Interview: Deel 16 – The Hague String Trio – Op naar het 20-jarig jubileum!

09 oktober 2025 + 10 minuten 0 Reacties
the hague string trio cover 2
FWD award

De interviews met musici, bands en ensembles vormen een serie. Een zoektocht naar het innerlijk van de musicus. Waarom en hoe zijn deze artiesten met muziek bezig? Wat beweegt ze? Hoe is het leven als artiest? Hoe krijg je bekendheid? Kun je daarvan bestaan? Hoe ga je om met het publiek? Waar komt die diepe liefde voor muziek vandaan? In deel 16 van deze queeste zijn alle dames van het trio aanwezig, Miriam Kirby, Julia Dinerstein en Justyna Briefjes. Het was enorm gezellig en inspirerend met deze enthousiaste meiden.

Jullie hadden individueel al een indrukwekkende muzikale loopbaan voordat het trio ontstond. Hoe kwamen jullie vervolgens bij elkaar?
Miriam: “Ik kwam naar Nederland om voor het Residentie Orkest te komen werken. Dat vond ik heel leuk, maar ik miste het spelen van kamermuziek. Dat had ik mijn hele leven gedaan, dus ik wilde graag een ensemble zoeken. Ik zat al een paar jaar in het orkest en had een kind, dat je natuurlijk ook bezig houdt. Vervolgens kwam Justyna in het orkest.” Justyna: “Dat was in 2004, net een paar jaar na jou.”
Miriam: “Ik kende haar wel en ik had Julia ontmoet omdat haar man bij de altviolen speelde. We kenden elkaar dus een beetje, maar we hadden nooit samen kamermuziek gespeeld. Ik heb ze gevraagd om een keer af te spreken en we hebben toen een strijktrio van Beethoven doorgespeeld. Kort daarna volgde ons eerste concert en de rest is history. Het eerste concert was in september 2006, negentien jaar geleden.” Justyna: ”Ook leuk dat het een strijktrio werd. We hadden allemaal een andere geschiedenis. Ik had jarenlang in een strijkkwartet gespeeld en dat was na mijn conservatoriumtijd, net na mijn afstuderen, aan een einde gekomen. De een ging naar Tsjechië, de ander kreeg een baan in Gelderland en ik bleef hier in Den Haag, waar ik al woonde. Het ging min of meer vanzelf. Jij (Miriam) kwam met die vraag en een strijktrio leek mij erg leuk.”  Miriam: “Dat was ook mijn idee. Ik wil niet zeggen dat de wereld stikt van de strijkkwartetten en pianotrio’s, maar dat is vaak waar iedereen het eerste aan denkt. Laten we dus iets anders doen. Wat mooi is aan een strijktrio is dat je ook uit kunt breiden. Er is veel repertoire, maar je kunt prachtig pianokwartetten spelen. We werken vaak samen met hoboïste Pauline Oostenrijk en ook met verschillende pianisten. Flexibiliteit is heel leuk.”

Jullie (Miriam en Justyna) hebben beide een baan in Het Residentie Orkest en die hebben best een uitgebreid programma. Zit dat het trio niet in de weg?
Justyna: “Het handige is dat wij beiden in het orkest zitten, het zou lastiger zijn geweest als wij alle drie iets anders zouden hebben. Wij hebben dus vaak hetzelfde schema en Julia juist weer een ander.”
Julia: “Ik heb een vaste baan aan drie conservatoria in Nederland. De studenten zijn van heel verschillende leeftijden. Ik werk daarnaast nog voor twee scholen. Mijn jongste leerling is ongeveer vier jaar oud en de oudste is zesendertig. Het is gelukt om dat allemaal te combineren en gelukkig kan ik wel een beetje flexibel zijn. Niemand verliest een les, maar als er donderdag een repetitie is, moet ik studenten omzetten van donderdag naar vrijdag. Het is heel veel regelen, maar het kan.” Miriam: “Als we haar een email sturen, dan weten we dat we vaak een mailtje terug krijgen om half twee in de ochtend.”

