Elektrostatische luidsprekers werden ontwikkeld op basis van patenten van General Electric uit 1934 en Arthur Janszen uit 1953. In die jaren was er geen omvangrijke hifimarkt voor consumenten, hoewel bedrijven als bijvoorbeeld HMV, Decca, Pathé en Edison platenspelers (78-toeren) bouwden voor consumenten thuis en zelfs voor portable gebruik. Maar, radio-ontvangers, luidsprekersystemen en buizenversterkers zijn oorspronkelijk van professionele afkomst en waren grotendeels het ‘speelgoed’ van radio-amateurs en technisch onderlegde consumenten. Bedrijven als Leak, Rogers, Marantz en McIntosh leverden zeker ook producten aan de consument, maar voor die tijd waren dat dure items en er was geen sprake van een mass-market. De consumenten hifimarkt zoals wij die kennen, begon vanaf het einde van de jaren vijftig vorm te krijgen en explodeerde vanaf de jaren zeventig toen er zeer veel producten uit Japan kwamen. De elektrostaten uit de fifties werden vooral gebruikt door professionals en echte muziekliefhebbers. Dat laatste is nog steeds zo. Final gaat daar, met de nieuwe modellen, een belangrijke bijdrage aan leveren.
Final is terug op de markt met een reeks nieuw ontwikkelde elektrostatische luidsprekers. Het bedrijf staat sinds kort weer onder leiding van Maarten Smits, de oorspronkelijke oprichter en vroegere eigenaar van Final. Maarten was in de begintijd verantwoordelijk voor het innovatieve denkwerk achter de producten en introduceert met de nieuwe modellen wederom een aantal opmerkelijke technieken. De Model 3 is het kleinste paneel en bracht afgelopen zomer muziek in de luisterruimte.
Basismodellen
Het is lastig om een goede elektrostaat te bouwen. Velen kennen natuurlijk de ‘sweet spot’ van zulke luidsprekers. De mooiste elektrostaat is een paneel dat uit een enkel membraan bestaat en het volle frequentiebereik weergeeft. Je hebt dan geen issues met de fase en met problemen die filters in luidsprekers kunnen veroorzaken. Het nadeel is dat een full-range elektrostaat groot is om voldoende lage frequenties weer te kunnen geven. Daarom kwam er een generatie van elektrostaten met kleinere panelen en met een aangebouwde dynamische subwoofer. Veel van die woofers gaven een gekleurd geluid en integreerden slecht met het snelle en neutrale paneel. Jarenlang een moeizaam compromis om toch maar een huiskamervriendelijke kleine luidspreker te kunnen verkopen met een acceptabele laagweergave en de voordelen van het paneel. Tegenwoordig zijn er hybrides van verschillende fabrikanten, waar die integratie veel beter verloopt. De laatste oplossing is om elektrostatische panelen te bouwen met voor de huiskamer acceptabele afmetingen, maar dan aangevuld met losse en meestal actieve subwoofers. Dat geeft veel betere resultaten dan vroeger. Zowel met de losse subwoofers als met de hybrides komt dat door betere drivers, neutraler en sneller opererende actieve subwoofers, klasse-d techniek en betere en eventueel door dsp-units geregelde filtering. Ook zijn er enkele fabrikanten die zeer goede oplossingen hebben ontworpen voor het beruchte ‘sweet spot’ fenomeen.
