Interview: Deel 17 – High Street Studio – Een eigen opnamelocatie & nieuwe businessmodellen

20 november 2025 + 10 minuten 1 Reacties
Interv_High Street Studio_71
FWD award

De interviews met musici, bands en ensembles vormen een serie. Een zoektocht naar het innerlijk van de musicus. Waarom en hoe zijn deze artiesten met muziek bezig? Wat beweegt ze? Hoe is het leven als artiest? Hoe krijg je bekendheid? Kun je daarvan bestaan? Hoe ga je om met het publiek? Waar komt die diepe liefde voor muziek vandaan? Er zijn veel manieren om met muziek bezig te zijn, Je kunt DJ zijn, producer, muziekrecensent, musicoloog, vioolbouwer, programmeur van podia, componist en pedagoog. In deel 17 komen we terug bij Bert van der Wolf - Oude Avenhuis om inzicht te krijgen in zijn nieuwe businessmodellen en de manier waarop hij werkt tijdens het maken van opnames.

Als ondernemer heb je altijd wensen en moet je met de tijd meegaan. De mediawereld kent enorme veranderingen. Je moet daar op inspelen. Bert had zowel een wens om nog eens een eigen opnamelocatie te hebben en wilde ook nieuwe businessmodellen ontwikkelen. Daarom kent The Spirit of Turtle nu een nieuwe locatie, met een aanpasbare akoestiek, waar naast het maken van opnames ook andere activiteiten mogelijk zijn. Denk aan concerten, repetitie-sessies, exposities en de aanwezigheid van guest rooms.

Bert, jij kocht samen met je vrouw Veronique onlangs een zeer fraaie kerk die inmiddels de naam High Street Studio heeft gekregen. Zeer geschikt voor de opname van klassieke muziek, romantiek, renaissance en barok. Als ik daar jazz op zou willen nemen heb ik nog wel een probleem.
“De akoestiek is op dit moment minder geschikt voor jazz en sommige muziek met vleugels. Er zijn houten panelen van Audys uit Italië, waar ik mee samenwerk, die heel clever zijn gemaakt en helemaal getuned en qua frequentie of dispersie heel neutraal. Feitelijk zijn het instrumenten die zingen. Er komen vooreerst zestien grote panelen en acht kleinere die aan het plafond kunnen hangen. Voor dat soort muziek heb je dan een stukje demping. Je kunt met die panelen hele ruimtes bouwen. Op de huidige stucwanden komen dan die panelen waardoor je vierkante meters kunt neutraliseren. Al die panelen blijven wel mobiel. Je kunt dan een flexibele akoestiek realiseren, naast een hoeveelheid absorptiemateriaal, zoals bijvoorbeeld gordijnen om het rustig te krijgen.”

Jij hebt ervaring met veel zalen en de interactie tussen de opname en de akoestiek vind jij fascinerend.
“Het hele idee is al oud. Ik heb er altijd veel plezier in gehad om overal naar toe te gaan en daar opnames te maken. Ik herinner mij een opname van het Nederlands Philharmonisch Orkest met het vioolconcert van Dvorak en An American in Paris. Dat was in de Beurs van Berlage in Amsterdam.  Collega’s van Polyhymnia zagen allerlei problemen met die zaal en kwamen met adviezen. Ik kneep hem dus een beetje. An American in Paris kwam uiteindelijk op de dCS-sampler die over de hele wereld wordt gedraaid en gewaardeerd. Het idee of het mogelijk is om in zo’n zaal een mooie opname te kunnen maken vond ik altijd heel leuk, maar het geeft natuurlijk ook veel stress. Je krijgt dan altijd weer de reviews met zus en zo. Niemand was er bij, dus ik denk dan altijd ga het zelf doen.”

