De band kreeg aanzienlijke erkenning met hun debuutalbum “Philophobia” in 1998, dat hen een cultstatus opleverde. Met een handvol invloedrijke albums in de jaren 90 en 2000, zoals “The Last Romance” en “As Days Get Dark,” blijven ze een belangrijke invloed uitoefenen op de alternatieve muziekscène. Ondanks periodes van afwezigheid blijven Moffat en Middleton hun samenwerking voortzetten, waarbij ze hun muzikale experimenten uitgebreid hebben met solo-projecten en andere artistieke ondernemingen. Arab Strap staat bekend om hun authentieke benadering van muziek en heeft een loyale schare fans opgebouwd door de jaren heen. Onlangs waren ze in ons land en trokken uitverkochte zalen.
Aidan, jullie hadden een korte pauze tussen ongeveer 2013 en 2019 en vonden dat jullie muziek niet meer in de tijd paste?
“We hadden even niets meer te doen en het idee dat we onze muziek zo ver hadden gebracht als mogelijk was. We speelden voor teenagers en vroeg-twintigers. We hadden het gevoel dat we een stap verder moesten gaan zetten. We wilden niet zo’n band worden die steeds oude songs staat te spelen.”
Jullie kwamen terug. Was de muziekindustrie daarna veranderd?
“Het is een totaal ander landschap. Zeker als je kijkt naar hoe muziek wordt geconsumeerd. In de negentiger jaren speelde je gigs om platen te kunnen verkopen. Er werd, vanwege de hoge kosten, weinig verdient aan een tour. Nu zie je het tegenovergestelde. Je accepteert dat vrijwel niemand je geld geeft voor de muziek, maar dat een concert het meest belangrijke is. Dat moet dan gepromoot worden op social media en door het platenlabel.”
Veranderde de stijl van jullie muziek na die pauze?
“Het is meer volwassen geworden. De basis is hetzelfde. Er wordt nog steeds gebruik gemaakt van elektronica en samples, maar we nemen meer tijd in de studio om de muziek op een perfecte manier af te werken.”
Is het publiek veranderd?
“Er komen jonge mensen naar de shows die voor het eerst kennis met ons maken. Veel mensen ontdekken de songs die we in het verleden hadden. Er komt ook publiek dat ons al vijfentwintig jaar kent. Onze nieuwe songs houden het vers voor onze fans van het eerste uur. Fascinerend dat jonge mensen nog naar de oude platen luisteren, want de vocals daarop waren erg primitief. Er is in ieder geval een goede mix tussen trouwe fans en nieuwkomers.”
Verkopen jullie nog veel cd’s en platen?
“Compact discs verkopen meer dan vinyl. Het is wel een fractie van wat we vroeger verkochten. Ons tweede album was ergens in de Top 20. Je moest toen veel verkopen om in de charts te komen. Om tegenwoordig een nummer 1-album te krijgen hoeft dat niet meer.”
Aidan, jij houdt je bezig met songwriting. Hoe doe je dat?
“Dat begint altijd met de muziek. Op de laptop is dan een melodie of thema en dat vervang ik dan door iets anders. Het gaat op een natuurlijke manier. Er wordt niet iets gepland. Het vindt niet plaats in een studio want dat is in Schotland lastig. We werken vanuit een dropbox vol met ideeën.”
Malcolm, jij bent de instrumentalist en componist?
“Ik speel gitaar, schrijf de songs en ben bezig met samples en synthesizers.”
Malcolm, verzamel je ook muziekinstrumenten?
“Nee, ik ben niet echt een gearhead, maar ik heb wel een aantal vrienden die geobsedeerd zijn van gitaren, scales, de blues en dat soort dingen. Dat vind ik redelijk vervelend. Voor mij zijn instrumenten min of meer gereedschap en ik speel daar alleen maar op. Ik leerde zelf spelen, niet alleen gitaar maar ook piano. Dat laatste maar een klein beetje. Voor de basgitaar probeerde ik op school en op de highschool een license te halen. Men vond mij alleen niet muzikaal genoeg. Mijn ouders hadden op zolder een aantal gitaren want ze speelden in de zestiger jaren in een band. Na hun laatste optreden gingen die instrumenten dus definitief naar die zolder en ik speelde daarop. Toen ik zeventien was, werden ze verkocht.”
De songteksten verraden een redelijk ruig bestaan. Zijn dat jullie eigen ervaringen?
“Ja, het is persoonlijk en er is een hoop hartzeer en verbroken relaties op de oude platen. Het is mijn manier om dingen te verwerken. We maken al die verdrietige dingen met het idee om aan het einde gelukkig te zijn. Misschien op een dag…”
Tijdens jullie stop maakte je instrumentale tracks voor films. Later tijdens de pandemie bleef je ook actief en maakte je opnames?
Aidan: “Vandaag de dag kan dat met je smartphone. Tijdens de pandemie gebruikte ik cassettes om daar albums op te zetten. Van elk waren er dan vijftien stuks. Het was leuk om zoiets voor je plezier te doen en die kans komt niet vaak. Vandaag maak je een album, je maakt een tour en er is een flink businessaspect. In ieder geval houd ik ervan om bezig te blijven.”
Aidan, je begon in een platenzaak en maakte daar kennis met het repertoire van Elvis.
“Ja, daar ontmoette ik ook Malcolm als een reguliere klant. Die kocht daar allerlei obscure albums. Toen ik met die baan stopte, om muziek te gaan maken, waren er veel zeventiger jaren singles over. Er was niemand geïnteresseerd in dat oude materiaal, behalve ik. Heb inmiddels veel weggegeven, dat scheelt in ruimte. Heb ze niet vaak gespeeld. De helft is de afgelopen jaren geschonken aan liefdadigheid.”
Ambities en waar staan jullie muzikaal over tien jaar?
“Ja, laten we het daartoe beperken. Nog eens een keer de perfecte song schrijven. Zo’n echte tophit. Iedereen wil bijvoorbeeld een waanzinnige kerstsong schrijven (het gesprek gaat even over Mariah Carey). Denk niet dat we met pensioen gaan. Zeker in de UK is het een gewoonte om door te gaan. Om ver tot na je zeventigste op te blijven treden. Misschien een pauze nemen op het moment dat we aangekomen zijn bij waar Mick Jagger nu staat, maar je weet het nooit. Eenmaal op die leeftijd ben ik wellicht wanhopig om nog op het podium te mogen staan. Optreden is iets anders dan een plaat maken. Je maakt deze omdat mensen daar dan alleen naar kunnen luisteren. Het is ook heel persoonlijk en niet gericht op een groep. Op een podium moet je de songs opnieuw calibreren en een andere benadering hebben om je publiek te kunnen bereiken.”
Tijd voor familie en vrienden?
“Ja, de laatste jaren zijn we wat meer thuis, dan in de studio of bij concerten. Iedereen in de band heeft ook familie en vrienden, We waren gewend aan tours van zeven weken. Twee weken is het maximale wat we vandaag de dag doen. Leden van de band hebben ook vaak andere verplichtingen.”
Reacties (0)