Pro-Ject heeft ongetwijfeld de markt veroverd met voor een groot publiek uiterst betaalbare draaitafels, die geluidsmatig kwaliteit boden voor het geld. Het merk bouwt nog steeds instapmodellen. Iedereen die voor het eerst met platen wil beginnen (de plaat werd bedacht door Emile Berliner rond 1895) is er dus lekker snel bij. Maar, er is ook een groep spijtoptanten die hun nu kostbare vinylverzameling de deur uit deden (die staat nu hier in het archief) en opnieuw willen beginnen. Vervolgens is er de groep met de obligate muf riekende doos met vinyl op zolder, die het leuk vindt om die ouwe zooi uit de sixties nog eens te kunnen draaien. Voor al die groepen is de betaalbare Pro-Ject E1 Phono de ideale draaitafel.
329 euro voor een platenspeler lijkt op een cultuurschok. De netstekker van een van de draaitafels in de luisterruimte is al 100 euro duurder. De Pro-ject E1 Phono is representatief voor een categorie platenspelers die ergens in de negentiger jaren is ontstaan. Vinyl begon toen aan een enorme opmars en momenteel is de zwarte schijf razend populair. De jeugd heeft vinyl omarmd als cool en trendy medium. Daar kun je mee scoren binnen je sociale kring. Als zij of hij die avond aanbelt, de wijn staat koel, de hapjes liggen lonkend op de schaal te shinen, de bubbels stijgen naar het oppervlak en je staat daar in een flashy outfit, dan ga je toch niet streamen? De grootste showstopper die er is. Nee, dan duik je in je vintage verzameling fifties- en sixties-vinyl, of je presenteert de nieuwste superluxe Madonna-release. Wedden dat ze blijft (of hij blijft)?
De hardware-industrie kon natuurlijk niet achterblijven. In eerste instantie vormde het aanbod van vintage draaitafels, die op zolders stonden te verstoffen, soelaas. Maar, fabrikanten zagen al snel het licht en begonnen met vliegende vaart draaitafels te bouwen. Dat licht scheen vooral op een commercieel motief. Veel minder op de schoonheid en waarde van het analoge medium. Als iets ‘booming’ wordt, zoals draaitafels, stekkerblokken, hoofdtelefoons, portable mediaspelers, netfilters, streamers en streamingsites, dan is de audio-industrie er als de kippen bij om producten te maken en commercieel uit te melken. Desnoods OEM, want veel avonturiers op de markt hebben nog nooit zelf een draaitafel ontworpen en gebouwd. Zelfs techbedrijven zijn actief op de audiomarkt. Een markt waar ze beter uit weg kunnen blijven.
Er kwam dus een golf aan nieuwe draaitafels en zeker ook betaalbare platenspelers. Vaak leuke, trendy en bereikbare modellen met een zeer acceptabele geluidskwaliteit. Die draaitafels worden hier altijd gekscherend ‘MDF-plankjes met een Chinees speelgoedmotortje’ genoemd. Vanaf midden jaren negentig veranderde de wereld. De audio-industrie heeft altijd kwalitatief goede producten gebouwd voor een bepaalde prijs. Audio was ook lange tijd een product waar je vaak even voor moest sparen. We raakten in een spiraal van duurdere arbeidskosten, duurdere grondstoffen en het idee dat iedereen zich deze producten zou moeten kunnen veroorloven. Gaandeweg was het niet meer mogelijk om de kwaliteit van de betere hifi uit de jaren zestig tot negentig nog te realiseren. In ieder geval niet voor massavriendelijke prijzen. Een Akai-recorder van indertijd 400 gulden zou vandaag de dag ruim 18.000 euro kosten en Audioscript bood in 1976 voor 695 gulden een Micro Seiki MR-322 platenspeler aan met een Stanton 681 Triple E element. Iets met vergelijkbare kwaliteit zou nu boven de 2.000 euro kosten.