Final
Final werd in 1989 opgericht door Maarten en Michiel Smits. Uit die tijd zijn onder meer de fraaie full-range 1.2 en 1.4 modellen bekend. In 2004 verlieten de heren het bedrijf. Recent startte Final opnieuw en wederom onder leiding van Maarten Smits. Er zijn argumenten te vinden waarom er sinds de komst van de eerste elektrostaten niet heel veel innovatiefs bedacht is in de verdere ontwikkeling van dit type luidspreker. Maar, daar neemt Maarten Smits geen genoegen mee. Vanaf de jaren tachtig volgt hij een lange en soms moeizame weg met als uiteindelijk doel het bouwen van de perfecte elektrostaat. ‘A man on a mission’, om het zo te zeggen. Zonder alle geheimen te openbaren is bekend dat het aanbrengen van de geleidende laag op het bewegende folie (membraan), altijd een handmatig proces was. Er stond vaak letterlijk iemand met een kwast koolstofdeeltjes uit te smeren. Het resultaat is dan dat die laag nergens een gelijke densiteit heeft. Het membraan beweegt tussen de twee statoren en de verplaatsing per oppervlakte-eenheid is dus nooit constant. Dat hoor je terug in het geluid. De statoren zijn vaak opgebouwd uit dunne metalen platen. Die zijn nooit echt vlak en hebben dus wisselende afstanden tot het membraan. Omdat de isolatie van deze statoren nooit voor 100 %
perfect is en verminderd kan worden door oxidatie, kan de muziekliefhebber wellicht af en toe onder stroom komen te staan. Final gebruikt voor het membraan nu Teonex met een coating van Indium Tin Oxide. Dat komt uit de luchtvaart, is verouderingsvrij, vele malen sterker dan mylar en stabiel in extreme omstandigheden. Het blokkeert bijvoorbeeld Uv-straling, waardoor het membraan niet meer degradeert. De geleider wordt door een geavanceerde techniek met behulp van een door Final ontwikkelde inject print technologie aangebracht. Niet alleen is de densiteit van het materiaal dan uiterst constant, maar ook kan de weerstand per oppervlakte-eenheid bepaald worden. Het membraan kan dus aangepast worden aan specifieke impedantie-eisen. De statoren worden gemaakt van PMMA. Dat zijn kunststof platen die volledig vlak zijn. De geleider wordt, via de inject print technologie, aan de binnenkant aangebracht. Het is dus mogelijk om dat in patronen te doen. Daarmee kun je de secties voor het hoog, midden en laag zodanige afmetingen geven, dat het ‘sweet spot’ effect volledig verdwijnt. Je hebt dus de volledige controle over de dispersie van de verschillende frequentiegebieden. De afstand van het membraan tot de statoren is nu gelijk en iets groter aan de ‘bas-kant’. Het membraan kan daar dus iets grotere uitslagen maken. PMMA kan de gebruiker niet onder stroom zetten en is leverbaar in een groot aantal fascinerend mooie kleuren. Het ziet er ook nog eens zeer fraai uit. De zijdragers van de luidsprekers zijn ovaalvormig en kunnen in veel verschillende kleuren worden geleverd. Chroom, zwart en een fraaie witte coating zijn hier al langs gekomen. Er zijn dus fraaie en eventueel fancy en modieuze combinaties mogelijk. De Final elektrostaten worden met grote precisie gebouwd bij een industrieel conglomeraat in Eindhoven en zijn samengesteld uit high-quality engineering materialen die onderhoudsvrij zijn. In principe hoeft het membraan dus niet meer te worden vervangen. De hoogspanning schakelt uit als de elektrostaat geen muzieksignaal ontvangt. Daardoor is vervuiling van het membraan verwaarloosbaar, maar de luidspreker is ook nog erg energiezuinig. Geluidsmatig resulteert die nieuwe constructie in een uiterst lage vervorming, een groter dynamisch bereik en het presenteren van een magistrale soundstage die volledig stabiel staat, ongeacht de luisterpositie. Dus vergelijkbaar met wat de allerbeste dynamische systemen doen.
Model 3
De Model 3 is het kleinste paneel en meet 23 x 124 cm. Model 3, Model 5 en Model 7 kunnen elk in verschillende versies komen. Als passief paneel, als actief paneel met ingebouwde klasse-d versterker, als een passieve hybride versie met een aangebouwde passieve subwoofer en als actieve hybride met aangebouwde subwoofer, klasse-d versterkers en dsp. Dat geeft veel mogelijkheden. De versies zonder ingebouwde subwoofer kunnen gecombineerd worden met externe subwoofers. Maar, dit type paneel kan ook dienst doen in een theateropstelling. De rear-luidsprekers, zijluidsprekers en de andere panelen in een Atmos-opstelling hebben per paneel geen subwoofer nodig. Multichannel geluid kan dan weer gedraaid worden met vijf panelen die ieder voorzien zijn van een ingebouwde subwoofer of een losse subwoofer. Als er wordt gekozen voor een actieve hybride, dan heeft elk van de vijf luidsprekers twee 125 Watt versterkers aan boord met een dsp.