Voor jou is de tijd gekomen om te veranderen en niet meer alleen opnames te maken?
“Dat heb ik nu 35 jaar gedaan en soms wil ik wel eens iets anders. Mijn vrouw heeft een andere agenda en die wil wel eens een ander huis of een andere omgeving. Meer grond en een grotere tuin. We hebben wel vaker naar kerkjes gekeken, zo van dan heb je zelf iets. Je kunt je dan specialiseren in een bepaalde ruimte. Abbey Road heeft ook een bepaalde kleur en er worden veel studio’s gekozen omdat je dan een specifiek resultaat krijgt. Na een proces van een jaar of zes en drie pogingen met kerkjes hier in de omgeving kwam deze kans voorbij. Wij naar de open dag en het was duidelijk dat het niet beter zou worden. Een unieke kans en hetzelfde als met Harry en Gwen. Mooier kun je het niet krijgen in dit universum. Het is een geweldige kerk en ik voelde mij daar meteen thuis. Het was nog een heel proces. Er was een enorme belangstelling, ook van mensen die financieel nog slagkrachtiger waren. Wij hadden echter een heel goed plan waar het kerkbestuur van was gecharmeerd. Mensen die begaan zijn met muziek en uiterst trots op het orgel dat we op een schild willen gaan zetten. Het werd dus aan ons gegund. We krijgen ook veel response. We hebben een vleugel die we tien jaar mogen lenen en de leverancier van de panelen wil ons ook op een of andere manier faciliteren. Het wordt hier een muziektempeltje dat echt geëxploiteerd kan worden en waarmee we bij kunnen dragen aan de community waar ik al zo lang inzit en die ook dreigt om te vallen. Aan de ene kant is er een soort verzadiging, alles is al gedaan, maar aan de andere kant is er een verschraling door het hele streaminggebeuren en dat dingen niet goed geregeld zijn voor artiesten. Het is een hele vreemde tijd en je moet zelf bezig blijven om te kunnen doen wat bij je past. Het is mijn zuurstof. Met muzikanten mooie dingen maken.”

Los van de verbouwing kun je daar al aan het werk met onder andere opnames?
“Er zijn in principe al twee projecten gepland. We gaan zien hoe dat uitpakt, maar ik heb daar alle vertrouwen in. De kerk is altijd gepromoot als het mooie kerkje in Heerewaarden, maar er is nooit veel mee gedaan in de vorm van een opname- of concertlocatie. Deze kerk is extreem stil, dus perfect geschikt voor dit soort doeleinden. De driedimensionale imprint van deze ruimte gaat in al mijn opnames terugkomen.”

Je beschikt nu over een van de meest realistische 3D en spectaculair klinkende weergave in je bestaande luisterruimte die ik ooit heb gehoord en dat gaat far beyond hetgeen we van high-end stereo-systemen kennen. Het is pure beleving. Wil je weer zo’n ruimte bouwen op de nieuwe locatie?
“Je levert iets in en je krijgt iets terug. Wat is het begin van muziek? Het begint niet in mijn afluisterruimte in die zin. Wat jij noemt is een high-end overweging. Het begint met wat ik vastleg. Er zal dan ongetwijfeld iemand zijn met een ruimte zoals hier, waardoor het volledig tot z’n recht komt. In ieder geval ga ik proberen om daar een niveau neer te zetten dat ongekend is. Als het niet met de bestaande luidsprekers is, is het met iets anders. Het is altijd weer anders. Mijn ruimte is ooit gemeten en degene die dat deed kwam drie keer terug want die dacht dat zijn computer defect was. Het enige dat hij kon zien was een deur, die dan een beetje verkleuring geeft en de rest is zwart. Dat kan eigenlijk niet. Had het er met Neil Patel over en die vroeg hoe het dan gemeten was. Binnen het 9.1 multichannel veld is wat jij doet correct, gaf Neil aan. Het is neutraal en al veel ongekleurder dan als je alleen stereo draait. Na een meting met stereo bleek de ruimte ook zwart te zijn. Waarmee bedoeld wordt dat de articulatie met betrekking tot reverb en frequentieverhoudingen neutraal is. Die man had zoiets van dat kan niet, terwijl ik het gewoon met de duim in de lucht door de jaren heen heb gemaakt. Met een beetje geluk met betrekking tot de afmetingen. Bij de kerk zal het lastiger zijn want die beoogde ruimte is meer een box. Hetzelfde geldt voor Harry. Hij heeft er van alles aan moeten doen, maar intussen is het weer goed voor elkaar. Het kan dus allemaal wel, maar je wint altijd iets en je levert iets in. Het is allemaal consumeren en wat ik hier in de studio heb gaat voorbij aan high-end. Laatst had ik hier gasten en die waren er helemaal stuk van. Als je dan luistert op shows dan vraag je je af wat we mensen eigenlijk willen vertellen. Het systeem hier heeft helemaal niets meer te maken met elektronica en high-end. Het is een beleving. Hier en daar ligt er een ku@#-kabel, maar het is niet nodig om iets te veranderen. Je kunt proberen om het te verbeteren, maar wat verbeter je dan eigenlijk?”

