Even geduld
Er is iets heel verleidelijks aan het geluid dat wordt geproduceerd door de Virtus I2. Het combineert veel van de dingen die je associeert met een buizenversterker met zaken die je eerder bij een transistorversterker verwacht. De organische, rijke klank die zorgt voor een emotionelere luisterervaring is zeker aanwezig, maar ook het vermogen om snel te reageren op dynamische veranderingen. Dat is zeker zo in de krachtigere en wat neutralere ultra-lineaire modus. Met de Canton Reference 7-speakers konden we zo genieten van een lekkere rauwe versie van ‘Old Engine Oil’ van The Budos Band. De vervormde gitaren in dit nummer rollen sowieso opwindend uit een versterker zoals dit, we noteren bovendien dat de Virtus I2 snelheid en ritme goed overbrengt. Het is geen slome, warme versterker.
In de triode-modus wordt er wat luchtigheid toegevoegd, wat helpt om het geluidsbeeld en de plaatsing van instrumenten uit te breiden. Dat overtuigde om langer in deze modus te blijven luisteren, hoewel je dan inboet qua vermogen.
Naast de Cantons, was de Virtus I2 een goede match met de vertrouwde Focal Sopra N°2 luidsprekers. Natuurlijk is zelfs een buizenversterker op basis van KT88-buizen verre van een krachtpatser; beide van deze luidsprekers zullen meer vermogen vereisen als je ze naar hun maximale prestaties wilt drijven. Toch konden we met beide speakermodellen gerust luid en goed spelen.
Zoals bij de meeste buizenversterkers, kun je de Virtus I2 niet zomaar inschakelen en direct naar muziek luisteren. Wat geduld is nodig, terwijl de versterker het speciaal ontworpen voorverwarmingscircuit z’n werk laat doen. Praktisch gezien betekent dit dat de versterker een minuut nodig heeft om op te warmen voordat hij kan worden gebruikt. Dit zou de levensduur van de buizen verlengen, maar had ook als voordeel dat de Canor-versterker bijna onmiddellijk klonk zoals het hoorde.
Ondanks z’n leeftijd blijft ‘Jazzmatazz vol.1’ een fijne hiphop-funk-jazz-cross-over album om op de platenspeler te leggen. We doen dus precies dat, en bekomen zo een volledig analoog muzieksysteem. De blauwe vinylversie draaien we op een Pro-Ject X2 B met een Quintet Red-element, via een Pro-Ject Phono Box S3 B aangesloten op de Canor. Hier is het wat moeilijker kiezen tussen de ultra-lineaire en triode modus. Het eerste brengt zeker op dynamisch vlak meer vreugde, waardoor die hip-hop ritmes op ‘No Time To Play’ veel overtuigender uit de speakers rollen. Maar de triode modus zorgt wel voor een stukje extra detail erbij, wat die funkgitaar aan de rechterzijde net wat fijner doet uitkomen. En ook een ruimtelijkere weergave. Welke van de twee modi je juist kiest, de Virtus I2 blijft wel een zeker karakter uitstralen. De typische buizenklank is er wel, wat maakt voor een volle, warme luisterervaring, maar het is dankzij die KT88-buizen wel krachtiger en met meer controle.
Reacties (0)