Er is een tijd geweest, halverwege de jaren vijftig, dat de grote Duitse draaitafelmerken 90% van de wereldhandel in dit soort producten vertegenwoordigden. Het gaat dan om Dual, Perpetuum Ebner en Elac. Er werden letterlijk miljoenen platenspelers gebouwd en het is niet heel lastig om tegenwoordig mooie vintage exemplaren van deze fabrikanten te vinden. Daarnaast is EMT natuurlijk op professioneel gebied de fabrikant van het beste dat in die jaren op markt was. Uit dat hele aanbod kun je vandaag de dag nog scoren met bijvoorbeeld een Dual 1229 of 1219. Door velen gezien als de beste vintage draaitafels van dit merk. Wie zoekt naar fabelachtige prestaties is goed uit met een EMT 920 of 927.
Perpetuum Ebner kwam in 2015 terug op de markt, net zoals andere roemruchte merken die even geen antwoord hadden op de stormachtige ontwikkelingen in de hifi. De nieuwe PE2020 draaitafel is een ode aan de eerste 2020, die in 1968 verscheen.
Historie
Dual en Perpetuum Ebner stammen uit dezelfde familie. In 1907 startten de broers Josef en Christian Steidinger in St. Georgen (Zwarte Woud) een fabriek. In 1911 gaan de broers uit elkaar vanwege een verschil van inzicht. De familie Steidinger had vanouds een klokkenmakerbedrijf. Josef richtte in 1911 een bedrijf op voor fijnmechanica. Ze maakten daar onder andere veren voor grammofoonmotoren. Na het vertrek van Josef zette Christian dit bedrijf voort. Ze ontwikkelden motoren voor grammofoons en een nieuwe vinding was een elektromotor die een veermotor aandreef. Dus, de zogenaamde Dual-motor. Vanaf 1937 ging het bedrijf ook draaitafels bouwen.
Josef stichtte het bedrijf Perpetuum en bouwde veermotoren en automatiek. Vanaf 1920 bouwde dit bedrijf al complete grammofoons en die werden vanaf 1934 elektrisch. Door het huwelijk van Hermine Steidinger (dochter van Josef) met Albert Ebner, kreeg het bedrijf de naam Perpetuum Ebner. Ebner had ook een bedrijf en dat werd samengevoegd met Perpetuum. In 1971 werden PE en Dual weer samengevoegd, maar beide merken verdwenen uiteindelijk van de markt. PE kwam terug in de markt in 2015 dankzij inspanningen van Wolfgang en Regina Epting. Dual is zeer recent opnieuw gestart, Elac is eveneens terug en EMT is altijd blijven bestaan, maar bouwt op dit moment geen draaitafels. Alfred Fehrenbacher, die in de tachtiger jaren de originele Dual draaitafels produceerde, is samen gaan werken met Audio Tuning (het bedrijf van Heinz Lichtenegger). Fehrenbacher gaat in het Zwarte Woud Pro-Ject draaitafels bouwen, maar ook de klassieke en wellicht nieuwe Dual draaitafels. Maar wel onder de naam Rekkord Audio.
2020jubilee
Net voor het samengaan met Dual werd in 1968 nog de (originele) 2020 op de markt gezet. Vorig jaar (2020) heeft PE vanwege dit historische feit een gelimiteerde oplage van veertig exemplaren gebouwd onder de naam PE2020jubilee. Er zijn twintig wit/zwart exemplaren en twintig noten/zwart exemplaren. De hier in de luisterruimte aanwezige wit/zwart 2020jubilee is dus een behoorlijk zeldzaam item.
