Er zijn tal van manieren om geluid na te bewerken. Ruwweg is de verdeling in hardwarematig en softwarematig. In het geval van audionabewerking via apparatuur gaat het om overspelen via een mengpaneel/mixer of andere audio-interface met instelbare draaiknoppen of regelaars. Weer een ander hardwaregeval vormt het apart opnemen via een recorder van bijvoorbeeld een commentaar of voice-over. En ondanks het feit dat er veel geluidsbestanden in bibliotheken op internet te vinden zijn, speelt menig videomaker nog muziek of geluidseffecten af van audio-cd, muziek-dvd, lp of tape naar de montagesuite.
De softwarematige tak bestaat uit het montagepakket en speciale programma’s voor audio-editing. Het montagepakket is veelal uitgerust met volumemeters, een geluidsmixer voor meerdere kanalen en een mogelijkheid voor het opnemen van een voice-over. Meer geavanceerde NLE-suites voorzien tevens in effecten en filtercorrecties. Diverse montagepakketten bieden zogenaamde ‘smart sounds’, geluidsbestanden die zich automatisch aanpassen (= inkorten of oprekken) aan de lengte van de videoclip.
Een aparte software geluidstudio biedt de meeste mogelijkheden om het geluid bij te werken op het gebied van klank of toon, volume, bijsnijden, de pitch aanpassen, het verwijderen van stoorgeluiden en uitgebreide effecten. Dan is er tot slot ook nog software om zelf een soundtrack mee te componeren.
In de praktijk blijkt het originele geluid na de opname vaak niet naar volle tevredenheid te zijn. Dat betekent achteraf nabewerken, de zogenaamde audio-postproduction. Een belangrijke andere redenen voor het nabewerken van de soundtrack is het toevoegen en/of mixen van achtergrondmuziek, geluidseffecten of een voice-over. Deze laatste aflevering van geluid opnemen bij video laat zien hoe dit in zijn werk gaat.
Soorten geluid voor nabewerking
Er zijn in principe vier soorten geluid voor de audio-postproduction. Als eerste het originele geluid zoals werd opgenomen bij de videobeelden of met een aparte veldrecorder. De tweede soort is een toe te voegen commentaar of voice-over. Deze spreekt u achteraf voor de microfoon in.
Soort drie, de achtergrondmuziek, wordt veel gebruikt om de sfeer van de te maken videofilm te versterken of passages zonder goed geluid van een nieuw soundje te voorzien. In vele gevallen mixt de geluidseditor het originele geluid met een passend achtergrondmuziekje.
Als vierde en laatste soort geluid de geluidseffecten. Daarvan zijn er twee typen:
– De pure geluidsmatig effecten. Bijvoorbeeld dichtslaande deuren, regen, onweer, storm of gierende wind, verkeer, vuurwerk, pistool- of geweerschoten, dieren, industriële geluiden van machines, knarsen, piepen en ratelen. Daarvan zijn er bibliotheken vol op internet of CD-A te vinden.
– De creatieve geluidseffecten. Deze past u in het algemeen toe op de al aanwezige geluidsfragmenten. Voorbeelden zijn echo, een andere toonhoogte (smurfenpiepen e.d.), kerkomgeving, vertraging (delay) of versnelt afspelen, vervorming, oud radiogeluid en reverb. De creatieve effecten vindt u zowel in de software als hardware voor geluidsbewerking.
Wat bewerkt u na?
Voorop staat uiteraard het juiste volume. Niet te hard en niet te zacht. Bij mengpanelen en mixers gaat het tevens om de verhouding van de geluidssterkte tussen de verschillende inkomende bronsignalen. In de software is de functie normalize heel nuttig. Dit correctiefilter zet al het geluid volgens de opgegeven voorinstelling even hard. De gainfunctie gebruikt u om te zacht geluid te versterken. Let op: teveel kan ook stoorgeluiden versterken en vervorming veroorzaken! Zie verder ook de insert over de compressor-limiter-functie.
Ruis vormt een bron van ergernis. U kunt dit elimineren via een ruisfilter, door het opnamevolume harder te zetten of de equalizer op de specifieke ruisfrequentie te laten wegdrukken. Ook voor de brom is er een apart correctiefilter beschikbaar. Bij specifieke stoorgeluiden kunt u deze opsporen en specifiek uit het geluidsspectrum laten wegfilteren. Een equalizer (EQ) is uitgerust met een aantal toonregelaars per specifieke frequentie. U kunt hiermee de desbetreffende frequentie benadrukken of juist helemaal wegdrukken.
