Interview: Deel 11: Fuse – Wij zijn elkaars sociale leven

22 april 2025 + 10 minuten 0 Reacties
Interv_FUSE3
FWD award

De interviews met musici, bands en ensembles vormen een serie. Een zoektocht naar het innerlijk van de musicus. Waarom en hoe zijn deze artiesten met muziek bezig? Wat beweegt ze? Hoe is het leven als artiest? Hoe krijg je bekendheid? Kun je daarvan bestaan? Hoe ga je om met het publiek? Waar komt die diepe liefde voor muziek vandaan? Hoe selecteer of schrijf je muziek? Deel 11 van deze queeste zet Fuse in het zonnetje.

Fuse bestaat uit Julia Philippens, Emma van der Schalie, Mascha van Nieuwkerk, Tobias Nijboer, Adriaan Breunis en Daniel van Dalen. Ze vormen een uitzonderlijk gezelschap. Enorm bij elkaar betrokken, met een heel eigen geluid en zeer succesvol. Het is onmogelijk om Fuse in een hokje te plaatsen. Ze zijn continue in ontwikkeling. Super nieuwsgierig met een enorme drive. Op adem komen en even stilstaan bij bereikte resultaten is er niet bij. Er is een constante uitdaging. Grenzen verleggen, nieuwe muziek en geluiden zoeken, improviseren en niet spelen van bladmuziek, verrassen en innoveren. Elke uitvoering is anders en daarmee uniek. Ritme, improvisatie en instrumentbeheersing zijn key. Het valt op dat Julia en Emma een heel diepe, overdachte, genuanceerde en soms relativerende kijk hebben. Met enorme trots presenteerde Fuse onlangs Mikrokosmos, waar twaalf componisten werk voor schreven en waar vier jaar aan gewerkt is. Tijd voor een gesprek en uw auteur ontmoette derhalve ergens in het land Julia en Emma.

Julia, jullie vonden elkaar eigenlijk al tijdens de studie op het conservatorium?
Julia: “We werkten al samen met elkaar omdat jazzmuzikanten en popmuzikanten heel vaak een strijkje nodig hadden. Ik zat een beetje in die hoek want ik was op de jazzafdeling aan het studeren en had ook al dingen in de showbizz gedaan. Er was een grote groep van mensen die een inkomen zochten en ook goed viool konden spelen. Dat werd een heel leuk gezelschap dat een keer in de studio zat en werd opgepikt door Benjamin Herman.” (De Nederlandse altsaxofonist en bandleider) “Hij vond ons een leuk ensemble en vroeg of wij in de grote zaal van het Concertgebouw Wouter Hamel wilden begeleiden en we mochten dan ook zelf wat spelen. We vonden dat superleuk maar merkten na dat concert dat als we alleen zonder zanger speelden we ook veel succes hadden. We wilden eigenlijk alles spelen dat we mooi vonden. Dus als we een mooi liedje vonden gingen we dat  arrangeren. Niet een zanger daarbij vragen, maar het gewoon zelf doen. We bestaan uit mensen die kunnen improviseren en die hebben ook andere interesses dan alleen klassieke muziek. Zo is het dus begonnen. Dat experiment kreeg een vervolg in Club 8 in Amsterdam. Daar kregen we carte blanche om te experimenteren. Niet alleen met het orkestje maar ook met kunstenaars van buitenaf . Dat moet je een beetje zien als een hele grote pubertijd. Doorgegaan en alles uitgeprobeerd. Daaruit zijn zes mensen gekozen die samen Fuse zijn gaan vormen. Die zijn opgepikt door het programma Podium Klassiek van indertijd Paul Witteman. We werden als een soort enfant terrible in dat programma gezet. Naast het klassieke repertoire. Nu zijn we een beetje het meubilair geworden maar we willen nog steeds een beetje uitbreken. Dat doen we door onszelf allerlei projecten te geven die uitdaging bieden. Het laatste project, waar we heel trots op zijn, is Mikrokosmos waar twaalf componisten voor ons hebben geschreven. We wilden aanvankelijk muziek spelen die we mooi vonden en gingen die arrangeren. Nu wordt er speciaal voor ons muziek geschreven.”