Deze draaitafel is voorzien van een subchassis en extreem degelijk gebouwd. Met de terugkomst van vinyl ontstond er een type draaitafel dat door ondergetekende de typering kreeg van een ‘mdf-plankje met een Chinees speelgoed motortje’. Het belang van deze uiterst betaalbare draaitafels was erg groot. Ze leverden een belangrijke bijdrage aan de hernieuwde belangstelling voor vinyl. Deze draaitafels hebben feitelijk de markt gedemocratiseerd. Voor iedereen bereikbaar en ideaal om de verhuisdoos met vinyl, die al 35 jaar op zolder stond, te herontdekken. Veel van die simpele platenspelers klonken daarnaast ook niet echt onbehoorlijk. Maar, gaandeweg nam de kwaliteit van nieuwe draaitafels toe. Thorens en ook PE kwamen met de vertrouwde draaitafel met subchassis, met een degelijke constructie, een zware plinth en fraaie metalen plateaus. Daarnaast is de hele wereld van vinyl booming. Veel bekende draaitafelmerken maakten een herstart (bv. Technics) en ook kwamen er fabrikanten met ‘bling bling’ draaitafels. Fraaie kunstwerken, opgetrokken uit rvs en acryl, die vaak ook verdienstelijk klinken. Zoals dat gaat in hifi-land ook weer een onzinnige categorie met prijzen tot 350.000 euro. Vooral gericht op een doelgroep met te veel geld. De prestaties zijn niet altijd per definitie beter dan van de meer betaalbare exemplaren. Een Zwitserse Thales draaitafel met een Simplicity II toonarm geeft ze vaak het nakijken.
Techniek
Het subchassis hangt aan een drietal spiraalveren die van onderaf ingeregeld kunnen worden. Ook de voeten kunnen worden afgesteld. Het subchassis draagt het sinter-bronze lager met een 10 mm dikke as die op een kogel loopt. Het aluminium plateau is 24 mm dik en heeft interne demping (tegen ‘ringing’). Zelfs het wiel waar het plateau op rust en de aandrijfriem omheen ligt, is van aluminium. Een schoolvoorbeeld van Duitse kwaliteit. De motor is van professionele huize en komt vanuit Allied Motors, een gerenommeerd bedrijf in Dordrecht (voorheen Premotec). Het is een elektronisch geregeld gelijkspanningsexemplaar. Beide toerentallen zijn te fine-tunen. Het plateau wordt aangedreven met een platte rubberen riem. De diameter van het plateau is net enkele millimeters kleiner dan de doorsnede van een langspeelplaat. Dat is heel handig omdat je de plaat dan kunt verwijderen, zonder het plateau stil te moeten zetten. Op hetzelfde subchassis staat de TO 2017 toonarm met een fraaie hydraulisch gedempte lift. Dat betekent dat de arm langzaam richting de plaat zakt. De arm heeft een instelbare VTA, dwarsdruk compensatie en naaldkracht. Er is geen losse headshell, maar een bevestigingsplaat die onder de juiste hoek aan de arm is gemonteerd en kan schuiven om eventuele andere cartridges op de juiste manier in te kunnen regelen. Van fabriekswege is een Ortofon 2M Bronze gemonteerd en al grotendeels afgeregeld. Alleen het gewichtje voor de dwarsdrukcompensatie en het contragewicht moeten nog bevestigd worden. Ook moet de naalddruk ingesteld worden. Het is dus bijna een plug & play package. Ook een phono-kabel wordt meegeleverd en past in de rca-chassisdelen achterop de plinth. De consument kan dan op een eenvoudige manier nog experimenteren met andere phono-kabels. Voor de voedingsspanning is een losse adapter bijgesloten. Aan de achterzijde is tevens voorzien in instelling voor het toerental. De hele draaitafel weegt 17 kg en dat zegt iets over de degelijke constructie. De vormgeving is zeer modern en ademt voor een deel de simpele en functionele vormtaal van de Bauhaus. De hele draaitafel heeft een chique uitstraling. Je ontkomt niet aan een aanval van niets ontziende hebberigheid.