De lengte veranderen van de geluidsfragmenten gaat in de montagesoftware of soundeditor net als bij video. Inkorten, verlengen, verwijderen of verplaatsen. Het is slechts een kwestie van cut & paste. Smart soundfiles passen zich automatisch aan de lengte van het videofragment aan. In een aantal gevallen ook aan de juiste toonhoogte en maat.
Het stereogeluidsbeeld kent drie belangrijke bewerkingen. Als eerste de balans tussen links en rechts. Ten tweede de pan, het ‘zwaaien’ van links naar rechts en omgekeerd. En als derde het surround aspect (ruimtelijk geluid), Dolby 5.1 of 7.1. Dit kunt u zowel softwarematig of hardwarematig bijregelen.
De feitelijke soundtrack bestaat uit de eindmix van de samenstellende geluidsfragmenten. Bijvoorbeeld het originele geluid, een apart opgenomen voice-over en achtergrondmuziek.
Als laatste vorm van de nabewerking de effecten voor het geluid. Bijvoorbeeld fades en creatieve effecten.
Mixers, mengpanelen en audio-interfaces
Er zijn twee soorten mixers/mengpanelen en audio-interfaces. Als hardware-apparaat en als software (het apparaat staat in grafische vorm op het monitorscherm). In principe werken beiden min of meer hetzelfde. In het hardwarematige geval met echte voelbare knoppen en regelaars. In het softwarematige geval met de muis, toetsenbord, trackbal en zelfs touchscreen.
De mixers en mengpanelen kunnen op vier manieren het er doorgevoerde geluid beïnvloeden:
1. Via schuifregelaars of knoppen het volume veranderen en meerdere per afzonderlijk geluidskanaal binnenkomende geluiden met elkaar mengen. Per kanaal het volume instellen en als één mastersignaal uitsturen. Elk mengpaneel of mixer beschikt daartoe over minimaal 4-6 ingangen en een stereo masteruitgang. De volumesterkte is in de vorm van gekleurde LEDs of volumeregelaars zichtbaar;
2. Via draai- of drukknoppen voor het aanpassen van de hoge en lage tonen. Vaak ook de stereobalans, pan en pitch;
3. Het aanbrengen van speciale geluidseffecten. Dat kan via een druk op de hardware-knop of die in de software op het monitorscherm. Bij audiosoftware zijn de creatieve effecten vaak zeer nauwkeurig in te stellen;
4. Een automatisch uitgevoerde correctie binnen de hardware of software. Bijvoorbeeld ruisonderdrukken en compressor- of limiterfunctie.
In geval van een audio-interface voor het aansluiten van meerdere microfoons of een lijn-in zijn er veelal aparte volume- en/of mix-regelaars voor handen. Een aantal van deze interfaces beschikt tevens over ruisonderdrukking en regeling van de toonhoogte.
Recorders en toespelers
Speelt u het geluid toe naar een mengpaneel, montagecomputer of opnameapparaat dan zijn er verschillende mogelijk heden voor nabewerken. Als eerste de toespeler zelf. Kan dit apparaat zelf al het uit te sturen geluid mixen, het volume aanpassen of het corrigeren?
Zo niet, dan de hardwaremixer, de audio-interface of de software op de computer dit klusje laten uitvoeren. De geavanceerde audiorecorder (zowel hardware als software) beschikt veelal over meerdere afzonderlijk op te nemen geluidsporen. Die kunt u dan met elkaar gaan mixen en als één mastersignaal uitsturen of als een geluidsbestand voor de montage opslaan.
Audio-cd’s en muziek dvd’s passen gewoon in de optische drive van de montagecomputer. Zowel een aparte soundeditor als de montagesoftware kunnen deze bestanden gewoon uitlezen. In een aantal gevallen dient u de Rip-functie te gebruiken om de cd-muziek naar voor de montage bruikbare audiofiles om te zetten. Bij het aansluiten van een externe audiotoespeler (cd/dvd-speler, iPod, smartphone, mp3 e.d.) die op de juiste wijze aansluiten. Let op de connectortypen tulp (wit en rood), optisch/digitaal, HDMI) en de bijbehorende ingang. Bij computers werkt een apart geluidsgedeelte of een extra geluidskaart het beste. Geef in de software goed aan welke ingang geluidssterkte er gebruikt moeten gaan worden!