Kwaliteit en lage prijs
De hernieuwde opkomst van vinyl moest dus vergezeld gaan met betaalbare draaitafels. Maar, de komst van die betaalbare platenspelers vormde omgekeerd een enorme trigger voor de verdere groei van vinyl. Je mag misschien zeggen dat van die MDF-plankjes met motortje een enorme democratiserende werking uitging in de verdere verspreiding van vinyl. De technologie om platen af te spelen was voor vrijwel iedereen bereikbaar. Pro-Ject heeft dus een belangrijke rol gespeeld bij de hernieuwde popularisering van vinyl. Het grappige is ook dat veel van die nieuwe betaalbare draaitafels goed presteren. Meestal beter dan de zeventigerjarengolf van Japanse hifi die ook voor lagere prijzen de wereld overspoelde, maar geluidstechnisch vaak achterbleef. Er waren overigens ook draaitafels uit Japan die in staat waren (en nog steeds zijn) tot zeer indrukwekkende prestaties. Duurder dan de midfi, maar vaak goedkoper dan de bekende Europese merken uit die tijd. Een andere push kwam van iedereen die rond 1982 afscheid nam van de vinylcollectie. Het waren uitzinnige en gouden jaren voor de verzamelaars van vinyl. Het mooiste van het mooiste was beschikbaar voor vaak twee kwartjes per stuk. Al die platen kwamen terecht in de archieven van de echte liefhebbers. Inmiddels zijn platen, nieuw of vintage, natuurlijk flink aan de prijs. Hetzelfde verschijnsel doet zich nu voor met cd’s. Ondergetekende bezoekt met regelmaat de verkooppunten voor gebruikte cd’s. Er is veel te vinden in nieuwstaat en het mooiste werk op de toplabels van deze wereld. CD is overigens ook weer bezig met een opmars en bestaat sinds 1 oktober 40 jaar. In de beleving van uw auteur een geschenk aan de wereld.
Pro-Ject
Pro-Ject is wellicht het gedoodverfde voorbeeld van het MDF-plankje met motortje, maar er zit natuurlijk best wel een stukje knowhow achter. Het valt niet te ontkennen dat veel van die platenspelers, met een prijsje tussen de 200 en 600 euro, tot verrassende prestaties in staat zijn. Dat is een waarneming die volgt uit de aanwezigheid van veel Pro-Ject-draaitafels gedurende het afgelopen decennium in de luisterruimte. Door de gigantische hoeveelheden draaitafels die Pro-Ject inmiddels heeft verkocht kun je dat dus als een sterke trigger zien voor de verdere verspreiding van vinyl. Overigens gaat Pro-Ject ook mee in de vaart der volkeren, want ze bouwen ook aanzienlijk duurdere modellen.
Pro-Ject bestaat 35 jaar en trekt feitelijk ten strijde tegen de opmars van streaming en (eerder) tegen de opmars van de CD. Ze doen dat met steeds betere platenspelers die voor 100% in Europa worden gebouwd. De onderdelen worden met de hand vervaardigd en er is een strenge kwalteitscontrole.
Plug-and-play
De meest gehoorde klacht die je veelvuldig online en op verzamelpunten met muziekliefhebbers tegenkomt is dat hun plaat vele malen slechter klinkt dan de cd. Nog erger is het issue dat sommige personen aangeven dat er naar vinyl niet te luisteren is, omdat het een zee is van tikken en gespetter. De harde waarheid is dat je dat volledig aan jezelf hebt te danken. De geluidskwaliteit van een platenspeler wordt (helaas) bepaald door minimaal twintig variabelen. Bij digitaal is dat niet aan de orde. Er zijn veel minder variabelen die een grote invloed hebben op de geluidskwaliteit. Als je echt greep hebt op al die variabelen, dan ligt het geluid van een platenspeler en een cd-speler extreem dicht bij elkaar. Dat is zelfs bereikbaar met een platenspeler die voordeliger is dan pakweg 1000 euro. Er staat hier tijdelijk een platenspeler uit het jaar 1962. Die kun je echt naast een digitaal systeem zetten met een fiks prijskaartje. Gegarandeerd dat platen af te spelen zijn zonder een enkele tik of spetter. Echt zoals met een cd. Het slechte nieuws is dat het enige kennis vergt om met die variabelen om te kunnen gaan. Vroeger werd dat met de paplepel ingegoten en schreven de verschillende hifibladen pagina’s vol over het opbouwen en inregelen van platenspelers, maar de moderne generaties kunnen alleen nog maar swipen over een touch sensitive screen. Een vaardigheid die hun nakomelingen misschien te zijner tijd ook niet meer beheersen.
Om de nieuwe vinylgeneraties tegemoet te komen heeft de industrie de plug-and-playspeler bedacht. Verstand op mute, uit de doos trekken, twee draadjes aansluiten en spelen maar. Met een moderne plug-and-playspeler hoef je niet eens meer de naaldkracht in te stellen, dus het is onnodig om nu uit te gaan leggen waar dat goed voor is. Wel, de Pro-Ject E1 Phono is niet 100 % plug-and-play. Je moet nog de snaar bevestigen, het plateau en de viltmat plaatsen, de stofkap in de scharnieren laten zakken en de losse phonokabel vastmaken. Volstrekt begrijpelijk. Als je een draaitafel met gemonteerd plateau vervoert, kan het lager beschadigen. Ook kunnen de bevestigingspunten van een acryl stofkap scheuren.