In de examentijd word je toch knettergek?
Julia: “Tijdens de examentijd ben ik minder flexibel.” Justyna: “Ons schema staat natuurlijk ook vast. Er zijn weken die we vrij kunnen regelen. Als er een mooi trioconcert tussenkomt en er is geen drukke week voor het orkest met volle bezetting of chef-dirigent, dan kunnen we nog wel eens iets omruilen.” Julia: “Er wordt ook nooit een examen gepland als ik niet kan. Een vraag op het laatste moment kan dus niet, maar als het een jaar van tevoren is, is dat prima.” Ruud: “Jullie spelen waarschijnlijk ook geen drie concerten per week?” Julia: “Dat is wat we ook niet willen, maar soms is het heel druk en komt alles tegelijk.”

De Goldberg Variaties werden door Bach gespecificeerd voor een harpsichord met twee klavieren. Jullie hebben een trio. Dat vraagt dan om een stukje arrangement?
Justyna: “Er is een arrangement nodig want de oorspronkelijke compositie is voor een klavecimbel met twee manualen. Het aantal stemmen kan verschillend zijn. Soms is een deel tweestemmig en soms ook niet. Het blijft een uitdaging, ondanks dat arrangement. Deze bewerking bestond al maar bij twee of drie stukken vonden we dat het te veel afweek van het origineel. Die stukken hebben we laten bewerken door bijvoorbeeld in één van de variaties de tweestemmigheid te verdelen over drie stemmen. Ik denk dat we nu een mooie versie hebben.” Miriam: “Het is zo’n meesterwerk dat iedereen kent en dat gaf de gelegenheid om de diepte in te gaan. We hebben er ook aan gewerkt met Richard Egarr, een van onze gastdirigenten bij het orkest en een fantastische klavecinist. Hij kent het stuk door en door. Het was super inspirerend om met hem te werken.”

Jullie hebben een enorme reputatie. Wat moet je nou doen om zoiets te krijgen? Hebben jullie een bepaalde strategie?
Miriam: “Ik denk eigenlijk dat we daar heel slecht in zijn. We waren jarenlang een beetje bang voor een cd-opname. De twee cd’s die we hebben gemaakt hebben ons uiteindelijk meer naam gegeven. We hadden wel een naam, maar we zijn niet heel goed in zelfpromotie. We doen aankondigingen en ook social media, maar op een relaxte manier. We hebben natuurlijk een heel druk leven met verplichtingen, kinderen, familie en alle andere dingen.”

Toch nog even terug. Als ik de reviews lees, dan zijn er lofuitingen over ‘collective intonation’, expressiviteit, technische harmonie en een gemeenschappelijk gevoel voor artisticiteit. Zijn jullie daar echt mee bezig in de zin van dat je afspreekt hoe je dat allemaal realiseert?
Julia: “Zeker wel, na twintig jaar raak je wel ingespeeld op elkaar. Sommige dingen zeggen we niet meer. Dat gaat vanzelf en andere zaken nog niet. We nemen onszelf op en gebruiken de opname dan om het een en ander te verbeteren.” Ruud: “Jullie zijn daar heel open in, zo van let even op want je staat vals te spelen?” Julia:  “Dat moet wel kunnen!” Justyna: “Een valse noot is heel snel gespeeld. Je hebt nooit de garantie dat alles tijdens een concert goed gaat. Je wilt dat iets zuiver is maar je gaat met z’n drieën vooral op zoek naar een interpretatie en een soort klank.” Miriam: “Het belangrijkste is dat je een verhaal wilt vertellen en dat het publiek op het puntje van de stoel gaat zitten. Als het niet mooi klinkt, dan is het verhaal weg. Je werkt aan de techniek en wat daarbij hoort. Uiteindelijk wil je dat loslaten en samen spelen. Het doel is om daar een geheel van te maken en dat je niet hoort dat er zoveel aan is gewerkt.”