Komen jullie uit een muzikale familie?
Emma: “Mijn ouders maakten geen muziek maar mijn moeder was een enorme muziekliefhebber. Er stond altijd klassieke muziek op en dat was het eerste dat ik hoorde na mijn geboorte. Mijn zus is altviolist. Mijn moeder heeft het wel altijd heel serieus genomen. Ze wist hoe ze moest helpen bij het oefenen en je zou bijna denken dat ze muzikant is.” Julia: “Ik ben eigenlijk benieuwd waarom dat altijd gevraagd wordt.” Ruud: “Het fascineert mij. Sommigen die met muziek bezig zijn komen uit een totaal amuzikale familie. Dus, waar pak je dat dan op?”
Julia: “In de popscene zie je dat wellicht iets vaker. Omdat ze dan misschien een vreemde eend in de bijt zijn en ze zich dan kunnen uiten.”
Emma: “ Binnen Fuse komt iedereen uit een muzikale familie. Dat komt allemaal leuk samen omdat ieder uit een ander nest komt met heel andere invloeden. Door de laatste tien jaar zelf arrangementen te maken is daar een soort sound uitgekomen die heel uniek is voor Fuse. Een geluid waarin ritme en improvisatie een heel belangrijke rol hebben, maar ook het klassieke vakmanschap van je instrument helemaal beheersen. We hebben zulke unieke krachten ontwikkeld in dit ensemble. Het zou spannend zijn om die krachten als beginpunt te gebruiken, in plaats van te arrangeren. Bijvoorbeeld aan componisten vragen of ze een compositie kunnen schrijven met een duidelijke rol voor percussie. Als integraal onderdeel, want meestal wordt percussie pas als laatste bijgevoegd. Dat is met het project Mikrokosmos gelukt. We zijn er een paar jaar mee bezig geweest. Ook een spannende tijd want we kregen opeens noten van een componist en zagen nog niet hoe dat speciaal voor ons was geschreven. Door er aan te werken maakten we het van onszelf en gaven we het dan weer terug aan de componist om wijzigingen aan te brengen. Dat werd echt een enorm trial & error proces. De hele tijd heen en weer met die componisten waardoor we de invulling van Fuse konden toevoegen aan die composities.”

Ligt zo’n compositie dan uiteindelijk enorm vast waardoor je niet gaat improviseren?
Julia: “Improviseren doen we wel in Pulse. In meerdere stukken van het album Mikrokosmos is ruimte voor improvisatie. Dat zou je niet zeggen, maar onze liveconcerten zijn dan ook iedere keer anders. Op televisie zie je dat minder. We gaan dan niet drie minuten lang improviseren.”

Als een van jullie iets onverwachts doet, gaat de rest dan mee?
Emma: “Dat is een van de redenen dat we uit het hoofd spelen. Ook tijdens de concerten spelen we nooit van bladmuziek. Er is dan zoveel mogelijk ruimte voor spontaniteit. In extreme gevallen zijn het complete improvisaties die minutenlang kunnen duren. Dat komt dan meer op het conto van het jazztrio binnen Fuse, dus Julia, Tobias en Daniel. Het kan ook in een kleine spontaniteit zitten door een keer een ander tempo te pakken of iets veel zachter of harder te spelen. Met een beweging van de wenkbrauw kunnen we elkaar aangeven dat je het dan even anders gaat doen. Er is nooit een belemmering van bladmuziek tussen. Van veel stukken weten we nauwelijks meer hoe dat op papier stond.”

Julia, jouw zus speelt klassiek en jij bent in de jazz. Verschilt de viooltechniek nou heel erg of je jazz of klassiek speelt? Kun jij bijvoorbeeld het vioolconcert van Bruch spelen?
Julia: “Ik hoef vooral Bruch niet zo te spelen. Ik vind het mooi als anderen dat doen. Maar ik vind een vioolconcert wel erg leuk als je er ook in kunt improviseren. Ik heb de luxe dat er een jazzvioolconcert voor mij geschreven is door Thomas Beijer. Een technisch hoogstandje zoals een vioolconcert is erg goed om je techniek op orde te houden. En dat heb je ook nodig bij het improviseren. Als je improviseert kun je best alles in de eerste positie houden, maar dat zou heel jammer zijn.” (In de eerste positie speel je op elke snaar 3 noten en op de vierde snaar 4 noten.) “Je wilt jezelf ook uitdagen en virtuoos zijn. Er hoeft dus geen verschil te zijn tussen je interesse en de kunsten op je instrument. Misschien moeten we af van het verschil in genres. In 2025 doet dat er niet meer toe. Wat is jazz dan eigenlijk? Je denkt dan meestal aan de jaren veertig.”
Emma: “Het zijn stromingen. De hele tijd gevoed door wat je om je heen hoort en hoe de wereld zich ontwikkelt. Vroeger werden muziekstromingen veranderd omdat een handelsroute zich wijzigde en Italiaanse opera dan ergens anders terechtkwam. Nu horen we via Spotify bijvoorbeeld muziek uit het Midden-Oosten en die wordt dan weer opgeslagen in een compositie. Mensen hebben erg de neiging om te categoriseren. Je hebt een saxofoon en een knippende vinger bij jazzmuziek en een meisje in een jurk op een podium bij klassieke muziek. De meest saaie vorm van het nadenken over muziek. Wij willen zo levendig mogelijk zijn en geen regels hebben.”
Julia: “Mensen vragen niet naar een stijl tijdens een concert. Ze merken iets op over ons enthousiasme. Je kunt een heel intieme sfeer oproepen met een langzaam deel uit een klassiek stuk of een arrangement van een mooie jazzballad. Wij denken altijd in sferen en nooit in stijlen. Aan de andere kant is het hokjesdenken begrijpelijk. Zonder die hokjes hadden we ook niet dit kunnen doen. Toch ben ik blij om uit die hokjes te mogen stappen en hoef ik ze niet te gaan maken. Dat moet misschien weer na onze generatie gebeuren.”
Julia: “Je vraag over de muzikale familie doet mij denken aan wat er gebeurt als er helemaal geen muziekonderwijs meer is. Komen mensen dan nog in aanraking met muziek die niet populair is?”