E1 Phono
Altijd weer razend spannend als de obligate witgekleurde Pro-Ject-doos op de stoep staat. Als er een speler in zit van 80.000 euro dan is de vraag hoever je nog een streepje verder kunt komen met vinylweergave. Als de betreffende speler dan 329 euro kost is de vraag hoeveel bizarre kwaliteit mogelijk is voor zo’n bedrag en stiekem komt de gedachte op dat de prestaties wellicht niet eens zover uit de buurt liggen van het apparaat van 80.000 euro. Dat is echt een hele enge gedachte die vreet aan alles waar je in gelooft en wat je tegen beter weten in probeert vast te houden.
De E1 Phono is een model uit de nieuwe E-line van Pro-Ject. Deze draaitafels zijn sinds de maand mei beschikbaar bij de dealers. De bedoeling is om hoge prestaties te bieden voor muziekliefhebbers met een gelimiteerd budget. De E1 ziet er chique uit. De plint is gemaakt van mdf. De kabels die onder de plint lopen zijn ingefreesd. Ze zijn daardoor ongevoelig voor trillingen. Je ziet dat Pro-Ject ontworpen heeft met aandacht voor het minimaliseren van resonanties. In de plint zijn bijvoorbeeld geen holle ruimten. Een gevoelige MM-cartridge maakt helaas geen verschil tussen de muziek en de resonanties van de arm en draaitafel. Elke resonantie in de platenspeler komt via de luidsprekers naar buiten. De kleuren zijn wit, zwart en walnoot. Die laatste versie past uiteraard prima in een wat klassieker interieur. Het plateau is van ABS-polymeer en heeft eveneens een dempende werking. De fraaie aluminium toonarm vormt de optimale match met het bijgeleverde Ortofon OM 5E-element. Deze heeft een elliptische naald en speelt daardoor vrijwel ruisvrij af. De ideale naalddruk is 1,75 gram. De OM-serie van Ortofon is bekend. In feite is het basiselement steeds hetzelfde. De verschillende typen naalden bepalen dan de eigenschappen, de kwaliteit en de prijs. De vroegere OM 20 was iets duurder dan de OM 10 en had een iets betere kwaliteit. Dat verschil wordt alleen door de naald bepaald. Er is in de OM-serie ook een element dat geschikt is voor back-cueing, voor disco-draaitafels. Ortofon levert nog steeds originele vervangingsnaalden voor de modellen uit de OM-serie. Ook kun je op www.pickupnaald.nl voor vrijwel elk MM-element dat ooit gebouwd is vervangingsnaalden kopen. Een elliptische naald, zoals in deze Pro-ject, maakt beter contact met de groef dan conische naalden. Dat resulteert in een betere geluidskwaliteit. De E1 Phono heeft een stijve, uit aluminium gebouwde arm. Hier dus geen plastic en ook geen storende resonanties. Er is ook een bijgeleverde acryl stofkap die scharnierend is. Het toerental (33/45) is te kiezen met een schakelaar aan de linkerkant. Zeker de witte en zwarte modellen hebben een haast Bauhaus-achtige uitstraling en zien er absoluut chique uit.
Drie versies
De E1 is de meest simpele versie. Bedoeld om aan te sluiten op een externe phonoversterker of versterker met een phono-ingang (voor MM met een impedantie van 47 kΩ). Deze E1 heeft een aangesoldeerde phonokabel. De E1 Phono komt met een ingebouwde phonoversterker en kan dus aangesloten worden op de lijningang van een versterker, of rechtstreeks op een taperecorder of cassettedeck. De E1 Phono is omschakelbaar. Het uitgangssignaal komt uit de ingebouwde phonoversterker of rechtstreeks uit het element. De E1 Phono komt met een losse bijgeleverde phonokabel. De echte kabelfetisjist kan dus nog experimenteren met andere phonokabels. De capaciteit van zo’n kabel kan eventueel invloed hebben op het geluid. De E1 BT heeft een ingebouwde phonoversterker maar beschikt ook over een Bluetooth 5.0 zender en kan dus draadloos contact maken met bluetooth luidsprekers (bv Sonos), hoofdtelefoons of versterkers. Het is het duurste model uit de E1-serie (399 euro). De E1 draaitafels hebben snaaraandrijving. Op dit prijsniveau is het niet mogelijk om een trillingsvrije direct drive te maken. Een snaar brengt de trillingen van de motor nauwelijks door naar het plateau.