Opbouw
Afgelopen zomer was er een feestje in de luisterruimte als gevolg van een samenloop van omstandigheden. Ten eerste de komst van diverse sets nieuwe Final luidsprekers en ten tweede de aanwezigheid van de SVS SB-2000PRO subwoofer, zijnde de EISA-winnaar van 2020/2021. Ten derde de aanwezigheid van de Grimm Audio SQM kabels en ten vierde een primeur in de vorm van de Purifi Audio Eigentakt versterkers, de meest recente ontwikkeling op het gebied van klasse-d technologie en ontworpen door het team rondom Bruno Putzeys. Ook nog de Tiglon netkabels die de elektronica vrijhouden van EMI. Dan heb je een aantal zeer goede componenten bij elkaar die een uitgangspunt vormen om het perfecte geluid te realiseren.
Een van de systemen die met deze componenten werd gebouwd is een setup rondom twee Model 3 passieve panelen. Die werden voorzien van een enkele SB-2000PRO subwoofer. Gemeten in de luisterruimte start de frequentieweergave van de Model 3 (heel zacht) bij 100 Hz en loopt dan geleidelijk op naar 200 Hz bij 0 dB. Er kan dan een mooi vrijwel lineair crossover-gebied met een subwoofer worden geprogrammeerd. De SVS subwoofer is instelbaar tot 200 Hz en dus ideaal om met de Model 3 of de andere kleinere Final panelen te combineren. Ook zou dat kunnen met de grotere Final panelen, maar dan wordt het aantrekkelijk om een tweetal subwoofers in te zetten. De verdienste van deze SVS is dat het laag zeer neutraal en snel is. Ideaal om met een elektrostaat te combineren. De subwoofer is via het achterpaneel instelbaar. Extra mogelijkheden worden geboden via een app, die middels een bluetooth verbinding met de subwoofer communiceert. Er is dan een parametrische equalizer beschikbaar die werkt tussen de 20-200 Hz. Om de equalizer in te regelen is nog wel externe meetapparatuur nodig. Wie dat simpel wil houden kan een RTA-programma downloaden via internet. Mogelijkerwijs kan een interne microfoon van een laptop de RTA al aansturen. Via de subwoofer en de beide panelen kan dan een bestandje of cd met roze ruis afgespeeld worden. Het is dan mogelijk om de subwoofer te corrigeren binnen de akoestiek van een ruimte. Nog simpeler is om een bestandje met een aantal vaste en oplopende frequenties (20-200 Hz) op te zoeken. Wie nog een bandrecorder of cassettedeck heeft met een microfoon, kan op de VU-meters dan de sterkte zien van elke frequentie en die met de parametrische equalizer aanpassen. Het is dan mogelijk om op de meest simpele manier de vervelendste pieken in de curve te corrigeren. Los van de correctiemogelijkheden die een parametrische equalizer biedt, kan de frequentiecurve ook aangepast worden door de plaats van de subwoofer aan te passen. Vaak kun je daarmee de dalen in de curve corrigeren. Wel meten op de luisterpositie en je hebt uiteraard een wat geavanceerder meetsysteem nodig om het helemaal goed te krijgen.