Het eerste opmerkelijke dat je altijd hoort van audiofielen is dat het nog beter kan. Wat er dan beter kan weten ze meestal niet.
“Ik heb opmerkingen gekregen van mensen over die orgelopname die aangeven dat een orgel niet zo klinkt. Was je er dan bij, is de eerste gedachte? Op basis waarvan dan? Ze hebben dan andere orgelopnames en daar klinkt het zus of zo. Dat zegt dus helemaal niks. Ik ben wel eens eigenwijs en dan denk je dat je de waarheid aan je kant hebt staan. Toch heb ik dat gevoel niet echt. Ik weet wel waar mijn grens ligt en weet als iets commercie is of stemmingmakerij, of dat het niets te maken heeft met wat de muzikant wil of te zeggen heeft. Het pragmatisme onder muzikanten leert mij dat het daarover niet gaat maar het gaat om het verhaal. Het gaat om hun innerlijke drang om zichzelf te uiten. Er is dus geen absolute waarheid. Het gaat er meer om dat ik mensen kan raken met wat ik aanbied. Het enige eigenwijze is dus dat als ik mensen hier op de stoel zet, dat ik ze dan wel raak.”

Het gaat toch uiteindelijk om beleving en minder om geluidskwaliteit?
“Waar ik wel aan wil raken is het fenomeen dat mensen wel erg weergavegericht of weergave gespecialiseerd zijn. Zeker mensen in de high-end want dat is het enige dat ze hebben. Ze hebben alleen hun weergave en zijn erg getraind en geconditioneerd om bijvoorbeeld te kunnen beoordelen of een luidspreker ‘verdwijnt’. Dat is zo’n dingetje, van ik hoor geen luidsprekers meer, maar alleen nog muziek. Daar wil ik tegenover zetten dat er veel mensen zijn die dat kunnen, maar er zijn maar heel weinig luisteraars en ook collega’s die erbij stil staan dat ook een microfoon moet verdwijnen. Dat is nog een ongebaand pad. Je hoort er nooit iets over en het wordt aan alle kanten getolereerd. Zo sterk dat er collega’s zijn die zeggen dat ze voor een contrabas bijvoorbeeld een bepaalde microfoon gebruiken en voor een klarinet weer een ander type. Als je vraagt waarom, dan krijg je opmerkingen dat het frequentiebereik van de microfoon ideaal is voor wat het instrument projecteert enzovoorts.” Ruud: “Dus zoeken naar een sound.” Bert: “Inderdaad en allemaal legitiem maar als ik dan de opname hoor dan ben ik mij wel heel bewust van die microfoon. Als je het daar over hebt krijg je een glazige blik van wat bedoel je nou? Ik heb het gevoel dat ik naar iets zit te luisteren dat oppikt wat ik wil horen. Net als met luidsprekers. Die kunnen heel mooi zijn, maar soms klopt dat niet. De luidspreker moet feitelijk verdwijnen wordt er dan gezegd. Die microfoon moet dan toch ook verdwijnen? Daar ben ik al heel lang mee bezig.”

