Peter Spohr, uit Duitsland, speelt een belangrijke rol bij het realiseren van deze producties. Sommigen hebben een enorme verzameling Cola-blikjes, maar Peter verzamelt historische fluiten. Hij zoekt, restaureert en speelt ook zelf. Bij historische fluiten moet je denken aan vaak fraai geornamenteerde instrumenten die gemaakt zijn van ivoor, bijzondere houtsoorten (ebony = ebbenhout) of kostbare metalen. Zo’n instrument is meestal kwetsbaar en vraagt veel zorg. Niet alleen in technische zin, maar voor instrumenten van ivoor, of houtsoorten die op de CITES-lijst staan kunnen import- en exportverboden gelden. Ivoren fluiten kan Peter dus vanuit Duitsland meenemen naar de Nederlandse opnamelocatie, maar voor veel andere landen wordt dat problematisch. In onderstaande tekst het interview met Ashley Solomon en Peter Spohr.
Recent introduceerde Channel Classics een tweetal releases op cd uit: The Spohr Collection. Beide releases zijn besproken in Music Emotion. Ashley Solomon, oprichter en dirigent van Florilegium, speelt op deze producties mee als solist op historische fluiten. Ondergetekende bezocht in een informele setting Ashley, Peter Spohr en enkele leden van Florilegium.
Ashley, je hebt het erg druk. Onder andere met Florilegium, barokorkesten in Bolivia en The Royal College of Music in London. Hoe doe je dat?
“Dat is een goede vraag en mijn vrouw heeft het daar ook regelmatig over. De projecten in Bolivia zijn twee keer per jaar. Dat was eerst acht keer per jaar en Bolivia is een enorm eind vliegen. We hebben daar een orkest en een koor en concentreren ons op muziek uit de zeventiende en achttiende eeuw. Ze kunnen daar repeteren als ik er niet ben. Ze vinden zelf nieuwe vocalisten en musici, dus het is bezig om een steeds groter project te worden. Met betrekking tot tijd is het in mijn agenda dus minder belangrijk geworden. Florilegium vormt een veel groter aandeel, net zoals de historische faculteit aan The Royal College of Music, waar ik zo’n honderd studenten heb en de supervisie over veertig professoren. Bij elkaar dus een uitdaging met de bedoeling om daar vier dagen per week mee bezig te zijn. Maar, met een parttime job is dat nooit vier dagen. Als ik niet met Florilegium zou spelen, dan kan ik nooit een goede leraar zijn. Als je geen goede leraar bent kun je weer minder goed zijn in het uitvoeren van muziek. De synergie tussen beide werkt dus heel goed. Momenteel geef ik al veertig jaar les in London en leid ik de faculteit zo’n zestien jaar. Je ziet dan een pijplijn van erg goede studenten die opgroeien tot professionals. Sommigen daarvan gaan deel uitmaken van Florilegium. Het is fascinerend om te werken met die nieuwe generatie. In het werk stel je ook prioriteiten. Bijvoorbeeld de Wigmore Hall afgelopen week. Dat heeft dan even voorrang boven het lesgeven. Agenda’s worden lang van tevoren samengesteld. Optredens worden twee jaar van tevoren gepland. Lesgeven zes tot tien maanden van tevoren. Je bent dus druk bezig, maar het is mogelijk. Alles wat je doet is leuk. Het is dus geen werk, maar een way of life.”
Is er veel belangstelling voor het spelen op een fluit?
“Zeker aan The Royal College. Dat is zichtbaar, want ik kan ook vergelijken met de belangstelling voor snaarinstrumenten. Het is opvallend hoe goed die nieuwe generatie is. Ze hebben alle faciliteiten. Ze hebben nog geen besef over het spelen van instrumenten in een historische context en over het bespelen van historische instrumenten. Toen ik jong was speelde ik op kopieën van historische instrumenten. Met kleine aanpassingen werden die wat makkelijker om op te spelen. Maar, als je gaat spelen op originele historische instrumenten, die elk een heel eigen karakter hebben, dan moet je erg veel aanpassingsvermogen hebben. Daar heb je ervaring voor nodig, die net binnenkomende studenten nog niet hebben. Voor de instrumenten bezoek ik Peter in Duitsland en bespreek met hem welke fluit bij de juiste muziek past. Dat moet historisch passen, maar ook geografisch. Wat we hier doen is uniek. De meeste musici hebben een enkel instrument waar ze alle muziek mee spelen. Wij kunnen exact de juiste fluit matchen met de muziek, tijd en locatie. Het gaat er ook om, om de juiste sound bij een bepaald stuk muziek te krijgen. Wat we maken is namelijk een belangrijk historisch document naar de toekomst toe. Daar ligt mijn verantwoordelijkheid als speler. Peter is verantwoordelijk voor de fluiten. Als het derde deel in deze serie klaar is, hebben we 24 historische fluiten ingezet. Er zijn trouwens veel verschillen tussen een fluit en een recorder (blokfluit).”
