de weergave van het midden en hoog. Dat klonk ook minder ‘gesluierd’. De termen staan tussen aanhalingstekens omdat het anders zou suggereren dat het om grote problemen gaat. In werkelijkheid gaat het om subtiele verschillen, waarvan toch opgemerkt moet worden dat het de kwaliteit van de weergave een klein stukje voorruit helpt. Het geluid krijgt iets meer rust, wordt evenwichtiger en beter gedefinieerd.

Epiloog

De AVAA’s leveren een positieve bijdrage aan de weergave. Het concept is heel slim en werkt gewoon. Ze zullen in een ruimte die echt flinke problemen kent een aanzienlijke bijdrage kunnen leveren. De C214’s zijn uiteraard erg zinvol voor luisteraars met een vaste set. In zo’n geval probeer je dat zo perfect mogelijk te krijgen. In de luisterruimte is geen vaste set. Elke week staan er wel twee heel verschillende systemen. Tunen tot een niveau van 80% is dan voldoende om enige zinvolle opmerkingen te kunnen plaatsen over de kwaliteit en eigenschappen. Als ondergetekende ooit nog eens een eigen vaste set zou bouwen, dan passen daar wellicht die AVAA’s in. Het grote voordeel is dat de aanschaf zeer waarschijnlijk lager uit zal vallen dan het nemen van bouwkundige akoestische maatregelen. Wie verhuist kan die dingen meenemen en dat is eenvoudiger dan je bouwkundige aanpassingen verkassen. Het zijn ook apparaten die je redelijk onopvallend in het interieur kan plaatsen en in tegenstelling tot de luidsprekers mogen deze wel in een hoek en tegen de wand staan, mits dat dan resultaat oplevert. Het is altijd belangrijk om zelf te experimenteren en te gaan luisteren. Bij bouwkundige akoestische aanpassingen kun je gewoon meten, berekenen, bouwen en dan heb je het gewenste eindresultaat. Bij technieken zoals de C214 representeert en ook bij roomcorrection-systemen weet je van tevoren dat je niet elk bizar probleem volledig kunt oplossen. Laat het vooral duidelijk zijn dat de AVAA’s hier functioneren in een zeer goede akoestische omgeving en dat er dus heel weinig te corrigeren valt. In een problematische akoestiek hebben deze C214’s een flinke invloed en dat wordt bevestigd door collega’s uit de pro-wereld.

Prijs:

PSI Audio AVAA C214  € 2.810,- exclusief BTW

PSI Audio, www.helios.nl

Reacties (0)