Naast de concerten en de cd’s moet je tegenwoordig veel meer doen?
Justyna: “We proberen elk jaar weer een ander project te bedenken. Daar gaat heel veel tijd in zitten. We hebben net de derde cd opgenomen waar we nu kritisch naar moeten gaan luisteren en daarnaast zijn er ook andere soorten projecten, waarbij we samenwerkingen aangaan met andere musici of kunstenaars, zoals in Visions of Goldberg. Hier gaat het niet alleen om de muziek van Bach, maar we hebben er ook een film bij laten maken. Naast lesgeven, het orkest en andere dingen zijn die projecten een heel substantieel deel van wat wij doen. Als je bij een project ook meerdere musici betrekt, dan moet je alles goed regelen, zoals onder andere de fondsenwerving en promotie. We hebben sinds een jaar of zeven een impresariaat dat veel regelt. Je kunt ook nog iemand aantrekken die de promotie verzorgt, maar dat is misschien voor in de toekomst.”

Bij de Goldberg hebben jullie van die mooie groene visuals, gemaakt door digitaal kunstenaar Lisette Huizenga.
Justyna: “De Goldbergvariaties bestaan uit een begin- en eindaria en dertig variaties, onderverdeeld in groepjes van drie, waarbij elke derde variatie een canon is. Lisette heeft bij de aria’s en tweederde van de variaties zwart/wit visuals toegepast. Elke canon krijgt een kleurtje. De groene is variatie nummer zes”

Het is heel mooi, maar als je in de zaal zit en je luistert naar de muziek, leiden die visuals dan niet af van de muziek? Heb zelf een paar maten gemist.
Justyna: “Het is een project waar de meest verschillende reacties op komen. Er zijn mensen die het soms visueel te veel vinden. Hier zijn de animaties op het scherm tijdens het oefenen klein, maar tijdens een concert zijn ze groot en staan we daar als het ware middenin. Sommigen vinden dat geweldig en anderen te veel. Ze houden dan hun ogen even dicht en luisteren naar de muziek.” Miriam: “Lisette geeft altijd een praatje vooraf en legt uit hoe ze die animatiefilm heeft gemaakt. Ze geeft ook het advies om af en toe de ogen even dicht te doen. Met halfdichte ogen zie je het ook weer anders. Jonge bezoekers waren razend enthousiast en ook veel ouderen. Het is natuurlijk wel anderhalf uur muziek. Die beelden helpen sommigen om daar doorheen te komen.

Komen er veel jongeren naar jullie muziek, hebben we over tien jaar nog klassieke muziek en hoe zien jullie dat?
Julia: “Ze komen wel, maar dat maakt de algemene situatie in de muziekwereld niet beter. Het zou vanuit het educatiesysteem beter geregeld moeten zijn. Muziek moet gewoon een vak worden, zoals wiskunde. Dan worden kinderen het publiek van morgen. Nu is het allemaal heel fragmentarisch. Het orkest doet ook van alles, maar dat is niet te vergelijken met bijvoorbeeld elke woensdag echte muziekles. Niet alleen popliedjes.” Miriam: “Je ziet wel bij concerten dat het publiek veel jonger is geworden sinds we hier (in Amare) zitten. We hebben het conservatorium in hetzelfde gebouw dus er komen ook veel studenten. De kamermuziekpodia kennen daarentegen een ouder publiek.”
Miriam: “Het hangt ook af van het programma. Als we bijvoorbeeld ons programma de Roaring Twenties spelen met veel afwisselende en kortere stukken in verschillende stijlen, dan kan dat jongeren meer aanspreken. Jonge mensen kunnen alles aan, ze moeten gewoon komen.” Julia: “Mijn dochter had een vriendinnetje van zeven en mijn man werkte toen nog bij het Residentie Orkest. Ze was met de hele familie uitgenodigd voor Mahler zeven. Zo’n uitvoering duurt anderhalf uur. Na het concert was ze enorm blij. Het was haar eerste klassieke concert en kinderen kunnen daar heel goed op reageren.” Ruud: “Mijn aha-erlebnis kwam met Rach 2 toen ik een jaar of 3-4 was.” Justyna: “Dat had ik precies zo met Rachmaninov, maar toen speelde ik al en zat in een jeugdorkest. Op een gegeven moment gingen we Rachmaninov spelen. Ik had geen idee wie dat was. We hadden thuis een cd, die speelde ik af en ik was verpletterd.” Julia: “Ik was ook dol op zijn muziek en wilde zelfs dat mijn broertje Sergej zou heten maar mijn ouders wilden niet” Justyna: “Wij nodigen elke week schoolklassen uit bij het orkest.” Miriam: “In juli speelden we in Engeland en er werd gevraagd of er ook kinderen zouden mogen komen, bij onder andere de repetitie. Dat is natuurlijk heel mooi.”