Je wilt dat de luidsprekers ‘verdwijnen’, maar aan de opnamekant dat de microfoons zelf zich niet opvallend manifesteren?
“Hoe krijg je het nou voor elkaar dat je echt denkt dat daar iemand staat te zingen of staat te spelen? Dat wordt met voeten getreden. Vaak in de allerbeste opnames. Heb net een project achter de rug met een zangeres en orkestleider die het oneens zijn met elkaar. De orkestleider zegt dat de aria’s en het orkest een geheel zijn. De zangeres wil daar op liggen. Esthetisch gezien kun je dan zeggen dat het opera is. Het orkest is dan in de bak en de zang staat op het podium en valt fysiek wel op. Ik heb daar geen positie in gekozen. Uiteindelijk kun je zeggen dat alles klopt in die opname, maar zit je toch naar de microfoon van de zangeres te luisteren. Het aspect dat je je bewust wordt van microfoons zie ik toch als een makke in de opname. Er zijn heel veel high-end opnames waar dat eigenlijk te gek voor woorden is. Microfoons bijna in piano’s, in contrabassen en pickup-elementen (maken direct contact met een instrument) die je iets toewerpen dat volledig vervormd is. Microfoons die binnen het afstralingsgebied van een instrument zitten (proximity) maken alsof je naar een ding zit te luisteren. Weliswaar mooi tussen twee luidsprekers gepositioneerd. Het is voor mij deels een frustratie, maar ook een verwondering. Hoe kun je dat nou vergeten en ondertussen zijn we een half miljoen verder.” Ruud: “Zo wordt er inderdaad nauwelijks gedacht in de pro-wereld.”  Bert: “Er wordt aan mij wel eens gevraagd welke microfoon ik gebruik. Als ik twee Sonodore’s op een statief zet en ik neem een Steinway D op en dat speel je af via Spectral-versterking dan heb je ongeveer een Steinway D in de kamer. Het kan best beter, maar dat is wel ongeveer wat het is. Als ik met dezelfde microfoons daar een zangeres bij zet, dan hoor ik die zangeres. Het is een lens. Moet ik dan een andere lens nemen, zoals een groothoek of met een bepaald filter? Dat kan, maar dan ben je wel bezig om het te manipuleren. Ik ben meer bezig met het manipuleren van de situatie op zich die misschien minder ideaal is. Ik verander de akoestiek of de plaats van de solisten of van de microfoon zodat je die microfoon gaat vergeten. Net als in een film wil je naar iets kijken zonder dat je je bewust bent dat er een camera is.”

Als je in een ruimte bezig bent met akoestiek, panelen en microfoons dan ben je toch eigenlijk ook een beetje aan het manipuleren?
“Als ik die setting dan heb gevonden dan is het er. Je zit dan niet naar microfoons te luisteren maar naar een setting die meer aanspreekt dan een andere setting. Je kunt ook een andere zaal kiezen. Voor een jazztrio wil je iets anders dan voor klassiek. Die manipulatie vind ik dus volstrekt legitiem. Het is verwondering en niet zozeer kritiek. Je hebt Blue Note en de oude Crosby, Stills & Nash platen die allemaal op een voetstuk worden gezet en dan denk je dat je toch niet op de huig van de zanger wil zitten? Ik wil daarvan weg, soms zit je achterin de keel van iemand. Dat gaat niet over dichtbij of ver af. Het gaat ook over hoe dat in de mix wordt geplaatst. Klopt dat eigenlijk wel? Met stereo kun je iets in de rechter luidspreker plaatsen waarbij je voelt dat er connectie is met de rest van het beeld. Vroeger was dat lastiger. Met de betere mengtafels die kwamen kon dat steeds beter. In oude opnames uit de jaren vijftig zit er soms gewoon iemand in de luidspreker.”

Fotografie: Ruud Jonker en High Street Studio

Reacties (1)