Peter, Is het eenvoudiger om een verzameling met recorders aan te leggen?
“Nee, ze zijn zeldzamer en het gebruik van de recorder verminderde aan het begin van de achttiende eeuw. Veel moeilijker om die te vinden.”
Waarom besloot je om fluiten te gaan verzamelen?
“Ik groeide op in een muzikale familie en mijn moeder was een professionele pianiste. Ik startte met de piano en in het schoolorkest was een fluitist. Dat triggerde mijn belangstelling voor de fluit. Later kwam de historische uitvoeringspraktijk op en ik kocht dus een fluit. Een leraar van een vriend gaf me vervolgens een aantal fluiten. Dat was het startpunt van mijn verzameling. Was toen een jaar of twintig.”
Hoe houd je de fluiten in een goede conditie?
“Musea lenen deze delicate instrumenten niet meer uit aan mensen die daarop willen spelen. Elk instrument, als je het opslaat in een magazijn, heeft enige vervuiling. Daardoor neemt de conditie van zo’n instrument af. Ik heb zelf alle literatuur gelezen over onderhoud en restauratie en we hebben hier een uitstekende workshop. Daar kunnen ook reserve-onderdelen worden gemaakt. De beste instrumenten worden in een volledig originele en sublieme staat gehouden. In al die vijftig jaren van verzamelen is er nog nooit een instrument gebarsten of anderzijds defect geraakt. Zelfs de zeer kwetsbare instrumenten van ivoor en ebben hebben nooit schade opgelopen.”
Je speelt zelf ook verdienstelijk?
“Sinds mijn twaalfde.” Ashley: “Peter is zo bescheiden. Hij kent de instrumenten erg goed. Toen ik bij hem thuis was en een fluit bespeelde, merkte hij op om het op een andere manier te doen en dat werkte erg goed. Dus ik leer ook veel van de persoon die de instrumenten goed kent. Bij hem zijn het geen kunstobjecten die op een plank liggen en die niemand aan mag raken. Ze komen tot leven en ik heb het voorrecht om dat te mogen doen. Maar Peter heeft de kennis over de collectie en dat maakt het erg spannend.”
Hoe raakte je met Peter in contact?
“Ik gaf een masterclass aan de Hochschule in Frankfurt. Peter nam deel aan deze klas.”
Peter: “Ik denk dat we elkaar ontmoetten in Edinburgh.” Ashley: “Ja, je hebt gelijk. Ik presenteerde daar een paper tijdens een conference. Ik had bemoeienis met de fluit die door King George the Third werd gebruikt. Die is gemaakt van porselein. De paper ging over het issue of fluiten kunstwerken zijn of dat ze gewoon bespeeld moeten worden. De genoemde fluit zou naar Edinburgh worden gebracht om door mij bespeeld te worden. Op het laatste moment ging dat niet door. Peter beschikte eveneens over een porseleinen fluit die identiek is aan die van King George, alleen met gouden versiering. Die fluit staat trouwens op de frontcover van de tweede CD. Peter bracht een fluit, zodat ik die kon bespelen na de presentatie van de paper. De volgende ochtend bestudeerden we de Raymond Russell Collection (historische muziekinstrumenten) van de Universiteit van Edinburgh (St. Cecilia’s Hall). In het museum speelde ik ook op een eveneens door Peter meegebrachte fluit. Hetzelfde type als de King George-fluit, die Peter kennelijk wilde vergelijken met een exemplaar uit het museum. De curator van het museum kreeg zo ongeveer een hartstilstand, want die dacht dat ik op een van de fluiten uit de museumcollectie speelde. Zowat vijfentwintig jaar speelde ik voor Channel Classics op kopieën van fluiten. Het spelen op een origineel exemplaar is zo’n totaal andere ervaring. Ze hebben een karakter en een persoonlijkheid die je wilt leren kennen.”