Dipolen
Final panelen zijn dipolen en functioneren optimaal bij een vrije opstelling. Een ideale luisterruimte heeft de dimensies van een schoenendoos. De panelen kunnen dan op ongeveer 1/3 van de lengte geplaatst worden. Dat zal in veel woonsituaties storend werken. Maar de lichte Final panelen kunnen tijdens het luisteren simpelweg op de goede plaats worden gezet en daarna weer teruggeschoven worden tegen de wand. Wie de Finals dicht tegen de achterwand plaatst en bijvoorbeeld aan beide kanten van een dressoir, met een groot beeldscherm tegen de muur, doet in principe elke luidspreker ernstig tekort. Maar, dat is wel een situatie die momenteel veel voorkomt. Kennelijk een soort gedoogbeleid vanuit de ‘waf’ en de woonfunctie. De straf is dat je dat hele fraaie continuüm aan geluid kwijtraakt. De soundstage wordt beperkt tot een geluidje links, een geluidje rechts en iets in het midden. Maar, je mist het gevoel om echt in een holografische ruimte aanwezig te zijn met overal subtiele ruimtelijke cues, stemmen en instrumenten. Hier, in een van de luisterruimtes staan de Finals volledig vrij. De twee panelen met de subwoofer vormen in feite een bescheiden systeem, maar het is wel full range. Met een RTA, andere meetapparatuur en diverse testsignalen is de set ingeregeld op een zo lineair mogelijke frequentiecurve en een maximale soundstage. Met die apparatuur kun je eenvoudig het overgangsgebied tussen de panelen en subwoofer lineair inregelen. Final panelen klinken extreem neutraal en zullen nooit agressief, scherp, vervormd of tonaal uit balans klinken, tenzij er problemen zijn met de aansturing, de plaatsing en de kabels. Dan verdwijnt het ongekleurde, natuurlijke en zo realistisch mogelijke geluidsbeeld en maakt plaats voor hifi-weergave. Zo’n natuurlijke weergave is niet per se spectaculair en opvallend en staat haaks op de vele hifi-systemen die met knallend effectbejag, dreunend laag en onnatuurlijke kleuring de consument willen verleiden. Maar, zo klinkt muziek niet in werkelijkheid. Hulp komt onder andere van de Purify Eigentakt versterkers. Het is een verdere ontwikkeling van de NCore klasse-d units, die veel toegepast worden in apparatuur van de bekende merken. Bruno wil versterkers bouwen die helemaal onhoorbaar zijn. Zonder herkenbare sound. Tussen het signaal aan de ingang en de uitgang dient geen enkel verschil te zijn. Bruno ziet het intact laten van het muzikale signaal als een vorm van respect naar de musici. Zij bepalen per definitie hoe een opname moet klinken. Tijdens het bouwen van een geluidssysteem dien je dat gegeven niet naar je eigen hand te zetten. Bruno wil de verschillen tussen opnames kunnen horen. Een hifi-systeem met een eigen soundje laat elke opname op dezelfde manier klinken. De nieuwe Eigentakt versterkers klinken absoluut niet klinisch of analytisch. Als dat zo is, is er iets goed fout. Bruno geeft aan dat een goed systeem warm, ontspannen en emotioneel uitnodigend klinkt, mits deze eigenschappen in de opname te vinden zijn. Wie andere versterkers echt veel beter vindt presteren dan deze nieuwe klasse-d modulen, zegt eigenlijk prijs te stellen op een stuk vervorming. Sommige vervorming kan dan best lekker zijn, maar laat de luisteraar wel afdwalen van hoe de opname echt is.
Luisteren
Met de Finals, de Grimm kabels, de Eigentakt versterkers en de andere componenten, staat er een systeem dat inderdaad enorme verschillen tussen opnames laat horen. In klank, in ruimtelijke werking, in dynamiek, in verhoudingen tussen stemmen en instrumenten, in de afbeelding van grootte en in detaillering. Als het geluidsbeeld al spectaculair is, dan komt dat uit de opname en wordt niet veroorzaakt door het systeem. Sommige hifi-systemen laten een stukje muziek met een luit en een fluit klinken alsof er een tweetal pauken exploderen en een megalomane bel van geluid vormen. Sentimental Melody van Villa Lobos, gespeeld door Sharon Isbin, laat een gitaar horen in de juiste verhouding, met het juiste volume en met de klankeigenschappen van de specifieke gitaar. Mits goed geplaatst en aangestuurd is een groot attractiepunt van deze Finals de fenomenale ruimtelijke weergave. De breedte, hoogte en gelaagde diepte van de soundstage is uitnodigend en geeft, samen met de fraaie detaillering, veel informatie over de akoestische eigenschappen van de opnamelocatie. Trilogy van Emerson, Lake & Palmer transformeert de set naar een enorme 3D-ruimte, met een fraaie piano. Zoiets staat dan vijf meter breed in de luisterruimte, net zoals Ship Ahoy van Frank Zappa (Quaudiophiliac). Links die gitaar in een ruimte vol met effecten. De Finals springen er uit door de snelheid van de toms en een zeer diepe bas met langdurig aangehouden tonen. Een enorme ruimtelijke beleving ontstaat tijdens het luisteren naar Castillo Interior (Merel Vercammen & Maya Fridman op Silent City). Je voelt die ruimte om je heen. O Meu Amor (Cristina Branco) belicht de subtiele schoonheid waarmee het systeem kan opereren. Ruimte, detail, de fraaie stem, de klank van de vleugel en de kleurrijke bas worden op een hoog niveau weergegeven. Het klinkt intiem, in balans en met de juiste verhoudingen.