Plaatsing E1 Phono
Hoewel de draaitafel plug-and-play is, waarbij zelfs de naalddruk is ingesteld, kan het geen kwaad om te checken of de platenspeler waterpas staat. Lieden uit de analoge generatie die nog beschikken over een naalddrukmeter kunnen even checken of de waarde op 1,75 gram staat. De naalddruk is hier nagemeten en staat exact op 1,7 gram, dus ze hebben daar in Oostenrijk een goede kwaliteitscontrole. Het hele pakket rondom de E1 Phono is uitermate verzorgd. Een duidelijke visuele handleiding, een bijgeleverde phonokabel en stekkervoeding en een inbussleuteltje en protractor voor wie deze draaitafel van een ander element zou willen voorzien. Ook nog de adapter voor 7 inch singletjes. De VTA (Vertical Tracking Angle) van de arm is overigens niet instelbaar, maar de doelgroep voor deze draaitafel zal niet heel snel met kabels en elementen gaan experimenteren.
Luisteren
De Pro-Ject is meegenomen naar een luisterruimte met een ruim bemeten audiosysteem en de aanwezigheid van een paar draaitafels om mee te kunnen vergelijken. Overkill, want de doelgroep voor deze Pro-Ject zal zo’n draaitafel doorgaans aansluiten op een betaalbaar systeem. Het voordeel van zo’n goed presterend systeem is wel dat je ogenblikkelijk hoort wat een draaitafel (maximaal) kan bereiken.
De eerste indruk schets een algemene luisterervaring. Indertijd zijn hier veel Pro-Ject draaitafels geweest met prijsjes van 190 tot 400 euro. Die klonken heel enthousiast en levendig. De E1 Phono heeft een groot deel van dat wilde, maar best aantrekkelijke karakter verloren. Dat is in essentie positief. In de zin dat deze Pro-Ject klinkt als een meer volwassen draaitafel. Waarschijnlijk ook veroorzaakt door de materialen die beter dempen. Er is vervolgens geluisterd naar het signaal uit de ingebouwde voorversterker van deze draaitafel. Het geluid is dus rustiger, volwassener en zeker met meer autoriteit. Er is een goede klank, de ruimte en het stereobeeld zijn prima, er is een goede focussering en de dynamiek is aanwezig en voldoet. Het geluidsbeeld is natuurlijk, maar iets minder ‘contrastrijk’ en realistisch en het laag zou iets strakker mogen. Een top-platenspeler kan echt dynamische mokerslagen uitdelen. De vorig jaar geteste PE 2020 jubilee van Perpetuum Ebner kon dynamisch dermate uithalen dat de ruiten rinkelden, een voorwaarde (die dynamiek) voor echt realistische analoge weergave. Deze Pro-Ject klinkt via de ingebouwde phonotrap iets lieflijker.
De OM-serie van Ortofon biedt elementen die een heel hoog niveau halen. De indruk ontstond dat er uit de draaitafel met die Ortofon nog best iets meer zou kunnen worden gehaald. De draaitafel is vervolgens rechtstreeks op een losse phonoversterker aangesloten. Een ding van pakweg 500 euro, dus dat is redelijkerwijs een scenario waar de doelgroep voor deze Pro-Ject niet aan toe komt, maar het maakt een verschil. De Pro-Ject E1 Phono groeide weer in prestaties. Het geluidsbeeld werd contrastrijker en dus realistischer, het was iets meer powerful met een flinke dynamiek en het laag werd overtuigender. Nog niet het niveau van een moderne (of vintage) Thorens of Perpetuum Ebner (denk even aan gemiddeld 2.000 euro aan investering), maar best een stuk in die richting. Het geluidsbeeld was net even meer uitnodigend en betrokken. Dat betekent dat de E1 nog een iets betere prestatie neer kan zetten buiten de ingebouwde phono-
versterker om, hoewel deze laatste absoluut kwaliteiten heeft. Op het moment dat de doelgroep beschikt over een mooie geïntegreerde versterker met een phono-ingang, dan zou je dus de potentie van deze draaitafel volledig kunnen beleven.
Epiloog
Pro-Ject biedt met de E1 Phono een uiterst verzorgd en compleet product. Gebruiksvriendelijkheid en veel kwaliteit voor de beoogde doelgroep. De draaitafel is voorzien van een uitstekend element uit Ortofon’s OM-serie. De speler biedt via de ingebouwde phonoversterker een uitstekend en, ten opzichte van vroegere budget Pro-Ject-draaitafels, meer volwassen geluidsbeeld. De consument die deze draaitafel rechtstreeks aansluit op een goede versterker met een goede phono-ingang, kan nog een stapje maken naar betere geluidskwaliteit. Het voordeel van deze draaitafel is dat met een knopje gekozen kan worden voor zijn directe uitgangssignaal (vanuit het element naar een ingang van een externe phonoversterker) of het uitgangssignaal van de ingebouwde phonoversterker (voor aansluiting op een normale ingang van een versterker). Gezien deze mogelijkheden is het een heel flexibel concept.
Reacties (0)