Peter: “Het is een andere ervaring voor de luisteraar dan voor de speler. Maar, als je goed naar de opname luistert, dan hoor je de verschillen tussen de diverse fluiten. Een goede speler overcompenseert voor de eigenschappen van de fluit.”
Verzamel je nog steeds fluiten en hoe moeilijk is het om nog vintage exemplaren te vinden?
“Er zijn er natuurlijk al erg veel in de collectie, dus ik hoef niet meer zoveel geld uit te geven. Maar er komen soms exemplaren langs die je niet kunt weerstaan. Soms nemen mensen contact met je op die nog iets hebben. Ik kreeg laatst een aanbod voor een fluit van een van de top-instrumentbouwers. Zal wel een kopie zijn, denk je dan. Maar, na het maken van een afspraak bleek het een origineel exemplaar te zijn.”
Ashley, bezit je zelf historische fluiten?
“Nee, dat is voor een speler erg lastig om je dat te kunnen permitteren. Het is ook een enorme verantwoordelijkheid. De relatie met Peter kwam dan ook op een perfect moment. Het is geweldig om een concert te geven met een originele fluit. We gaven afgelopen week een concert in de Wigmore Hall op paaszaterdag. Peter kwam over met zijn vrouw en nam een fluit mee. Die werd ook gebruikt tijdens de opname van de tweede cd, maar kon nu voor een live publiek bespeeld worden. Dat had een enorme impact waar iedereen over sprak. Het publiek hoorde dat voor de eerste en wellicht voor de laatste keer live. Maar, dat is een goede ervaring. Zo’n instrument zou veel vaker live bespeeld moeten worden. Desondanks is het voor mij een verademing om niet zelf zo’n instrument te bezitten.”
Peter: “Sommige fluiten bevatten ivoor. Die kun je niet zomaar tussen landen vervoeren. Als mensen naar een cd luisteren kunnen ze nog denken dat er niet op een originele fluit wordt gespeeld, maar tijdens een liveconcert neem je het publiek niet in de maling.”
Peter, leen je de fluiten ook uit aan andere musici?
“Ja, niet vaak en veel, maar soms aan andere musici voor opnames, concerten of uitzendingen. Voor Ashley is dat een groter project. Er is vrijwel niemand die mij gevraagd heeft voor een project met meerdere fluiten. Voor mij zou dat een enorme eer zijn. Er zijn natuurlijk ook niet heel veel fluitisten.”
Ashley, je werkt nu aan deel 3 van The Spohr Collection. Wat ga je in de toekomst doen?
“We stoppen in ieder geval na deel 3. Het is belangrijk voor een platenmaatschappij om platen te verkopen. Wij opereren in een nichemarkt die feitelijk nog kleiner is. Met dit project openen we nieuwe deuren. Het is niet zoals de complete werken van Mozart, zoals cd’s vandaag de dag worden gemaakt en iets dat artistiek gezien heel vervelend is. Op deze cd’s leveren we een programma, maar dat is niet realistisch voor een liveconcert. Met de cd’s kun je zestig minuten thuis zitten en luisteren naar een programma. Naar muziek uit verschillende landen en uit verschillende tijden met als uitgangspunt een instrument dat steeds past bij de tijd, de muziek en de locatie. Rondom het instrument bouwen we dus de historische context. Het is dus een fascinerend historisch document. Het is een erfenis voor toekomstige generaties. Het is ook wetenschappelijk gezien een interessant project. Als de platenmaatschappij belangstelling heeft, komen er wellicht nog meer delen. Er zijn nog andere historische tijden die vragen om ontdekking. Met Florilegium wil ik de wereld van het geluid nog verder openen. Niet door de vier jaargetijden op de fluit te spelen en honderdduizend cd’s te verkopen. Ik wil de juiste luisteraars bereiken.”
Epiloog
Na het interview was uw auteur getuige van, laten we zeggen, een privé-concert. Ashley met een drietal leden van Florilegium die materiaal speelden voor de derde cd in The Spohr Collection. Er is niets krachtiger dan livemuziek. Vier musici in een kleine kamer die spelen. Het specifieke geluid van zo’n vintage fluit. Je realiseert je op zo’n moment even waar de verschillen liggen tussen live en wat hifi-systemen daarmee doen. Fascinerend om mee te maken.
Reacties (0)