Consumenten hebben bij de aankoop van slimme producten zoals smart tv’s en smartwatches, printers, camera’s en babyfoons recht op software- en beveiligingsupdates. Hetzelfde geldt ook bij de aanschaf van bijvoorbeeld games of apps en voor streamingdiensten. En wat denk je van alle smarthome-producten? Ook krijgt de consument meer bescherming als het gekochte product niet voldoet aan de redelijke verwachtingen.
Wellicht hoor ik je nu denken. Hoe kan een verkoper nu zorgen voor updates? Dat doet de fabrikant toch? Jazeker, maar jij hebt bij de aankoop van een product of dienst een overeenkomst met de verkoper. En niet met de fabrikant. Voor winkeliers, webshops en andere verkopers is het dus zaak om goed naar het eigen assortiment te kijken en alleen producten te verkopen van fabrikanten met een goede track record op het gebied van updates.
Hoe lang verkopers moeten zorgen voor verplichte updates hangt van de proportionaliteit af, oftewel wat redelijk is voor een consument. De rijksoverheid geeft zelf het volgende voorbeeld: Bij een duurder product als een slimme wasmachine mag je langer updates verwachten dan bij een digitaal spelletje op de smartphone.
Omkering van de bewijslast
De consument heeft vanaf morgen dus recht op updates, maar de wet probeert nog meer te verbeteren voor de consument. Zo wordt de zogenaamde ‘omkering van de bewijslast’ verlengd van zes maanden naar een jaar. De bewijslast ligt bij de verkoper en niet bij de consument. De consument moet hierbij sterker staan, want de verkoper moet echt aantonen dat het product bij levering in orde was en de consument het eventuele probleem heeft veroorzaakt. Ook moet een product straks aan redelijke verwachtingen voldoen, ook digitale producten. Is dat niet het geval, dan moet de verkoper of handelaar alsnog de overeenkomst nakomen door het gebrek te repareren of een vervangend product te regelen.
Het gehele nieuwsbericht over de gewijzigde wet omtrent consumentenbescherming en het recht op updates lees je bij de Rijksoverheid.
Reacties (0)