Opbouw
Toevallig stond er een setje klaar toen de draaitafel hier arriveerde, in de vorm van de nog net niet smeulende restanten van een vorige review. Quad-raad, in de persoon van Theo Wubbolts, is de importeur en de luisterruimte lag op de route. De machine was ‘s morgens uit Duitsland gekomen en werd direct doorgereden naar deze auteur. Theo is nog uit het analoge tijdperk en heeft een immense kennis van muziek en opnametechniek. De draaitafel werd zoals gebruikelijk even snel neergezet, wachtend op verdere tuning en aandacht mijnerzijds. Want, in zo’n setting moet een apparaat scoren en potentie openbaren. Iets neerzetten waardoor je wordt getriggerd. Dat gebeurde dan ook en dan is het alle hens aan dek. Net zolang bezig gaan tot de laatste noot in alle perfectie uit de luidsprekers dendert. Dat is de ultieme uitdaging, vergelijkbaar met Expeditie Robinson of Temptation Island. Het tunen bestaat dan uit het zorgvuldig inregelen van de draaitafel. Dat was in dit geval beperkt tot het instellen van de naaldkracht en de trekkracht van de dwarsdrukcompensatie. Normaal gesproken wordt een phono-cartridge hier ingeregeld met de toolkit van Acoustical Systems. Maar, er zijn nog wel wat test- en meetplaten op het plateau beland. De systeembasis (versterker, luidsprekerkabel en luidsprekers) vormde een ideale match. Neutraal, powerfull en dynamisch. Dan moet alleen de (losse) phono-versterker nog ingeregeld worden. De Ortofon Bronze (MM) vraagt om een impedantie van 47K en een capaciteit vanaf 150pF. PE geeft voor de naaldkracht een waarde van 1.8 gram, maar Ortofon zelf start bij 1.5 gram. Toch begonnen bij 1.8 gram. Het geluidsbeeld stond iets teveel naar links. De 2020 staat hier op een Townshend Seismic Isolation Platform en de phonoversterker en voorversterker gedijen door de nieuwe en uiterst bruikbare RA4 Resonance Absorbers van Van Medevoort. Het beeld kwam terug in het midden door de draaitafel waterpas te zetten en de dwarsdrukcompensatie te minimaliseren. Uiteindelijk is toch de naaldkracht van 1.5 gram gekozen. Kennelijk is de dwarsdrukcompensatie dan iets te sterk voor deze waarde.
Luisteren
Het eerste wat opviel was de stabiliteit en soliditeit van het geluid. Er is een zekere vorm van autoriteit. Eigenschappen die je bij veel goedkoper draaitafels minder tegenkomt. Het geluid kan daar speels, levendig en enthousiast zijn maar ook wat minder gecontroleerd overkomen. Maar de 2020jubilee is in dat opzicht duidelijk een volwassen draaitafel. Het geluid is ook puur neutraal. Dat heeft ook te maken met de Ortofon Bronze. Dat is een analytisch, neutraal, zeer gedetailleerd en subtiel klinkende cartridge. Deze Bronze is representatief voor hoe enorm goed de MM-techniek vandaag de dag is. On par en misschien nog net iets beter dan de Shure V15 type5, een van de beste MM-cartridges die er ooit zijn gemaakt. Het verschil tussen een MC en deze Bronze wordt daarmee extreem klein. Cartridges tot pakweg 2000 euro zijn vandaag de dag zeer goed. De ervaring is hier dat veel cartridges met een veel hogere aanschafprijs, weinig toegevoegde waarde hebben, los van die enkele uitzondering. Voor een minimale verbetering betaal je duizenden euro’s extra. Een probleem is dat zulke cartridges soms ‘naked’ zijn, of soms een behuizing hebben van materialen die enorm kleuren. Hout, natuursteen en dergelijke. Dat analoog geluid ‘warm’ is, wordt hier niet herkend. Misschien bij iemand die versleten platen draait met een setje waar al veertig jaar lang geen enkele buis vervangen is. Maar, het is niet uit het collectief bewustzijn te meppen dat analoog warm klinkt. Een goede analoge opname kan de warmte van instrumenten, stemmen, de akoestiek en de gebruikte microfoons registreren en op een neutrale analoge afspeelset hoor je dat in alle schoonheid terug. Maar aan de analoge techniek als zodanig is geen warmte te herkennen. Een tape-recorder klinkt neutraal en een goede draaitafel ook. Zo niet, dan is er sprake van vervorming. Maar, analoge opnames van lang geleden werden vaak wel gemaakt met microfoons, microfoonversterkers en andere studio-apparatuur die (al dan niet bewust) een vorm van kleuring hadden. Moderne studio-apparatuur is dan vaak veel neutraler.