In het montagepakket
Eenvoudiger NLE-software biedt slechts beperkte geluidsfuncties. Voor het samenstellen van een goed klinkende soundtrack raden wij u dan ook een meer geavanceerd montagepakket of een aparte soundeditor aan. Let er voor de beste resultaten op dat u het geluid op aparte sporen, audiotracks, kunt nabewerken. Geluid in deze audiotracks is veelal zichtbaar als een golfpatroon (waveform) en er valt een lijn met handvatten (handles) aan te brengen. Klik deze functie aan en trek het geluid tussen twee handles op of neer. Dit verandert het volume en/of brengt een fade aan. Veelal is het mogelijk om via een pop-up-venster direct het volume (in percentages) te veranderen.
Het betere montagepakket voorziet in de functies volumeregeling, het onderling mixen van meerdere kanalen, fade in/uit, dissolve, normalize en een aantal creatieve effecten. (Semi)professionele NLE-software voorziet in uitgebreide mixers, compressor/limiter en zeer veel hoogwaardige effecten.
Tip: Er staan relatief veel instructiefilmpjes op YouTube en de websites van de leveranciers van montagesoftware over de postproduction-werkwijze bij audio.
Stoorgeluiden en correctiefilters
Voor specifieke stoorgeluiden kunt u deze opsporen en specifiek uit het geluidsspectrum laten wegfilteren. Storende geluiden zoals telefoons, rinkelende kopjes, koelkasten, motoren of boormachines op de achtergrond kunt u met software het geluid analyseren. Vindt een stukje waarop alleen het stoorgeluid staat. Neem hiervan een proefmonster (sample). Geef vervolgens de software de opdracht om dit stoorgeluid uit het gehele spectrum te filteren.
De filters voor brom en ruis zijn al genoemd. Voor de spraak zijn er aparte correctiefilters beschikbaar voor slissen (de-esser), eh’s en ploppen voor de microfoon.
De audio-editor
De echte audio-editor-software biedt de meeste mogelijkheden bij de postproduction. Het programma werkt met meerdere audiotracks waarmee u lekker aan de montage- en nabewerkingsslag kunt gaan. Vanaf net beneden de € 100,- heeft u al een complete studio voor de geluidsmontage in huis. Deze audiostudio voorziet in het knippen, plakken, en verplaatsen, het corrigeren en equalizing van het geluid, volume (gain, normalize, compressor-limiter), creatieve effecten, het opnemen (Record-functie) van geluid, het rippen van CD-A en muziek-dvd en het omzetten naar tal van bestandsformaten voor audio. U kunt de audio-editor los of als bestanddeel van de montagesuite aanschaffen.
Effecten
Veel gebruikt zijn de fades en de cross-over om opeenvolgende geluidseffecten netjes in elkaar te laten overgaan. Een fade in is van 0% tot volle sterkte (meestal 100% maar kan ook lager zijn). En een fade out van volle sterkte tot 0%. Bij een cross-fade (cross-over of dissolve) tussen twee opeenvolgende geluidsfragmenten ondergaat het vorige geluid een fade out en het daaropvolgende gelijktijdig een fade in.
Daarnaast zijn er net als bij video tal van creatieve geluidseffecten die u over de doelbestanden aanbrengt en vervolgens instelt met een knop of pop-upvenster. Behalve al in de effectbibliotheek van de software kunt u ook aanvullende plug-ins met nog meer audio-effecten aanschaffen.
Wat doet een compressor-limiter?
Zowel in de software als hardware voor geluid nabewerken (en ook afspelen bij tv en radio) vindt u de compressor-limiter. Wat doet deze functie nu precies?
Wat een compressor eigenlijk doet is gewoon harde passages zachter maken. Een soort automatische volumeknop die lelijke wisselingen van geluisterkte en deels ook oversturing voorkomt. Hoe sterker de compressie, en hoe lager de drempel, hoe egaler het volume wordt. Doordat het gemiddelde volume daardoor op een hoger niveau komt verbeteren het overall geluidsvolume (en vaak ook de dynamiek) aanzienlijk. Comprimeer echter niet teveel want dan gaat de dynamiek van het geluid juist weer verloren en klinkt alles vlak.
