In deze review gaan we aan de slag met de Chord Electronics Huei Phonotrap. Dit model heeft een verkoopadviesprijs van 1.175 euro.
Breed inzetbare en flexibele meesterzet
Chord Electronics is de laatste jaren vooral in het hifi-nieuws vanwege hun innovatieve en zeer goed klinkende d/a-converters en hoofdtelefoonversterkers als de Qutest, de Hugo2, de Hugo TT2 en de Mojo. Dat zou de indruk kunnen wekken dat deze al in 1989 door John Franks opgerichte Engelse fabrikant van high-end hifi een voorkeur heeft voor digitale weergave. En hoewel de tijdgeest hen daarin zeker gelijk zal geven, en de roots van het bedrijf inderdaad óók in een digitaal verleden liggen, wordt er in het bedrijf in Maidstone al bijna 15 jaar een erg fraaie phonotrap gemaakt; de Symphonic. Dat is echter niet de goedkoopste, en bovendien kan hij alleen met MC elementen overweg. Mooi voor connaisseurs, maar niet voor hedendaagse platofielen die op zoek zijn naar iets beters in een wat populairdere prijsklasse. Nu vinyl als geluidsdrager ná streaming op de grootste belangstelling van het muziekminnende publiek kan rekenen achtte Chord de tijd rijp om een breder inzetbare en vooral beter betaalbare phonotrap op de markt te brengen. Tijdens de High End 2019 in München werd hij voor het eerst aan het publiek getoond, en sinds kort is hij officieel leverbaar: de Chord Electronics Huei. Een primeur.
Design en ingangen
De Chord Electronics Huei (hierna te noemen: Huei) zit in een behuizing die erg lijkt op die van de Qutest d/a-converter. Baksteengroot, uit één blok ‘vliegtuigaluminium’ gefreesd en voorzien van een verlicht kijkvenster dat zicht geeft op de schakeling. Waar de Qutest aan de voorkant twee ronde uitsparingen in het ‘deksel’ heeft zijn dat er bij de Huei vier. In deze uitsparingen zijn matglazen bolletjes als drukknoppen gemonteerd die door middel van multi-colour LED’s de functie aangeven. Gelukkig levert Chord Electronics een stickertje bij de Huei met daarop alle mogelijke kleuren en hun betekenis, want dit werkt toch wel iets lastiger dan een display. Aan de andere kant zul je, wanneer je eenmaal de juiste instelling hebt gevonden en niet elke twee weken van element wisselt, de optimale instelling ook niet zo snel meer veranderen. De Huei geeft in de standaard fabrieksinstelling aardig wat licht, maar je kunt hem voor de helft dimmen door de twee linkse matglazen knoppen tegelijk in te drukken. Helemaal uit kan hij niet, dus blijft het een vrolijk kleurig gebeuren. Chord-style, je moet ervan houden. Ik vind het geweldig. Midden op de achterkant van het bijna 7 ons wegende kastje vind je de RCA ingangsbussen met een stevige aardschroef erboven. Hier zit een niet-geleidend en eventueel verwijderbaar opzetstukje bij dat ervoor zorgt dat sommige MC elementen niet gaan brommen. De ingang wordt links en rechts geflankeerd door zowel een single ended als een gebalanceerde uitgang. Geen gebalanceerde ingang dus, hoewel de schakeling wel volledig gebalanceerd is opgebouwd. Ik neem aan dat een gebalanceerde ingang enerzijds is weggelaten omdat er op het kleine achterpaneel domweg geen ruimte voor is, en anderzijds uit kostenbesparing omdat er sowieso relatief weinig mensen zijn die hun platenspeler van gebalanceerde bekabeling voorzien. Een gemiste kans? Een beetje, maar een begrijpelijke.