Risso Baba van Richard Bona klinkt dan weer kamerbreed met diep laag en een razendsnel klinkende snaredrum. Stemmen klinken op de meeste elektrostaten zeer fraai. Der Kuss (Schumann Dichterliebe) wordt gezongen door Fritz Wunderlich. Wellicht een van de mooiste en kenmerkende stemmen uit de geschiedenis, samen met die van Ramses Shaffy, Agnetha Åse Fältskog, Eva Cassidy en zo zijn er nog een aantal. Fritz klinkt zeer natuurlijk en ongekend dynamisch. Die stemweergave is ook treffend bij het beluisteren van Suzanne, in de uitvoering van Herman van Veen. Wie het systeem wil teasen kan Groove me Up draaien van Gare du Nord. Het systeem zet deze uptempo groove om in een muur van geluid. Een super laagfundament, aangevuld met een fraaie pianoklank, dynamisch koper en een zwoele Hammond. Het aardige is dat dit relatief bescheiden Final-systeem een aantal maatjes groter speelt dan dat je op grond van de afmetingen zou verwachten. Dat wordt simpelweg bereikt door de manier van opstellen, tunen en aansturen. Daarmee komt de set in zekere zin in de buurt van een systeem rondom de Final Model 15. Maar, de laatste heeft uiteraard een nog ruimtevullender vermogen en de rust en autoriteit die kenmerkend is voor grotere luidsprekers in het algemeen. De integratie met de SVS subwoofer is zeer goed. Het gaat zeer diep. Op de SPL-meter staat nog 90 dB geluidsdruk bij frequenties onder de 20 Hz. Die kun je niet horen, maar ze zijn nog wel voelbaar tijdens de weergave. De SVS is neutraal en integreert ritmisch ook goed met de panelen. Wie nog enige investeringsruimte over heeft, kan overwegen om stereo-laag in te zetten middels de aanschaf van twee SVS subwoofers. De Purify Eigentakt is een fenomenale versterker. Zonder een spoortje van een ‘eigen’ geluid geeft dit apparaat de muziek ruim baan. Alsof er een muur van kleuring en vervorming wegvalt, waar de ware aard van de muziek altijd tegen heeft moeten vechten. Een sublieme match met de al even transparante en ongekleurde Finals.
Epiloog
Final is terug op de markt met een range elektrostatische panelen die gebouwd zijn met in de basis nieuwe geavanceerde materialen en productiemethoden. Dat resulteert in een betrouwbaar paneel met een veel langere levensduur dan oudere Final elektrostaten en exemplaren van sommige concurrenten. Maar, ook de geluidskwaliteit is zeer goed. De Finals zijn los van de beperkingen van vroegere elektrostaten en komen dichter in de buurt van zeer neutrale dynamische systemen. Die hebben ook geen ‘sweet spot’. Model 3 is het kleinste paneel. Voor stereo-gebruik vraagt de ‘paneelversie’ om een subwoofer. Ook is er een Model 3 met ingebouwde woofer. De allerbeste resultaten ontstaan met een vrije opstelling, maar eigenlijk geldt dat voor elke luidspreker.
Prijs
- Final Model 3 € 1.998,-
Final, www.final-audio.com
Reacties (0)