Ruud: “Klassiek en jazz vragen doorgaans om meer inspanning om te kunnen ontdekken, om het maar eenvoudig te formuleren.”
Julia: “Mee eens, ben zelf  klassieke muziek, om toch maar even in hokjes te praten, veel meer gaan waarderen toen ik ouder werd. Ook omdat je de rust hebt om lang naar Bruckner te kunnen luisteren en omdat je eigen muziek, waar je naar luistert in je vrije tijd en in de discotheek, veel meer overeenkomsten heeft met Bruckner. Het enige waarvan ik denk dat je eerder moet beginnen met het luisteren naar klassieke muziek of studeren,  is omdat het een geweldig vehicle is om een instrument te leren beheersen. Popmuziek is vaak gemaakt met hele simpele melodieën die makkelijk na te spelen zijn. Met klassieke muziek kun je veel meer een instrument leren beheersen. Daarom pleit ik ervoor om dat levend te houden en er voor te zorgen dat het niet elitair wordt.”

Talent is een ding, maar hoe kom je op het podium terecht? Soms ook een beetje geluk?
Emma: “Fuse heeft zo’n onstilbare honger naar onszelf ontwikkelen dat we altijd in beweging zijn en dat we altijd zoeken naar op welke podia we kunnen spelen en welke groep mensen we kunnen bereiken. Welke muziek kunnen we maken die we nog nooit hebben gemaakt. Er zit zo’n drive in deze groep mensen, we zijn al dertien jaar samen en dat is superlang voor een ensemble dat zoveel doet als wij. We denken nooit dat iets werkt als een tierelier en dat we daar dan twee jaar mee kunnen toeren. Na zes concerten zijn we soms uitgekeken op een stuk en vragen wat we allemaal kunnen veranderen. Er is echt een artistieke drive om voor het publiek en voor onszelf relevant te blijven. We hadden geluk dat we de huisband werden van Podium Witteman. Het geluk daarvan is dat je in het hele land en in elk dorp bekend raakt waardoor men naar onze concerten komt. Voor elke band geldt dat je enig geluk moet hebben, dat je dat ook gedeeltelijk af kunt dwingen en dat je jezelf relevant voor het publiek houdt.”
Julia: “Die clubavonden in Club 8 deden we niet om ontdekt te worden. Ik heb nooit gedacht om beroemd te worden. Je voelt dat je dit wilt doen. Niet alleen jazz, maar ook klassiek spelen. Je wilt blijven spelen want dan blijft zo’n groep bij elkaar. Je gaat dan proberen om optredens te krijgen. Je gaat gesprekken aan, dan krijg je advies. Je gaat veel doen en als je dat niet wilt is het misschien ook niet het vak voor jou. Je moet hard willen werken maar zo voelt dat niet voor mij. Als je dan eindelijk op dat podium staat, verlang je soms terug naar de begintijd omdat daar de meest spannende dingen gebeurden. Als je comfortabel bent dan is het makkelijk om achterover te gaan hangen.”

Optreden, oefenen en muziek uitzoeken. Daarnaast wellicht gezinnen, kinderen en een sociaal leven. Hoe managen jullie dat allemaal?
Emma: “Fuse kan zoveel tijd met elkaar doorbrengen omdat we al vrienden waren voor de oprichting. We zijn dus eigenlijk elkaars sociale leven. We gaan ook met elkaar op vakantie, de aanhang komt er bij en alle kinderen gaan mee. We zien elkaar eigenlijk veel meer dan de eigen familie. We hebben ook veel geluk met alle partners van de leden van Fuse want die zorgen er ook voor dat wij door kunnen gaan. Toen het eerste kind kwam dacht ik wel even dat het zou veranderen. Niet meteen weg, maar niet meer dat het in ieders leven een prioriteit is. Er moet wel eens gepland worden en dan is er een oppas nodig. Dat lukt altijd en Fuse heeft nog nooit iets af moeten zeggen omdat mensen andere prioriteiten hebben. Het is druk en onregelmatig maar het is ook weer een heel vrij leven. We runnen onze eigen groep en iedereen heeft begrip voor persoonlijke wensen.”