Een opfriscursus - rumble
De phono-schakeling van de Huei is volgens Chord Electronics gebaseerd op die in hun prijswinnende Symphonic, maar er zijn een paar interessante verschillen. Zo kan de Huei ook met MM elementen overweg, en dus ook met High Output MC elementen, en hij heeft als eerste Chord Electronics product ooit een ‘extreme low-noise’ microprocessor aan boord die het schakelen tussen de functies regelt én de instellingen onthoudt wanneer de stroom er af gaat. En die functies zijn redelijk talrijk. De simpelste zitten achter de twee linker knoppen, namelijk de keuze tussen MM en MC, en Rumble Filter aan of uit. Een rumble filter is een high-pass filter dat de lage tonen beneden een bepaalde frequentie met een bepaalde steilheid wegfiltert. Bij de Huei is dat een redelijk gebruikelijke 50 Hz. met een steilheid van 24 dB per octaaf. Je gebruikt het filter om ongewenste bewegingen van de woofer te voorkomen wanneer de platenspeler door akoestische of mechanische feedback een audiosignaal met een zeer lage frequentie produceert. Als dat gebeurt zie je de woofer al in de aanloopgroef fors op en neer gaan. Tijdens stille passages hoor je daar niks van, want daarvoor is de frequentie te laag. Maar wanneer er muziek speelt kan deze niet bij het muzieksignaal horende beweging van de woofer een soort doppler-effect veroorzaken dat een vibrato-effect aan het geluid toevoegt. En dat klinkt heel merkwaardig als je bijvoorbeeld naar akoestische pianomuziek luistert waarin lang aangehouden akkoorden worden gebruikt. Wanneer de woofer dit gedrag niet vertoont hoef je het filter ook niet te gebruiken. Het scheelt in elk geval in de allerdiepste laagweergave, een bereik waar met name kerkorgel-fetisjisten graag in zwelgen.
Gain
De volgende functies zijn wat ingewikkelder. De derde knop is voor de gain, oftewel de versterkingsfactor. Die is voor zowel MM elementen (en de variaties MI, MP en High Output MC) als voor Low Output MC elementen in acht stappen instelbaar. Bij MM biedt de Huei een gain van 21 tot 42 dB via de RCA uitgang, en van 27 tot 48 dB voor de gebalanceerde uitgang. Voor MC is het gain-bereik 49 tot 62 dB via de RCA uitgang, en 55 tot 68 dB via de gebalanceerde uitgang. De gebruiksaanwijzing die bij de Huei wordt geleverd vermeldt hiervoor trouwens iets andere waardes dan de Chord Electronics website, maar groot zijn de verschillen niet en het bereik is voor beide werkingsprincipes zo breed dat er nauwelijks elementen zullen zijn die de Huei niet tot een bruikbaar niveau kan versterken. Een instelbare gain is in feite een soort semi-variabele voorversterking waarmee je de output van je element op het niveau kunt brengen van andere bronnen die je op je set hebt aangesloten. Hiermee voorkom je storende volumeverschillen bij het omschakelen van bijvoorbeeld cd naar lp.
Impedance Loading
De laatste en ingewikkeldste functie is de afsluitimpedantie, oftewel de Impedance Loading. Die gebruik je bij Low Output MC elementen, omdat de juiste afsluitweerstand zorgt voor een zekere mechanische demping van de cantilever. Een te lage afsluitweerstand zorgt voor een te hoge demping, waardoor de hogere frequenties minder goed worden doorgegeven. En andersom zorgt een (te) hoge afsluitweerstand voor wat minder demping, waardoor de hoge tonen juist wat meer naar voren komen. Er zijn mensen die dat extra hoog prettig vinden, omdat het een illusie van detaillering en ruimtelijkheid geeft, maar het kan op de langere duur ook luistermoeheid veroorzaken. Het is een waarde waar je redelijk vrij mee kunt experimenteren, alleen moet je elementen met een relatief hoge inwendige weerstand niet op een zeer lage afsluitweerstand aansluiten. Maar phonotrappen met een impedance load van lager dan 10 Ohm zie je tegenwoordig eigenlijk niet meer.
De afsluitimpedantie van de Huei heeft een regelbereik van maar liefst twaalf stappen. Nou ja, eigenlijk zijn het er zes, maar hier maakt Chord Electronics een bijzondere keuze waarover zometeen meer. Als veilige vuistregel bij de keuze voor de juiste afsluitimpedantie van MC elementen neem je de inwendige weerstand van het element maal 10. De inwendige weerstand is een specificatie die door alle fabrikanten van elementen wordt opgegeven, net als bijvoorbeeld de gewenste naalddruk, omdat het essentiële informatie is voor het optimaal functioneren van het element. Er is trouwens geen genormeerde waarde, maar bij veel moderne MC elementen ligt de inwendige weerstand zo tussen de 5 en 10 Ω met uitschieters naar beneden tot slechts 3 Ω, of omhoog richting de 40 Ω. Wanneer je 10 Ω als gemiddelde aanhoudt – en dat doen veel producenten van phonotrappen – dan begint de keuze voor de verschillende afsluitweerstanden dus vaak bij 100 Ω. Zo ook bij de Huei. Daarboven kun je nog kiezen voor 150 Ω, 320 Ω, 470 Ω, 1000 Ω en een nogal ongebruikelijke 3700 Ω.