Celebrating Women! heeft te maken met de positie van de vrouw in de muziek, die vroeger best lastig was. Hoe ervaren jullie dat?
Justyna: “Met medemusici in het orkest is dat geen probleem en dat was in het verleden wel anders. Op oude foto’s van het orkest zie je nauwelijks vrouwen.” Miriam: “Ik begon in London met het Royal Philharmonic Orchestra. Dat was mijn eerste schnabbel toen ik eenentwintig was. Als we buiten de stad gingen spelen was er niet eens een kleedkamer voor de dames. Vroeger zag je alleen een paar vrouwen in een orkest, vaak de harpiste of een fluitiste, maar tegenwoordig zijn er soms meer vrouwen dan mannen. Muziek van vrouwelijke componisten is nog een gebied waar stappen gezet kunnen worden. Op de meeste programma’s in de klassieke muziek staan vooral composities van dode witte mannen. Toch was dit niet het startpunt van Celebrating Women!. We wilden vooral het String Trio van Ethel Smyth op gaan nemen.”
Justyna: “We zijn wel toegegroeid naar de keuze voor allemaal vrouwelijke componisten. Er bestond nog geen opname van dat stuk. Daarna ontstond het idee hoe bijzonder het zou zijn om nog een paar vrouwelijke componisten te vinden en uit de vergetelheid te halen.”

Geven jullie ook opdrachten aan componisten om voor jullie te schrijven?
Miriam: “Dat willen we meer doen. Er zijn stukken die voor ons zijn geschreven maar dat komt dan vanuit die componist. Die willen dat graag voor ons doen. Het punt is dat we muziek aanbieden aan podia en die zijn over het algemeen toch wat conservatief. Ze zouden best avontuurlijk willen programmeren, maar zijn natuurlijk ook bang dat mensen niet komen luisteren. Het is dus een balans die je moet zoeken.”
Julia: “Sommige stukken uit ons repertoire zijn daarom nog nooit geprogrammeerd,” Justyna: “Het is iets dat we in ons hoofd hebben voor het jubileumjaar. We gaan dan iets plannen en het gewoon spelen, of de mensen komen of niet.” Ruud: “Zo’n werk kun je tijdens de uitvoering misschien een beetje sturen?” Miriam: “Klopt, bijvoorbeeld in de lengte of de thematiek.” Ruud: “Je kunt natuurlijk ook die composities zelf aanpassen?”
Miriam: “We gaan daar dan samen met de componist aan werken. Dat hebben we bijvoorbeeld vorig jaar gedaan in Engeland met Robin Holloway.”

Wel eens gedacht aan samenwerking met een andere artiest, synthesizers en iets heel moderns?
Miriam: “Dat komt volgend seizoen. We gaan een project doen rondom liedjes van Kurt Weill, met een zangeres die we kennen via haar vader. Lucy Woodward is een jazz-zangeres en werkt ook in pop en rock. Ze groeide op in New York en haar vader woont in Den Haag. Ze woont nu in Nederland en ik ben een fan. Het idee ontstond doordat we dachten dat haar stem heel goed bij Kurt Weill zou passen. We gaan met haar, drummer Vinsent Planjer en bassist Marijn van Prooijen werken. Marijn maakt de arrangementen en het project heet Lost in the Stars. Het programma start op 23 januari 2026 in Dordrecht, 25 januari in Heiloo en op 4 maart 2026 tijdens de Jazzdagen in Harderwijk. Daarna volgen nog meer concerten.“