De compressor-limiter kent doorgaans meerdere functieknoppen:
– De threshold of drempel, zodra het signaal boven deze drempel komt begint de compressie te werken. Zolang het signaal onder die drempel is het geluid hetzelfde;
– De ratio, deze meestal regelbaar van 10:1 of minder. Bijvoorbeeld in geval van een Ratio 2:1, wordt een volume van 10dB boven de threshold-waarde door de compressor teruggebracht tot 5dB boven die waarde. Bij een soft-knee instelling wijzigt de compressie zich geleidelijk. Stelt u een hard-knee in dan gaat dat vrij plotseling. Het meest onopvallend werkt de zogenaamde interactive knee. Die past zich voortdurend aan het soort signaal aan;
– De attack is de instelling voor hoelang de compressor wacht met reageren op een pieksignaal. Dit wordt aangegeven in milliseconden (msec). Hiermee bepaalt u of er wel of niet op kortdurende pieken wordt gereageerd
– De hold bepaalt hoelang de compressie aanhoudt nadat het signaal weer onder de drempel (threshold) is gekomen. Deze functie voorkomt het pompen en klapperen van het geluidsvolume;
– De release bepaalt hoe lang de compressor wacht met reageren nadat het signaal weer onder de drempelwaarde is gekomen. Dit eveneens gemeten in msec. U dient de attack en release goed op elkaar in te stellen anders gaat de compressor-limiter ‘zuchten’;
– De stereolink koppelt de compressie van de twee stereokanalen. Hiermee voorkomt u dat het stereobeeld wordt scheefgetrokken als één kanaal op een bepaald moment meer comprimeert dan het ander: De frequency gebruikt u om in te stellen op welk frequentiegebied de compressor moet reageren. Bijvoorbeeld alleen op lage tonen, of alleen op hoge, of op een specifiek frequentiegebied. Het bronsignaal blijft onveranderd qua equalizing;
– Het low pass/high pass-filter werkt net als de frequency om de compressor alleen op hoge of alleen op lage tonen te laten reageren.
De software kan de werking van de compressor-limiter in de vorm van een grafiek weergeven. U ziet op de horizontale as de sterkte van het ingangssignaal En op de verticale as staat de sterkte van het uitgangssignaal. Als het ingangssignaal toeneemt, neemt de versterking (gain) steeds verder af.
De voice-over
Het inspreken van een commentaar, de voice-over, kan op meerdere manieren. Gewoon los voor de camera en later in de montage het beeld er vanaf knippen. Een tweede manier is het opnemen op een aparte geluidsrecorder (hardware of software) en dit bestand weer later aan de montage toevoegen. En de derde methode is rechtstreeks via de daartoe geschikte montagesoftware. U neemt op een apart geluidsspoor in de tijdlijn de voice-over op. Controleert deze op versprekingen, lengte en geluidskwaliteit en past het bestand zo nodig aan.
Let bij het maken van voice-overs op:
– Een goede spraakmicrofoon en de aansluiting daarvan op de camcorder, geluidsrecorder en ingang van het geluidsdeel op de pc of Mac. Het juiste ingangskanaal, type microfoon en volume instellen;
– De juiste tekst op de goede lengte. Van te voren eerst een aantal keren oefenen en uitproberen (timing);
– Opname in een ruimte zonder stoorgeluiden;
– De juiste volumemix in de tijdlijn instellen.
Bent u zelf niet zo’n goede inspreker vraag dan iemand met een microfoonstem voor de voice-overs.
Zelf componeren
Is de muziek voor de juiste sfeer of stemming bij de te maken videofilm niet voor handen of wilt u zelf eens aan de creatieve muziekslag? Maak dan gebruik van programma’s voor het zelf componeren van een soundtrack. Dat is beslist niet duur, ingewikkeld of zonder succes. Het is vaak heel verrassend om zelf te horen welke talentvolle componist er in uzelf en de computer met componeersoftware schuilen.In het kort de volgende mogelijkheden:
Het rangschikken van zogenaamde geluidsloops. Dat zijn zelfstandige geluidsfragmenten uit bestandsbibliotheken die u op meerdere sporen in de tijdlijn van het componeerpakket rangschikt. U kunt combineren, oprekken, stapelen etc. De software zorgt vaak automatisch voor de juiste toon en maat. Na enig experimenteren, klinkt het best al goed;
Opnemen van zang met de microfoon of van te bespelen elektronische muziekinstrumenten (MIDI). Zet deze opnamen in een eigen audiotrack en combineer deze met de soundloops;
Het gebruik van smartsounds die zich automatisch aan de videoclip aanpassen. Er zijn diverse sfeergenres leverbaar.
Bekende softwarepakken voor het zelf componeren van filmmuziek zijn Ableton Live, Presonus Studio, Adobe Audition, Motu Digital Performer, Steinberg Cubase, Avid Pro Tools en heel gemakkelijk de Apple Garageband.
Reacties (0)