Toegevoegde Capaciteit
De bijzondere keuze die ik eerder noemde is dat Chord Electronics de zes beschikbare afsluitweerstanden flankeert met een instelling met dezelfde Ohmse waarde, maar dan met een toegevoegde capaciteit van 2,2 µF. Die wordt visueel getoond door het bijschakelen van een gele LED achter de matglazen drukknop. Hier komt het verhaal weer even terug op de demping van de cantilever met behulp van de afsluitweerstand. Er zijn MC elementen die boven die 10.000 Hz een bepaalde mechanische resonantie vertonen in de naald/cantilever/spoel combinatie. Dit verschijnsel wordt ‘ringing’ genoemd. Als je dit met een oscilloscoop zou meten dan was het verschijnsel zichtbaar als een naslingering vanaf de eerste flank van een blokgolf. Die naslingering is een soort vervorming, en dus ongewenst. Als je ringing in het frequentiespectrum meet zie je hem terug als een oplopende karakteristiek boven de 10.000 Hz, wat verklaart waarom MC elementen soms ook wel als ‘helder’ te boek staan. Wanneer je een MC element met een bepaalde inwendige weerstand (bijvoorbeeld 40 Ω) eigenlijk hoger moet afsluiten dan binnen de geboden keuzes mogelijk is (320 Ω is misschien te laag), dan kan de combinatie van ringing en de afgenomen demping door de hogere afsluitweerstand teveel van het goede worden. Door dan een capaciteit toe te voegen vindt er extra elektrische demping plaats. Alleen is 2,2 µF naar mijn mening misschien wat fors, omdat de demping dan al onder de 10 kHz begint. Bij elementen waarbij ringing nauwelijks een rol speelt, zoals mijn Holistic Audio HA-103C, resulteert het bijschakelen van deze capaciteit in een hoorbaar verlies van hoge tonen, ruimtelijkheid én dynamiek. Niet dramatisch, maar voldoende om deze optie niet te gebruiken. In voorkomende gevallen zou het dus een oplossing kunnen zijn, maar het blijft wat mij betreft een beetje een zwaar middel. Meestal zul je gewoon de enkele afsluitweerstand kunnen kiezen die het beste bij je element past of die je het lekkerst vindt klinken. De inwendige weerstand van mijn HA-103C bedraagt 38 Ω en de output 0,3 mV. Na wat schakelen koos ik uiteindelijk voor een gain van 58 dB (roze) en een load van 470 Ω (blauw).
Luisteren
De Huei mocht bovenop mijn Creaktiv Trend Line 3-3 meubel naast de Thorens TD-125 met Jelco SA-750E arm en HA-103C element de plaats innemen van mijn vertrouwde Audio Creative Phonodude. Alle bekabeling was van AudioQuest en de versterker van dienst was mijn PrimaLuna Dialogue Premium HP Integrated, aan de Kharma Ceramique prototype luidsprekers. De Huei werd met de meegeleverde ‘low noise’ 12 Volt DC voeding op een ongefilterd stroomblok aangesloten. Chord Electronics waarschuwt in de handleiding voor het gebruik van aftermarket gestabiliseerde voedingen. Deze zouden het apparaat kunnen beschadigen, en daarmee de garantie laten vervallen. Nu was ik sowieso van plan om de Huei te beoordelen ‘zoals hij uit de doos komt’, maar van de Qutest d/a-converter, die eenzelfde waarschuwing meekrijgt, weet ik dat de toevoeging van een iFi iPower of een SBooster voeding toch echt nog meer kwaliteit uit het apparaat weet te halen. Als je de juiste waarde maar kiest is het beslist een experiment waard, maar voor nu laten we het buiten beschouwing.
De Huei was echt gloednieuw toen ik hem kreeg, dus inspelen was wel nodig. Verwacht echter geen totale metamorfose van het geluid gedurende dat proces. Die ‘octaaf laag erbij’ kun je vergeten, zo werkt het niet met inspelen. De Huei klonk koud uit de doos weliswaar nog een beetje stroef en afgetopt, maar het intrinsieke karakter was al duidelijk hoorbaar en na ongeveer twee dagen plaatjes draaien was hij mooi opengetrokken en veranderde hij niet echt meer. Eenmaal zichzelf ontpopte de Huei zich – binnen de klankmatige marges van de verschillende afsluitweerstanden – overduidelijk als een familielid van de door mij hooggewaardeerde Qutest d/a-converter. Op zich niet zo gek natuurlijk, aangezien ze over vrijwel dezelfde analoge uitgangstrap schijnen te beschikken, maar dat vind ik juist een zéér goede keuze van Chord Electronics. Waarom het wiel opnieuw uitvinden als je al iets hebt dat uitstekend functioneert.