Julia, jij bent een zeer gewaardeerde docente altviool. Als ik bij jou altviool kom spelen, tik je me dan op de vingers met een liniaal? Hoe gaat zoiets, wat voor een docente ben jij?
“Het is nooit routine, want iedereen is verschillend. Met kleintjes moet je veel dingen verzinnen. Het moet wel erg afgestemd zijn met wat een kind voelt. Met alle leerlingen is mijn belangrijkste doel dat ze zich veilig met het instrument voelen. Vanaf daar kun je aan techniek werken, muzikaliteit en alles wat er verder bij hoort. Het gevoel is natuurlijk erg moeilijk, maar studenten moeten niet nadenken over hoe moeilijk het is. Dat is zo ongeveer de lijn, maar die is bij iedereen anders.” Ruud: “Techniek kun je leren, maar hoe zit dat met muzikaliteit?” Julia: “Veel is afhankelijk van talent. Het is er of het is er niet. Techniek is wel belangrijk voor het musiceren. Veel talentvolle mensen kunnen niet goed spelen omdat de techniek niet op orde is. Het allerbelangrijkste is dat muziek een taal is en je moet hem als taal gebruiken. Soms komt iemand die nog veel moet leren, dan stel ik mij voor wat zo iemand uiteindelijk zou kunnen bereiken. Iedereen krijgt dan een individueel leertraject.” Ruud: “Heb je niet heel snel in de gaten hoe iemand is die bij jou nieuw binnenkomt?”
Julia: “Nee, dit is heel interessant. Ik had iemand die enkele jaren gewoon altviool speelde en plotseling bleek dat hij een groot talent is. Andersom kan ook. Dat je eerst denkt dat iemand ongelofelijk is en dan wordt het niet zoveel.” Ruud: “Ik hoor het al. Er is voor mij nog hoop.” Justyna: “Je bent aan het oefenen, oefenen en oefenen en die eerste jaren tot je zeventiende gaan wel lekker. Je bent jong, je leert heel snel en mensen zien wat in jou. Als ik terugdenk dan doe je veel op de automatische piloot. Dat je echt die muziek induikt komt vaak pas na het conservatorium. Als je wordt losgelaten in het muzikale leven ga je gelijkgestemden ontmoeten en samen muziek maken. Je ontdekt dan nog zoveel, je bent nooit klaar of uitgeleerd.”

Nog projecten?
Justyna: “We gaan ons 20-jarig jubileum organiseren en hoewel we nog niet helemaal weten hoe dat er precies uit gaat zien, is inmiddels wel duidelijk dat het in april 2027 zal plaatsvinden.”  Miriam: “We hebben een nieuwe cd opgenomen. De titel is Echoes of Budapest. We zijn nu bezig met de montage, de fotoshoot en teksten en materiaal voor het cd-boekje. Het zijn Hongaarse componisten  die allemaal strijktrio’s hebben geschreven.”
Justyna: “Echoes of Budapest is ons nieuwste en een heel bijzonder project. Het bevat een strijktrio van Zoltán Székely, dat nooit eerder is opgenomen. We hebben ook een duo voor viool en cello ontdekt van Frid waarvoor hetzelfde geldt. Daarnaast staan de trio’s van Géza Frid en Pál Hermann op deze nieuwe cd. We kunnen niet wachten om deze muziek met iedereen te delen!”

Het gesprek met de dames van het trio geeft inzicht in de enorme hoeveelheid werk, organisatie en perfectionisme die nodig zijn om op een hoog niveau te kunnen musiceren. Het is de kant die voor het publiek meestal verborgen is. Zij komen naar de concerten en luisteren naar het bereikte resultaat. Hoop dat het publiek daar de komende twintig jaar van mag blijven genieten.

Fotografie: Sarah Wijzenbeek, Tessa Veldhorst en Ruud Jonker

 

Reacties (0)