Rust bij het luisteren
‘To Believe’ van The Cinematic Orchestra is een typische elektronische jazz-compositie van de Britse formatie, makers van muziek en soundscapes die zo bij een film of documentaire gebruikt kunnen worden. Rapper Roots Manuva geeft dit specifieke nummer op hun album uit 2019 net iets meer een grootstedelijke sound, een tikje zwoel, een tikje melancholisch. Spelend vanaf onze ELAC Miracord 90 met een Audio-Technica VM750SH MM-element wordt de sfeer van ’s avonds laat rond te dolen in de beregende straten van Londen bijna tastbaar. De Canor-phonotrap brengt niet enkel het nummer heel natuurlijk over, de detailweergave zorgt dat de synthesizergeluid en de galm op Manuva’s stem heel echt overkomt. De achtergrond is bovendien doodstil, wat toch een eigenschap is dat je zoekt bij een phonoversterker. Het proces van vinyl afspelen is al gevoelig genoeg voor allerlei interferentie, dus die versterker mag dan liefst echt niets toevoegen. Dat is hier ook echt op indrukwekkende wijze het geval.
Nog eens luisteren naar de overbekende deuntjes van Yann Tiersen op de soundtrack van ‘Good Bye Lenin!’? De meeste zullen wel klaar zijn met de heel herkenbare repetitieve pianomelodieën, toch halen we het vorig jaar opnieuw uitgebrachte album nog eens boven. Het is nu eenmaal een goede pressing. Die kwaliteit legt de Canor-versterker helemaal bloot, ook bij het uitzonderlijk hectische, naar een crescendo opbouwende ‘Preparations for the last tv fake’. Ook aan het einde, als heel het orkest op stoom is, krijgen we een evenwichtige presentatie met veel lagen. Als de bedoeling is dat een phonovoorversterker vooral versterkt zonder iets toe te voegen, dan is de Canor hier wel in z’n element. Tja, een vinylgrapje mag ook wel op z’n tijd.
De ELAC-platenspeler met z’n MM-element sloten we ongebalanceerd aan, want dat is ook de logische optie bij deze configuratie. De Asterion bezit echter eveneens gebalanceerde inputs. Onze bedoeling was om de Pro-Ject X2 B met MC9-element op deze wijze met de Canor-versterker te verbinden. Daarvoor ontbrak echter eerst de juiste kabel. Pro-Ject past immers een mini-XLR met vijf pinnen toe (zowel bij platenspelers als phonovoorversterkers), Canor opteert echter voor de universelere twee XLR-inputs met drie pinnen. Ondanks een inmiddels enorme voorraad snoeren en kabels ontbrak natuurlijk net die ene om de X2 B op de Asterion V2 aan te sluiten. Terwijl die kabel nog onderweg was met de postbode, luisterden we alvast met een gewone RCA-kabel naar Songs for the Cosmic Sofa, een album dat eerder dit jaar verscheen en jazznummers bevat die de Japanse muzikant Yoko Kanno voor de baanbrekende anime ‘Cowboy Bebop’ schreef.
Dat bleek wel onbedoeld een boeiend resultaat op te leveren. Ondanks de ‘verkeerde’ kabel was het resultaat al geweldig, vervaarlijk dicht bij de uitstekende klank die we eerder met de Musical Fidelity Nu-Vista Vinyl 2 ervaarden. Bij ‘Real Folk Blues’ zorgde de Asterion V2 ook met deze kabel ervoor dat zowel het zorgvuldige gitaargetokkel authentiek klonk, incluis navibrerende snaren, en het gezang van A-Sha Mai Yamane korrelig en vol emotie overkam. Net als bij het album van de Cinematic Orchestra was er weer een heel donkere, stille achtergrond te bespeuren. Dat lijkt misschien niet zo belangrijk, maar net als het diepe zwart bij OLED-tv’s levert die afwezigheid aan geluid een perfect contrast weertegen de muziek van de vinyl zich kan afspelen. De indrukwekkende signal-to-noise-ratio waarmee Canor uitpakt, die hoor je hier echt. Of liever: net niet.
Reacties (0)