Samenhangend en natuurlijk
Ik begin steeds minder behoefte te krijgen om geluid te beoordelen op delen van het frequentiegebied. Laag, midden en hoog, wat zegt dat precies? Waar stopt het één en begint het ander, bijvoorbeeld? Het gaat om balans en samenhang, en op die vlakken scoorde de Huei net als de Qutest hoog, met een grote verfijndheid en ingehouden drive – die als het nodig was ook echt van leer kon trekken. Nou, een klein beetje differentiatie dan: sommige phonotrappen zijn warmer aan de onderkant van het frequentiespectrum, weer andere phonotrappen geven nóg meer informatie aan de bovenkant, maar als geheel maakte de Huei een zeer samenhangende en natuurlijke indruk. Dat was goed te horen toen ik de eerder dit jaar uitgebrachte remaster van David Sylvian’s meesterwerk Gone To Earth draaide. Dat is, zo zullen sommige lezers inmiddels weten, mijn absolute ‘Desert Island Disc’. Er is géén album in mijn collectie dat ik zo vaak en zo intensief heb beluisterd, in allerlei resoluties en formaten. En ik kan melden dat deze nieuwe persing sensationeel goed is. De kenmerkende, wat nasale bariton van David ken ik van binnen en van buiten, en de Huei laat elke verbuiging, elke syllabe en elk trillinkje van die gouden stembanden horen alsof hij vlak voor me staat en voor mij alleen zingt. Het weidse panorama en de enorm diepe drumklappen in het tweeluik Laughter and Forgetting en Before The Bullfight op kant A bezorgden me na al die jaren opnieuw kippenvel, omdat het – hier beginnen de clichés – was alsof ik de opname voor het eerst hoorde. Dat was overigens ook wel een beetje zo, want sinds ik hem kocht had hij geduldig in zijn cellofaan staan wachten op een goede gelegenheid om hem uit te pakken en hem op de mat te vleien. Dit was zo’n gelegenheid. Een ander album dat extra positief opviel was Traum Und Existenz van het Franse elektroduo Kompromat. Hun nietsontziende, bijna industriële maar bij vlagen ook zeer dansbare ‘Electroclash’ knalde echt de luidsprekers uit. Het moddervette titelnummer klonk kort, strak en extreem opwindend, met zijn diepe, pulserende bas, het jagende ritme en de bijna militante zang van Julia Lanoë, die er op dit album zowaar in slaagt om de Duitse taal verleidelijk te laten klinken. Een superhit voor duistere dansfeestjes, en een onverwacht lekkere test-lp voor platenspelers, elementen én phonotrappen. Die gaat op het standaardlijstje.
Conclusie
Chord Electronics doet wat mij betreft een meesterzet met de breed inzetbare en uiterst flexibele Huei phonotrap. Zoals hij met de meegeleverde voeding uit de – fraai verzorgde – doos komt klinkt hij vol, open, snel en ruimtelijk en vooral heel volwassen en geloofwaardig in mijn muzikale balans. Op dit niveau is vinyl absoluut nog steeds een uitstekend alternatief voor Hi-Res streaming. Dáár, ik heb het gezegd… Dat mijn HA-103C element, dat zich normaal het lekkerst voelt aan een goede step-up trafo, zich tot zulke dynamische en meeslepende resultaten liet verleiden door een actieve pre-pre schakeling verdient een zeer groot compliment. Ik krijg als recensent wel eens het verwijt dat alle artikelen die ik schrijf positief uitvallen. Dat is niet helemáál onwaar, maar dat zit hem écht meer in de voorselectie dan in het feit dat ik en mijn vakbroeders zouden zijn verworden tot verlengstukken van één of andere marketing-elite in hifi-land. Als er aandachtspunten zijn worden die ook echt genoemd, en bij de Huei zijn dat bijvoorbeeld de wat ongebruikelijke keuze van de aan de afsluitweerstand toegevoegde capaciteiten en het ontbreken van een gebalanceerde ingang. Ook het relatief lage gewicht – dat bij dikkere en stuggere interlinks echt wel wat zorgvuldige kabeldressuur vergt – en de wat vreemde houding van Chord Electronics tegenover upgrade-voedingen kunnen genoemd worden als ‘dingen om rekening mee te houden’. Maar buiten dat is de Huei een fijne muzikale ‘partner in vinyl-crime’ die met zijn goed bij elkaar te sparen prijs van nog geen 1200 euro een stevige aanbeveling van mij krijgt.
Reacties (0)