Jullie zien er op het podium altijd waanzinnig uit. Is er een afgesproken format en hoe belangrijk is zo’n representatie voor artiesten?
Julia: “Mijn moeder zei altijd dat als je er goed uitziet, je dan beter in je vel zit en dan beter speelt.Ik vind het heerlijk om mezelf op te tutten. Van jongs af aan ben ik altijd met make-up in de weer. Voor een klassieke muzikant of een jazzmuzikant is er een verschil in het plaatje. Bij de afdeling klassiek zie je mooie jurken tijdens het eindexamen. Dat kon ik niet doen, want ik moest ook effecten bedienen en dat werkt niet met hoge hakken. Ik kwam in een leggingwinkel en dat paste precies goed. Geen spijkerbroek, maar een mooie zwartleren legging met boots en een mooie blouse. Dat was het begin van dat we met de meiden gingen overleggen over wat we aan zouden trekken. We waren ons wel bewust van de uitstraling die we wilden hebben. Geen lange jurken en nu we ouder worden is er wel eens een neiging naar mooie jurken. Wat meer ‘gracefull’ op het podium omdat je niet meer een jonge hond bent.”
Emma: “We willen muziek, die best complex kan zijn, op een heel toegankelijke manier brengen. Daar is altijd belangrijk hoe de sfeer in de zaal is. Hoe je er uitziet en hoe het podiumbeeld is. We spelen zonder bladmuziek, we communiceren veel met het publiek en we treden niet altijd op in lange zwarte jurken. Hoe voelen we ons vandaag? Hebben we zin om iets chiquer te gaan? Of gaan we gewoon casual omdat het past bij de muziek die we dan spelen? Voor Mikrokosmos hebben we samengewerkt met Frouke ten Velden. Zij is visual artist en heeft een ongelofelijke film gemaakt bij de muziek die we speelden. Voor elke tour maken we een podiumbeeld met een lichtplan en kleuren. Voor de kleding nemen we dan waar we zin in hebben en wat past.”
Julia: “We doen dat allemaal individueel en dat past dan vaak mooi bij elkaar. De manager roept wel eens om een stylist te vragen, maar dat willen wij niet. We kunnen dat heus zelf en het is ook leuk aan ons dat we niet iemand hebben die dat bedenkt. Het is bizar dat we dan vaak met hetzelfde aankomen op een bepaalde dag.”
Emma: “We denken er wel over na, dus er gaat vaak een appje rond.”

Leuk dat jullie nieuwe productie op elpee staat.
Emma: “Het is letterlijk een plaatje met heel mooi artwork van Nick Liefhebber. Het zijn twaalf stukken die voor ons zijn geschreven. De helft van de componisten komt uit Nederland. Elk stuk is gebaseerd op een fase uit het leven. We hebben elke componist gesproken want we wilden dat er een samenhangend verhaal zou ontstaan. Nick heeft allerlei afbeeldingen uitgeknipt en daar een collage van gemaakt, zoals Matisse dat ook deed. Op een elpee wordt dat enorm tastbaar. Een grandioos project waar we zowat vier jaar over hebben gedaan. Het moest fysiek een soort monumentje worden.”

Spelen jullie ook andere instrumenten?
Julia: “Ik componeer wel met behulp van de piano.”
Emma: “Niemand heeft eigenlijk een bij-instrument. Zingen doen we wel met de groep. Soms op het podium als verrassing. Een totaal ander geluid. Mascha was bezig met een loopstation en Daniel heeft een unieke percussiekit gemaakt die specifiek is ontwikkeld voor het repertoire van Fuse.”

Wat is nog erg belangrijk?
Julia: “Ik wil dat mensen weten dat er nog maar elf muziekscholen zijn in Nederland. Muziek is een belangrijk deel van ons leven. Het zou jammer zijn als er alleen nog mensen van buiten Nederland komen die met muziek bezig zijn. Tachtig procent van de orkestleden komt uit het buitenland. Op de conservatoria is er ook nauwelijks aanwas uit ons eigen land. Dat ligt aan het onderwijs. Muziek is belangrijk. Het is een onderdeel van alle belangrijke gebeurtenissen.”

Fotografie: Philine van den Hul 

Reacties (0)