Puur realisme
Wat opvalt aan de 2020jubilee is het uitgebalanceerde geluid dat subtiel en gedefinieerd kan klinken, maar ook met een gigantische drive. Draai Children of Sanchez Ouverture maar uit de gelijknamige film (AMLM66700). Deze voormalige tune van Studio Sport komt met zo’n robuuste power en stabiliteit uit de luidsprekers, dat het lijkt of je gelanceerd wordt. De enorme ruimte die deze draaitafel neer kan zetten en de dynamiek komt fraai tot uiting op 88 Basie Street (Pablo 2310-901). In 1983 in Hollywood opgenomen en de 2020 zet de band zeer breed en diep in de luisterruimte. Het pure realisme dat deze PE kan laten horen komt tot uiting op Astor Piazzolla ‘Tango Zero Hour’ (AMCL 1013, American Clave). Volgens Piazzolla zelf de beste plaat die hij ooit heeft gemaakt. Luisterend naar de 2020 kun je dat alleen maar van harte bevestigen. Als je praat over klank, dan zou je kunnen luisteren naar Golden Slumbers and Carry That Weight (Louis van Dyke plays Lennon-Mc Cartney, CBS S64946). De klank van het Flentrop orgel in de Nederlands Hervormde Kerk in Loenen aan de Vecht is fenomenaal, maar ook de kenmerkende manier van transponeren, zijnde een soort handelsmerk van Louis. Een van de mooiste langspeelplaten van Joan Baez is wellicht ‘Diamonds & Rust’ (AM Records SP-4527). Baez houdt van mooie songs. Deze plaat betekende voor haar een nieuwe richting. De titelsong is geweldig, maar Baez zingt ook Jesse. Dat was gewaagd, want er waren al twee sublieme uitvoeringen, van Janis Ian en Roberta Flack. Wie een superieur klinkende elpee wil zou ‘Tuck & Patti’ uit 1988 kunnen zoeken (Windham Hill Records/A&M Records). De 2020 reageert hier met detail, subtiliteit en dynamiek. Deze elpee is digitaal opgenomen met de DBX700 recorder. Een grappige machine want de opslag van het signaal gebeurde op een VHS video-machine. Zeer fraai is de door Rudy van Gelder opgenomen elpee ‘Horace Silver and the Jazz Messengers’ (Blue Note BLP 1518). De eerste 12-inch verscheen in mono in 1956 (Lexington Avenue). Het is een compilatie van nog eerder verschenen 10-inches. Uit het archief draait hier de Amerikaanse 1966-release (Liberty) die in stereo is. Dat is iets leuker op deze stereo 2020. De draaitafel geeft uitmuntend de sfeer weer van deze opname. Subliem is ook Diana Krall’s ‘Live in Paris’. Een package met twee elpees die op 45 rpm draaien en ge-mastered door Bernie Grundman. Spectaculair is ook de breedte en fabelachtige klank van het Francisco Symphony Orchestra met Symphony no.9 From The New World (Dvorak, Philips 6598 273). De 2020jubilee zet hier een stereobeeld neer van vijf meter breed met een enorme diepte. Vanzelfsprekend helpt de rest van het systeem hier ook een handje, maar er zijn draaitafels die dat gewoon niet doen met deze plaat.
Epiloog
Wat samengevat aan deze draaitafel opvallend is, is het volwassen en stabiele geluid. Als de rest van het audiosysteem meewerkt zet deze draaitafel, met de Ortofon Bronze, een neutraal, gedetailleerd, dynamisch, zeer ruimtelijk en enorm powerfull geluid neer. De warmte uit een opname wordt ook perfect gecommuniceerd. Het zal duidelijk zijn dat de 2020jubilee een uitstekende basis is om te experimenteren met nog betere cartridges. Dan moet je van goeden huize komen, want de Ortofon Bronze heeft al enorme kwaliteiten.
Ook opvallend is de indrukwekkende Duitse bouwkwaliteit van deze draaitafel. Het is zo’n product dat gewoon minimaal zestig jaar mee kan gaan. Gewoon degelijk ouderwets, zonder software en allerlei apps, waardoor je zo’n product over vijf jaar weg kunt gooien. Hoewel deze PE enorm betaalbaar is, heeft een consument recht op een degelijk product met een lange levensduur. Je zou het ‘lifecycle by design’ kunnen noemen en dat staat haaks op de weggooi-economie die ook in de audiowereld haar intrede heeft gedaan. In een modern interieur is deze PE ook een beauty om te zien. De prijs/kwaliteitsverhouding is hier optimaal. De 2020jubilee zal ook presteren in high-end systemen met prijskaartjes die tot de verbeelding spreken. De importeur meldde dat Perpetuum Ebner begin 2022 komt met een niet-gelimiteerde editie die volledig in het zwart is en Ä 2.499 zal gaan kosten met daarin een Ortofon 2M Black. Hou de website van Quad-raad in de gaten!
Prijs:
Perpetuum Ebner 2020jubilee € 2.499,- (Inclusief Ortofon 2M Bronze)
Quad-raad, www.quad-raad.nl
Reacties (0)